Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf schetsen wij onze beleidsvoornemens voor 2025 voor de lokale heffingen en de leges. Ook beschrijven wij de lokale belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Meer detailinformatie nemen wij op in de diverse belastingverordeningen die 17 december 2024 door uw raad worden vastgesteld.

We onderscheiden de volgende heffingen:

1. Retributies
Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten van de dienstverlening verhalen op de aanvrager die om de dienstverlening vraagt. Retributies zijn leges, gelden of heffingen. Deze zijn niet wettelijk voorgeschreven. Retributies zijn gerelateerd aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Deze mogen maximaal kostendekkend zijn.

Onze gemeente heft de volgende retributies:

  • Afvalstoffenheffing
  • Rioolheffing
  • Lijkbezorgingsrechten
  • Marktgelden
  • Kadegelden
  • Overige leges en rechten


2. Belastingen
Belastingen zijn heffingen waarvan de opbrengst bestedingsvrij is. Met de ongebonden heffingen is de gemeente beperkt in het aantal belastingen dat ze mag heffen. Deze zijn limitatief genoemd in de artikelen 216 tot en met 228 van de Gemeentewet. De gemeente is, met inachtneming van de landelijke monitoring op de stijging van de onroerendezaakbelasting (ozb) en de inkomstenmaatstaf in het Gemeentefonds, vrij in de vaststelling van de hoogte van het tarief. De ongebonden heffingen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Onze gemeente heft de volgende belastingen:

  • Onroerendezaakbelasting
  • Roerende zaakbelasting
  • Precariobelasting
  • Toeristenbelasting
  • Forensenbelasting
  • Parkeerbelasting

De gemeente Stichtse Vecht schaft de hondenbelasting per 1 januari 2025 af.

Kwijtschelding
Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen indien sprake is van het geheel of gedeeltelijk ontbreken van draagkracht. Hiervoor geldt de 100% kwijtscheldingsnorm (= bijstandsnorm). Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt overgegaan tot automatische kwijtschelding. Ook kleine ondernemers kunnen kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet in aanmerking voor kwijtschelding.

Kwijtschelding is mogelijk voor de ozb-woningen in eigendom, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De basis voor het kwijtscheldingsbeleid is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Oninbaar
In de ramingen van de opbrengsten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerendezaakbelastingen houden we rekening dat een deel van de opgelegde vorderingen oninbaar is. Een vordering is oninbaar wanneer een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is, zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.

Retributies

Terug naar navigatie - Retributies

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2025 zijn de volgende specifieke beleidsvoornemens geformuleerd:

  • De ontwikkeling van de rioolheffingen volgt de kostenontwikkeling van de gemeentelijke rioleringsactiviteiten. De programmering van deze activiteiten is vastgelegd in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026;
  • Leges en heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn;
  • Waar mogelijk is het inflatiepercentage van 3,1% toegepast in de berekeningen.
  • Voor overhead wordt een opslag van 14,2% op de directe lasten aan de tarieven toegerekend.

 

Afvalstoffenheffing
Wij hebben de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening aan de gebruikers van een perceel voor de verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing is volledig kostendekkend.

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel, dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel, betalen een vast bedrag aan rioolheffing. De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken op het gebied van:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater);
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater);
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater);
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2025 is het volgende specifieke beleidsvoornemen geformuleerd:

  • De gemeentelijke belastingen worden jaarlijks, met het algemene indexcijfer van het CPB, verhoogd. Voor 2025 is dat 3,1%.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2024 - 2025

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven en opbrengsten 2024 - 2025
Opbrengsten heffingen (x € 1.000) Tarief 2024 Baten 2024 Baten 2025
Gebonden heffingen (retributies)
Afvalstoffenheffing 10.247 11.806
Eenpersoonshuishouden € 271,05
Meerpersoonshuishouden € 410,68
Rioolheffing 8.402 8.465
0 t/m 75m3 water € 206,46
76 t/m 150m3 water € 280,22
151 t/m 300m3 water € 414,25
>300m3 water, extra voor elke 100m3 water € 102,23
Kadegelden 77 82
Per dag, zonder stroom, per meter € 1,13
Per dag, met stroom, per meter € 1,47
Marktgelden 75 75
Standplaats op een warenmarkt/kraam € 10,82
Lijkbezorgingsrechten 590 600
Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Huwelijk en partnerschap 165 165
Paspoorten 18+ € 83,87 825 828
Paspoorten 18- € 63,42
Identiteitskaarten 18+ € 75,80
Identiteitskaarten 18- € 40,92
Rijbewijzen € 51,11 308 308
Overige documenten (uittreksel) 64 64
Naturalisatie 61 61
Omgevingsvergunningen 3.512 4.037
Ongebonden heffingen (belastingen)
Onroerendzaakbelasting
Eigenaren woningen 0,09122% 11.218 11.566
Eigenaren niet-woningen 0,22004% 2.259 2.330
Gebruikers niet-woningen 0,16505% 1.446 1.491
Roerende zaakbelasting
Eigenaren woningen 0,09122% 81 84
Hondenbelasting 311 0
Eerste hond € 76,14
Tweede en iedere volgende hond € 101,30
Per kennel € 181,38
Parkeerbelasting 64 66
Scheendijk-Noord, per 14 minuten € 0,23
Scheendijk-Noord per dag € 3,37
Scheendijk-Noord vergunning € 228,69
Precariobelasting 109 112
(Water)toeristenbelasting (algemeen tarief) € 2,00 596 614
Forensenbelasting 0,21915% 151 156
Totaal 40.561 42.909

De genoemde tarieven zijn gebaseerd op de belastingverordeningen 2024. De tarieven van 2025 worden u op 17 december 2024 ter vaststelling aangeboden.

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

Kostendekkendheid afval en riolering
Bij het opstellen van de begroting nemen we de door de raad vastgestelde beleidsdocumenten als uitgangspunt. Voor de rioolheffing is dit het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026. In de begroting bepalen we of de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Hierbij wordt gekeken welke uitgaven en inkomsten drukken op de producten afval en riolering. Bij de jaarstukken berekenen we achteraf of deze tarieven ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Bij een te lage kostendekkendheid doen we een beroep op de daarvoor gevormde egalisatievoorziening. Bij een kostendekkendheid boven de 100% moet het surplus in de egalisatievoorziening gestort worden. Hierdoor kunnen we grote investeringen in de toekomst opvangen zonder grote schommelingen in de tarieven.

Berekening kostendekkendheid Afvalstoffenheffing 

Kostendekkendheid 2025 Bedrag
Afvalstoffenheffing (x € 1.000)
Product afval:
kosten -8.610
inkomsten (excl. heffingen) 582
Netto kosten -8.028
Toe te rekenen kosten:
overhead -1.345
uren -378
straatreiniging, kwijtschelding, btw -2.201
Totaal toe te rekenen kosten -3.924
Totaal kosten -11.952
Opbrengst heffingen 11.806
Totaal kosten - opbrengsten -146
Afval
Het kostendekkingspercentage voor afval bedraagt op basis van de baten en lasten 98,8%.

Berekening kostendekkendheid Rioolheffing 

Kostendekkendheid 2025 Bedrag
Rioolheffing (x € 1.000)
Product riolering:
kosten -5.295
inkomsten (excl. heffingen) 0
Netto kosten -5.295
Toe te rekenen kosten:
overhead -927
uren -754
straatreiniging, kwijtschelding, btw -1.563
Totaal toe te rekenen kosten -3.244
Totaal kosten -8.539
Opbrengst heffingen 8.465
Totaal kosten - opbrengsten -74
Riolering
Het kostendekkingspercentage voor riolering bedraagt op basis van de baten en lasten 99,1% en is gebaseerd op de huidige GRP. Eventuele verschillen storten of onttrekken wij aan de egalisatievoorziening riolering en zijn verwerkt binnen het programma Fysiek.

Kostendekkendheid Lijkbezorgingsrechten
Binnen onze gemeente zijn acht gemeentelijke begraafplaatsen die wij onderhouden en exploiteren. De onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van de begraafplaatsen voor het jaar 2025. Hierin zijn de inkomsten verkregen uit onder andere grafrechten en begravingen vergeleken met de kosten voor het onderhoud, exploitatie van de begraafplaatsen en de personeelskosten (exclusief overhead). 

Kostendekkendheid 2025 Lijkbezorgingsrechten (x € 1.000) Bedrag
Kosten -600
Opbrengst heffingen -600
Kostendekkendheid -100%

Kostendekkendheid Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Bij het opstellen van de begroting 2025 gaan wij voor de tarieven uit van de belastingverordening 2024. Eind 2024 publiceert het Rijk de maximale tarieven voor onder andere reisdocumenten en rijbewijzen. Dit nemen we mee bij de definitieve vaststelling van de belastingverordening 2025.

Kostendekkendheid 2025 Burgerlijke stand en documentverstrekkingen (x € 1.000) Bedrag
Kosten -2.230
Opbrengst heffingen 1.426
Kostendekkendheid 63,9%

Kostendekkendheid Omgevingsvergunningen
Het uitgangspunt voor de opbrengsten van de leges omgevingsvergunningen is de legesverordening die jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De kosten voor de leges omgevingsvergunningen zijn in 2025 voornamelijk gestegen als gevolg van 6,6% indexatie van de loonsom.  Door de invoering van de omgevingswet per 1 januari 2024 is de wijze van vergunningverlening veranderd. De komende jaren zal dit nog verder wijzigen, bijvoorbeeld door de invoering van de Wet kwaliteitsborging. Jaarlijks zal het effect hiervan in de begroting verwerkt worden.  

Kostendekkendheid 2025 Omgevingsvergunningen (x € 1.000) Bedrag
Kosten -4.090
Opbrengst heffingen 4.037
Kostendekkendheid 98,7%

Lokale belastingdruk

Terug naar navigatie - Lokale belastingdruk

Op dit moment is de gemiddelde stijging van de WOZ-waarden nog niet bekend. Het ozb-tarief is verhoogd met het inflatiepercentage van 3,1%. De tariefvaststelling vindt plaats in de raadsvergadering van 17 december 2024.

Lokale belastingdruk (x € 1) 2023 2024 Indicatief 2025
Gemiddelde WOZ – waarde € 439.000 € 440.500 n.t.b.
Ozb – eigenarendeel € 367,47 € 400,72 n.t.b.
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) € 328,54 € 410,68 n.t.b.
Rioolheffing (tot 150 m3) € 251,55 € 280,22 n.t.b.
Ontwikkeling lastendruk € 947,56 € 1.091,62 -
% stijging t.o.v. voorgaande jaar 2,9% 15,2% n.t.b.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Bij de uitvoering van de haar taken heeft de gemeente met risico’s te maken. Risico’s zijn niet te vermijden en kunnen impact hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om de risico’s die wij bij de uitvoering van onze taken zien, op te vangen. 

De paragraaf bevat een drietal onderdelen: de risico's, de weerstandscapaciteit en de financiële kengetallen. Deze onderdelen geven een beeld van de financiële positie van de gemeente. Onder de weerstandscapaciteit wordt verstaan: de mate waarin de gemeente niet begrote kosten die voortkomen uit risico's, met de daarvoor beschikbare middelen kan opvangen. De relatie tussen de benodigde middelen om de risico’s die wij zien te kunnen opvangen (de weerstandscapaciteit) en de daarvoor beschikbare middelen wordt uitgedrukt in de ratio weerstandsvermogen. Een gezond weerstandsvermogen stelt ons in staat om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit ons beleid of de uitvoering daarvan direct in gevaar brengt. 

Uitgangspunten risicomanagement

Terug naar navigatie - Uitgangspunten risicomanagement

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn beschreven in de Nota herziening risicomanagementbeleid Stichtse Vecht en de Beleidsnotitie Algemene reserve. Hierin is onder meer gedefinieerd wat we onder een risico verstaan, hoe we omgaan met risico’s, wat de weerstandscapaciteit en de ratio weerstandsvermogen zijn en hoe ze worden bepaald. In deze paragraaf benoemen we de grootste risico’s en het weerstandsvermogen volgens de in de notities vastgelegde richtlijnen. 

In het risicomanagementbeleid is een risico gedefinieerd als ‘een onzekere gebeurtenis die een effect kan hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente’. Met een risicomanagement-informatiesysteem beoordeelt de organisatie risico's op systematische wijze. Aan de hand van de geïnventariseerde risico’s kunnen vervolgens voor risico’s die het behalen van de doelstellingen van de gemeente bedreigen, passende beheersmaatregelen worden genomen om de gevolgen van de risico’s te verkleinen. 

Wij actualiseren de geïnventariseerde risico’s twee keer per jaar in totaliteit. De actualisatie bij de begroting 2025 heeft plaatsgevonden met het laatst vastgestelde risicoprofiel uit de Jaarrekening 2023 als uitgangspunt. De uitkomst van de risico-inventarisatie gebruikt de gemeente vervolgens voor het vaststellen van het weerstandsvermogen. Voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s relevant die niet op een andere manier zijn ondervangen en die materiële financiële gevolgen kunnen hebben.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de Algemene reserve (AR), die bestaat uit 3 schijven:

  • Schijf 1: de minimale omvang van het weerstandsvermogen voor het opvangen van geïnventariseerde risico’s;
  • Schijf 2: het deel van de AR bestemd voor het opvangen van bijvoorbeeld calamiteiten of een negatief rekeningsaldo;
  • Schijf 3: de vrije ruimte in de AR in het geval de AR hoger is dan de door de raad vastgestelde maximum weerstandscapaciteit. De middelen uit schijf 3 kunnen worden ingezet voor actieve (beleids)keuzes. 

Als normratio voor het weerstandsvermogen (= de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit) heeft de raad een streefnorm tussen de 1,4 en 2,0 (ruim voldoende) bepaald. 

Voor het opvangen van risico’s uit grondexploitaties geldt een ander regime. Voor die risico’s geldt de Algemene reserve grondexploitaties als eerste weerstandscapaciteit, pas daarna wordt de AR aangesproken. Risico’s uit grondexploitaties actualiseren we jaarlijks bij de jaarrekening met een afzonderlijke risicoanalyse. De hoofdlijnen voor de grondexploitaties zijn opgenomen in de paragraaf Grondbeleid. 

Risico's en benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Risico's en benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de actualisatie bij de begroting is een risicoprofiel voor 2025 opgesteld.

De inventarisatie voor de begroting 2025 geeft 50 risico’s. Deze risico’s kennen een totaal ingeschat financieel gevolg van € 25,5 mln. In onderstaande overzicht zijn deze risico’s weergegeven.
Om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen voeren we op de geïnventariseerde risico’s een risicosimulatie uit. Deze simulatie vindt plaats omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 25,5 mln. als buffer niet wenselijk is. Ook is het niet waarschijnlijk dat de risico’s zich in 2025 allemaal tegelijkertijd en in hun maximale omvang zullen voordoen. 

Bij de simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Op de risico’s op de begrotingsprogramma’s is het resultaat van de simulatie dat het voor 90% zeker is dat de risico's die in 2025 zouden kunnen optreden met een benodigde weerstandscapaciteit van € 7,9 mln. kunnen worden afgedekt. 
De grondexploitaties kennen een eigen risicosimulatie. Het resultaat uit de risicosimulatie grondexploitaties dat niet kan worden afgedekt door de Algemene reserve grondexploitaties nemen we mee in de gemeentebrede weerstandscapaciteit. Uit de in maart 2024 uitgevoerde risicosimulatie volgt een benodigde weerstandscapaciteit van € 0,9 mln. In totaal komt de benodigde weerstandscapaciteit daarmee op € 8,8 mln. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn of kunnen worden getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.  

Risicogebeurtenis Ingeschatte kans op optreden Ingeschat Financieel Maximum
Programma 1 Bestuur
Gemeentebrede risico's
Gijzeling van informatie of systemen 70% 2.000.000
Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven 50% 2.000.000
Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening 50% 1.000.000
Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 50% 1.000.000
Uitval ICT (Infrastructuur) 50% 1.000.000
Digitale informatie wordt niet tijdig, kwalitatief conform (wettelijke/beleids) richtlijnen vernietigd 70% 500.000
Onvoldoende beschikking over kennis (bij bestaande medewerkers of door vertrek cruciale medewerkers) met betrekking tot aanbestedingsregels, waardoor mogelijk niet aan deze regels wordt voldaan 50% 500.000
Informatie is niet tijdig, kwalitatief conform (wettelijke/beleids) richtlijnen beschikbaar 50% 500.000
Het niet tijdig kunnen beschikken over juiste materialen of diensten 50% 500.000
Ongewenste toegang tot panden 30% 500.000
Het niet kunnen voldoen aan adequate monitoring wet- en regelgeving omtrent informatiebeveiliging door onvoldoende middelen 50% 250.000
Het niet hebben voldaan aan aanbestedingsregels door Stichtse Vecht of leveranciers 50% 250.000
Livegang nieuwe financiële applicatie verloopt niet naar behoren 50% 100.000
Subtotaal 10.100.000
Risico's algemene / financiële dekkingsmiddelen
Fraude financiële transacties 30% 500.000
Totaal programma 1 10.600.000
Programma 2 Veiligheid
VP: Het onjuist reageren op een crisissituatie (VRU) 30% 1.000.000
Meer beroep op openbare orde en veiligheid bij langdurig en grootschalige crisissituaties (Corona, opvang Oekraïne, statushouders, asielzoekers) 30% 250.000
Ondermijning: aantreffen van misstanden waarbij directe actie noodzakelijk is, maar waar onze organisatie niet op ingericht is. 30% 250.000
Totaal programma 2 1.500.000
excl. verbonden partijen (VP) 500.000
Programma 3 Fysiek
De Heul - Vervangende locatie flexwoningen en Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen (RTHF) 30% 2.000.000
Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen) 50% 1.000.000
Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken 50% 1.000.000
KWP Aanspraak op nadeelcompensatieregeling KWP 90% 750.000
VP: Druk op financieel perspectief recreatieschappen 70% 250.000
Niet goed begaanbare wegen en ongevallen a.g.v. extreme weersomstandigheden en sneeuwval 50% 250.000
Tienhoven - MFC: Geen tijdige aanleg aansluiting Stedin 90% 100.000
Gemeentelijke garantstellingen woningcorporaties (achtervang WSW). 10% 500.000
KWP: Lozen van bronneringswater op oppervlaktewater 10% 250.000
Verontreiniging van oppervlaktewater 10% 250.000
Geen afvoer door een calamiteit aan de riolering 30% 50.000
Omgevingswet: niet op elkaar aansluiten legesverordeningen (bestaand en nieuw) 10% 50.000
Totaal programma 3 6.450.000
excl. verbonden partijen (VP) 6.200.000
Programma 4 Sociaal
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen 90% 1.000.000
Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig 50% 1.000.000
Formatie Sociaal domein op orde 50% 500.000
Energiecrisis en hogere kosten levensonderhoud 90% 250.000
Gevolgen wijziging Participatiewet vanwege verbeteringen in o.a. de regeling loonkostensubsidie (uitvoeren breed offensief) 70% 250.000
Inkoop essentiële functies: ontbreken van voldoende en adequate (lokale) alternatieven 50% 250.000
Incidenten op gebied van jeugdhulp 30% 250.000
Overbelasting en/of stoppen van vrijwilligers en/of mantelzorgers. 30% 250.000
VP: Algemene risico's op de begroting van Kansis 10% 50.000
Totaal programma 4 3.800.000
excl. verbonden partijen (VP) 3.750.000
Programma 5 Samenleving
(Onderhouds)budgetten te realiseren schoolgebouwen niet toereikend om aan kwaliteitsaspecten te kunnen voldoen 50% 500.000
Onveilige schoolgebouwen 30% 500.000
Lagere kwaliteit van onderhoud sportparken 50% 250.000
Onvoldoende beschikbaarheid landelijke subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 50% 250.000
Financiële problemen schoolbestuur openbaar onderwijs 30% 250.000
Ongelukken in zwem- en sportaccommodaties 10% 250.000
Gemeentelijke garantstellingen aan (sport)verenigingen en instellingen van algemeen maatschappelijk nut 10% 250.000
Totaal programma 5 2.250.000
Grondexploitaties
Zuilense Vecht - Sportpark nvt 120.000
Grondexploitaties (totaal) nvt 690.000
Tienhoven - MFC nvt 100.000
Totaal grondexploitatie gerelateerde risico's 910.000
NB. De omvang van de risico’s grondexploitatie komen voort uit een risicosimulatie. Deze tellen in het geheel mee bij het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit
Totaal geïnventariseerde risico's 25.510.000
(VP = verbonden partijen, KWP = Kockengen waterproof)

Grootste risicogebieden

Terug naar navigatie - Grootste risicogebieden

Van de drie programma’s die het grootst in omvang zijn, lichten wij de risico’s met de hoogste invloed kort toe. 

1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s
In de bedrijfsvoering heeft de gemeente te maken met organisatorische, financiële en technische risico’s. De drie grootste geïnventariseerde risico’s op dit onderdeel zijn:

Gijzeling van informatie of systemen
Het beschermen en beveiligen van gegevens, systemen en in het bijzonder persoonsgegevens tegen bijvoorbeeld een hack of ransomware is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de gemeente. Het gaat om gedrag van medewerkers, het inrichten van processen en procedures en techniek. Informatiebeveiliging is een combinatie van organisatorische en technische maatregelen én de toepassing daarvan. Hierbij kan bijv. worden gedacht aan de implementatie van Siem Soc in 2024 (security operations center, security information & event management), het uitvoeren van jaarlijkse penetratietesten en uitwijktesten of bewustwordingscampagnes.

Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven
Voor veel situaties is de gemeente verzekerd. Voor onvoorziene situaties, situaties waarvoor we niet verzekerd zijn en/of extra kosten maken indien een juridische procedure wordt gestart is een bedrag in de risico-inventarisatie opgenomen.

Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening
Het afgelopen jaar is er op de formatie een inhaalslag gemaakt om de balans tussen ambitie en capaciteit te herstellen. Er is echter nog steeds sprake van een relatief hoog verloop en hoog verzuim. Dit zorgt voor een kwetsbaarheid in het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast blijft er sprake van een krappe arbeidsmarkt en zijn er in diverse teams moeilijk vervulbare functies. In 2025 worden vervolgstappen gezet om de ambtelijke organisatie toekomstbestendig te maken. Dit doen we door een effectevaluatie voor de ambtelijke organisatie uit te voeren. Verder wordt er voor projecten en investeringen gewerkt aan een realistische investeringsagenda.

2. Programma Fysiek
De Heul - Vervangende locatie flexwoningen en Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen (RTHF)
Het risico bestaat uit 2 onderdelen. Het risico hangt enerzijds samen met de investering van een corporatie in 40 flexwoningen ten behoeve van het gemengd wonen project voor starters en (dreigend) daklozen. Het risico ontstaat als er na 15 jaar (in 2039) geen vervangende locatie wordt gevonden. Het risico hangt anderzijds samen met de RTHF. Indien de RTHF geldt, dan compenseert de gemeente 25% van de restwaarde. 

Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen)
Gebrek aan capaciteit en het ontbreken van beheerplannen voor een aantal taakgebieden in het fysiek domein, heeft geleid tot achterstand in onderhoud in de openbare ruimte. Uit een in 2023 uitgevoerde inspectie is gebleken dat de onderhoudsachterstand over het algemeen iets kleiner geworden is maar nog te hoog is. 

Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken
Door het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van bruggen wordt de doorstroming beperkt en zijn kernen mogelijk niet of beperkt bereikbaar. Er wordt een statusinventarisatie bruggen uitgevoerd die overeenkomstig beheerplannen eind 2024 gereed is. Verder zal op basis van de uitkomsten de aanbesteding en planning voor reparatie/vervanging opgesteld worden. 

3. Programma Sociaal
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om inwoners zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deel nemen aan de maatschappij. De toenemende vergrijzing en het zo lang mogelijk thuis blijven wonen maakt dat er een groter beroep op (Wmo-)voorzieningen wordt gedaan. We sturen op het versterken van eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Tegelijkertijd geven we aanbieders meer ruimte om te doen wat nodig is. Daarnaast kijken we naar het gebruik van de Wmo. Daarin werken we nauw samen met het voorveld.

Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig
Bijstand is een open einde regeling. Een toename van het beroep op bijstand leidt tot hogere uitkeringslasten. Aanpassingen in het macrobudget Buig kan leiden tot een hogere/lagere dan de geraamde uitkering. Om het risico te verkleinen zetten wij onder andere in op gerichte acties als voorliggende voorzieningen, doorverwijzing naar keten, de inzet van social return en preventieve activiteiten gericht op voorkomen instroom. Overschrijding van de uitgaven van meer dan 10% van het budget kan gecompenseerd worden door het rijk.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

De raad heeft met de Beleidsnotitie Algemene reserve de AR aangemerkt als weerstandscapaciteit. Dit betreft de incidentele weerstandscapaciteit. In de notitie is tevens bepaald dat de AR drie schijven kent, die bepalen hoe de beschikbare middelen uit de AR ingezet kunnen worden. De middelen uit schijf 1 en 2 (voor het opvangen van de geïnventariseerde risico’s, calamiteiten, tegenvallers op taakstellingen en negatieve rekeningsaldi) vormen de incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente. De door de raad vastgestelde ratio weerstandsvermogen (1,4 - 2,0) bepaalt de bandbreedte voor de weerstandscapaciteit.

Op basis van de benodigde weerstandscapaciteit van € 8,8 mln. geeft dit het volgende beeld:

Weerstandscapaciteit
- schijf 1 Minimale hoogte voor opvang geïnventariseerde risico’s (1,4 x € 8,8 mln., minimumnorm) € 12.320
- schijf 2 Deel AR voor opvang calamiteiten (bijv. onderhoud bruggen), taakstellingen SD en negatief rekeningsaldo € 5.280
Maximum weerstandscapaciteit (2 x € 8,8 mln.) € 17.600

Ratio weerstandsvermogen

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's, de daarvoor benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen deze componenten, de zogeheten ratio weerstandsvermogen,  bedraagt:


Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit = € 16,9 mln / € 8,8 mln = 1,9

Ten opzichte van de risico-inventarisatie uit de Jaarrekening 2023 is de ratio weerstandsvermogen licht afgenomen (van 2,18 naar 1,9). Deze afname hangt met name samen met wijzigingen in de risico's. Zo is het aantal risico’s gestegen en is ook het ingeschatte financiële gevolg toegenomen ten opzichte van de Jaarrekening 2023 (van € 23,25 mln. naar € 25,5 mln.). De stijging doet zich met name voor op programma Bestuur (ca. € 2 mln.) en programma Fysiek (ca. 0,8 mln.). De stijging bij programma Bestuur heeft betrekking op risico’s op het gebied van informatieveiligheid. Bij programma Fysiek hangt de toename samen met de risico’s voor flexwoningen en MFC Tienhoven. Per saldo resulteert de toename in financieel gevolg ook in een hogere benodigde weerstandscapaciteit.

Voor het toetsen van de ratio weerstandsvermogen maakt gemeente Stichtse Vecht gebruik van de risicomatrix van de Universiteit Twente. Volgens de schaalindeling van deze matrix valt de ratio van 1,9 in de categorie B “Ruim voldoende”. 

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >= 2.0 Uitstekend
B 1.4 < 2.0 Ruim voldoende
C 1.0 < 1.4 Voldoende
D 0.8 < 1.0 Matig
E 0.6 < 0.8 Onvoldoende
F < 0.6 Ruim onvoldoende

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
Kengetallen Rekening Begroting Begroting
2023 2024 2025
Netto schuldquote 69,0% 72,0% 103,8%
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 68,0% 72,0% 102,6%
Solvabiliteitsratio 19,0% 18,0% 13,4%
Structurele exploitatieruimte 1,8% 0,4% 0,6%
Grondexploitatie 0,7% -0,8% -1,3%
Belastingcapaciteit 100,4% 109,8% n.n.b.

Wat betekenen deze getallen?

Voor een toelichting op de kengetallen, verwijzen wij u naar het hoofdstuk 'Financiële begroting 2025-2028-samenvatting', onderdeel 'Solide financiële positie'. 

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor het in stand houden van kapitaalgoederen op het afgesproken kwaliteitsniveau zijn langlopende investeringen en onderhoudsplannen nodig. Dit doen we door de toepassing van Assetmanagement. Assets zijn de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, ofwel de objecten groen, wegen, civiele kunstwerken etc. Assetmanagement is een systematische en gecoördineerde wijze van beheren. Het gaat hierbij vooral om de optimalisatie van de prestaties, de risico's en de kosten van de kapitaalgoederen in relatie tot de doelstellingen van de gemeente. We richten ons op het beheer over de gehele levensduur en kijken verder dan wat goed is voor de objecten zelf. We kijken naar wat goed is voor de gemeente en nog belangrijker, wat goed is voor inwoner / de gebruiker.

Deze paragraaf bevat een toelichting op het beleidskader, kwaliteitsniveau, onderhoudsplan en de financiën van de volgende kapitaalgoederen:

  • Wegen
  • Civiele constructies
  • Openbare verlichting
  • Water en riolering
  • Groen
  • Speelterreinen
  • Gebouwen

Beleids- en beheerplannen

Terug naar navigatie - Beleids- en beheerplannen
Kapitaalgoederen Beheer-/beleidsplan Looptijd plan Achterstallig onderhoud
Wegen Beheerplan wegen 2021-2024 Nee *)
Civiele constructies Beheerbeleidsplan Civiele kunstwerken 2021-2025 Nee *)
Openbare verlichting Beleidsplan Openbare verlichting 2020 2020-2024 Nee *)
Water en Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2022-2026 Nee *)
Groen Bomenbeleid en structuurplan 2015-2035 Nee
Speelterreinen Beleidskader speelruimte en -voorzieningen 2014-2018 Nee *)
Gebouwen Nota Duurzaamheid; IVAB. 2020-2025 Nee
*) Achterstand in uitvoering ten opzichte van de planning

Kwaliteitsniveau openbare ruimte

Terug naar navigatie - Kwaliteitsniveau openbare ruimte

Om de kwaliteit te beoordelen wordt gebruikt gemaakt van de Kwaliteitscatalogus van CROW. In deze catalogus worden vijf niveaus onderscheiden op het gebied van de technische kwaliteit van de openbare ruimte: A+, A, B, C en D. Hierbij staat kwaliteitsniveau A voor een hoog niveau en betekent kwaliteitsniveau D dat het niveau laag is en dat er achterstanden zijn. Onderdelen van de openbare ruimte met dit kwaliteitsniveau moeten op zeer korte termijn weer op kwaliteit gebracht worden.

Gemeente Stichtse Vecht hanteert verschillende kwaliteitsniveaus, afhankelijk van de locatie. Voor wegen en groen is het areaal van de gemeente Stichtse Vecht onderverdeeld in 3 deelgebieden. Voor kernen is kwaliteitsniveau B vastgesteld en voor het buitengebied en industriegebieden is niveau C vastgesteld. 

Kerncijfers openbare ruimte

Terug naar navigatie - Kerncijfers openbare ruimte

Een groot deel van de kapitaalgoederen zijn een onderdeel van de openbare ruimte van de gemeente. Onderstaande tabel geeft een beeld van de omvang van verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte.

Kerncijfers openbare ruimte (bron: GBI) 2023
Wegvakonderdelen 3.272.978 m2
Bomen 37.944 st
Gazon 653.373 m2
Overig gras 1.348.164 m2
Haag 52.352 m2
Cultuurlijke beplanting 333.597 m2
Natuurlijke beplanting 498.203 m2
Stalen en betonnen bruggen 143 st
Houten bruggen 51 st
Beweegbare bruggen 15 st
Rioolputten 16.636 st
Vrijvervalleiding 372.124 m2
Mechanische leidingen 226.640 m2
Kolken 22.649 st
Openbare verlichting (masten en armaturen) 12.257 st
Verkeerslichten 16 st
Speelplaatsen 255 st
Speeltoestellen 1.291 st
Sportvoorzieningen 60 st
Ondergrondse containers 666 st
Afvalbakken 1.111 st
Banken 886 st
Picknicktafels 50 st

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader
Op grond van de Wegenwet hebben wij de zorgplicht om onze wegen goed en verantwoord te beheren. Hieronder vallen de zorgplicht asfalt, elementen en half-verhardingen. Op basis van de resultaten uit de weginspectie wordt het onderhoudsplan herijkt. Indien uit deze herijking blijkt dat nieuwe of aanvullende investerings- en onderhoudsbudgetten nodig zijn, dan zal dit via een separaat voorstel aan de raad worden voorgelegd. In 2023 zijn de wegen voor het laatst geïnspecteerd. 

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud loopt daarbij via een voorziening. De dotaties aan en onttrekkingen uit deze voorziening zijn vastgelegd in het wegenbeheerplan en uitgewerkt in onderliggende uitvoeringsplanningen. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. 

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 420 € 420 € 420 € 420
Budget groot onderhoud in voorziening € 5.299 € 3.021 € 3.021 € 3.021
Dotatie voorziening € 2.699 € 2.699 € 2.699 € 2.699

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Civiele constructies

Beleidskader
Onder civiele constructies wordt verstaan tunnels, viaducten, bruggen, duikers, (aanleg)steigers, beschoeiing, kades, grondkeringen en geluidschermen. Het doel is om veilige verkeersroutes in stand te houden, een vrije doorgang voor de scheepvaart te garanderen en de waterhuishouding op peil te houden. Het beheer- en beleidsplan Civiele kunstwerken is vastgesteld door uw raad in 2021. Naast een beleidsmatig plan stellen we ook een meerjarig onderhoudsplan op. Daartoe zijn in 2022 de volgende assets geïnspecteerd:

  • verkeersbruggen;
  • beweegbare bruggen;
  • fietsbruggen;
  • voetgangersbruggen;
  • tunnels;
  • viaducten;
  • geluidschermen.

Speerpunt voor 2024 en 2025 is het in kaart brengen van de staat van de civiele kunstwerken en indien nodig het herijken van de beheer-/onderhoudsplannen.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud wordt gedekt door een reserve. De dotaties aan en onttrekkingen uit deze reserve zijn vastgelegd in het beheerplan en uitgewerkt in onderliggende uitvoeringsplanningen. Bij het opstellen van het nieuwe beheerplan zal ook een voorstel uitgewerkt worden voor de benodigde budgetten. De ramingen voor groot onderhoud in 2026 en 2027 zullen op basis van dat voorstel in de begroting verwerkt worden. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. 

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 254 € 254 € 254 € 254
Budget groot onderhoud gedekt door reserve € 966 € 0 € 0 € 0
Dotatie reserve € 893 € 893 € 893 € 893

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader
Het doel is een verkeersveilige, sociaal veilige en leefbare omgeving die voldoet aan de landelijke richtlijnen. Per 2019 zijn wij geheel verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het verlichtingsareaal. Op basis van het in 2020 door uw raad vastgestelde beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen is een bestek opgesteld en gegund. In 2023 zijn de eerste deelopdrachten verstrekt. In de jaren 2024 en 2025 is jaarlijks circa € 1 mln. aan investeringen gepland om de masten en armaturen te vervangen. Hierbij worden de armaturen voorzien van energiezuinigere LED-verlichting. 

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 56 € 56 € 56 € 56

Water en riolering

Terug naar navigatie - Water en riolering

Beleidskader 
Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) heeft de gemeente een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten staat uitgewerkt in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het huidige GRP heeft een looptijd van 2022 tot en met 2026 en beschrijft de beleidsvoornemens op het gebied van Water en Klimaat en geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering. Ook de kosten van al deze facetten zijn hierin uitgewerkt. Integraal en risico-gestuurd werken spelen een belangrijke rol in het GRP en de uitvoering daarvan.

Financiën 
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van het GRP in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Er wordt een 100% kostendekkend tarief gehanteerd, waarbij alle kosten voor de rioleringszorg uit de rioolheffing worden gedekt. Bij de lasten maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringen. De kosten voor het jaarlijkse operationeel beheer en onderhoud vormen de exploitatiekosten. De investeringsactiviteiten zijn onderverdeeld in aanleg, vervanging en verbetering. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. Om schommelingen in de kosten op te vangen, maken we gebruik van een egalisatievoorziening, waardoor het tarief niet steeds aangepast hoeft te worden wanneer sprake is van een piek of dal in de uitgaven.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 1.364 € 1.372 € 1.372 € 1.372

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader
Onder groen verstaan we bomen, plantsoenen, gazons en andere velden in de openbare ruimte alsmede de paden in parken. Ook de begraafplaatsen en beschoeiingen scharen we hieronder. Voor groenvoorzieningen en onkruid en zwerfvuil op verhardingen wordt onderhoudsniveau B in de kernen en onderhoudsniveau C buiten de kernen gehanteerd. Voor begraafplaatsen wordt onderhoudsniveau B gehanteerd. Bomen worden conform handboek bomen en de daaraan gekoppelde veiligheidsinspecties op beeld gehouden.
Het beleidskader wordt gevormd door de Omgevingsvisie, het Boombeleidsplan, de parkbeheerplannen, de landschapsontwikkelingsplannen en de regionale visie klimaatadaptie. 

In 2023 is nadruk gelegd op het reconstrueren van plantvakken. In 2024 wordt gewerkt aan het op peil brengen van het bomenbestand aan de vastgestelde kwaliteitseisen. Er is enige achterstand in het snoeien van bosplantsoen en het bomenbeheer. Deze kleine achterstanden kunnen grotendeels binnen de bestekken opgelost worden. Eind 2024 zijn deze achterstanden grotendeels verdwenen. De beschoeiingen zijn in 2024 geïnspecteerd. Op basis daarvan wordt er een raambestek opgesteld en aanbesteed. Belangrijkste speerpunt voor de komende jaren is om het groen (incl. bomen en parken) op het gewenste kwaliteitsniveau te krijgen. Dit kan naar verwachting grotendeels binnen de beschikbare budgetten gerealiseerd worden.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Op basis van een nieuwe aanbesteding in 2022 zijn in de begroting 2022 voor de periode 2022-2026 de exploitatiebudgetten herzien. Uit de ophanden zijnde herziening van de beleids- en beheerplannen volgt de komende jaren de herziening van de financiën. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 4.025 € 4.025 € 4.025 € 4.025

Speelterreinen

Terug naar navigatie - Speelterreinen

Beleidskader
De speelplekken worden ingericht volgens de kadernota Buiten spelen natuurlijk! De uitwerking van dit plan is in 2021 vastgelegd in de kwaliteitskaarten spelen. Het definitief vaststellen van de kwaliteitskaarten spelen staat in 2024 op de planning. In de definitieve versie van de kwaliteitskaarten wordt aandacht besteed aan het participatief inrichten van speelplekken met speeltoestellen en speelaanleidingen gericht op vergroening, natuur en klimaat.

Het onderhoud van de speeltoestellen vindt plaats volgens de richtlijnen Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Voor de speel- en sporttoestellen en valondergronden worden de normen van het WAS gehanteerd. Jaarlijks loopt de aannemer de speeltoestellen na en vindt inspectie door een onafhankelijke partij plaats. Op hun aanwijzingen worden reparaties uitgevoerd.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 315 € 315 € 315 € 315

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Beheerplannen vastgoed 
Het niveau waarop het vastgoed in stand gehouden wordt is vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van vastgoed. Een instrument dat is gebaseerd op de Conditiemetingsmethodiek volgens NEN 2767. Het niveau waarop het onderhoud gemiddeld gehouden wordt is vastgesteld op conditieniveau 3. Dit onderhoudsniveau is sober en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de representatieve, publiekelijke objecten, zoals de gemeentekantoren en de aula’s op begraafplaatsen, hanteert de gemeente Stichtse Vecht een gemiddeld conditieniveau 2: Goed/ representatief.  

Beheerplan 2025-2029 
De meerjaren onderhoudsplannen voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille worden begin 2025 herijkt. In het eerste kwartaal van 2025 wordt het beheerplan met de herijkte meerjaren onderhoudsplannen aan uw raad aangeboden. Mogelijk kan dit een wijziging in de begroting betekenen. Voor 2025 wordt een jaarplan gemaakt om uitvoering te geven aan het planmatig onderhoud. Om maximaal uitvoering te geven aan het efficiënt en planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed, wordt bij aanbestedingen gekozen voor wat grotere, meerjarige clustercontracten waarbij de markt wordt uitgenodigd om mee te denken met de gemeente.

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 2025-2027
Het Uitvoeringsplan verduurzaming gemeentelijk vastgoed (vaststelling gemeenteraad 2021) is in 2024 herijkt. Dit geldt voor de selectie van eenentwintig vastgoedobjecten uit de kernvoorraad. Per 1 januari 2025 gaat het herijkte plan in. Ter uitvoering van verdere verduurzaming van het gemeentelijke vastgoed wordt voor 2025 een jaarplan gemaakt, rekening houdend met onder andere inflatie, de verduurzamingsefficiency en de sturing/regie in de behoeftestelling. Hierbij moeten de koppelkansen met andere werkzaamheden en beleid in acht worden genomen. Dit jaarplan houdt zoveel als mogelijk rekening met toekomstige Nederlandse wetgeving, die dient ter implementatie van de Europese richtlijn EPBD IV.

Portefeuilleplan 
We streven naar een compacte en strategisch waardevolle vastgoedportefeuille die bijdraagt aan onze maatschappelijke beleidsdoelstellingen. Om richting te geven aan deze ambitie is in november 2020 de Vastgoednota vastgesteld. Als onderdeel hiervan is ook een portefeuilleplan opgesteld waarbij het vastgoedperspectief per object is vastgesteld. Jaarlijks wordt het portefeuilleplan geactualiseerd. 

Verzelfstandiging sportaccommodaties 
De gemeente Stichtse Vecht is eigenaar van MFA Safari en meerdere binnensportaccommodaties. Een deel van deze voorzieningen werd door de gemeente zelf geëxploiteerd en een ander deel door Sportfondsen. In 2024 heeft de uitwerking en de besluitvorming plaatsgevonden om de exploitatie van de binnensportaccommodaties in een joint venture te plaatsen. Hiervoor wordt per 1 januari 2025 SRO Stichtse Vecht opgericht. Door de exploitatie van multifunctionele accommodatie (MFA) Safari en de binnensportaccommodaties bij één partij te plaatsen zijn diverse voordelen, waaronder de harmonisatie van de exploitatie van deze accommodaties, een efficiëntere exploitatie, één sportloket voor verenigingen, gebruikers en inwoners en een betere dienstverlening. Daarnaast heeft de keuze voor een publiek publieke samenwerking in de vorm van een joint venture voordelen ten opzichte van andere exploitatievormen. Eventuele maatschappelijke, financiële en personele risico’s zijn zoveel mogelijk geminimaliseerd.
Ook het beheer en onderhoud van deze sportaccommodaties is neergelegd bij SRO Stichtse Vecht. Overigens ligt de financiële verantwoordelijkheid nog wel bij de gemeente. De gemeente stelt dan ook de meerjaren onderhoudsplannen vast en op basis hiervan wordt jaarlijks aan de hand van een jaarplan het budget vastgesteld voor uitvoering van het onderhoud in het komend jaar. De uitvoering van het onderhoud ligt bij SRO Stichtse Vecht. 

Dorpshuizenbeleid 
In 2020 is de strategische koers dorpshuizenbeleid vastgesteld. Onderdeel van het dorpshuizenbeleid is dat de dorpshuizen en wijkcentra om niet in gebruik gegeven worden en de exploitatiesubsidies stoppen. Ieder dorpshuis of wijkcentrum ontvangt een basissubsidie. De gemeente draagt haar eigen onderhoudsbudgetten voor groot onderhoud over aan de dorpshuizen en wijkcentra aan de hand van een jaarplan voor het onderhoud van komend jaar. Aan het einde van het jaar vindt er een controle plaats op de werkzaamheden. Hiermee zijn de dorpshuizen en wijkcentra zelf verantwoordelijk geworden voor de uitvoering van het onderhoud. 

Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Onderhoudsbudget in exploitatie € 531 € 531 € 531 € 531
Budget onderhoud in voorziening € 513 € 1.703 € 344 € 2.831
Dotatie voorziening € 1.037 € 1.037 € 1.037 € 1.037

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financierings- of treasuryfunctie richt zich op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen en de financiële posities, inclusief de daaraan verbonden risico’s. De kaders voor uitoefening van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (kortweg: Wet fido) en vertaald in het Treasurystatuut gemeente Stichtse Vecht 2020. De beleidsmatige infrastructuur voor de financieringsfunctie van onze gemeente is hiermee vastgelegd.

Voor het inrichten van de financieringsfunctie stelt de Wet fido twee belangrijke beleidsmatige richtlijnen:

  • Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan uit hoofde van de publieke taak;
  • Het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen heeft een prudent karakter en is primair niet gericht op het genereren van extra inkomsten.

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

Gemeten over het begrotingsjaar lopen de reguliere baten en lasten synchroon. Dit laat onverlet dat lopende het begrotingsjaar positieve of negatieve posities ontstaan. Om (lopende en toekomstige) posities inzichtelijk te krijgen, maken wij gebruik van een liquiditeitsplanning. Deze planning stellen we periodiek bij.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Per 1 januari 2025 is de leningenportefeuille opgebouwd uit 16 langlopende geldleningen. Deze hebben een restschuld bij aanvang van het begrotingsjaar van € 169 miljoen.

Leningenportefeuille Restant hoofdsom (x € 1.000)
Leningenportefeuille per 1 januari 2024 109.743
Nieuw aangetrokken/aan te trekken geldleningen 2024 71.740
Reguliere aflossingen 2024 -12.356
Leningenportefeuille per 31 december 2024 169.127
Reguliere aflossingen 2025 -32.581
Prognose nieuw aan te trekken geldlening 2025 62.985
Leningenportefeuille per 31 december 2025 199.531

Beleggingen

Terug naar navigatie - Beleggingen

De ministeriële Regeling schatkistbankieren decentrale overheden verplicht decentrale overheden hun overtollige financiële middelen in de schatkist van het Rijk te beleggen, waardoor publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is. In het verlengde hiervan is het ook toegestaan overtollige financiële middelen te beleggen bij andere decentrale overheden waarmee geen toezichthoudende relatie wordt onderhouden.
Van het verplicht beleggen van overtollige middelen in ’s Rijks schatkist is een drempelbedrag vrijgesteld. Voor onze gemeente is het drempelbedrag berekend op (afgerond) € 3,8 miljoen.

Renteschema 2025

Terug naar navigatie - Renteschema 2025
Renteschema 2025 (x € 1.000)
Externe rentelasten over korte en lange financiering -4.251
Af: externe rentebaten 3
Totaal door te rekenen externe rente -4.248
Af: rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 0
Af: rentelasten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 0
Bij: rentebaten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 0
Rente over eigen vermogen (kapitaaldekkingsreserves) 0
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 0
Aan taakvelden toe te rekenen rente (programma’s inclusief overzicht overhead) -4.248
Af: werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) 3.807
Renteresultaat op taakveld Treasury -441

Rente ontwikkeling
De interne renteberekening op investeringen is verhoogd van 1% in de Begroting 2024 naar 1,75% in de Begroting 2025.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

De Wet fido bevat instrumenten die de risico’s bij het lenen en beleggen van financiële middelen moeten beperken. De wet bepaalt onder meer dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten en garanties kunnen verlenen. De risico’s op kort- en langlopende geldleningen worden beperkt door de introductie van respectievelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een grens aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen en beoogt de budgettaire gevolgen van schommelingen in de rente op kortlopende geldleningen te beheersen. De limiet is gesteld op een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal.

Begrotingstotaal 2025 (x € 1.000) Percentage Kasgeldlimiet (x € 1.000)
€ 189.348 8,5% € 16.095

Renterisiconorm
De renteonzekerheid voor de lange termijn wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm vormt een kader voor een adequate spreiding van looptijden in de financieringsportefeuille, met als doel de portefeuille zodanig op te bouwen dat renterisico’s door renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate zijn beperkt.

Renterisiconorm 2025 2025 2026 2027 2028
(x € 1.000)
1 Berekening renterisico
1a Renteherzieningen - - - -
1b Betaalde aflossingen* 32.581 12.365 12.365 12.788
A Renterisico (1 + 2) 32.581 12.365 12.365 12.788
2 Berekening renterisiconorm
2a Begrotingstotaal 189.348 185.643 186.435 186.795
2b Percentage 20% 20% 20% 20%
B Renterisiconorm 37.870 37.129 37.287 37.359
Toets (B - A)
B Renterisiconorm 37.870 37.129 37.287 37.359
A Renterisico 32.581 12.365 12.365 12.788
Ruimte renterisiconorm 5.289 24.763 24.922 24.572
* In 2024 is er een geldlening aangetrokken voor 1 jaar en 1 dag, deze wordt in 2025 afgelost. Dit veroorzaakt de hogere aflossingsplicht in 2025.

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De afgelopen jaren is gewerkt aan het versterken van het fundament van de organisatie, deze ontwikkeling zetten we het komende jaar door.
Belangrijke pijler daarvan is het waarderen van het huidige personeel en aantrekken van nieuw personeel.
Enerzijds proberen we het personeelsverloop terug te dringen d.m.v. het creëren van een veilige werkomgeving, aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden te bieden en door onderscheidend te opereren op de krappe arbeidsmarkt.
Anderzijds wordt ingezet op waardering en ontwikkeling van het huidige personeel, bijvoorbeeld door in te zetten op brede opleidingsmogelijkheden binnen het traject Leren & Ontwikkelen.
Op deze wijze wordt de gemeente als werkgever zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt.
 
Daarnaast wordt er gewerkt aan de doorontwikkeling van de ICT omgeving met een beweging naar de Cloudomgeving.
Dit stelt de gemeente in staat om voldoende aandacht te kunnen blijven besteden aan ICT veiligheid.
 
Dit draagt bij aan het op peil houden van de dienstverlening aan onze inwoners en aan het voldoen van wettelijke regels.

Opleidingsprogramma

Terug naar navigatie - Opleidingsprogramma

We blijven investeren in de groei en ontwikkeling van onze medewerkers, aangezien zij het belangrijkste kapitaal zijn van onze organisatie. In 2025 implementeren we hybride leren om het tijdonafhankelijk werken en leren te bevorderen, met o.a. gecertificeerde e-learning trainingen voor burgerzaken en het sociaal domein. We stimuleren het voeren van eerlijke, open gesprekken, zoals bij teamcoaching. Het te ontwikkelen aanbod van leren en ontwikkelen sluit nauw aan bij de concernagenda, denk hierbij aan het versterken van de dienstverlening en de P&C-cyclus. Daarnaast blijven we aandacht houden voor individuele ontwikkelbehoeftes en onboarding (eerste drie maanden van een nieuwe medewerker) van medewerkers. Op deze manier blijven we kwaliteit en ervaring in de organisatie optimaal in zetten en kunnen medewerkers zich doorlopend ontwikkelen.

Human Resources

Terug naar navigatie - Human Resources

In 2025 blijven we onverminderd investeren in het koesteren en waarderen van onze medewerkers. Door activiteiten te organiseren die bijdragen aan het binden, boeien en laten bloeien van medewerkers, versterken we indirect het primaire proces van onze organisatie.

Focus op inzetbaarheid en vervullen vacatures
De duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers blijft een topprioriteit. Preventieve maatregelen en vroegtijdige interventies bij dreigend verzuim worden verder aangescherpt. We streven ernaar om vacatures zoveel mogelijk met vaste medewerkers in te vullen, waarbij we een geïntegreerde aanpak hanteren die arbeidsmarktcommunicatie, netwerken via medewerkers (programma 'medewerver'), gebruik van een doelgroependashboard en activiteiten op LinkedIn omvat. 

Investeren in een veilig werkklimaat
Een veilig werkklimaat is essentieel voor het welzijn van onze medewerkers. In 2025 zetten we sterk in op een programma dat het veilig werkklimaat verder bevorderd, gebaseerd op de kernwaarden Respectvol, Open en Lef. Dit programma beoogt gedrag te bevorderen dat bijdraagt aan een positieve en inclusieve werkcultuur. We blijven het welzijn en de waardering van onze medewerkers nauwlettend monitoren via medewerkersonderzoeken, waardoor we continu kunnen inspelen op hun behoeften en feedback.

E-HRM: verfijning en selfservice
Na de transitie naar e-HRM in 2024, richten we ons in 2025 op de verdere verfijning van deze systemen. Ons doel is om volledige selfservice voor medewerkers en leidinggevenden te realiseren, waardoor HRM-processen nog efficiënter en gebruiksvriendelijker worden.

Door deze integrale aanpak zetten we in 2025 belangrijke stappen naar een toekomstbestendige organisatie waarin medewerkers centraal staan. Hun tevredenheid en inzetbaarheid vormen de basis voor ons succes.

Loonsom organisatie

Terug naar navigatie - Loonsom organisatie

In vergelijking met de primitieve begroting 2024 zijn de personeelskosten met € 4,5 mln. gestegen. 

De loonsom is gestegen door indexatie en CAO ontwikkelingen (€ 2,9 mln.), besluitvorming bij de kadernota over extra formatie (€ 0,2 mln.) en uitbreiding formatie Beheer Openbare Ruimte (€ 1,4 mln.).

Toerekende personeelskosten B2024 B2025
Programma 1 20.902 22.248
Programma 2 1.412 1.505
Programma 3 11.186 12.353
Programma 4 10.541 11.297
Programma 5 2.573 2.741
Totaal toegerekende personeelskosten 46.614 50.144
Verdeling naar kostensoort
Loonsom organisatie 40.005 43.285
Loonsom overig 5.865 6.115
Indirecte personeelskosten 744 744
Totaal personeelskosten per kostensoort 46.614 50.144
Verplichte indicatoren Rijk P/E Bron R2023 B2024 B2025
Formatie per 1.000 inwoners P SV 6,4 6,8 7,1
Bezetting per 1.000 inwoners P SV 5,8 5,5 6,2
Apparaatskosten per inwoner P SV 362,86 386,63 397,86
Kosten externe inhuur als % van totale loonsom P SV 18,9% <10% <10%
Totale kosten inhuur externen (€ 1.000) P SV 6.908 1.489 1.379

Inkoop- en aanbesteding

Terug naar navigatie - Inkoop- en aanbesteding

Stichtse Vecht zet verder in op de doorontwikkeling van de inkoopfunctie binnen de gehele gemeente om in het belang van de inwoners doel- en rechtmatig in te kopen en contracten optimaal uit te nutten. Het doel is het inkoopproces verbeteren om de rechtmatigheid te verbeteren. Het duurzaam verbeteren van de inkoopfunctie en het inkoopproces volledig rechtmatig krijgen is een traject van meerdere jaren (in control statement). Hierbij worden de gemeentelijke speerpunten meegenomen; het stimuleren van lokale economie, Social Return (SROI), duurzaamheid en circulariteit. 

Dit betekent dat we een bezetting creëren die toereikend is om de gemeentelijke ambities te realiseren en de achterstanden in te lopen. We zetten activiteiten in op het vergroten van de bewustwording binnen de gehele organisatie van het belang van kwalitatief hoogwaardige inkoop conform wet- en regelgeving. Qua organisatie richten we een decentrale contractbeheer en -managementfunctie en decentrale inkoopplanning in met een regiefunctie voor het centrale inkoopteam. De samenwerking tussen verschillende rollen wordt geïntensiveerd.

Belangrijke speerpunten: de samenstelling van de inkoopbezetting met medewerkers in dienst van de gemeente, het implementeren van de nieuwe inkoopwerkwijze en het opzetten van de inkooporganisatie. 

Informatisering en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en Automatisering

In samenwerking met de in 2024 gecontracteerde managed services provider (MSP) voor ICT voegen we in 2024, 2025 en 2026 de ICT dienstverlening samen bij 1 partij, waar dat nu nog uit meerdere partijen is verdeeld. Dit behelst zaken als netwerk, de digitale werkplek en de (cloud)serveromgeving.
 
Verder wordt het verplaatsten van applicaties naar de cloud verder uitgevoerd. Een groot deel nemen we al af op basis van een "pay-per-use"-model, en de laatste applicaties die nog niet in de cloud staan worden de komende jaren (n.a.v. aflopende contracten) naar de cloud gebracht. Een voorbeeld hiervan is de financiële applicatie die op dit moment op basis van Software as a Service (afgekort: SaaS) wordt geïmplementeerd.
 
Intern zijn we in 2024 een verbetertraject gestart om ons contractmanagement en ICT wijzigingsbeheer goed te borgen. De doelstelling is meer planmatig weken, rechtmatig inkopen en het mitigeren van risico's. Een vaste change manager en ICT architect zijn inmiddels geworven. Ook op het gebied van informatie- en portfoliomanagement maken we stappen die ons in staat stellen op steeds meer strategisch niveau te voorzien in de informatie- en ICT behoefte van de organisatie.
 
Op het gebied van data zetten we moderne programmatuur en technieken in voor het inwinnen, verwerken en analyseren van data, zoals het datawarehouse. Zo gaan we door met het inrichten van het dataplatform waarin ‘API verbindingen' gerealiseerd worden. We bieden steeds meer presentaties en dashboards aan de organisatie aan om zowel de grip op de actuele werkzaamheden te verbeteren als de beleidsontwikkeling te ondersteunen. In 2025 hebben we ook de ambitie om de kennis en kunde van de organisatie te verhogen zodat zij data beter kunnen interpreteren en toepassen in hun werk.

Informatiebeleid en –beheer

Terug naar navigatie - Informatiebeleid en –beheer

We stellen een actueel en logisch samenhangend overzicht op van alle digitale en analoge informatie binnen de organisatie (zowel in centrale als in decentrale systemen), conform Archiefwet- en regelgeving. Het is van belang dat alle informatie onder deskundig beheer komt, om grip te houden op de informatiestromen binnen de gemeente. 

Een aantal in 2024 geïmplementeerde applicaties, worden als archiefapplicatie getoetst en aangewezen. Hiermee leggen we vast dat de applicatie voldoet aan de hiervoor geldende eisen, wet- en regelgeving om informatie op duurzaam toegankelijke wijze te beheren, vernietigen en/of over te brengen. 

In 2024 heeft een informatie analyse van de raads- en griffie informatie plaatsgevonden die resulteert in een IST en SOLL situatie. Hieruit voortkomende verbeteringen worden vanaf 2025 projectmatig gepland in samenspraak met de griffie.

De pilot met het e-depot (digitaal archief) in 2024 wordt in 2025 opgevolgd in afstemming met het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV). Hierbij worden bevindingen uit de eerdere pilot en belangrijke systeemwijzigingen binnen het zaaksysteem meegenomen. 

Conform het plan van aanpak analoge werkzaamheden wordt in de jaren 2025 en 2026 de achterstand van afgedragen archief vanuit de teams (van de jaren 2015-2021) opgenomen in de juiste dossiers (analoog of digitaal) voor duurzaam toegankelijke archivering. We continueren daarnaast met prioriteit het gefaseerd wegwerken van de achterstand in digitale vernietiging. 

Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Met de voortdurende digitalisering en de toenemende risico’s van hackers en cybercriminaliteit, wordt het borgen van informatiebeveiliging en gegevensbescherming steeds essentiëler. De gemeente Stichtse Vecht neemt hierin een cruciale positie in. Zowel inwoners als ondernemers rekenen op een overheid die zorgvuldig informatie beheert.

Met de invoering van de BIO2 (Baseline Informatiebeveiliging Overheid) en  Cyberbeveiligingswet (NIS2-richtlijn, Network and Information Security Directive) in 2025, zullen er hogere eisen worden gesteld aan de normen voor informatiebeveiliging en gegevensbescherming. Door deze hogere eisen blijven we beveiligingsmaatregelen implementeren en neemt het uitvoeren van audits toe.

We nemen doorlopend stappen om te voldoen aan de eisen van de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming) en de WPG (Wet politiegegevens). Onze aanpak omvat het verhogen van de alertheid op privacy en informatiebeveiliging binnen onze dagelijkse processen. Dit bereiken we door:
-    bewustzijn te creëren en te onderhouden;
-    het aangaan van verwerkersovereenkomsten; 
-    het uitvoeren van risicoanalyses; 
-    het zorgvuldig omgaan met de privacy rechten van individuen (betrokkenen) volgens de AVG;
-    het adequaat reageren op datalekken;
-    het verstrekken van deskundig advies over privacy kwesties die binnen onze organisatie spelen.

We verantwoorden ons over informatieveiligheid met de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA). Het is essentieel dat we voortdurend onze maatregelen blijven monitoren, waakzaam blijven voor mogelijke risico’s en goed voorbereid zijn op cyberaanvallen, zodat we effectief kunnen reageren wanneer deze zich voordoen.

Onderzoeksprogramma

Terug naar navigatie - Onderzoeksprogramma

De gemeente Stichtse Vecht kent verschillende onderzoeken met als doel daarvan te leren en werkwijzen te verbeteren. Dit betreft onder meer:

  • bijzondere onderzoeken zoals rechtmatigheidsonderzoeken;
  • artikel 213a-onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering;
  • overige audits, zoals de ENSIA, een periodieke IT-audit op de systemen en de jaarlijkse DigiD-audit.

Voor het doen van onderzoeken kent de gemeente de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Stichtse Vecht. In de verordening is de onderzoeksfrequentie, de manier waarop onderzoeken worden gepland en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd, vastgelegd. De verordening beoogt vooral het doen van zelfonderzoek. Ten behoeve van het uitvoeren van artikel 213a onderzoeken is in de Kadernota 2024 budget beschikbaar gesteld. 

Overheadkosten 2025

Terug naar navigatie - Overheadkosten 2025
Overheadkosten 2025 (x€1.000)
Bedrijfsvoering
Huisvesting organisatie 870
Interne dienstverlening 787
Bestuurlijke en juridische zaken 768
Financiën en control 350
Data en informatiemanagement 5.454
Mens en organisatie 1.488
Bedrijfsvoering samenleving 53
Publiekszaken en dienstverlening 31
Ruimte Regie en Ontwikkeling 267
Bedrijfsvoering Leefomgeving 23
Totaal bedrijfsvoering 10.091
Personeelslasten
Loonsom overhead 15.777
Indirecte personeelslasten 768
Totaal personeelslasten (loonkosten) 16.545
Totaal 26.636

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf

De Wet open overheid (Woo) trad op 1 mei 2022 in werking en vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In 2023 zijn in gemeente Stichtse Vecht 58 Wob/Woo-verzoeken ontvangen en afgehandeld.

Naast openbaarmaking op verzoek wordt nu op grond van artikel 3.1 Woo ook een actieve openbaarmaking van documenten door de organisatie verwacht. In 2023 betrof dat documenten die al openbaar werden gemaakt, zoals wet- en regelgeving, besluiten van algemene strekking, organisatiegegevens, raadstukken, besluitenlijsten en jaarplannen, verslagen en onderzoeken. De komende jaren wordt de openbaarmaking gefaseerd (categorie-gewijs) uitgebreid met de andere in de Woo benoemde informatiecategorieën.

Voor de implementatie van de Woo is een implementatieplan opgesteld dat in 2024 verder ten uitvoer wordt gebracht. Er is een extern bureau ingehuurd om het proces te begeleiden. Daarnaast is er een vaste Woo-coördinator aangesteld om het Woo-proces volledig in de organisatie te borgen. Voor de implementatie wordt een beroep gedaan op door het gemeentefonds beschikbaar gestelde middelen, zoals vastgelegd in de meicirculaire 2022.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Gemeenten voeren diverse taken uit om het publieke belang te behartigen. Een gemeente kan zelf bepalen hoe een gemeentelijke taak wordt uitgevoerd:  

  • door de taken zélf uit te voeren;
  • door het uitbesteden van taken aan een andere organisatie en
  • door het deelnemen aan een verbonden partij.

In het geval de gemeente de taken zelf uitvoert draagt de gemeente de financiële en alle bedrijfsvoeringsrisico’s. Het uitbesteden van taken kan door het verstrekken van subsidies of door het sluiten van contracten. Daarnaast kunnen taken in samenwerking met andere gemeenten worden uitgevoerd via ‘verbonden partijen’.  De gemeente Stichtse Vecht maakt voor de uitvoering van een aantal van haar taken gebruik van dergelijke samenwerkingsverbanden in de vorm van een verbonden partij. Deze paragraaf gaat in op de beleidsmatige en financiële relatie van de gemeente met deze verbonden partijen.


Wat verstaan we onder een verbonden partij?
Het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) geeft in artikel 1 onder b aan dat onder een ‘verbonden partij‘ dient te worden verstaan: een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. De gemeente heeft een bestuurlijk belang als ze zeggenschap heeft, door vertegenwoordiging in het bestuur of door middel van stemrecht. Een financieel belang heeft de gemeente als aan een verbonden partij middelen beschikbaar worden gesteld, die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij of als de gemeente aansprakelijk is voor een bedrag wanneer de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

De gemeente Stichtse Vecht heeft verbonden partijen in zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke vorm. De publiekrechtelijke vorm is een samenwerkingsverband dat gebaseerd is op de Wet gemeenschappelijke regelingen. Een gemeenschappelijke regeling (GR) is in principe 'verlengd lokaal bestuur'; verschillende gemeenten bundelen hun krachten en brengen de uitvoering van gemeentelijke taken onder in een gemeenschappelijke regeling.  In deze paragraaf vindt u informatie over de gemeenschappelijke regelingen waar de gemeente deel van uitmaakt.

Naast samenwerking binnen verschillende gemeenschappelijke regelingen kent de gemeente Stichtse Vecht ook privaatrechtelijke verbonden partijen, zoals vennootschappen en stichtingen. Ook deze partijen komen in deze paragraaf aan de orde.


Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten voor het samenwerken in verbonden partijen zijn in de nota Verbonden partijen opgenomen. Aan de basis voor het samenwerken met verbonden partijen staat de vraag hoeveel invloed de gemeente (nog) wil uitoefenen. De nota geeft verder een afwegingskader voor de vorm van samenwerking. Ook zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de raad en het college in de nota benoemd.

Uitgangspunten voor samenwerking zijn (op hoofdlijnen):

  • het verhogen van de kwaliteit van beleid en de uitvoering en/of dienstverlening in relatie tot de ambitie;
  • het voorkomen van formatieve kwetsbaarheid zodanig dat kwaliteit, continuïteit en beschikbaarheid van onze dienstverlening is gegarandeerd;
  • het beheersen en/of besparen van kosten;
  • door samenwerking worden resultaten bereikt die de gemeente zonder deze samenwerking niet zou bereiken;
  • het vergroten van bestuurlijke en organisatorische slagkracht;
  • het spreiden van risico’s.

 

Toelichting verbonden partijen
In de programma’s zijn de verbonden partijen aangegeven die bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente. In deze paragraaf komen het algemeen belang en de voorgeschreven (financiële) gegevens op grond van de BBV per verbonden partij aan de orde. Daarbij is per samenwerkingsvorm een tekstuele beschrijving opgenomen met het doel van de verbonden partij en, voor zover van toepassing, relevante ontwikkelingen voor 2024, gevolgd door een overzicht met de (financiële) gegevens per verbonden partij. Als bij een verbonden partij sprake is materiële risico’s die niet of onvoldoende door de verbonden partij zelf met maatregelen zijn ondervangen, nemen we deze mee in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Bij de financiële gegevens merken we op dat in het overzicht de cijfers uit de (concept) begroting 2024 van een verbonden partij zijn overgenomen, die voor zienswijze zijn aangeboden, voor zover deze op het moment van het opstellen van deze paragraaf beschikbaar waren. Naast de informatie in deze paragraaf is de raad gedurende het jaar ook op reguliere cyclusmomenten via de P&C-documenten van de verbonden partijen geïnformeerd. 

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

Publiekrechtelijke verbonden partijen
In de sturing van de verbonden partijen maken we een onderscheid in een meer en minder intensievere aansturing richting raad en informatievoorziening. Dit hangt af van de strategische waarde, de beleidsrijkheid en de mate van politieke of financiële risico’s. Wij maken hierbij onderscheid in een A-categorie waarvoor die intensivering geldt en een B-categorie waarvoor dat niet geldt. Verbonden partijen die hetzij strategisch belangrijk of beleidsrijk zijn of verhoogde risico’s kennen, krijgen een intensievere aansturing en informatievoorziening (A-categorie).

1. Gemeenschappelijke regelingen - categorie A:
Onder categorie A vallen de volgende verbonden partijen : Veiligheidsregio (VRU); Plassenschap Loosdrecht e.o.; Recreatieschap Stichtse Groenlanden; Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU); GGD regio Utrecht (GGDrU).

2. Gemeenschappelijke regelingen - categorie B:
Onder categorie B vallen de volgende verbonden partijen : Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen; Afval Verwijdering Utrecht (AVU); Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU).

Privaatrechtelijke verbonden partijen
3. Vennootschappen en coöperaties:
Vennootschappen waar wij in deelnemen zijn : Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Vitens.

4. Stichtingen en verenigingen:
Stichtingen waar wij een belang in hebben zijn de Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) en de Stichting Urgentieverlening West Utrecht.

Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2

Binnen de VRU werken de 26 Utrechtse gemeenten samen op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke) crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening om zo te komen tot een veiligere regio Utrecht. Nadere toelichting over de majeure projecten is te vinden in programma 2 Veiligheid. 
Op 30 mei 2023 is de nieuwe bestuursagenda 2024 - 2027 aangenomen door de raad. De vier hoofdthema's zijn:

  • Toekomst bestendige brandweerzorg
  • Veilige en gezonde Leefomgeving
  • Great place to work
  • Versterking crisisbeheersing

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

(eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Veiligheidsregio (VRU) Burgemeester AB: stemrecht steminvloed: 6% € 25.026 € 73.919 € 0 € 4.858
    Aandeel in totale begroting: 4,0% € 25.507 € 79.558

Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3

Terug naar navigatie - Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3

De deelnemers van het Plassenschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Een deel van deze recreatiegebieden ligt op het grondgebied van Stichtse Vecht zoals Bosdijk, Zwaan en een groot deel van de Kievitsbuurten. 


Het beheer en onderhoud van de eigendommen van het Plassenschap is tot en met 31 december 2022 uitgevoerd door Recreatie Midden Nederland. Per 1 januari 2023 heeft de gemeente Wijdemeren het beheer van het areaal van het Plassenschap Loosdrecht e.o. overgenomen van RMN.  De gemeente Wijdemeren verzorgt het beheer voor het Plassenschap, maar stemt keuzes die gemaakt moeten worden af met de ambtelijke vertegenwoordigers van de vier deelnemers; provincie Utrecht, provincie Noord-Holland, de gemeenten Stichtse Vecht en Wijdemeren. Het jaar 2023 vormde een transitieperiode en is gebruikt om de gemeente Wijdemeren als nieuwe beheerder vertrouwd te maken met het werkgebied en de kapitaalgoederen, de risico’s van beheer en onderhoud in kaart te brengen, werkprocessen op te zetten en het opstellen van het vierjarig Uitvoeringsplan. In september 2023 zijn het Meerjaren Onderhoudsplan (MJOP) en een Meerjaren Investeringsplan (MJIP), vastgesteld. Op basis van deze beheerplannen is een 4-jarig uitvoeringsplan opgesteld. Verder zijn deze plannen belangrijke bouwstenen voor het 4-jarig financieel perspectief, dat conform de GR is opgesteld. Ook geven de uitkomsten input voor het jaarlijks beheerplan onderhoud.

Voornoemde beleidsstukken en de daarin gemaakte keuzes zijn de basis geweest voor het opstellen van de eerste begrotingswijziging 2024 en de begroting 2025 (reeds goedgekeurd). 

In 2025 gaat o.a. geïnvesteerd worden in de volgende projecten:

  • Beschoeiingen vervangen/repareren     €2.544.200
  • Sluizen                                                                           €308.900
  • Landterreinen                                                           €350.000
  • Materieel en vastgoed                                            €60.000

Niet ondervangen risico's: Geen. 

Toelichting weerstandsvermogen:  Weerstandsvermogen: de verhouding tussen het weerstandsvermogen en de risico’s zoals  gekwantificeerd in de risicoparagraaf van de begroting en jaarstukken dient minimaal 1:1 te zijn. Afgesproken is dat het weerstandsvermogen per ultimo 2026 weer een ratio van 1 moet hebben. Doordat de rekening 2023 sluit met een batig saldo van bijna € 429.000, kan door resultaatbestemming de algemene reserve worden versterkt en stijgt de ratio tot ver boven de 1.

De begroting 2025 van het Plassenschap is conform de opgaven een beleidsarme begroting voor wat betreft nieuwe ontwikkelingen. Het vastgestelde meerjarig investeringsplan m.b.t. noodzakelijke vervangingsinvesteringen is wel volledig geraamd.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25) 

Vreemd vermogen

(begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

 (eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Plassenschap Loosdrecht e.o.  Collegelid, Raadsleden AB en DB: stemrecht Steminvloed: 25% € 943  

€ 5.803

€ 0 € 456
    Aandeel in totale begroting 17,76%   € 875 € 9.281

Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. - Programma 3

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. - Programma 3

De deelnemers van het recreatieschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) had de uitvoering van haar werkzaamheden belegd bij uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland. Besloten is, de uitvoeringsorganisatie RMN te liquideren per 31 december 2022 en het recreatieschap SGL om te vormen tot een ander samenwerkingsverband met een ‘lichtere’ structuur. Per 1 januari 2023 is de taakuitvoering van RMN voor wat betreft recreatieschap SGL overgegaan naar Staatsbosbeheer als nieuwe uitvoeringsorganisatie. De jaren 2023 en 2024 gelden als transitiejaren om de samenwerking goed te organiseren. Per 2025 moet de nieuwe organisatie optimaal functioneren. 

De begroting 2025 sluit af met een positief resultaat. Eerder is afgesproken dat de begroting voor 2025 beleidsarm wordt opgesteld. Het budget van 2025 (inclusief indexatie) geldt daarbij als taakstellend maximum, gelijk aan de afspraak zoals die voor de jaren 2023 en 2024 is gemaakt met Staatsbosbeheer.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

(begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

 (eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Recreatieschap Stichtse Groenlanden Raadslid, Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 10%  € 3.560 € 7.523 € 11 € 193
        Aandeel in totale begroting:  5,5%  € 3.629 € 7.475

Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) - Programma 3

De Omgevingsdienst Regio Utrecht voert voor 15 gemeenten adviserende en uitvoerende taken uit op de gebieden van omgeving, milieu en duurzaamheid. Een van de belangrijkste ontwikkelingen voor 2025 is de uitwerking van de fusie tot één robuuste omgevingsdienst, versterking VTH-stelsel en het verder werken aan de implementatie van de Omgevingswet en Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. 

Niet ondervangen risico's:
We hebben te maken met onzekerheid over de financiële impact van het traject om te komen tot één omgevingsdienst in de provincie Utrecht.  Hiermee is geen rekening gehouden bij het opstellen van de begroting 2025 van de ODRU en de financiering om te komen tot deze fusie is vooralsnog niet sluitend. De kosten worden in de loop van dit jaar inzichtelijk.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin '25 - eind '25) Vreemd vermogen (begin '25 - eind '25) Financieel resultaat (eind 2025) Bijdrage SV 2025
Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 6% € 585  € 6.160 € 0 € 2.400
    Aandeel in totale begroting: 10,6% € 867 € 6.442

 

GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4

Terug naar navigatie - GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4

Het doel van de GGDrU is het bevorderen van de Volksgezondheid en het voorkomen van ziekten door het verrichten van preventieve interventies.  GGDrU heeft het bevorderen en beschermen van de gezondheid verdeeld over de pijlers kansrijk opgroeien, een gezonde en veilige leefomgeving en langer en gezond zelfstandig. In 2025 houdt de  GGDrU rekening met de financiële situatie van gemeenten en heeft dit vertaalt naar een beleidsarme begroting.   GGDrU voert zijn wettelijke taken uit en zal geen extra taken uitvoeren. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

(begin '25 - eind '25

Financieel resultaat

(eind 2025)

Bijdrage SV 2025
GGD regio Utrecht (GGDrU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 6% € 2.609  € 25.354 € 0 € 3.476
    Aandeel in totale begroting: 5,4 % € 2.669 € 21.085

Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - Programma 5

Terug naar navigatie - Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - Programma 5

Het RHCVV heeft een tweeledig doel, te weten (1) archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten en (2) het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties. Het RHCVV continueert in 2025 de inhoudelijke beleidskeuzes uit de businesscase 2018 en de beleidsvisie 2020-2024. Het RHCVV heeft daarbij de volgende focus:

  • archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten
  • het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties
  • met deelnemende gemeenten voorbereiden/overbrengen (digitale) archieven naar het e-depot
  • uitbreiden en doorontwikkelen digitale dienstverlening voor burgers en ambtenaren
  • nieuwe (archief)wetgeving implementeren.

Het RHCVV herziet haar Beleidsvisie voor 2025-2030. Deze is conform de uitgangspunten en kaders uit de toekomstverkenning 'Robuust RHCVV', waarover de gemeenteraden geïnformeerd zijn in 2024.  Speerpunten zijn het verder ontwikkelen van toezicht, digitaal informatiebeheer en digitale dienstverlening.  Dit is nodig om aan te sluiten op o.a. de sterk toegenomen complexiteit van de gemeentelijke informatiehuishouding en nieuwe informatie wetgeving. 

Het RHCVV wil ook de zichtbaarheid en taakuitvoering vergroten in de ambtelijke organisaties van de deelnemende gemeenten (ter bevordering en ondersteuning van goed bestuur en goede bedrijfsvoering binnen ambtelijke organisaties) evenals de regionale zichtbaarheid.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

 (eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen  Burgemeester AB: stemrecht Steminvloed 33,3% € 295  € 400 € 0 € 1038
    Aandeel in totale begroting: 42,5% € 147 € 400

Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

De AVU is sinds 1984 de regie- en kennisorganisatie voor de duurzame en kosteneffectieve verwerking van door de Utrechtse gemeenten bij huishoudens ingezamelde afvalstromen.

  • Daar waar inzameling en transport van afvalstoffen door de AVU aan derden is uitbesteed, zullen contracten tijdig worden aanbesteed. Indien deze activiteiten middels dienstverlenings-overeenkomsten worden verzorgd, zal de AVU ook deze overeenkomsten tijdig en in overleg met de partners verlengen.
  • De AVU draagt zorg voor de tijdige aanbesteding van de verwerkingscontracten van de aan de AVU in beheer overgedragen afvalstromen.
  • Er worden voor 2025 geen wijzigingen voorzien in de regelgeving omtrent de afvaldeelstromen die van invloed kunnen zijn op de lopende contracten en op de begroting.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

(begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

 (eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed 6% € 100 - € 14.000 - € 0 € 2.765
    Aandeel in totale begroting: 5,5% € 100 € 14.000

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) - Programma 1

Terug naar navigatie - Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) - Programma 1

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug en Zeist en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De BghU heft en int belastingen namens haar deelnemers en stelt de hoogte van de WOZ-waarden vast voor alle onroerende zaken in deze gemeenten.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat (eind 2025) Bijdrage SV 2025
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Collegelid DB: stemrecht Steminvloed 6% € 1.604  € 4.594  € 0 € 1.137
    Aandeel in totale begroting: 6% € 1.517 € 4.594

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

Terug naar navigatie - NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

De NV Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank verstrekt krediet tegen lage tarieven waarmee de bank duurzaam bijdraagt aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger, c.q. duurzaam bijdraagt aan de publieke taak. De gemeente Stichtse Vecht bezit 29.523 aandelen in BNG.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

(eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) *) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder

€ 4.721 -

€ 4.721

€ 110.543 -

€ 110.543

€ 0

 

€ 0

*) Geen begroting 2025. Cijfers komen uit Jaarverslag 2023.

Vitens - Programma 5

Terug naar navigatie - Vitens - Programma 5

Het winnen, produceren, distribueren en leveren van drinkwater is de primaire taak van Vitens. Klanten kunnen vertrouwen op de leveringszekerheid van drinkwater, een optimale kwaliteit en een zo laag mogelijke prijs (Vitens heeft de laagste drinkwaterprijs van Nederland). Vitens staat de komende jaren voor een grote investeringsopgave. De investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid nu en in de toekomst van voldoende en schoon drinkwater. De gemeente Stichtse Vecht is aandeelhouder en bezit 58.097 aandelen Vitens (1% van het totaal).

Door toenemende onzekerheden als gevolg van economische ontwikkelingen, de effecten van klimaatverandering en de wens om de tarieven meer variabel te maken, is Vitens genoodzaakt vanaf 2024 een aantal uitgangspunten voor de begroting te wijzigen. Dit met als doel de financieringspositie binnen de geldende regelgeving zo optimaal mogelijk te kunnen versterken.  
Wijzigingen in de uitgangspunten:

  • Vitens zal  de kosten voor droogteschade scenario's doorrekenen en de financiële impact van het worst case scenario meenemen in het jaarplan.
  • Het vastrecht wordt op verzoek van de aandeelhouders in 2024 zover mogelijk verlaagd, rekening houdend met de regelgeving.
  • De onzekerheid in de afzet is het afgelopen jaar toegenomen. Vitens zal diverse scenario's doorrekenen voor de afzet en de financiële impact van het worst case scenario meenemen in het jaarplan om te borgen dat de afzet wordt gerealiseerd.

Deze uitgangspunten leiden tot tariefstijging voor 2024 en verder en vergroten de kans op overwinst. Vitens dient vanuit de geldende regelgeving overwinsten terug te geven aan de klant, wat kan leiden tot tariefschommelingen van jaar tot jaar. Over de jaren heen ondervindt de klant hier geen nadeel van. Vanwege de investeringsopgave waar Vitens voor staat, ziet Vitens naar verwachting de komende jaren geen ruimte om dividend uit te keren aan haar aandeelhouders. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

 

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

 (eind 2025)

Bijdrage SV 2025

Vitens *)

Collegelid

Stemrecht als aandeelhouder

(Stichtse Vecht heeft 58.097 aandelen dit 1% van het totaal)

€ 724,1

€ 779,7

 

€ 1.682,2

€ 1.844,0

€ 51,2 0

*) Geen begroting. Cijfers komen uit Financieel Jaarplan 2023-2027 (datum: 24 oktober 2022)

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

De doelstelling van Stichting MEC betreft het organiseren van Natuur en Milieu Educatieactiviteiten in de gemeente Stichtse Vecht, met als belangrijkste doelgroep het basisonderwijs. Activiteiten en samenwerkingen die vanuit het MEC Maarssen plaatsvinden, staan opgenomen in nieuwsbrieven en op de website van de OdrU. Er worden door de OdrU onder andere leskisten samengesteld waarmee de basisscholen lessen op het gebied van Natuur- en Milieueducatie kunnen geven. Daarnaast worden er inloopmiddagen en workshops georganiseerd.  Daarnaast is er in het MEC Maarssen een Energieloket geopend door Stichting Duurzame Vecht. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam 

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

(eind 2025)

Bijdrage SV 2025

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) Collegelid

Voorzitter Steminvloed 

20%

€ 96 - € 3 - € 10

Maakt deel uit van de bijdrage aan OdrU

      € 103 € 3

Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) - Programma 3

De SUWU is een gemeenschappelijke regeling van zes gemeenten in de regio Utrecht West. Het doel van de stichting is het beslissen op ingediende aanvragen voor een woonurgentie in het kader van de Huisvestingsverordening. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Vreemd vermogen

 (begin '25 - eind '25)

Financieel resultaat

(eind 2025)

Bijdrage SV 2025
Stichting Urgentieverlening West Utrecht  Collegelid Stemrecht in AB € 28 n.v.t. € 0 € 22
      € 28  

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de verplichte paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe onze gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. Daarnaast wordt in deze paragraaf de grondprijzenbrief voor komend jaar vastgesteld.

Nota grondbeleid

Terug naar navigatie - Nota grondbeleid

In de Nota grondbeleid staan de beleidsuitgangspunten van het grondbeleid. Het uitgangspunt hierbij is om niet te kiezen voor één bepaalde vorm van grondbeleid, maar dit per locatie of project te bezien. Per project maken we de afweging of de wij de grond zelf in ontwikkeling nemen of dat we de afwikkeling gedeeltelijk dan wel geheel overlaten aan een marktpartij. Hiervoor is een afwegingskader geschreven, waarin we beoordelen of het initiatief wenselijk is, of het financieel haalbaar is, of de financiële risico’s ten opzichte van de financiële middelen acceptabel zijn en of voldoende kennis en capaciteit binnen de onze gemeente beschikbaar is.

Wij kiezen ten aanzien van het te voeren grondbeleid voor maatwerk en marktwerking. In de praktijk betekent dit dat wij overwegend een faciliterend grondbeleid voeren.

Algemene reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Algemene reserve grondexploitatie

Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie voegen we bij afsluiting toe aan de Algemene reserve grondexploitatie. Bij voorzienbare tekorten treffen we een voorziening. In principe wordt de gehele winst van een grondexploitatie genomen bij afsluiting van de grondexploitatie, tenzij het mogelijk is om op verantwoorde wijze al vooruitlopend op de afsluiting een deel winst te nemen. Voorwaarde is dat daadwerkelijk sprake is van gerealiseerde winsten in de grondexploitatie en dat we die uit oogpunt van verantwoorde bedrijfsvoering (rekening houdend met nog te realiseren kosten en opbrengsten) ook opnemen. Daarbij volgen we de standpunten zoals opgenomen in de Notitie BBV grondexploitatie over tussentijdse winstneming.

Als college hebben wij de bevoegdheid om een werkbudget uit de Algemene reserve grondexploitatie aan te wenden voor de eerste plan- en onderzoekskosten bij ruimtelijke ontwikkelingen. Na het operationeel verklaren van het betreffende project met de vaststelling van de grondexploitatie brengen we de kosten ten laste van de grondexploitatie en vloeien de eerder anticiperend uitgegeven gelden vanuit de grondexploitatie terug naar de reserve grondexploitatie. De omvang van de Algemene reserve grondexploitatie is vastgesteld op minimaal € 200.000 en maximaal € 600.000. Indien het saldo van de reserve grondexploitatie hoger is, romen we de waarde af naar de Algemene reserve, en als het saldo lager is, vullen we het aan vanuit de Algemene reserve

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

Grondexploitatie is een risicodragende activiteit, die vraagt om adequate analyse en beheersing van deze risico’s. In het kader van het vierogen-principe wordt een risicoanalyse van de grondexploitaties uitgevoerd door een extern bureau. Op basis van deze uitkomst, die tot stand komt via een Monte Carlo-simulatie, wordt een risicoreservering gemaakt in de Algemene Reserve. Dit gebeurt jaarlijks bij het actualiseren van de grondexploitaties. Voor de voorliggende programmabegroting betekent de uitkomst van de Monte Carlo-simulatie dat de minimale ondergrens van € 1 mln. als risicoreservering in de Algemene Reserve voldoet en aangehouden kan worden.

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondexploitaties

Vastgestelde grondexploitaties:

Haarrijnweg 5 te Maarssen  
Het dorpshuis en de gymzaal aan de Fetha 14 en 16 in Vreeland zijn sterk verouderd en niet duurzaam. De gemeente wil deze gebouwen graag onderbrengen in een nieuw multifunctioneel centrum. Ook is er ruimte om 6 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen op de plek naast het STAG-gebouw (3 stuks) en naast de nieuwe sportzaal (3 stuks). De gemeente heeft samen met omwonenden en gebruikers de mogelijkheden voor nieuwbouw op deze locatie onderzocht. Het college van B&W heeft het DO in april 2024 vastgesteld. De gemeenteraad heeft in juli 2024 de grondexploitatie vastgesteld en het benodigde investeringskrediet beschikbaar gesteld. In Q3 zal gestart worden met de planologische procedure vervolgd door de aanbesteding van de bouw.
Op 2 november 2021 heeft de gemeenteraad het stedenbouwkundig plan en de ontwikkelstrategie vastgesteld voor de realisatie van woningen op deze locatie. Ook is een grondexploitatie geopend voor de uitvoering van dit plan. Bij het ontwikkelen van woningen aan de Haarrijnweg 5 gaan we uit van:

  • grondgebonden woningen (toegankelijk vanaf het straatniveau)
  • 17 woningen op deze locatie
  • 6 woningen in de sociale huur voor de doelgroep maatschappelijke opvang en beschermd wonen (MOBW)
  • 7 (huur)woningen voor middeninkomen
  • 4 woningen voor de verkoop in het vrije segment


Samen met de betrokken partijen en omwonenden is een beeldkwaliteitsplan voor de woningen uitgewerkt. Met Portaal is een overeenkomst gesloten voor de realisatie van de 6 MOBW-woningen en de 7 huurwoningen. De 4 vrije kavels zullen worden aanbesteed. In juni 2023 heeft het college van B&W het ontwerp bestemmingsplan vastgesteld. In juli 2024 is gestart met het voorbelasten van de grond. De verwachting is dat deze werkzaamheden eind 2024 zijn afgerond. In Q1 2025 zal een aannemer het gehele terrein bouwrijp maken. Portaal zal medio 2025 starten met de bouw van 13 woningen, dat zal ca een jaar in beslag nemen. Zodra de woningen gereed zijn kan de gemeente aan de slag met het woonrijp maken om daarmee het project af te ronden.

Fetha 3, 14 en 16 te Vreeland  
Het dorpshuis en de gymzaal aan de Fetha 14 en 16 in Vreeland zijn sterk verouderd en niet duurzaam. De gemeente wil deze gebouwen graag onderbrengen in een nieuw multifunctioneel centrum. Ook is er ruimte om 6 woningen aan de woningvoorraad toe te voegen op de plek naast het STAG-gebouw (3 stuks) en naast de nieuwe sportzaal (3 stuks). De gemeente heeft samen met omwonenden en gebruikers de mogelijkheden voor nieuwbouw op deze locatie onderzocht. Het college van B&W heeft het DO in april 2024 vastgesteld. De gemeenteraad heeft in juli 2024 de grondexploitatie vastgesteld en het benodigde investeringskrediet beschikbaar gesteld. In Q3 zal gestart worden met de planologische procedure vervolgd door de aanbesteding van de bouw.

Harmonieplein Maarssen 
Voor de gebiedsontwikkeling Harmonieplein is een stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit gaat uit van realisatie van een aantrekkelijk dorpsplein voor Maarssen-dorp met levendige functies. Daaromheen worden drie deelplannen ontwikkeld. Deelplan Zuidblok betreft woningbouw en is eigendom van een ontwikkelaar. Deelplan Kindcentrum zorgt voor huisvesting van twee scholen, een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en BSO. Deelplan Noordblok is eigendom van ons en bestaat uit woningbouw op de verdieping en horeca en maatschappelijke en commerciële voorzieningen in de plint. In het plan wordt gezocht naar een goede oplossing voor verkeersafwikkeling en voldoende parkeerplaatsen. Binnen de voorliggende grondexploitatie van de gebiedsontwikkeling Harmonieplein zijn de voorbereidingskosten, de inbrengwaarde van de bibliotheek en de inrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied gedekt met opbrengsten uit de woningen en appartementen in de ontwikkeling.

In 2023 is het kindcentrum opgeleverd en in gebruik genomen. In januari 2024 is het bestemmingsplan Zuidblok door de Raad vastgesteld en onherroepelijk geworden na het beroepstermijn.  Na de zomer wordt de tijdelijke inrichting van het openbaar gebied gerealiseerd. Naar verwachting wordt de omgevingsvergunning van het Zuidblok in het najaar 2024 vastgesteld en kan de realisatie van het Zuidblok beginnen. De sloop van het theater ’t Zand staat gepland in oktober. Na civiele voorbereidingen kan de realisatie van het Zuidblok starten. 

Vervolgens is het de bedoeling om het Noordblok in 2025 aan te besteden. Uit de aanbesteding moet een ontwikkelaar volgen die een plan maakt voor het Noordblok. Daarnaast doorlopen we het participatietraject voor een ontwerp van de openbare ruimte.

Veenkluit te Tienhoven 
Dit project betreft het herhuisvesten van dorpshuis De Veenkluit en de gymzaal naar het naastgelegen leegstaande onderwijsgebouw en het herinrichten van het openbaar gebied eromheen. De vrijgekomen locatie van het dorpshuis wordt herontwikkeld tot zeven woningen. Dit geeft inkomsten vanuit grondverkoop aan de grondexploitatie en moet voor de gehele herontwikkeling leiden tot een budgetneutraal resultaat. Het huidige dorpshuis en de gymzaal zijn in eigendom van de Stichting Dorpshuis Tienhoven/Oud-Maarsseveen e.o. en moeten verworven worden. De stichting investeert dit bedrag weer in de nieuwbouw van voorheen OBS ’t Palet naar een nieuw dorpshuis. De overige kosten bestaan voornamelijk uit bouwkosten en plankosten. De opbrengsten bestaan vooral uit grondverkoop aan een ontwikkelaar en bijdragen vanuit Onderwijs en het dorpshuis zelf. Op 1 juli 2020 heeft uw raad ingestemd met een nieuwbouwvariant van het dorpshuis en de gymzaal. De aanbesteding voor de bouw is in juli 2023 afgerond. De bouwwerkzaamheden zijn gestart en het geheel zal, conform planning, medio oktober worden opgeleverd.

Kuyperstraat te Maarssen 
Deze ontwikkellocatie ligt aan de Kuyperstraat in Maarssen. In het plangebied heeft de Kardinaal Alfrinkschool gestaan. Doordat de functie schoollocatie is komen te vervallen hebben wij plannen om deze locatie te ontwikkelen tot woningbouwlocatie met als uitgangspunt sociale huur. Voor de Kuyperstraat is op basis van een eerder door uw raad genomen realisatiebesluit met Portaal verder gewerkt aan de planontwikkeling. Dit is planologisch verankerd in een bestemmingsplan waarvan de procedure is doorlopen. De afspraken met Portaal zijn vastgelegd in een anterieure overeenkomst. Het bestemmingsplan en de grondexploitatie zijn door uw raad vastgesteld in mei 2024. De omgevingsvergunning wordt door Portaal uitgewerkt en ingediend in september 2024. Naar verwachting start de bouw eind  2024.

’t Kockenest Kockengen
De voormalige basisschool ’t Kockenest ligt aan de Koningin Julianaweg en de Prinses Margrietweg in Kockengen. Doordat de schoolfunctie met het vertrek van de basisschool is komen te vervallen, komt deze locatie in aanmerking voor herontwikkeling tot woningbouwlocatie. Eind 2016 is het voormalige schoolgebouw gesloopt. Woningstichting Vecht en Omstreken heeft plannen voor een appartementencomplex in de sociale huursector op deze locatie. De anterieure overeenkomst is in Q2 2023 ondertekend.  Het plan is planologisch verankerd in een bestemmingsplan waarvan de procedure is doorlopen. Het bestemmingsplan en de grondexploitatie is vastgesteld door uw gemeenteraad in april 2024. De omgevingsvergunning is door Vecht en Omstreken ingediend. Naar verwachting start de bouw in september 2024.

Zuilense Vecht te Maarssen 
Door een open, groene verbinding te maken in samenhang met de omliggende buurten kunnen we een nieuwe groenstructuur creëren, die bijdraagt aan de groeiende behoefte aan sporten, bewegen en recreëren (ook buiten verenigingsverband om) en aan de ontmoetingsfunctie. De min of meer verouderde sportparken die we nu monofunctioneel gebruiken, richten we compacter, toekomstbestendig en multifunctioneel in. We voegen woningen toe, buiten de rode contour, vanwege de behoefte hieraan, om de bestaande wijken te verbinden en om de plannen financieel mogelijk te maken. 

In 2025 zal onder andere de nieuwe clubaccommodatie voor VVM/DWSM worden opgeleverd. Daarnaast wordt gestart met de daadwerkelijke realisatie van het sportieve lint en het bouwrijp maken van de locaties voor woningbouw en de onderwijsvoorziening. In 2025 zal ook de tender voor de realisatie van de woningbouw worden afgerond.

Overige ontwikkellocaties:
Hieronder volgt een opsomming van de overige ontwikkellocaties. Voor deze locaties is nog geen gewijzigde bestemming vastgesteld.

Afvalscheidingsstation te Breukelen 
In het eerste kwartaal van 2024 is het bestemmingsplan vastgesteld voor het Afvalscheidingsstation en de overige functies zoals de Gemeentewerf, Kansis Groen, Circulair Ambachtscentrum en het Gronddepot. In het begin van het derde kwartaal 2024 is gestart met de aanleg van de bouwweg naar het projectgebied en in hetzelfde kwartaal wordt het perceel voorbelast met de zogenaamde vacuumconsolidatie wat zorgt voor een snelle zetting van de grond. De bouw van de bedrijfsgebouwen staat gepland voor het eerste kwartaal van 2025, dan zal ook de vacuumconsolidatie worden afgerond. De oplevering van het nieuwe complex en de nieuwe infrastructuur staan gepland voor het derde kwartaal van 2025 mits de netcongestie toestaat het nieuwe complex op het netwerk aan te sluiten.

Zogwetering te Maarssen 
Eind januari 2019 heeft uw raad een voorkeursrecht op grond van de Wet voorkeursrecht gemeente (Wvg) opgelegd op de percelen van de rioolwaterzuivering en een perceel van een particulier aan de Machinekade in Maarssen. Op de Machinekade rust inmiddels geen voorkeursrecht meer. In 2019 zijn we een participatietraject met bewoners gestart om te komen tot een nota van uitgangspunten. Wij hebben de Concept-structuurvisie vastgesteld en ter inzage gelegd. In Q4 van 2021 is de Concept-structuurvisie ter vaststelling aangeboden aan uw raad en unaniem vastgesteld. Op basis van de structuurvisie is een stedenbouwkundig programma van eisen opgesteld en is deze in 2022 vastgesteld door het college. Samen met vertegenwoordigers van de wijk zijn verschillende modellen stedenbouw besproken en is een voorkeur uitgesproken voor een stedenbouwkundige hoofdopzet. Onderhandelingen over de aankoop van de rioolzuivering zijn nog gaande. In een grondexploitatie brengen we de verwachte opbrengsten en kosten in beeld.

Daalse Hoek Maarssen
De Daalse Hoek bestaat uit grond en opstallen die in eigendom zijn van onze gemeente. De gebouwen die op de Daalse Hoek staan, zijn technisch en esthetisch verouderd. In 2019 hebben we grond en opstallen van stichting Reinaerde aangekocht, waarna één van de verouderde schoolgebouwen is gesloopt. In 2018 is een stedenbouwkundig plan in bestuurlijke procedure gebracht. Er bleek onvoldoende draagvlak te zijn voor dit plan, voornamelijk vanwege bezwaren van omwonenden met betrekking tot de geluidsimpact van de nieuw te bouwen school. Als er voldoende capaciteit is, wordt een nieuw stedenbouwkundig plan voor Daalse Hoek opgezet waarin ook middenhuur een plaats krijgt.

Planetenbaan – Het kwadrant 
Op 3 juni 2020 heeft uw raad het stedenbouwkundig kader en randvoorwaarden Planetenbaan en Het Kwadrant vastgesteld. Dit kader en randvoorwaarden bieden de basis voor verdere uitwerking van een nieuw op te stellen bestemmingsplan en Plan-MER (milieu-effectrapportage). Hiervoor volgen we de gebruikelijke procedures van de Wet op de ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. Op basis van de randvoorwaarden zijn op 27 september 2023 de ontwikkelkaders vastgesteld en op 31 oktober het gebiedsfonds. Het ontwerp bestemmingsplan is voor 31 december 2023 ter inzage gelegd. Vaststelling bestemmingsplan en plan-MER is geprognosticeerd voor november 2024.

Op basis de uitgebreide procedure is de nieuwbouwontwikkeling van 499 woningen in het Kwadrant eerder vergund. Mei jl. is de bouw gestart. Oplevering medio 2027. Voor Q2 2025 wordt start bouw verwacht van deelplan Mars (Deimos en Phobos). Eind van het jaar 2025 start bouw deelplan Saturnus.

Meerjarenplanning 
De onderstaande tabel geeft inzicht in de geprognosticeerde totale cashflows van opbrengsten en kosten (rode staven) en in het totale resultaat (blauwe lijn) van de huidige vastgestelde grondexploitaties over meerdere jaren. 



Grondprijzenbrief

Terug naar navigatie - Grondprijzenbrief

Met de vaststelling van de grondprijzenbrief leggen wij de manier van grondprijsbepaling vast, vaste prijzen voor sociale woningbouw, niet-commerciële voorzieningen en snippergroen. Daarnaast nemen we de tarieven voor kostenverhaal en kostencategorieën mee. Eind 2024 wordt de nieuwe Nota kostenverhaal aan uw raad ter vaststelling aangeboden. De nieuwe tarievenstructuur voor het kostenverhaal is nu nog niet meegenomen in afwachting van de vaststelling van de nieuwe Nota. Indien de nieuwe Nota wordt vastgesteld door uw raad vervangt de nieuwe Nota kostenverhaal de tarieven zoals genoemd in deze grondprijzenbrief. De grondprijzenbrief is onderdeel van de Nota grondbeleid en wordt jaarlijks geactualiseerd in de paragraaf Grondbeleid van de begroting.  

Type Methode van grondprijsbepaling Prijs
Projectmatig woningbouw Residuele grondwaarde met als ondergrens minimale grondquote van 25%
Vrije kavels Per locatie bepaald
Kavels ten behoeve van de sociale huur Kavels worden vrij van opstallen en verharding opgeleverd. Kabels, leidingen en groen worden verwijderd. De grond wordt schoon naar functie geleverd. Dit betekent dat uit bodemonderzoek blijkt dat de bodemgesteldheid geschikt is voor de functie. Daarnaast wordt vooraf bij verdachte locaties een archeologisch onderzoek uitgevoerd. De ambtelijke uren (plankosten) voor de bestemmingsplanprocedure zijn in de kavelprijs verwerkt. Op de grondprijzen voor sociale woningbouw wordt de methodiek van de stapelings- of hoogtefactor toegepast. Het aantal woonlagen bepaalt de hoogtefactor voor het geheel.
Kavels voor sociale huurwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 met een maandhuur tot lage aftoppingsgrens € 19.666,-- per kavel
Kavels voor sociale huurwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 met een maandhuur tot hoge aftoppingsgrens € 20.790,-- per kavel
Sociale huurwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 met een maandhuur tot liberalisatiegrens € 23.150,-- per kavel
Kavels voor betaalbare koopwoningen als bedoeld in de Actualisatie Woonvisie 2017-2022 Residuele methode met als ondergrens € 22.475,-- per kavel
Snippergroen Zie nota restgroen € 212 per m²
Reststroken bij ontwikkellocaties tot 100 m² € 618,-- per m² met een minimale koopsom van € 5.788,-- per transactie
Nutsvoorzieningen € 290 per m² excl. BTW
Tuin bij woonboten van 0-250 m² € 212,-- per m²
Tuin bij woonboten 250-500 m² € 115,-- per m²
Tuin bij woonboten voor het gedeelte vanaf 500 m² Middels taxatie te bepalen
Gemeentelijk kostenverhaal bij initiatieven van derden
Initiatieven die meeliften bij planactualisatie € 9.272,--
Categorie 1 Complexiteit tussen 0 en 10 % € 18.767,--
Categorie 2 Complexiteit tussen 10 en 25 % € 35.961,--
Categorie 3 Complexiteit tussen 25 % en 50 % € 62.567,--
Categorie 4 Complexiteit tussen 50 % en 75 % € 107.771,--
Categorie 5 Complexiteit tussen 75 % en 100 % € 137.889,--