Inleiding

Aanbieding

Terug naar navigatie - Inleiding

Jaarlijks geeft de gemeenteraad in de kadernota de richting voor de nieuwe of veranderde plannen voor de komende jaren. En ook hoeveel geld de gemeente daaraan uitgeeft. Met het vaststellen van de Kadernota 2026 werken we toe naar de Programmabegroting 2026-2029. Die wordt in het najaar aan de raad aangeboden. Na de vaststelling van de Programmabegroting 2026 - 2029 komen de budgetten vrij voor de uitvoering van de plannen en lopende ontwikkelingen.

Met deze kadernota worden de kaders gegeven voor het laatste jaar van deze coalitieperiode
Dit is de laatste kadernota in deze coalitieperiode. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de ambities van het Coalitieakkoord ‘Bouwen aan een stevig fundament 2022-2026'. Het was noodzakelijk om het fundament op orde te brengen met als doel om een slagvaardige en betrouwbare lokale overheid te zijn voor onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Bij het maken van keuzes is de balans tussen de bestuurlijke ambities, de financiële situatie en de ambtelijke organisatie een randvoorwaarde. Zo hebben we geïnvesteerd in het versnellen van de woningbouw, de harmonisatie van de buitensport, zijn er stevige stappen gezet op het gebied van duurzaamheid, mobiliteit en het versterken van onze economie. Met het voorveld van het sociaal domein, ondersteuning van mantelzorgers en extra inzet op het gebied van cultuur heeft dit college ook direct in de versterking van onze samenleving geïnvesteerd. Al dit beleid kan door het prudente financieel beleid van de gemeente ook het komende jaar en de jaren daarna worden voortgezet.

Met deze Kadernota 2026 ronden we deze coalitieperiode op een goede wijze af. We hebben vele van de ambities uit het coalitieakkoord 2022-2026 uitgevoerd en kunnen die langjarig voortzetten. We hebben zelfs nog meer gedaan door financiële ruimte te creëren voor een aantal langjarige investeringen, zoals de aanpak van de netcongestie, het blijvend investeren in wijkpark Maarssenbroek en met onze plannen voor onderwijshuisvesting en de openbare ruimte. Zoals gebruikelijk ligt in de Kadernota het accent op de aanvullende voorstellen ten opzichte van de vastgestelde begroting voor de komende jaren.

Overbruggen van het ravijn
Met deze Kadernota 2026 geven we ook verdere invulling aan onze solide financiële strategie waarin we de ravijnjaren die door het Rijk zijn gecreëerd, kunnen overbruggen. Ondanks de berichten vanuit het kabinet over de Voorjaarsnota is het financiële ravijn voor gemeenten nog onverminderd diep. Aan het gemeentefonds zijn weinig structurele middelen toegevoegd en er staan op de lange termijn weer bezuinigingen op de jeugdzorg ingeboekt. 

Door onze financiële strategie, die dit college bij voorgaande  Kadernota’s  al heeft ingezet, kunnen we het ravijn overbruggen zonder dat het ten koste gaat van harde bezuinigingen op de samenleving of grote lastenverzwaringen. Met deze Kadernota 2026 accepteren we tekorten ten laste van onze algemene reserve in de jaren tot en met 2028 en is onze begroting weer structureel in balans in 2029. Daarmee betaalt het financiële beleid van onze gemeente in de afgelopen periode zich uit en hoeven wij anders dan vele andere gemeenten niet koud te bezuinigen op belangrijke maatschappelijke voorzieningen. 

Ruimte gemaakt voor extra investeringen
Door ons strategische financiële beleid is er ook dit jaar weer ruimte voor extra investeringen. Zo investeren we met deze kadernota in de dienstverlening en introduceren we een “Mijn Omgeving” voor onze inwoners. We versterken onze inzet op veiligheid, we zetten in op nieuwe onderwerpen zoals netcongestie en de doorontwikkeling van de Omgevingswet. 

We versterken wederom het voorveld voor het sociaal domein en zetten vol in op de wettelijk verplichte regionalisering van de jeugdzorg. Ook bereiden we ons voor op de beëindiging van de samenwerking met TIM Stichtse Vecht per 1 januari 2027 en de nieuwe inrichting van onze wijkteams en de toegang tot het sociaal domein. Daarnaast zetten we in programma 5 onder andere actief en extra in op het jeugd- en sportfonds en het versterken van de uitvoering van onderwijshuisvesting conform ons Integraal Huisvestingsplan 2024 - 2043.

Financiële perspectief nieuwe coalitie
Met de sluitende begroting 2029 geven we een werkbaar perspectief aan de nieuwe coalitie. We zien het als onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor een solide en toekomstbestendig financieel beleid. In principe worden alle intensiveringen zoals door dit college zijn voorgesteld aan uw raad ook na 2026 voortgezet. Het is dan aan de nieuwe raad, de nieuwe coalitie en het nieuwe college om haar nieuwe afwegingen te maken. Met dit financieel kader hebben zij hiervoor ook de mogelijkheden. Met deze kadernota geven we dan ook invulling aan de toekomstbestendigheid van de gemeente.

Realistisch begroten
Uit analyses over de laatste jaren is gebleken dat het volume aan begrote investeringen de werkelijk gerealiseerde bestedingen overtreffen, hoewel deze laatste in 2025 wel sterk is aangetrokken. Met deze Kadernota 2026 hebben we het investeringsvolume, op basis van deze analyse, meer in verhouding gebracht met de realistische investeringen. Daarbij was het niet nodig om onze ambities bij te stellen. In deze Kadernota is het voorstel opgenomen om te komen tot een financieel plafond voor de investeringen zodat we niet op voorhand de lasten dragen van investeringen die mogelijk niet realiseerbaar zijn gedurende het boekjaar. Dit is een tussenstap, in lijn met de op 17 december 2024 door uw raad vastgestelde omzetting van kapitaaldekkingsreserves en het toepassen van de nieuwe investeringsmethodiek, om te komen tot de volgende stap in de realistische investeringsplanning waaraan we sinds vorig jaar werken. In de begroting 2026 zullen we hier de volgende stap in zetten.

Onzekere financiële positie m.b.t. jeugdzorg duurt voort
Een deel van de kaders voor ons financiële meerjarenperspectief is op rijksniveau nog niet vastgesteld. In de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk is het voorstel opgenomen om gemeenten via het Gemeentefonds voor een deel (€ 400 miljoen) te compenseren voor de terugval in de algemene uitkering (ravijnjaren).

Daarnaast is in de Voorjaarsnota een kabinetsvoorstel opgenomen om gemeenten - mede gelet op het advies van de commissie Van Ark - een incidentele compensatie voor 2026 en 2027 toe te kennen in het Gemeentefonds voor de jeugdzorg. Vanaf 2028 stelt het Kabinet aanvullende bezuinigingen voor. Het Kabinet wil vanaf 2028 komen tot een nieuw financieel arrangement voor de Jeugdzorg. Wij verwerken in de Programmabegroting 2026 – 2029 de laatste ontwikkelingen vanuit de Meicirculaire 2025.

Financieel beeld

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

Het financiële uitgangspunt voor de Kadernota 2026 is een herstel op termijn: een sluitende begroting voor 2029, herstel van onze reservepositie en invulling te geven aan de belangrijkste opgaven van het coalitieakkoord, zoals versnelling van de woningbouw, de harmonisatie van de buitensport, het versterken van de economie en passende zorg en ondersteuning. We houden daarnaast rekening met de huidige financiële ontwikkelingen, zoals de inflatie.

Kadernota 2026-2029 (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
A. Startpositie: Programmabegroting 2025-2028 -6.487 -5.978 -4.025 -4.025
Autonome- en beleidsontwikkeling
B. Autonome ontwikkelingen gemeentefonds 4.602 4.812 4.781 4.901
C. Autonome en onontkoombare ontwikkelingen -4.370 -4.370 -4.370 -4.370
D. Beleidswensen -4.250 -3.510 -3.272 -3.272
Totaal autonome- en beleidsontwikkeling -4.017 -3.068 -2.861 -2.741
Dekkingsmogelijkheden
F1. Uitgaven verlagen 2.149 2.149 2.149 2.149
F2. Inkomsten inflatievolgend verhogen 464 464 464 464
F3. Inzet algemene dekkingsmiddelen - - - 1.947
F4. Anticiperen hogere algemene uitkering 1.000 1.000 1.000 1.000
F5. Financieringsmethodiek (wegen) 1.777 1.639 1.506 1.372
F6. Financieel plafond Investeringen 1.000 1.000 1.000 -
Totaal dekkingsmogelijkheden 6.391 6.253 6.120 6.933
Stand Kadernota 2025 (negatief bedrag = nadeel; positief bedrag = voordeel) -4.114 -2.793 -766 167
waarvan incidenteel -128 - - -
Structureel saldo Kadernota 2025-2029 -4.242 -2.793 -766 167

Ontwikkeling gemeentefonds – Voorjaarsnota Rijk 2025 
Het Rijk geeft in de Voorjaarsnota 2025 aan dat gemeenten voor de terugval in de algemene uitkering deels (€ 400 miljoen) worden gecompenseerd. Hierdoor is het financiële ravijn voor Stichtse Vecht ongeveer in 2026 € 1 miljoen minder diep. De commissie van Ark, die zich heeft gericht op de toekomstbestendige financiering van de Jeugdzorg, heeft geadviseerd aan het Rijk en de gemeenten om de Hervormingsagenda jeugd te verbreden en financiële tekorten eerlijk te delen. Het Kabinet heeft hierop besloten om in de Voorjaarsnota het voorstel op te nemen om extra incidentele middelen voor 2026 en 2027 toe te kennen voor de jeugdzorg in het Gemeentefonds. Vanaf 2028 stelt het Kabinet aanvullende bezuinigingen voor. Het Kabinet wil vanaf 2028 komen tot een nieuw financieel arrangement voor de Jeugdzorg. De Voorjaarsnota 2025 van het Rijk wordt  verwerkt in de Meicirculaire 2025. Deze Gemeentefondscirculaire verwerken we in de Programmabegroting 2026 – 2029.

Autonome- en beleidsontwikkelingen 
In de Kadenota beschrijven we de prioriteitstelling en de nieuwe aanvullende beleidsaccenten. Vanuit de beperkte financiële middelen die het Rijk beschikbaar stelt en de gehanteerde beleidsuitgangspunten hebben we een balans gezocht tussen de financiële middelen die nodig zijn voor de nieuwe beleidsaccenten en de beschikbare financiële middelen. Belangrijke uitgangspunten zijn het komen tot een sluitende begroting in 2029 waarbij we incidentele dekkingsmiddelen inzetten om de ravijnjaren te overbruggen en onze reservepositie versterken. Hierdoor blijft de opgenomen stijging van de gemeentelijke belastingen en heffingen beperkt tot inflatievolgend. 

Dekkingsmogelijkheden
Naast het anticiperen op een hogere algemene uitkering bij de Meicirculaire 2025 (€ 1 miljoen) stellen we u nog een aantal dekkingsmogelijkheden voor van ongeveer € 5 miljoen. Zo stellen we voor om, voor het tweede jaar op rij, de indexering van prijsgevoelige budgetten op 0% te zetten, dit resulteert in een besparing van € 2 miljoen. Daarmee is volgens het college de maximale ruimte op bezuinigingen vanuit organisatiebudgetten wel bereikt. De belastingtarieven worden, inflatie volgend, met 2,8% verhoogd.

De gemeenteraad heeft op 13 mei 2025 ingestemd met de nieuwe financieringsmethodiek voor wegen. In de Programmabegroting 2026 – 2029 zullen we deze nieuwe financieringsmethodiek nog nader uitwerken door o.a. het opnemen van ‘rompinvesteringen’ op ons Investeringsplan 2026 - 2029. De dekkingsmogelijkheden zijn in deze Kadernota nader beschrijven (blz. 18 en 19).

Leeswijzer

Terug naar navigatie - Leeswijzer

In het volgende hoofdstuk wordt ingegaan op de uitgangspunten, die bij de Programmabegroting 2026 - 2029 worden gehanteerd. Per programma is vervolgens een nadere toelichting gegeven op de beleidswensen. 

In aparte hoofdstukken wordt vervolgens ingegaan op het strategisch financieel beleid voor 2027 - 2029. Daarna worden de autonome ontwikkelingen en de dekkingsmogelijkheden toegelicht. In de bijlage is een compleet financieel beeld van deze Kadernota opgenomen. 

Toelichting tabellen
Bij de financiële cijfers worden lasten/ nadeel met een negatief getal weergegeven en baten/ voordeel met een positief getal. Onttrekkingen uit de reserves zijn voor de exploitatie een bate en dus een positief getal. Toevoegingen aan de reserves zijn lasten voor de exploitatie en dus een negatief getal.

Voor de leesbaarheid is gekozen om bedragen af te ronden op € 1.000. Indien daarvan wordt afgeweken, dan wordt dat bij de tabel aangegeven. Het kan gebeuren dat hierdoor bij de tabellen een minimaal verschil optreedt door deze afrondingen. 

Uitgangspunten Kadernota 2026

Uitgangspunten Kadernota 2026

Terug naar navigatie - Uitgangspunten Kadernota 2026

We hanteren de volgende uitgangspunten voor het opstellen van de Programmabegroting 2026 - 2029.

Indexeringen

CAO
De hoogte van de loonsom in geld (€) wordt bepaald door de toegestane formatie per functie te vermenigvuldigen met de werkgeverslasten, op basis van het schaalmaximum en de meest actuele CAO. De huidige CAO heeft een looptijd tot en met 31 maart 2025. In deze Kadernota is rekening gehouden met een loonstijging in 2026 van 3,8%. Voor de nieuwe CAO ligt er een onderhandelaarsakkoord. Wij verwachten dat in de Meicirculaire 2025 een bijstelling wordt opgenomen voor de loonindexering in de komende jaren. Bij het opstellen van de Programmabegroting 2026 - 2029 gebruiken wij de laatst bekende informatie. 

Prijsontwikkeling materiële budgetten
De prijsontwikkeling wordt op basis van het algemene indexcijfer in 2026 geraamd op 2,2%. In de Kadernota 2026 is als dekkingsmogelijkheid rekening gehouden met het niet indexeren van de materiële prijsgevoelige budgetten. Dit voor het tweede jaar op rij. Dit levert een besparing op van ruim € 1,7 miljoen. 

Gemeenschappelijke regelingen en subsidies
Gemeenschappelijke regelingen leggen jaarlijks de ontwerpbegrotingen voor zienswijze voor aan de gemeenteraden. In de zienswijzen benadrukken wij dat wij vanaf 2026 voor een bezuinigingsopgave staan als gevolg van de kortingen op het Gemeentefonds (ravijnjaren). Bij een bezuinigingsopgave verwachten we dat gemeenschappelijke regelingen naar evenredigheid mee gaan bezuinigen. In deze Kadernota is een structurele besparingsopgave voor gemeenschappelijke regelingen opgenomen van 2,8% (ongeveer € 0,4 miljoen). De realisatie van deze besparingsopgave is afhankelijk van de besluitvorming door de besturen van gemeenschappelijke regelingen. Niet alle gemeenschappelijke regelingen zijn vergelijkbaar. We betrekken de besluitvorming bij de opstelling van de Bestuursrapportage. 

Voor de subsidies houden we rekening met een gemiddelde indexering van 2,8%. Hiervoor is een structureel budget opgenomen van € 262.000.

Algemene uitkering

Bij het opstellen van de Kadernota 2026 is uitgegaan van de september- en decembercirculaire 2024. Aangevuld met een inschatting van de extra inkomsten op basis van de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk. De financiële effecten van de Meicirculaire 2025, die eind mei of begin juni wordt gepubliceerd, betrekken we bij de opstelling van de Programmabegroting 2026 - 2029. Via een raadsinformatiebrief zullen wij u informeren over de financiële effecten van de Meicirculaire 2025.

Indexering belastingen, heffingen en overige inkomsten

De belastingen, heffingen en overige inkomsten verhogen we jaarlijks met het algemene indexcijfer van het CPB. Voor 2026 wordt dat 2,8%.

Meerjarenperspectief

De baten en lasten in het meerjarenperspectief presenteren we op basis van constante prijzen met prijspeil 2026.