Ontwikkeling gemeentefonds – Voorjaarsnota Rijk 2025
Het Rijk geeft in de Voorjaarsnota 2025 aan dat gemeenten voor de terugval in de algemene uitkering deels (€ 400 miljoen) worden gecompenseerd. Hierdoor is het financiële ravijn voor Stichtse Vecht ongeveer in 2026 € 1 miljoen minder diep. De commissie van Ark, die zich heeft gericht op de toekomstbestendige financiering van de Jeugdzorg, heeft geadviseerd aan het Rijk en de gemeenten om de Hervormingsagenda jeugd te verbreden en financiële tekorten eerlijk te delen. Het Kabinet heeft hierop besloten om in de Voorjaarsnota het voorstel op te nemen om extra incidentele middelen voor 2026 en 2027 toe te kennen voor de jeugdzorg in het Gemeentefonds. Vanaf 2028 stelt het Kabinet aanvullende bezuinigingen voor. Het Kabinet wil vanaf 2028 komen tot een nieuw financieel arrangement voor de Jeugdzorg. De Voorjaarsnota 2025 van het Rijk wordt verwerkt in de Meicirculaire 2025. Deze Gemeentefondscirculaire verwerken we in de Programmabegroting 2026 – 2029.
Jaarlijks geeft de gemeenteraad in de kadernota de richting voor de nieuwe of veranderde plannen voor de komende jaren. En ook hoeveel geld de gemeente daaraan uitgeeft. Met het vaststellen van de Kadernota 2026 werken we toe naar de Programmabegroting 2026-2029. Die wordt in het najaar aan de raad aangeboden. Na de vaststelling van de Programmabegroting 2026 - 2029 komen de budgetten vrij voor de uitvoering van de plannen en lopende ontwikkelingen.
Met deze kadernota worden de kaders gegeven voor het laatste jaar van deze coalitieperiode
Dit is de laatste kadernota in deze coalitieperiode. De afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in de ambities van het Coalitieakkoord ‘Bouwen aan een stevig fundament 2022-2026'. Het was noodzakelijk om het fundament op orde te brengen met als doel om een slagvaardige en betrouwbare lokale overheid te zijn voor onze inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties. Bij het maken van keuzes is de balans tussen de bestuurlijke ambities, de financiële situatie en de ambtelijke organisatie een randvoorwaarde. Zo hebben we geïnvesteerd in het versnellen van de woningbouw, de harmonisatie van de buitensport, zijn er stevige stappen gezet op het gebied van duurzaamheid, mobiliteit en het versterken van onze economie. Met het voorveld van het sociaal domein, ondersteuning van mantelzorgers en extra inzet op het gebied van cultuur heeft dit college ook direct in de versterking van onze samenleving geïnvesteerd. Al dit beleid kan door het prudente financieel beleid van de gemeente ook het komende jaar en de jaren daarna worden voortgezet.
Met deze Kadernota 2026 ronden we deze coalitieperiode op een goede wijze af. We hebben vele van de ambities uit het coalitieakkoord 2022-2026 uitgevoerd en kunnen die langjarig voortzetten. We hebben zelfs nog meer gedaan door financiële ruimte te creëren voor een aantal langjarige investeringen, zoals de aanpak van de netcongestie, het blijvend investeren in wijkpark Maarssenbroek en met onze plannen voor onderwijshuisvesting en de openbare ruimte. Zoals gebruikelijk ligt in de Kadernota het accent op de aanvullende voorstellen ten opzichte van de vastgestelde begroting voor de komende jaren.
Overbruggen van het ravijn
Met deze Kadernota 2026 geven we ook verdere invulling aan onze solide financiële strategie waarin we de ravijnjaren die door het Rijk zijn gecreëerd, kunnen overbruggen. Ondanks de berichten vanuit het kabinet over de Voorjaarsnota is het financiële ravijn voor gemeenten nog onverminderd diep. Aan het gemeentefonds zijn weinig structurele middelen toegevoegd en er staan op de lange termijn weer bezuinigingen op de jeugdzorg ingeboekt.
Door onze financiële strategie, die dit college bij voorgaande Kadernota’s al heeft ingezet, kunnen we het ravijn overbruggen zonder dat het ten koste gaat van harde bezuinigingen op de samenleving of grote lastenverzwaringen. Met deze Kadernota 2026 accepteren we tekorten ten laste van onze algemene reserve in de jaren tot en met 2028 en is onze begroting weer structureel in balans in 2029. Daarmee betaalt het financiële beleid van onze gemeente in de afgelopen periode zich uit en hoeven wij anders dan vele andere gemeenten niet koud te bezuinigen op belangrijke maatschappelijke voorzieningen.
Ruimte gemaakt voor extra investeringen
Door ons strategische financiële beleid is er ook dit jaar weer ruimte voor extra investeringen. Zo investeren we met deze kadernota in de dienstverlening en introduceren we een “Mijn Omgeving” voor onze inwoners. We versterken onze inzet op veiligheid, we zetten in op nieuwe onderwerpen zoals netcongestie en de doorontwikkeling van de Omgevingswet.
We versterken wederom het voorveld voor het sociaal domein en zetten vol in op de wettelijk verplichte regionalisering van de jeugdzorg. Ook bereiden we ons voor op de beëindiging van de samenwerking met TIM Stichtse Vecht per 1 januari 2027 en de nieuwe inrichting van onze wijkteams en de toegang tot het sociaal domein. Daarnaast zetten we in programma 5 onder andere actief en extra in op het jeugd- en sportfonds en het versterken van de uitvoering van onderwijshuisvesting conform ons Integraal Huisvestingsplan 2024 - 2043.
Financiële perspectief nieuwe coalitie
Met de sluitende begroting 2029 geven we een werkbaar perspectief aan de nieuwe coalitie. We zien het als onze verantwoordelijkheid om te zorgen voor een solide en toekomstbestendig financieel beleid. In principe worden alle intensiveringen zoals door dit college zijn voorgesteld aan uw raad ook na 2026 voortgezet. Het is dan aan de nieuwe raad, de nieuwe coalitie en het nieuwe college om haar nieuwe afwegingen te maken. Met dit financieel kader hebben zij hiervoor ook de mogelijkheden. Met deze kadernota geven we dan ook invulling aan de toekomstbestendigheid van de gemeente.
Realistisch begroten
Uit analyses over de laatste jaren is gebleken dat het volume aan begrote investeringen de werkelijk gerealiseerde bestedingen overtreffen, hoewel deze laatste in 2025 wel sterk is aangetrokken. Met deze Kadernota 2026 hebben we het investeringsvolume, op basis van deze analyse, meer in verhouding gebracht met de realistische investeringen. Daarbij was het niet nodig om onze ambities bij te stellen. In deze Kadernota is het voorstel opgenomen om te komen tot een financieel plafond voor de investeringen zodat we niet op voorhand de lasten dragen van investeringen die mogelijk niet realiseerbaar zijn gedurende het boekjaar. Dit is een tussenstap, in lijn met de op 17 december 2024 door uw raad vastgestelde omzetting van kapitaaldekkingsreserves en het toepassen van de nieuwe investeringsmethodiek, om te komen tot de volgende stap in de realistische investeringsplanning waaraan we sinds vorig jaar werken. In de begroting 2026 zullen we hier de volgende stap in zetten.
Onzekere financiële positie m.b.t. jeugdzorg duurt voort
Een deel van de kaders voor ons financiële meerjarenperspectief is op rijksniveau nog niet vastgesteld. In de Voorjaarsnota 2025 van het Rijk is het voorstel opgenomen om gemeenten via het Gemeentefonds voor een deel (€ 400 miljoen) te compenseren voor de terugval in de algemene uitkering (ravijnjaren).
Daarnaast is in de Voorjaarsnota een kabinetsvoorstel opgenomen om gemeenten - mede gelet op het advies van de commissie Van Ark - een incidentele compensatie voor 2026 en 2027 toe te kennen in het Gemeentefonds voor de jeugdzorg. Vanaf 2028 stelt het Kabinet aanvullende bezuinigingen voor. Het Kabinet wil vanaf 2028 komen tot een nieuw financieel arrangement voor de Jeugdzorg. Wij verwerken in de Programmabegroting 2026 – 2029 de laatste ontwikkelingen vanuit de Meicirculaire 2025.