Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Bij de uitvoering van haar taken heeft de gemeente Stichtse Vecht te maken met risico’s en ontwikkelingen die financiële gevolgen kunnen hebben. Het is daarom van belang dat de gemeente beschikt over een buffer om deze gevolgen, als ze zich voordoen, op te kunnen vangen. In de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing gaan wij in op de mate waarin de gemeente in staat is om met de beschikbare middelen de financiële gevolgen van geïdentificeerde risico’s op te vangen. Dat bepaalt of de gemeente genoeg weerstand kan bieden. Aandacht hiervoor voorkomt dat substantiële risico’s leiden tot bijstelling in de uitvoering van programma's of dwingen tot bezuinigingen. Dit ‘weerstandsvermogen’ is daarmee een graadmeter voor de financiële positie van de gemeente.

Naast het weerstandstandsvermogen, hanteren we ook andere graadmeters om de financiële positie van de gemeente te beoordelen. Dit zijn financiële kengetallen zoals de solvabiliteit, de schuldquote en de structurele exploitatieruimte. Zij geven de gevoeligheid van de financiële positie voor financiële ontwikkelingen aan. Het gebruik van dezelfde kengetallen door alle gemeenten maakt het mogelijk om gemeenten op landelijk niveau met elkaar te vergelijken. 

Uitgangspunten weerstandsvermogen en risicobeheersing

Terug naar navigatie - Uitgangspunten weerstandsvermogen en risicobeheersing

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn beschreven in de nota ‘Herziening risicomanagementbeleid Stichtse Vecht’ en de beleidsnotitie ‘Algemene reserve’. In het risicomanagementbeleid is een risico gedefinieerd als ‘een onzekere gebeurtenis die een effect kan hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente’. Risicomanagement is geen afzonderlijke activiteit, maar maakt deel uit van de (management)processen.

De gemeente verkrijgt inzicht in de risico’s door deze periodiek te inventariseren en mogelijke beheersmaatregelen toe te passen om de gevolgen van de risico’s te verkleinen. De geïnventariseerde risico’s worden twee keer per jaar integraal geactualiseerd. De actualisatie van de risico’s bij de jaarrekening heeft plaatsgevonden met het laatst vastgestelde risicoprofiel uit de Begroting 2023 als uitgangspunt.

Weerstandsvermogen
De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen om de geïnventariseerde risico’s op te vangen zijn opgenomen in de beleidsnotitie ‘Algemene reserve’. In deze notitie is vastgelegd dat het beschikbare weerstandsvermogen wordt gevormd door de Algemene Reserve (AR). De AR is opgebouwd uit 3 schijven:  

  • Schijf 1 geeft de minimale omvang van het weerstandsvermogen voor het opvangen van geïnventariseerde risico’s;
  • Schijf 2 is het deel van de AR bestemd voor het opvangen van bijvoorbeeld calamiteiten of een negatief rekeningsaldo. Als normratio voor het weerstandsvermogen (= de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit) heeft de raad een streefnorm tussen de 1,4 en 2 (ruim voldoende) bepaald. 
  • Schijf 3 is de vrije ruimte in de AR in het geval deze hoger is dan de door de raad vastgestelde maximum weerstandscapaciteit. 

Bij de actualisatie voor de jaarrekening zijn ook de grondexploitaties meegenomen. Voor de risico’s samenhangend met grondexploitaties kennen we een afzonderlijk regime. Daarvoor beschikt de gemeente over de Algemene Reserve grondexploitaties als buffer, pas daarna wordt de gemeente brede Algemene Reserve aangesproken. De risico’s uit grondexploitaties worden jaarlijks bij de jaarrekening geactualiseerd, waarbij we een externe risicoanalyse laten uitvoeren om de ontwikkeling van de risico’s te volgen. De conclusie van de risicoanalyse is dat voor de grondexploitaties een risicoreservering van € 859.000 nodig is. Het risicodeel van de Algemene Reserve grondexploitaties voorziet voor € 200.000 in de benodigde risicoafdekking. Het resterende bedrag van € 659.000 nemen we als risico mee in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. De hoofdlijnen voor de risico’s grondexploitaties zijn opgenomen in de paragraaf Grondbeleid. 

Terugblik grootste risicogebieden

Terug naar navigatie - Terugblik grootste risicogebieden

Naast de actualisatie van de risico’s die van belang zijn voor de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen, kijken wij bij de jaarrekening ook terug op de in de Begroting 2022 benoemde risico’s uit de grootste risicogebieden en ontwikkelingen daarin in 2022. Het gaat om de volgende risico’s: 

Fysiek domein

Binnen het programma Fysiek is sprake van risico’s die samenhangen met projecten, klimaatverandering en technische risico’s. Bij het opstellen van de Begroting 2022 waren de drie grootste risico’s binnen dit domein:

Kockengen Waterproof  
Kockengen Waterproof is een meerjarig project. De (financiële) risico’s zijn o.a. het gebiedsproces, het verleggen van de hoofdriolering en het herstel aan kabels en leidingen om de veiligheid te kunnen garanderen. Voor 2022 was het grootste risico de prijsstijgingen in de bouwkosten. Daarvoor is een opzet gemaakt voor het hele project, waaruit bleek dat het bestek vooralsnog voldoende ruimte biedt om dit op te vangen. In 2022 waren geen aanvullende maatregelen nodig. 

Gebiedsontwikkeling Bisonspoor
Ook de gebiedsontwikkeling Bisonspoor is een langdurige ontwikkeling. Naar verwachting wordt tegen 2030 het project Bisonspoor definitief afgerond. Ten aanzien van het project gaven wij eerder aan een financieel risico te zien, omdat in het verleden de kosten van de aanleg Safariweg en de toegang tot de garage ten laste van het uitvoeringsbudget zijn gebracht. Met als gevolg een tekort voor de aanleg van de openbare ruimte binnen het project. Dit risico heeft zich voorgedaan.  

Het project is grofweg in te delen in 3 fasen:
fase 1: de rondweg (Safariweg);
fase 2: Bisonmarkt, Bisonplantsoen en Bisonallee; 
fase 3: de rondweg Bisonspoor en het resterende deel Bisonallee. Deze laatste fase wordt uitgevoerd nadat de ontwikkellocaties P2/3 (tankstation, garage en oude kantoor aan de Safariweg) en locatie P0 (huidige Politiekantoor) zijn herontwikkeld. 

Het tekort is volledig veroorzaakt door fase 1, de werkzaamheden aan de Safariweg in 2018. De Safariweg valt buiten de scope van het project Bisonspoor en is onterecht daarvan ten laste gekomen. In 2023 leggen we de raad een voorstel voor om dit onderdeel administratief te sluiten, waarna ook de 1e twee fasen van het project Bisonspoor administratief kunnen worden afgesloten. Voor de nieuwe fase (fase 3) leggen wij een nieuw raadsvoorstel voor.

Het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van kunstwerken
Het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van kunstwerken beperkt de doorstroming. Daarnaast zijn kernen niet of beperkt bereikbaar. Als beheersmaatregel is het beheerbeleidsplan ‘Civiele kunstwerken 2021-2025’ opgesteld. Het plan is in maart 2021 vastgesteld door de raad. Momenteel zijn wij bezig met het opstellen van een meerjarig onderhoudsplan voor de bruggen, tunnels en geluidsschermen. Op basis hiervan kunnen onderhoudscontracten worden aanbesteed. Door beperkte capaciteit in 2022 zijn de kademuren en de beschoeiingen nog niet geïnspecteerd.

Gemeentebrede risico’s en bedrijfsvoeringrisico’s
Bij de bedrijfsvoering heeft de gemeente te maken met financiële, technische en organisatorische risico’s. De drie grootste geïnventariseerde risico’s op dit onderdeel waren:

Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)
Dagelijks worden persoonsgegevens ontvangen, gebruikt en bewaard. De gegevens worden o.a. in het Sociaal domein ook uitgewisseld met partnerorganisaties. De gemeente gebruikt een veel applicaties voor het verwerken van persoonsgegevens. De kans bestaat dat persoonsgegevens door bijvoorbeeld onjuiste inrichting van gebruikte systemen, onvoldoende beveiliging, of door menselijk handelen onbedoeld openbaar worden. In 2022 zijn de eerste stappen gezet voor het actualiseren van het register van verwerkingen, het privacybeleid, de procedures voor het afhandelen van datalekken en het afhandelen van verzoeken van betrokkenen. Dit wordt in 2023 vervolgd. Daarnaast vonden, ter beperking van het risico, activiteiten plaats om de bewustwording te vergroten. Ook waren er self-assessments op het gebied van informatieveiligheid volgens de ENSIA. In 2022 hebben zich geen incidenten voorgedaan met financiële, imago of juridische gevolgen of gevolgen voor de beleidsdoelstellingen van de gemeente. 

Het risico op gijzeling van informatie of systemen en cybercrime
Het is niet zozeer de vraag of we als gemeente worden aangevallen, maar wanneer. Beveiligingsincidenten bij andere gemeente bewijzen dat de risico’s toenemen, zowel in kans als impact. Met name de impact op het financiële, juridische en personele aspect is toegenomen. Daarnaast kan een gijzeling van informatie of systemen leiden tot imagoschade voor de gemeente en bestuurders. 
Op dit moment zijn er veel nieuwe medewerkers en tijdelijke krachten, wat tot gevolg heeft dat het beleid en de geldende procedures nog niet altijd bij iedereen bekend zijn. Daarnaast is de verhouding nieuwe medewerkers en tijdelijke krachten anders dan voorheen, wat impact heeft op het financiële en personele aspect. De financiële schade die een hack of ransomware-aanval met zich meebrengt, kan aanzienlijk hoger uitvallen dan in het verleden. Dit komt doordat aanvallen met gijzelsoftware door cybercriminelen steeds vaker gepaard gaan met meervoudige afpersing. Hierdoor wordt niet alleen de primair getroffen organisatie afgeperst maar mogelijk ook klanten, partners of leveranciers daarvan. Ook leidt (langdurig) uitval en herstel van systemen tot hoge kosten voor de gemeenten. Gelet hierop hebben we het risico in 2022 hoger ingeschaald.

Het onjuist toepassen van inkoop- en aanbestedingsregels met betrekking tot Europees aanbesteden door onvoldoende kennis van deze regels
Dit risico speelde in 2022. Het inkoopteam is op dit moment teveel afhankelijk van ingehuurde kennis en er zijn veel personele wisselingen. Het doel is vaste medewerkers te werven, daar wordt op ingezet. Inmiddels is op een aantal centrale en decentraal posities een vaste medewerker aangenomen. Deze medewerkers worden waar nodig opgeleid. Investering in opleiding is geen bottleneck meer, het in de huidige arbeidsmarkt kunnen vinden van vakkundig personeel is wel een grote opdracht. 
Er is een inkoopkalender opgesteld om de inkoopbehoefte in beeld te krijgen en het proces (Inkoopstartformulier) wordt beter opgevolgd. Inkoop wordt meer aan de voorkant betrokken bij aanbestedingen. Het urgentiebesef bij de achterban groeit. Daartoe neemt inkoop een proactieve houding in door een inkoopregiefunctie inclusief spendanalyse, helpdesk, contractbeheer en contractmanagement. De opdracht voor de komende tijd is om de inkoopregels en het proces nog beter te verankeren en risicogericht prioriteiten te stellen.

Sociaal domein
Binnen het programma Sociaal is sprake van financiële en politiek-bestuurlijke risico’s. Hierbij kan worden gedacht aan imagorisico’s, bijvoorbeeld dat een zorgvoorziening niet het gewenste effect heeft of als de ambities van de gemeente niet haalbaar blijken. De drie grootste geïnventariseerde risico’s bij de begroting 2022 betroffen:

Toename beroep op gemeentelijke Wmo-voorzieningen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om hen zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deelnemen aan de maatschappij. Daarnaast zijn ook de hulpmiddelen en woningaanpassingen van thuiswonende cliënten met een WLZ-indicatie de verantwoording van de gemeente. Met name dure woningaanpassingen kunnen een zware druk op het budget leggen. Een ander risico is de afnemende subsidie voor collectief vervoer en de korting van 5% op Preventie en Welzijn. De genoemde factoren geven een financiële druk op de beschikbare ‘open einde’ budgetten. Het risico heeft in 2022 plaatsgevonden. De vraag naar Wmo-maatwerkvoorziening is toegenomen. Dit komt onder andere door de vergrijzing, doordat mensen langer zelfstandig wonen en vaak niet door kunnen verhuizen naar een passende woning. We verwachten dat deze groei zich komende jaren doorzet. De begroting is hier vanaf 2023 op aangepast. We zijn hard bezig om daarnaast andere oplossingen te organiseren.

Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget BUIG
Bijstand is een open einde-regeling. Aanpassing van het macrobudget Buig kan leiden tot een hogere of lagere rijksuitkering dan geraamd. Een in mei 2022 opgestelde prognose liet een verwachte daling van het macrobudget Buig zien van € 200.000. Uiteindelijk is de definitieve BUIG-uitkering ruim € 800.000 naar beneden bijgesteld t.o.v. het voorlopig vastgestelde budget. 

Op gemeentelijk sturingsniveau onvoldoende sturingsmogelijkheden op trajecten jeugdigen
Dit risico heeft in 2022 plaatsgevonden. TIM SV heeft te maken gehad met een veel grotere volumegroei dan verwacht. Ook was onder andere vanwege corona de zorgvraag veel zwaarder. Met de consequenties dat de transformatieopdracht is vertraagd en kosten aanzienlijk zijn toegenomen. Dit is ook voor de begroting 2023 een risico. In 2023 werken we maatregelen uit om de kosten in de komende jaren terug te brengen en beheersbaarder te maken, zowel vanuit opdracht TIM SV als in het brede sociaal domein. De Hervormingsagenda Jeugd en bijbehorende maatregelen om kosten beheersbaar te maken nemen we hierin mee. Doorontwikkeling van het Toekomstscenario heeft al geleid tot betere samenwerking tussen SAVE en het wijkteam TIM SV en dit wordt verder versterkt. 

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

Bij het opstellen van de Jaarrekening 2022 zijn de risico’s geactualiseerd. Daarbij is het laatst vastgestelde risicoprofiel, dat van de Begroting 2023, als uitgangspunt gehanteerd. De risico’s, zoals opgenomen in het risicomanagementsysteem van de gemeente zijn beoordeeld en waar nodig bijgesteld. In de tabel aan het einde van de paragraaf zijn deze risico’s in een totaaloverzicht opgenomen. Het geactualiseerde risicoprofiel bepaalt de omvang van het benodigde weerstandsvermogen. In totaal zijn er bij de jaarrekening 51 risico’s geïnventariseerd, met een ingeschat financieel gevolg van € 25,2 miljoen.

Grootste risicogebieden (bedragen *€ 1.000) Financieel gevolg
(inschatting o.b.v. risico-inventarisatie)
1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s (excl. verbonden partijen) € 10.550
2. Sociaal domein (excl. verbonden partijen) € 4.750
3. Fysiek domein (excl. verbonden partijen) € 4.300
Totaal 3 grootste risicogebieden € 19.600
Overige risico’s (waarvan verbonden partijen: € 1.350 en grex’en € 1.000) € 5.600
Totaal alle risico’s € 25.200

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Op de geïnventariseerde risico’s voor de verschillende programma’s voeren we vervolgens een risicosimulatie uit. Deze simulatie vindt plaats omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 25,2 miljoen niet wenselijk is. De risico’s treden immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang op. Uit deze simulatie blijkt dat voor 90% zeker is dat we de risico’s kunnen opvangen met een bedrag van € 8,35 miljoen. Dat is de benodigde weerstandscapaciteit. 

De beschikbare weerstandscapaciteit van Stichtse Vecht wordt bepaald door de Algemene reserve (AR). In de Beleidsnotitie Algemene reserve is aangegeven dat de AR drie schijven kent, die bepalen hoe de beschikbare middelen uit de AR ingezet kunnen worden. De middelen uit schijf 1 zijn bestemd voor het opvangen van de geïnventariseerde risico’s. De middelen uit schijf 2 kunnen we inzetten om calamiteiten en tegenvallers op taakstellingen en negatieve rekeningsaldi op te vangen. De middelen uit schijf 3 kunnen worden ingezet voor actieve (beleids)keuzes. De schijven 1 en 2 samen vormen de weerstandscapaciteit van de gemeente. 

De door de raad vastgestelde ratio weerstandsvermogen (1,4 - 2,0) bepaalt de bandbreedte voor de weerstandscapaciteit. Op basis van de benodigde weerstandscapaciteit van € 8,35 miljoen geeft dit het volgende beeld (bedragen x 1 miljoen): 

Weerstandscapaciteit (bedragen *€ 1.000)
- schijf 1 Minimale hoogte voor opvang geïnventariseerde risico’s (1,4 x € 8,35 mln.) € 11.690
- schijf 2 Deel AR voor opvang calamiteiten (bijv. onderhoud bruggen), taakstellingen SD en negatief rekeningsaldo € 5.010
Maximum weerstandscapaciteit (2 x € 8,35 mln) € 16.700

De omvang van de Algemene reserve bedraagt eind 2022 € 14,38 miljoen. Deze omvang voldoet aan de minimumnorm voor de weerstandscapaciteit, maar is onder het plafond van de maximumweerstandscapaciteit. De ratio weerstandsvermogen, de verhouding tussen de benodigde en de beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt:

Ratio weerstandsvermogen =  beschikbare weerstandscapaciteit /  benodigde weerstandcapaciteit  = €  14,38 miljoen /  €  8,35 miljoen  = 1,72
                                                                              
Deze ratio voldoet aan de door uw raad bepaalde streefnorm. 
De ratio is ten opzichte van de begroting 2022 licht gestegen, van 1,67 naar 1,72. Ten opzichte van de begroting is het aantal geïnventariseerde risico’s weliswaar enigszins gedaald (met 2), in de samenstelling tot de risico’s traden ook wijzigingen op. Dit heeft zich vertaald in een lagere financiële omvang van het totaal aan risico’s (van € 25,6 miljoen naar € 25,2 miljoen ). Door de andere samenstelling van het risicoprofiel is de benodigde weerstandscapaciteit echter gestegen van € 7,26 miljoen bij de begroting naar € 8,35 miljoen bij de jaarrekening. Doordat hier ook een hogere beschikbare weerstandscapaciteit in de vorm van de AR tegenover staat (€ 12,15 miljoen bij de begroting 2022 ten opzichte van  €14,38 miljoen euro bij de jaarrekening 2022) kan deze stijging worden opgevangen. In onderstaand overzicht is het verloop van de ratio weerstandsvermogen in de afgelopen 5 jaar weergegeven:

Ratio weerstandsvermogen per jaar Ratio begroting Ratio Jaarrekening
2018 1,79 1,82
2019 1,67 1,81
2020 1,83 1,8
2021 1,75 1,56
2022 1,67 1,72

Voor het toetsen van de ratio weerstandsvermogen maakt de gemeente Stichtse Vecht gebruik van de risicomatrix van de Universiteit Twente. Volgens de schaalindeling van deze matrix valt de ratio van 1,72 in de categorie “Ruim voldoende”. 

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >= 2.0 Uitstekend
B 1.4 < 2.0 Ruim voldoende
C 1.0 < 1.4 Voldoende
D 0.8 < 1.0 Matig
E 0.6 < 0.8 Onvoldoende
F < 0.6 Ruim onvoldoende

Overzicht geïnventariseerde risico's Jaarrekening 2022

Terug naar navigatie - Overzicht geïnventariseerde risico's Jaarrekening 2022

In onderstaande tabel zijn de geïnventariseerde gekwantificeerde risico's per programma weergegeven. De kolom ‘invloed’ geeft de impact van een risico op de benodigde weerstandscapaciteit weer (o.b.v. simulatie).

(NB Het totaal financieel gevolg en invloed voor de benodigde weerstandscapaciteit kunnen niet per programma met elkaar vergeleken worden. De verwachte kans dat een risico zich voordoet, speelt hierbij ook een rol.)

Overzicht geïnventariseerde risico's (bedragen *€ 1.000) Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Programma 1 Bestuur
Gemeentebrede/bedrijfsvoeringsrisico's
Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening 90% 2.000 14,17%
Gijzeling van informatie of systemen 50% 2.000 7,82%
Aansprakelijkstelling door inwoners, instellingen of bedrijven 50% 2.000 7,80%
Beveiliging en uitval ICT in de organisatie 50% 1.000 3,90%
Onvoldoende beschikking over kennis (bij bestaande medewerkers of door vertrek cruciale medewerkers) met betrekking tot aanbestedingsregels, waardoor mogelijk niet aan deze regels wordt voldaan. 90% 500 3,55%
Gemeente kan niet tijdig beschikken over het juiste materiaal of dienst 90% 500 3,53%
Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 70% 500 2,75%
Onvoldoende borging van de authenticiteit van de gegevensvoorziening van de gemeente. 50% 500 1,96%
Achterstand in dossiervorming- en vernietiging 70% 250 1,37%
Het niet of onvoldoende kunnen voldoen aan aanbestedingsregels door Stichtse Vecht of leveranciers 70% 250 1,37%
Fysieke bedreigingen voor mensen, informatie en bezittingen 30% 500 1,18%
Verval archieven door gebruiksschade of schimmelvorming 30% 250 0,59%
Het niet tijdig ingericht zijn van de nieuwe financiële applicatie en bijbehorende processen 10% 250 0,20%
Ontwikkeling organisatie 50% 50 0,20%
VP: Onvoldoende inzicht in informatiebeheer bij verbonden partijen 50% 50 0,19%
Subtotaal 10.600 50,58%
Risico's algemene / financiële dekkingsmiddelen
Fraude financiële transacties 30% 500 1,18%
Totaal programma 1 11.100 51,76%
excl. Verbonden partijen (VP) 11.050 51,57%
Programma 2 Veiligheid
VP: Het onjuist reageren op een crisissituatie (VRU) 30% 1.000 2,34%
Ondermijning: aantreffen van misstanden waarbij directe actie noodzakelijk is, maar waar onze organisatie niet op ingericht is 50% 500 1,98%
Totaal programma 2 1.500 4,32%
excl. Verbonden partijen (VP) 500 1,98%
Programma 3 Fysiek
Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken 50% 1.000 3,95%
Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen) 50% 1.000 3,93%
Niet goed begaanbare wegen en ongevallen a.g.v. extreme weersomstandigheden en sneeuwval 50% 500 1,97%
Gebiedsontwikkeling Bisonspoor 50% 500 1,96%
KWP Aanspraak op nadeelcompensatieregeling KWP 90% 250 1,76%
VP: Druk op financieel perspectief recreatieschappen 50% 250 0,99%
KWP: Prijsstijgingen in de uitvoering 50% 250 0,99%
Gemeentelijke garantstellingen woningcorporaties (achtervang WSW). 10% 500 0,39%
Verontreiniging van oppervlaktewater 10% 250 0,19%
Geen afvoer door een calamiteit aan de riolering 30% 50 0,12%
0
Totaal programma 3 4.550 16,25%
excl. Verbonden partijen (VP) 4.300 15,26%
Programma 4 Sociaal Kans Ingeschat financieel gevolg (€) Invloed
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen 90% 1.000 7,05%
Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig 50% 1.000 3,93%
Toename beroep op en stijging kosten jeugdhulp 70% 500 2,75%
Op gemeentelijk sturingsniveau onvoldoende sturingsmogelijkheden op trajecten jeugdigen 50% 500 1,97%
Energiecrisis en hogere kosten levensonderhoud 90% 250 1,76%
Extra uitvoeringskosten breed offensief 70% 250 1,38%
Inkoop essentiële functies: ontbreken van voldoende en adequate (lokale) alternatieven 50% 250 0,98%
Overgang naar nieuw inburgeringsstelsel 50% 250 0,97%
Incidenten op gebied van jeugdhulp 30% 250 0,59%
Overbelasting en/of stoppen van vrijwilligers en/of mantelzorgers. 30% 250 0,58%
De herinrichting van het voorliggend veld slaagt niet door de Taakstelling. 10% 250 0,20%
VP: Algemene risico's op de begroting van Kansis 10% 50 0,04%
0
Totaal programma 4 4.800 22,20%
excl. Verbonden partijen (VP) 4.750 22,16%
Programma 5 Samenleving
(Onderhouds)budgetten te realiseren schoolgebouwen niet toereikend om aan kwaliteitsaspecten te kunnen voldoen 50% 500 1,97%
Lagere kwaliteit van onderhoud sportparken 50% 250 0,97%
Financiële problemen schoolbestuur openbaar onderwijs. 30% 250 0,59%
Onveilige schoolgebouwen 10% 500 0,40%
Financiële problemen schoolbesturen (bijzonder onderwijs). 10% 250 0,20%
Gemeentelijke garantstellingen aan (sport)verenigingen en instellingen van algemeen maatschappelijk nut. 10% 250 0,20%
Ongelukken in zwem- en sportaccommodaties 10% 250 0,19%
0
Totaal programma 5 2.250 4,52%
Grondexploitaties
Grondexploitaties (totaal) 10% 1.000 0,97%
Totaal geïnventariseerde risico's 25.200 100%

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen
Kengetallen Rekening Begroting Rekening Signaalwaarden
2021 2022 2022 Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
Netto schuldquote 64% 78% 64% < 100% 100%-130% > 130%
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 63% 77% 63% < 90% 90%-120% > 120%
Solvabiliteitsratio 24% 22% 21% > 20% 0%-20% < 0%
Structurele exploitatieruimte 1,69% 0,90% 0,06% > 0% 0 < 0%
Grondexploitatie 0,28% -1,56% 0,22% < 20% 20%-35% > 35%
Belastingcapaciteit 114,36% 102,07% 102,07% < 95% 95%-120% > 120%

Wat betekenen deze getallen?

Voor de kritische signaalwaarden is aansluiting gezocht bij de ‘Houdbaarheidstest gemeentefinanciën 2022’ van de VNG. Deze waarden geven aan of er sprake is van potentiële financiële stress op het betreffende gebied.

Netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen)
De netto schuldquote geeft indirect antwoord op de vraag of met het inkomen blijvend de schuldverplichtingen kunnen worden gedragen. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130% .Bij een overschrijding van deze signaalwaarde is sprake van een erg hoge schuldendruk. Het is verstandig om al bij een netto schuldquote hoger dan 100% alert te zijn. 

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
De signaalwaarde voor de effectieve netto schuldquote bedraagt 120%. Als de effectieve netto schuldquote de individuele signaalwaarde overschrijdt, heeft de gemeente een erg hoge schuld. Het is verstandig om al bij een effectieve netto schuldquote hoger dan 90% alert te zijn.

Solvabiliteit
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om op lange termijn haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger het percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteit is gedaald door het aantrekken van twee langlopende geldleningen in 2022.  

Grondexploitatie
De boekwaarde van de grondexploitaties moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Stichtse Vecht heeft een beperkte grondpositie.

Structurele exploitatieruimte
Dit cijfer is ter ondersteuning om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een negatief cijfer houdt in  dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Belastingcapaciteit
Dit cijfer geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde en wat de onbenutte belastingcapaciteit is. Als dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer (structurele) inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De signaalwaarde is 120% en is gerelateerd aan artikel 12 van de financiële verhoudingswet.  Dit houdt in dat de gemeente Stichtse Vecht een onbenutte belastingcapaciteit heeft van 7%.

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Bij kapitaalgoederen is het niveau van onderhoud direct gekoppeld aan het beschikbaar gesteld budget.

Hieronder staan de verschillende kapitaalgoederen weergegeven met de bijbehorende kaderstellende nota’s. Daarnaast zijn er nog diverse beheersplannen en de nota 'Beheer kapitaalgoederen' van toepassing op meerdere onderwerpen. Deze staan niet apart genoemd per kapitaalgoed.

Kapitaalgoederen Kaderstellende nota's
Wegen  Beheerplan wegen 2021 - 2025
Civiele constructies  Beheerbeleidsplan Civiele kunstwerken 2021- 2025
Openbare verlichting Beleidsplan Openbare verlichting 2020
Water en Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan 2022- 2026 (GRP)
Groen Groenstructuurplan Stichtse Vecht (GSP); Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)
Speelterreinen Beleidskader Spelen
Sportterreinen Beleidsnota Sport
Gebouwen Nota Duurzaamheid; IVAB.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader
Op grond van de Wegenwet hebben wij de zorgplicht om onze wegen goed en verantwoord te beheren. Hieronder vallen de zorgplicht asfalt, elementen en half-verhardingen. In 2020 zijn de wegen opnieuw geïnspecteerd. Deze inspectie vormt de basis voor het door uw raad in juli 2021 vastgestelde beheerplan ‘Wegen 2021-2025’. We vertalen het wegenbeheerplan naar concrete uitvoeringsmaatregelen voor 2022.

Financiën
In het meerjaren-investeringsplan zijn investeringen voor vervanging van wegen opgenomen. Daarnaast hebben we in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks onderhoud. Voor het planmatig onderhoud is een voorziening Wegen ingericht. We hebben al het werk gedaan op basis van belangrijkheid en veiligheid; dat waren voor ons de belangrijkste criteria. In 2022 is gestart met de uitvoering van een aantal investeringen zoals de Wagendijk. Het budget voor dagelijks onderhoud is besteed aan het oplossen van fixiemeldingen. Dit jaar hebben wij € 2,4 miljoen besteed aan planmatig onderhoud. Dit is lager dan de begrote € 3,6 miljoen. De middelen blijven beschikbaar in de voorziening wegen.

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Civiele constructies

Beleidskader
Onder civiele constructies wordt verstaan tunnels, viaducten, bruggen, duikers, (aanleg)steigers, beschoeiing, kades, grondkeringen en geluidschermen. Het doel is om veilige verkeersroutes in stand te houden, een vrije doorgang voor de scheepvaart te garanderen en de waterhuishouding op peil te houden. Het beheer- en beleidsplan ‘Civiele kunstwerken’ is vastgesteld door uw raad in 2021. Naast een beleidsmatig plan hebben wij in 2022 gewerkt aan een meerjarig onderhoudsplan op assetniveau. Daarvoor zijn de inspecties van civiele kunstwerken in 2022 uitgevoerd. Het meerjaren-onderhoudsplan zal in het tweede kwartaal van 2023 beschikbaar zijn.

Financiën
In het meerjaren-investeringsplan hebben we de benodigde investeringen voor de verduurzaming van de huidige installatie opgenomen. Daarnaast zijn in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks en planmatig onderhoud. Zoals beschreven bij de toelichtingen op de financiën bij Programma 3 (Fysiek) is er een overschrijding op de fixiemeldingen. Het aantal storingen aan civiele kunstwerken is beduidend hoger waardoor er een overschrijding is ontstaan. De oorzaak hiervan ligt in achterstanden in groot onderhoud en vervangingen. In 2022 is het groot onderhoud aan de Evert Stokburg afgerond.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader
Het doel is een verkeersveilige, sociaal veilige en leefbare omgeving die voldoet aan de landelijke richtlijnen. Per 2019 zijn wij geheel verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het verlichtingsareaal. Op basis van het in 2020 door uw raad vastgestelde beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen is een bestek opgesteld en aanbesteed in 2022. in Q1 zal er begonnen worden met de uitvoering hiervan. 

Financiën
In het meerjareninvesteringsplan hebben we de benodigde investeringen voor de verduurzaming van de huidige installatie opgenomen. Daarnaast zijn in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks en planmatig onderhoud. Zoals beschreven bij de toelichtingen op de financiën bij Programma 3 (Fysiek) is er een overschrijding op de onderhoudsbudgetten door een toename van het aantal storingen. De veroudering van het areaal leidt tot een toename van het aantal storingen.

Water en riolering

Terug naar navigatie - Water en riolering

Beleidskader
Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) heeft de gemeente een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten staat in het Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP). Op 8 maart 2022 is het GRP 2022 t/m 2026 door de raad vastgesteld.
Het GRP beschrijft de beleidsvoornemens op het gebied van Water en Klimaat en geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering en in de kosten voor de periode 2022-2026. 

Financiën
Wij hanteren een 100% kostendekkend tarief, waarbij alle kosten voor de rioleringszorg uit de rioolheffing worden gedekt. Bij de lasten maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringen. De kosten voor het jaarlijkse operationeel beheer en onderhoud vormen de exploitatiekosten. De investeringsactiviteiten zijn onderverdeeld in aanleg, vervanging en verbetering. Om schommelingen in de kosten op te vangen, maken we gebruik van een egalisatievoorziening, waardoor het tarief niet steeds aangepast hoeft te worden, wanneer sprake is van een piek of dal in de uitgaven. Zoals beschreven bij de financiele toelichtingen op de financiën bij Programma 3 (Fysiek) is er beperkte onderschrijding door achterstand in de werkzaamheden. 

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader
In 2022 hebben wij de nadruk gelegd op het op orde brengen van het groen. Door middel van de maandelijkse schouw hebben we het gewenste onderhoudsniveau geborgd, geld besteed  aan het reconstrueren van plantvakken en het wegwerken van achterstanden in het bomenbestand door veiligheidssnoei en veiligheidskap. Aanvullend op de veiligheidskap zijn de gekapte bomen in 2022 met een doorloop naar 2023 ingeboet. 

In 2022 is voorrang gegeven aan het opstellen van een Leidraad Inrichting Ruimte (LIOR). Verder zijn er voorbereidingen getroffen voor de opstelling van een Groenstructuurplan, waarin beleidsmatige kaders van groen worden opgenomen.

Financiën
De exploitatiebudgetten en de betreffende investeringen zijn waar mogelijk ingezet voor het reconstrueren van plantvakken en het wegwerken van achterstanden in het bomenbestand door veiligheidssnoei en veiligheidskap. Aanvullend aan de veiligheidskap zijn de gekapte bomen in 2022 met een doorloop naar januari 2023 ingeboet.
In 2022 zijn we met de nieuwe bestekken binnen de begrotingen gebleven.  Zoals beschreven bij de toelichtingen op de financiën bij Programma 3 (Fysiek) is er een onderschrijding op het onderhoud van beschoeiingen een overschrijding op uitgaven voor baggerwerkzaamheden.

Speelterreinen

Terug naar navigatie - Speelterreinen

Beleidskader
De speelplekken worden ingericht volgens de kadernota ‘Buiten spelen natuurlijk!’. De speeltoestellen moeten veilig te gebruiken zijn. De speelplaatsen worden duurzaam ingericht en aangepast op een veranderend klimaat. Het onderhoud van het groen op en rond de speelplaatsen vindt plaats volgens de nota ‘Beheer kapitaalgoederen’. Het onderhoud van de speeltoestellen vindt plaats volgens de richtlijnen ‘Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen’. Jaarlijks loopt de aannemer de speeltoestellen na en vindt inspectie door een onafhankelijke partij plaats. Op hun aanwijzingen worden reparaties uitgevoerd.

Financiën
In het meerjaren-investeringsplan hebben we de investeringen opgenomen voor het renoveren van speelplaatsen. Daarnaast zijn in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks beheer en onderhoud. Ook is een bedrag beschikbaar voor reconstructie en herinrichting. Zoals beschreven bij de toelichtingen op de financiën bij Programma 3 (Fysiek) is er een onderschrijding op het onderhoud van de speelterreinen.

Sportterreinen

Terug naar navigatie - Sportterreinen

Beleidskader
Buitenaccommodaties zijn kapitaalgoederen die onder het programma Sport vallen. Zoals vastgesteld in de Kadernota sport, faciliteren we in 2022 een verantwoord basisniveau van een gevarieerd sport- en beweegaanbod door betaalbare en toegankelijke sportaccommodaties. In geval van privatisering voert een onafhankelijk expert jaarlijks een schouw uit. Zo is het basiskwaliteitsniveau gewaarborgd.
Het onderhoud van de buitenruimten rondom sportaccommodaties is nog onvoldoende in beeld gebracht. We brengen in kaart wat nodig is en komen begin 2022 met een plan.

Financiën
In de begroting hebben we budgetten opgenomen voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties en voor bijdragen aan derden voor vervangingen. We besteden deze budgetten in overeenstemming met de kadernota Sport.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Omvang totale portefeuille

Aantal panden per categorie

15 sportaccommodaties, 4 onderwijspanden, 28 commerciële objecten, 32 gemeentelijke dienstverlening, 17 welzijn- en culturele accomodaties 

Beheerplannen vastgoed 
Het niveau waarop het vastgoed in stand wordt gehouden is vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van vastgoed. Dit meetinstrument is gebaseerd op de Conditiemetingsmethodiek volgens NEN 2767. Het niveau waarop het onderhoud gemiddeld wordt gehouden is vastgesteld op conditieniveau 3. Dit onderhoudsniveau is sober en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de representatieve, publiekelijke objecten, zoals de gemeentekantoren en de aula’s op begraafplaatsen, hanteert de gemeente Stichtse Vecht een gemiddeld conditieniveau 2: Goed/representatief.  
De meerjaren-onderhoudsplannen voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille zijn in 2020 aangepast. Om maximaal uitvoering te geven aan het efficiënt en planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed, is bij aanbestedingen gekozen voor wat grotere meerjarige clustercontracten, waarbij de markt is uitgenodigd om mee te denken met de gemeente.

Achterstand onderhoud
Met het vaststellen van het beheerplan gemeentelijk vastgoed eind 2020, was het algemene beeld bij de vastgoedobjecten dat behoorlijk wat achterstand in het onderhoud aanwezig was. De afgelopen twee jaar is deze achterstand voor een groot deel weggewerkt en zijn grote investeringen gedaan om de vastgoedobjecten naar de vastgestelde conditie te upgraden. 
 
Drinkwaterbeheer
Waterinstallaties inspecteren en herstellen we volgens NEN 1006. Het Drinkwaterbesluit en de regeling ‘Legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater’ hebben 2 soorten installaties: prioritaire en niet-prioritaire installaties. De gemeente voert in het kader van wettelijk onderhoud verschillende beheersmaatregelen uit. Dit is een contract waarin circa 30 (prioritaire en niet-prioritaire) gebouwen zijn opgenomen. Concreet gaat het om het uitvoeren van de jaarlijkse beheersmaatregelen (de eigenaar van het object is dit verplicht), het controleren van terugstroombeveiligingen, controleren en registreren van koud watertemperaturen, controleren en registreren van boilertemperaturen en het wekelijks doorspoelen van de drinkwaterinstallaties in de gebouwen.

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed
In december 2021 is de eerste fase van het verduurzamingsplan goedgekeurd door uw gemeenteraad. Het verduurzamingsplan bestaan uit drie fases van elk drie jaar dat loopt tot 2029, met als doel om voor 2030 een CO2-reductie te halen van 49%. Hiermee voldoet de gemeente Stichtse Vecht aan het klimaatbeleid van de rijksoverheid.

In de daarop volgende maanden van 2022 is ervoor gekozen om de uitvoering van het verduurzamingsplan tijdelijk uit te stellen, vanwege maatregelen om de werkdruk in balans te brengen in de organisatie. Ondanks die maatregelen is niet stil gezeten. Tijdens het planmatige onderhoud zijn diverse koppelkansen benut, zoals bij het dorpshuis cultureel centrum ’t Web. Bij deze locatie moest de dakafwerking worden vervangen, wat is gecombineerd met duurzame isolatie. Hetzelfde is toegepast bij de bibliotheek in Kockengen en bij diverse gymzalen is de bestaande verlichting vervangen voor ledverlichting.  

Afstoten gemeentelijk vastgoed
We streven naar een compacte en strategisch waardevolle vastgoedportefeuille die bijdraagt aan onze maatschappelijke beleidsdoelstellingen. Om richting te geven aan deze ambitie is in november 2020 de Vastgoednota 2020 vastgesteld. Als onderdeel hiervan is ook een portefeuilleplan opgesteld, waarbij het vastgoedperspectief per object is vastgesteld.  In 2022 zijn de voorbereidingen gestart voor de volgende panden:

  • Buitenweg 312 Maarssen – onderwijshuisvesting - overgedragen
  • Gaslaan 12 Maarssen – Muziekschool - onderzoek naar de mogelijkheden
  • Brouwerij 11 - politiebureau- verhuurd aan TIM
  • Sportweg 3 - buitenzwembad De Koet - overeenstemming
  • Sylverstein 86 Breukelen – woning - vluchtelingenopvang
  • Breedstraat 2 Maarssen – brugwachterswoning - onderzoek naar mogelijkheden
  • Spechtenkamp 232 – onderwijshuisvesting - overdracht in 2023
  • Buitenweg 312 – onderwijshuisvesting - overgedragen

Verzelfstandiging sportaccommodaties
Zoals in de Vastgoednota 2020 aangegeven, onderzoeken we de mogelijkheden voor het verzelfstandigen van de vastgoedcategorie binnen- en buitensport. In 2022 startte het scenario-onderzoek. 

Dorpshuizenbeleid
In 2020 is de strategische koers dorpshuizenbeleid vastgesteld. Onderdeel van het dorpshuizenbeleid is dat de dorpshuizen en wijkcentra om niet in gebruik worden gegeven en de exploitatiesubsidies stoppen. Ieder dorpshuis of wijkcentrum ontvangt een basissubsidie. Voor dorpshuizen is dit jaarlijks € 15.000 en voor wijkcentra jaarlijks € 10.000. Daar staat tegenover dat de subsidies voor inventaris, klein onderhoud, energielasten, personeelslasten, schoonmaakkosten en verzekeringen worden afgebouwd naar nul. De gemeente heeft haar eigen onderhoudsbudgetten voor groot onderhoud overdragen en de dorpshuizen en wijkcentra zullen zo veel als mogelijk verduurzamen. Vanaf 2021 is er geen huur meer geïnd. De nieuwe contractvorming heeft echter op zich laten wachten om diverse redenen, zoals corona en personeelstekort. In 2022 zijn de gesprekken gestart met de verschillende dorpshuizen en wijkcentra om te komen tot contractvorming. Inmiddels is ook de achterstand in het onderhoud weggewerkt en zullen met ingang van 2023 de budgetten voor planmatig onderhoud worden overgedragen, zodat de dorpshuizen en wijkcentra deze zelf kunnen uitvoeren. Per 1-1-2022 is ook het dorpshuis in Nigtevecht in ons eigendom.

Financiën
In het meerjaren-investeringsplan zijn de benodigde investeringen voor het verduurzamen van het gemeentelijk vastgoed in de jaren 2022 tot en met 2024 opgenomen. Daarnaast hebben we in de begroting budgetten opgenomen voor het dagelijks beheer en onderhoud van het vastgoed. Voor het groot onderhoud hebben we een budget beschikbaar gesteld. Deze middelen hebben wij in 2022 ook hiervoor ingezet. 

 

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De kaders voor uitoefening van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) en vertaald in het Treasurystatuut Gemeente Stichtse Vecht 2020. De paragraaf Financiering in de jaarrekening geeft inzicht in de wijze waarop de gemeente met haar financiële middelen is omgegaan.

Financieren en beleggen

Terug naar navigatie - Financieren en beleggen

Op het gebied van financieren en beleggen stelt de Wet fido de volgende beleidsmatige richtlijnen:

  1. Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan uit hoofde van de publieke taak.
  2. Tijdelijk overtollige middelen worden verstandig uitgezet en is primair niet gericht op het verkrijgen van extra inkomsten.

Het financieringsbeleid is in 2022 binnen de kaders van de Wet fido uitgevoerd.

Ontwikkeling leningportefeuille

Terug naar navigatie - Ontwikkeling leningportefeuille

In 2022 zijn er twee langlopende geldleningen aangetrokken en twee langlopende leningen afgelost. Per 31 december 2022 is de leningportefeuille opgebouwd uit 17 langlopende geldleningen. De totale restschuld bedraagt € 123 miljoen.

Leningportefeuille (bedragen* € 1.000) Bedrag
Leningportefeuille per 31 december 2021 80.521
Aflossingen 2022 -12.428
Nieuw aangetrokken leningen 55.000
Leningportefeuille per 31 december 2022 123.093

Renteschema 2022

Terug naar navigatie - Renteschema 2022
Renteschema (bedragen * € 1.000) Bedrag
Externe rentelasten over korte en lange financiering 1.062
Af: externe rentebaten -112
Totaal door te rekenen externe rente 950
Af: rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -8
Af: rentelasten door verstrekte leningen aan woningcorporaties -14
Bij: rentebaten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 14
Bij:Rente over eigen vermogen (kapitaaldekkingsreserves) -
Bij:Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) -
Bij:Aan taakvelden toe te rekenen rente (programma’s inclusief overzicht overhead) 942
Af: werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) -1.324
Renteresultaat -382

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

De Wet fido beperkt de risico’s bij het lenen en beleggen van financiële middelen. De wet bepaalt onder meer dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten en garanties kunnen verlenen. De risico’s op kort- en langlopende geldleningen worden beperkt door de introductie van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
Het kasgeldlimiet stelt een grens aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen. Het moet de budgettaire gevolgen van renteschommelingen op kortlopende geldleningen beheersen. De limiet is in 2022 twee kwartalen overschreden. De Wet fido geeft aan dat het kasgeldlimiet maximaal twee achtereenvolgende kwartalen mag worden overschreden. Indien een overschrijding voor het derde achtereenvolgende kwartaal plaatsvindt, dient de toezichthouder met een rapportage op de hoogte te worden gebracht en dient een plan te worden overgelegd hoe de gemeente binnen de kasgeldlimiet blijft. Het geheel is goedgekeurd. Om te voorkomen dat in het derde kwartaal de kasgeldlimiet ook wordt overschreden, is in het tweede kwartaal geanticipeerd op het teniet doen van de overschrijding, door het aantrekken van een langlopende lening.

Kasgeldlimiet 2022 (bedragen * € 1.000) Q1 - 2022 Q2 - 2022 Q3 - 2022 Q4 - 2022
Omvang begroting na wijziging 167.811 167.811 167.811 167.811
Grondslagpercentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 14.264 14.264 14.264 14.264
Rekening-courant -245 444 -480 -2.617
Kortlopende financiering: kasgeldleningen o/g -21.667 -21.667 -9.667 -9.000
Kortlopende uitzettingen: schatkistbankieren (SKB) 1.604 3.126 6.265 428
Kortlopende uitzettingen: decentrale overheden - - - -
Overschrijding (-) / onderschrijding (+) -6.044 -3.833 10.382 3.076

Renterisiconorm
De renteonzekerheid voor de lange termijn wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm vormt een kader voor een adequate spreiding van looptijden in de financieringsportefeuille. Met als doel de portefeuille zodanig op te bouwen dat renterisico’s door renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate zijn beperkt.

Renterisiconorm 2022 Begroting Rekening
(bedragen * € 1.000) 2022 2022
A Renterisiconorm (20% begrotingstotaal) 29.372 33.562
B Renterisico (aflossingen + renteherzieningen) 12.428 12.428
(A-B) Ruimte onder renterisiconorm 16.944 21.134

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij willen een organisatie zijn die voortdurend verbetert en vernieuwt. Een organisatie die nadenkt over wat beter kan en hoe de kwaliteit van onze medewerkers zo optimaal mogelijk kan worden ingezet. Dit vraagt een goed functionerende bedrijfsvoering, die blijvend kan voldoen aan de ontwikkelingen in de markt. 

Ontwikkeling organisatie

Terug naar navigatie - Ontwikkeling organisatie

Samen verder bouwen
Op 1 juli 2022 is de doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie ‘Van goed naar beter’ geëindigd. De feitelijke herinrichting van de organisatie (de structuurkant) is per 1 november 2021 afgerond. Het directieteam is geïnstalleerd en nagenoeg alle managementfuncties zijn ingevuld. Tegelijkertijd is de doorontwikkeling nog niet klaar en is de organisatie nog onvoldoende in staat om bewust bekwaam uitvoering te geven aan de ambities uit het coalitieakkoord 2022-2026.

Op verzoek van het college en de gemeentesecretaris heeft adviesbureau Hiemstra & De Vries in de zomer van 2022 een onderzoek uitgevoerd om advies uit te brengen over wat er nodig is voor de toekomst. Dit heeft in september 2022 geresulteerd in het rapport ‘Second opinion op de doorontwikkeling – Behoefte aan rust, daadkracht en focus’. Vervolgens is in september 2022 een tijdelijke kerngroep samengesteld, die de opdracht heeft gekregen om de directie te adviseren over het vervolg van de organisatieontwikkeling op basis van het rapport van Hiemstra & De Vries. De kerngroep heeft in december 2022 in het adviesdocument ‘Programma samen verder bouwen – vervolg organisatieontwikkeling Stichtse Vecht’ antwoord gegeven op de ‘wat’ en ‘hoe’ vraag. Hierdoor kan de ontwikkeling van de organisatie verder worden gebracht, bekeken vanuit de samenhang van wat er al ligt en gebeurt. Daarbij is er concreet advies gegeven op twee hoofdvragen en een sub-vraag:

  1. Wat is aanvullend nodig op wat er is opgenomen in de organisatiestrategie en al in gang is gezet?
  2. Hoe organiseren en sturen we het vervolg van de ontwikkeling van de organisatie?
    En hoe geven we hier invulling aan? Wat is bijvoorbeeld de betekenis voor (de toekomst van) de programmagroep, werkgroepen en kerngroep?

Uitgangspunten

  • De ontwikkeling van de organisatie is een doorlopend proces waar directie, management én medewerkers eigenaar van zijn. Er lopen in dat kader al diverse initiatieven in de domeinen en teams. In het directieadvies wordt geen eindpunt beschreven, maar wel wat aanvullend nodig is om de ontwikkeling op kortere en langere termijn verder te brengen.
  • De organisatievisie is in lijn met het eerste uitgangspunt als vertrekpunt. De organisatievisie is hét document dat richting geeft aan de organisatie, het beschrijft de organisatiestrategie. In het directieadvies is de strategie uit de organisatievisie verrijkt en aangescherpt.
  • De drie bewegingen uit de oorspronkelijke doorontwikkeling zijn niet een-op-een meegenomen in het vervolg: 1) van versnippering naar integrale samenwerking en verbinding; 2) van waan van de dag naar rust en professionaliteit; 3) van onduidelijkheid over verantwoordelijkheden naar rolzuiverheid en eigenaarschap. De drie bewegingen hebben de organisatie geholpen tot 1 juli 2021, de einddatum van ‘Van goed naar beter’.
  • Het coalitieakkoord 2022-2026 en het adviesrapport van Hiemstra & De Vries vormden de bronnen voor de vertaalslag naar concrete adviezen voor de directie.

Organisatievisie Stichtse Vecht
In 2022 is de organisatievisie Stichtse Vecht opgesteld. De organisatievisie bestaat uit de visie, missie, strategie en (kern)waarden. De visie gaat in op het ideaalbeeld van onze organisatie voor de toekomst. De visie van Stichtse Vecht luidt:

  • Netwerkorganisatie
    We staan samen met onze inwoners, ondernemers en organisaties aan de lat van de grote en kleine opgaven van Stichtse Vecht. Samenwerken is voor ons vanzelfsprekend en doen we met overtuiging. Dit doen we in netwerken, zowel intern met collega’s en bestuurders, als extern met inwoners, ondernemers, maatschappelijke organisaties en (regionale) partners.
  • Werken vanuit de bedoeling
    We zijn een betrouwbare overheid die handelt en denkt vanuit het belang van onze inwoners. We staan voor wat we doen en zijn daarop aanspreekbaar. Als organisatie werken we vanuit de bedoeling, waarbij we van betekenis zijn voor onze inwoners. We leveren daarbij moderne dienstverlening die voldoet aan alle wettelijke en kwaliteitseisen.
  • Op basis van vertrouwen
    We durven de regie meer bij de samenleving te laten. Het faciliteren en ondersteunen van particuliere initiatieven doen wij met oprecht enthousiasme, omdat we geloven dat inwoners en overheid elkaar nodig hebben en kunnen versterken. We benutten optimaal ieders kennis en ideeën.

De missie beschrijft de identiteit van onze organisatie en wat we in de huidige situatie willen bereiken. Onze missie luidt: Alles wat we doen draagt bij aan het aantrekkelijker maken van Stichtse Vecht als gemeente om in te wonen, leven, werken en recreëren.
De strategie beschrijft de doelstellingen die voortvloeien uit de visie. De strategie bestaat uit 3 strategische doelstellingen, waaronder een aantal organisatiedoelstellingen en een tijdspad per strategische doelstelling. De 3 strategische doelstellingen zijn:

  1. We koesteren en waarderen onze medewerkers;
  2. We verstevigen het fundament;
  3. De opgaven zijn leidend bij de realisatie van bestuurlijke ambities.

De uitgebrachte (directie)adviezen zijn gerangschikt volgens deze drie strategische doelstellingen. In 2023 worden de adviezen en besluiten verder uitgewerkt en uitgevoerd conform de afspraken uit het coalitieakkoord: Bouwen aan een stevig fundament voor Stichtse Vecht, waarbij programma 1 ‘Een betrokken en professionele ambtelijke organisatie’ centraal staat.

Innovatie

Terug naar navigatie - Innovatie

In het afgelopen jaar is innovatie niet als zelfstandig thema terug gekomen. Wel is er in 2022 weer geïnvesteerd in de ontwikkeling van medewerkers en het management, zowel inhoudelijk, als op vaardigheden en competenties. De organisatieontwikkeling en de ontwikkeling van medewerkers en teams heeft veel aandacht. In het najaar is de pilot Veerkracht gestart, waarbij onderwerpen als werkdrukbalans, rolduidelijkheid en samenwerken centraal stonden. Deze pilot wordt in 2023 geëvalueerd.

Opleidingsprogramma

Terug naar navigatie - Opleidingsprogramma

In 2022 is ingezet en geïnvesteerd in individuele (loopbaan)coaching, vakinhoudelijke trainingen van medewerkers en incompany trainingen tijdens en voor de onboarding van nieuwe medewerkers. Daarnaast is gestart met het leiderschapsprogramma voor directie en management (MD programma).  Voor de BOA's is een meerjaren-opleidingsplan opgesteld en de uitvoering hiervan is gestart. De Omgevingswet is uitgesteld, hierdoor is  minder aandacht gegeven aan het opleiden van medewerkers om te werken volgens de Omgevingswet. Aan het onderdeel ‘Een andere manier van samenwerken’ uit de omgevingswet is wel aandacht besteed. Daarnaast is gestart met het programma 'mentale veerkracht' door Maarten de Winter. Onderdeel van dit programma is (team)coaching van medewerkers. 

Human Resources

Terug naar navigatie - Human Resources

In 2022 is volop ingezet om de organisatie weer 'in control' te brengen. Er is ingezet op het invullen van vacatures, het terugbrengen van het ziekteverzuim, het terugdringen van het hoge verloop en het koesteren, waarderen en blijven boeien van huidige medewerkers. 

Om vacatures in te vullen in deze krappe arbeidsmarkt, zijn het afgelopen jaar diverse tools gebruikt. Toekomstige vacatures worden op de Werken bij website van Stichtse Vecht vermeld, kandidaten die al in beeld zijn worden breder gematcht en we zoeken actief via LinkedIn. In 2023 wordt naast vacatures ook andere content geplaatst om Stichtse Vecht als aantrekkelijk werkgever in beeld te brengen. 

Het verzuim in 2022 was hoger dan het gemiddelde van de VNG. Om het verzuim terug te dringen zijn diverse interventies gedaan om het proces rondom verzuim te optimaliseren. Deze zijn gericht op het terugdringen van kort frequent en middellang verzuim. Begin 2023 wordt een actieplan voor het verder terugbrengen van verzuim opgesteld.

Om verloop terug te dringen is veel aandacht voor een goede onboarding  (de eerste kennismakingsfase van nieuwe medewerkers met de organisatie). De onboarding wordt periodiek geëvalueerd. Verder is eind 2022 het leiderschapsprogramma gestart, om onder andere toe te werken naar minder verscheidenheid (in faciliterend en inspirerend leiderschap). Hierbij is uiteraard ook aandacht voor de persoonlijke leiderschapsstijl en authenticiteit.

Tot slot is ingezet op het koesteren en waarderen van de huidige medewerkers. In de afgelopen periode hebben diverse medewerkers een interne loopbaanstap gemaakt (doorstroom). Daarnaast waren er verschillende gesprekken tussen leidinggevenden en hun teams, o.a. naar aanleiding van de second opinion, het betrekken bij de teamjaarplannen, gesprekken over de welzijnsenquête, verschillende teamdagen, een nieuwjaarsontbijt, etc. Ook zijn er vanuit het leiderschapsprogramma afspraken gemaakt over het voeren van ‘Het goede gesprek’. Naast de persoonlijke aandacht is de reiskostenregeling verruimd en is het projectplan e-HRM vastgesteld. Met de invoering van een nieuw e-HRM systeem is Stichtse Vecht in de toekomst in staat om vastgelegde data in te zetten voor strategische doeleinden, zoals het sturen op resultaat vanuit betrouwbare kengetallen, strategische personeelsplanning, het ontwikkelen van medewerkers, etc. De implementatie wordt verwacht per 1-1-2024.

Loonsom organisatie

Terug naar navigatie - Loonsom organisatie

Voor de uitvoering van onze taak beschouwen en benutten we de loonsom ( of personeelslasten) en inhuur voor vacatures en ziekte als 1 geheel. De afwijkingen ten opzichte van de begroting worden niet afzonderlijk beoordeeld per programma of taakveld maar op het totale budget voor personeel en inhuur voor vacatures en ziekte en in de paragraaf Bedrijfsvoering van de jaarrekening toegelicht.  

De totale begrote loonsom is € 37,85 miljoen. De loonsom organisatie bedraagt € 31,5 miljoen en bestaat uit ca. 385 FTE aan medewerkers, die direct werkzaam zijn onder directie in de teams van de organisatie. De loonsom overig van € 5,6 miljoen betreft onder meer de loonkosten voor de griffie, college, raad en medewerkers van Kansis en het Kikkerfort. Bij indirecte personeelslasten moet u onder meer denken aan reiskosten, overwerk, onregelmatigheidstoeslag, aan- en verkoop van verlof etc.

De verdeling van de loonsom ( of personeelslaten) lasten naar de programma's heeft zoveel mogelijk overeenkomstig de verdeling bij de begroting van 2022 plaatsgevonden en is terug te vinden in de financiële analyse per programma als toegerekende personeelslasten.  De aansluiting is in onderstaande tabel gepresenteerd.

Specificatie Loonsom\personeelslasten 2022 Begroot Werkelijk
Loonsom organisatie 31.509 26.216
Loonsom overig 5.621 6.035
Indirecte personeelslasten 721 520
Inhuur ten laste van de loonsom 0 7.797
Totaal Loonsom\personeelslasten 37.850 40.568
Toerekening personeelslasten per programma 2022 Begroot Werkelijk
Programma 1 16.687 18.390
Programma 2 1.184 1.100
Programma 3 8.554 9.148
Programma 4 9.234 9.344
Programma 5 2.190 2.586
Totaal toegerekende personeelslasten 37.850 40.568

Het afgelopen jaar is bijna € 2,3 miljoen meer aan loonsom en inhuur voor vervanging in verband met vacatures en ziekte uitgegeven dan begroot. Het ziekteverzuim over 2022 bedroeg 7,7 %. Daarnaast stonden per 31 december 2022 nog voor 46 FTE aan vacatures open. Niet elke openstaande vacature of ziektemelding leidt tot inhuur. De overschrijding komt vooral doordat de kosten van inhuur hoger zijn van de salarislasten van vast personeel. Bij voltijd vervanging houden we rekening met het dubbele aan kosten. Bij de Bestuursrapportage 2022 hebben we een overschrijding geprognosticeerd van de loonsom op basis van de cijfers van het eerste halfjaar van € 2,5 miljoen.  

We hebben bij de Bestuursrapportage ook aangegeven dat niet alleen inhuur van vacatures en vervanging wegens ziekte als inhuur ten laste van de loonsom is geregistreerd, maar ook inhuur boven de formatie voor bijvoorbeeld projecten op het gebied van inkoopoptimalisatie, verbeterplan ruimte en data/informatiemanagement. Dit is geen inhuur ten laste van de loonsom, maar betreft activiteiten die uit andere budgetten gedekt zouden moeten worden. In het tweede half jaar is  daarom onderscheid gemaakt tussen de inhuur ten laste van de loonsom en inhuur buiten de loonsom. 

Wij hebben bij de Bestuursrapportage 2022 geprognosticeerd dat na het juist rubriceren van inhuur ten laste van de loonsom en ten laste van budgetten buiten de loonsom, de overschrijding ten laste van de loonsom tussen de € 1 miljoen en € 3,2 miljoen zou bedragen. Met de uiteindelijke overschrijding van € 2,3 miljoen blijven we binnen de bandbreedte, zoals we in de Bestuursrapportage 2022 hebben gemeld. In de begroting 2023 is € 2 miljoen opgenomen (inhuur van voltijd 25 fte) om de overschrijding op te vangen.

Analyse loonsom 2022 Begrote loonsom Salarissen Inhuur Onttrekking reserve Inkomsten Saldo loonsom % inhuur van de loonsom
Totaal 37.850 32.770 7.797 50 371 -2.296 20,60%

Inhuur buiten de loonsom

Naast de inhuur ten laste van de loonsom (vervanging ziekte en vacatures) huren we ook in op uitvoering van activiteiten (inhuur buiten de loonsom). De inhuur buiten de loonsom is in de jaarrekening verantwoord onder de overige lasten. In onderstaande tabel zijn zowel de overige lasten als de inhuur buiten de loonsom per programma weergegeven.

Analyse overige lasten Inhuur buiten loonsom
Prog nr. Begroot Werkelijk Verschil Begroot Werkelijk Verschil
1. Bestuur 16.157 14.882 1.276 656 2.154 -1.498
2. Veiligheid 5.008 4.782 226 25 61 -36
3. Fysiek 32.369 30.282 2.087 887 2.901 -2.014
4. Sociaal 49.419 57.453 -8.034 214 1.280 -1.067
5. Samenleven 12.206 10.736 1.470 197 437 -241
Totaal 115.159 118.134 -2.974 1.978 6.833 -4.855

De inhuur buiten de loonsom heeft ten opzichte van begroting op de kostensoort inhuur een overschrijding van € 4,9 miljoen. Deze overschrijding is grotendeels gedekt binnen het totale budget voor overige lasten. De totale overige lasten zijn in totaal € 3 miljoen (2,6%) hoger dan begroot. In de financiële analyse bij de programma's bij het onderdeel overige lasten zijn de belangrijkste afwijkingen nader toegelicht indien op taakveldniveau sprake is van een overschrijding bij de overige lasten. 

De voornaamste afwijkingen tussen realisatie en begroting voor inhuur buiten de loonsom zijn:

  • inhuur vanwege het project inkoopoptimalisatie € 1 miljoen (programma 1 Bestuur);
  • inhuur voor de woningbouw versnelling, andere ontwikkelprojecten, omgevingsvergunningen en omgevingswet € 1,5 miljoen (programma 3 Fysiek). Hier staan deels ook hogere ontvangen leges omgevingsvergunningen tegenover.
  • inhuur in verband met de regeling voor opvang van Oekraïners € 0,5 miljoen (programma 4 sociaal);
  • Inhuur in het kader van de re-integratie en uitvoering van de opvang van nieuwkomers € 0,5 miljoen (programma 4 Sociaal);
  • Diverse overige afwijkingen € 1,4 miljoen.

Inkoop- en aanbesteding

Terug naar navigatie - Inkoop- en aanbesteding

In 2022 zijn eerder geformuleerde actiepunten in de praktijk gebracht en/of voortgezet voor het inrichten van het gehele inkoopproces (inkoop, aanbestedingen en contractmanagement).
Veel aandacht is uitgegaan naar het inzichtelijk maken van de inkoopbehoefte, uitgaven en de rechtmatigheid daarvan. Daarnaast zijn verdere stappen gezet om doelgericht het gehele inkoopproces te optimaliseren. Enkele maatregelen om de onrechtmatigheid terug te dringen waren:

  • Projectmatige aanpak inkoopproces.
  • Periodieke voortgangsrapportages aan verantwoordelijk management.
  • Versterken van samenwerking tussen lijn-, control- en de inkooporganisatie.
  • Inkoop agenda/planning opstellen.

Uit onderzoek blijkt dat in 2022 voor een bedrag van € 3,6 miljoen nieuwe onrechtmatigheden zijn ontstaan (en een onzekerheid van € 0,6 miljoen). Belangrijkste oorzaken van deze onrechtmatige uitgaven zijn het niet tijdig oplossen van onrechtmatigheid uit voorgaande jaren (doorlopende contracten), het ontbreken van inzicht in de lopende contracten en het niet volgen van de Aanbestedingswet. 

Hoewel een rechtmatige en doelmatige inkoop het uitgangspunt is, kunnen zich situaties voordoen waarin dit niet wordt behaald. Bijvoorbeeld een aanbesteding van groot maatschappelijk belang, waarbij de gemeente andere keuzes maakt. Deze keuzes worden expliciet vastgelegd en alleen met toestemming van de gemeentesecretaris en de portefeuillehouder gemaakt. De inspanningen om de rechtmatigheid van de inkopen te garanderen, leidden ook tot een structurele focus op meer doelgericht inkopen. 

Informatisering en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en Automatisering

2022 was voor Data en Informatiemanagement een druk jaar. Het documentmanagement systeem Decos is na een aanbesteding vervangen door Zaaksysteem.nl. Hiermee is een nieuw systeem geïmplementeerd, waarin zaakgericht wordt gewerkt en het archief geborgd is. Ook is vanuit Zaaksysteem de koppeling met het Sociaal Domein applicatie tot stand gebracht. De Klachtenapplicatie Octopus is live gebracht. Voor de Schuldhulpverlening is een aanbesteding afgerond, net als voor het beheer van de Openbare Ruimte. De E-HRM (personeelsbeleid) is aanbesteed en wordt in 2023 geïmplementeerd. De databaseomgeving van Oracle is gemigreerd, van versie 12 naar 19.  De migratie GEO-link is aangepast naar de wensen van de gebruikersorganisatie en aan de nieuwe eisen van het kadaster. 

In het kader van het overbrengen van software naar de cloud (Saas = software as a Service) zijn de volgende applicaties ‘versaast’: Tableau (rapportagetool), Key2begraven (registratie van overleden burgers) en Xential (documenten genereren).

Informatiebeleid en –beheer

Terug naar navigatie - Informatiebeleid en –beheer

Om de digitale transformatie verder invulling te kunnen geven, is per 1 januari 2022 het handboek vervanging van kracht geworden. In 2022 is het nieuwe zaaksysteem in gebruik genomen. Het proces van de bestuurlijke besluitvorming is hierin ingericht, waarmee in dit proces een belangrijke verbeterslag is gemaakt in het digitaal werken en archiveren. De applicatie voor Sociaal domein is gekoppeld met het nieuwe zaaksysteem, waarbij ook dit werkproces verder is gedigitaliseerd. De applicatie voor ‘Vergunning Toezicht en Handhaving’ is in 2022 vervangen. In 2023 zullen de werkprocessen in deze applicatie verder worden geoptimaliseerd, waarna ook hier volledig digitaal kan worden gewerkt en gearchiveerd. Dit betekent dat onze hybride manier van werken in 2023 nog verder wordt verminderd. De digitalisering van de oude bouwdossiers en overdracht aan het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHC) loopt nog enkele jaren door, naar verwachting tot en met 2028. 

Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Het beschermen van persoonsgegevens en informatieveiligheid heeft een belangrijke plek in onze bedrijfsvoering. Inwoners, ondernemers en medewerkers vertrouwen erop dat wij voldoen aan de wettelijke verplichtingen en normen uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO).

Algemene verordening gegevensbescherming (AVG)
Om de naleving van de AVG te meten en het ambitieniveau vast te stellen hebben wij gekeken naar de mogelijkheden die het door de VNG ontwikkelde monitorinstrument, het AVG-borgingsproduct, biedt. De organisatieontwikkelingen maakten 2022 nog te vroeg om het instrument te  gebruiken. Vanwege het verloop in de organisatie en daarmee de uitstroom van kennis en ervaring, is in 2022 eerst de focus gelegd op kennisontwikkeling en bewustwording. Ook in 2023 zal dat aandacht vragen. Op het gebied van bewustwording is in 2022 het omgaan met persoonsgegevens en informatieveiligheid onder meer via een e-learningcampagne met ‘beveiligingsexpert’ Sir Askalot bij medewerkers en college onder de aandacht gebracht. Zij ontvingen een wekelijkse e-mail met een meerkeuzevraag met directe feedback op het gegeven antwoord. Daarnaast zijn medewerkers over informatieveiligheid en de AVG geïnformeerd via tweewekelijkse berichten op het intranet, bezoeken in de domein-, management- en teamoverleggen en via de daarvoor bestemde (fysieke) informatiemuur in het gemeentekantoor. Ook is er in november gestart met een maandelijkse bewustwordingssessie voor nieuwe in- en externe medewerkers. 

Wet politiegegevens (Wpg)
Naast de AVG heeft de gemeente ook te maken met de Wet politiegegevens (Wpg). De Wpg verplicht de gemeente als werkgever van boa’s met opsporingstaken, om via een jaarlijkse interne audit te oordelen over de omgang met persoonsgegevens. Ook moet elke vier jaar een externe audit uitgevoerd worden. Een verslag van de externe audit is, conform de Wpg, aan de AP gezonden.


In 2022 heeft de externe audit voor het eerst plaatsgevonden. Uit de audit is een overzicht met aanbevelingen gekomen, dat is gericht op het verbeteren van de vastleggingen en beschrijvingen waarop het verwerken van politiegegevens in Stichtse Vecht is gebaseerd (opzet), de maatregelen en procedures die van toepassing zijn (bestaan) en de werking van getroffen maatregelen en procedures. Met de aanbevelingen uit de audit is een (meerjarig) verbeterplan opgesteld om te gaan voldoen aan de Wpg. De aanbevelingen uit de audit pakken wij vanaf 2023 op. 

Informatieveiligheid
De recente geschiedenis laat zien dat cyberincidenten, zoals ransomware-aanvallen, aan de orde van de dag zijn. Een verkeerde klik in een onbetrouwbare e-mail is snel gemaakt, wat ervoor zorgt dat menselijke fouten een groot effect kunnen hebben. 
De digitale weerbaarheid is hierin een belangrijke factor. Omdat de VNG de dienstverlening van de SIEMSOC-oplossing voor GGI Veilig voortijdig heeft beëindigd, gaan we in 2023 op zoek naar een andere oplossing/leverancier. SIEM/SOC is een actieve monitoring en responsedienst voor het bewaken van gedrag en acties op het netwerk. Het verhoogt de digitale weerbaarheid.

 
Het afgelopen jaar hebben we wederom stappen gezet in informatiebeveiliging, zowel op het gebied van technische als organisatorische maatregelen. De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is de basis om te komen tot een structureel hoger niveau van informatieveiligheid binnen de gemeente. De jaarlijkse uitwijktest is gedaan en succesvol verlopen. Bij de uitwijktest simuleren we dat de hoofdlocatie niet meer beschikbaar is en bouwen we de uitwijklocatie op. Het afgelopen jaar zijn er geen incidenten geweest die invloed hebben gehad op de dienstverlening. Om beter in control te komen hebben we naast de jaarlijkse ENSIA zelfevaluatie ook een pentest (penetratietest) laten uitvoeren. Een pentest geeft inzicht in de status en effectiviteit van de beveiligingsmaatregelen. 
 

Onderzoeksprogramma

Terug naar navigatie - Onderzoeksprogramma

De gemeente Stichtse Vecht kent verschillende onderzoeken waar we van kunnen leren en onze werkwijzen verbeteren. Dit zijn onder andere:
          • bijzondere onderzoeken zoals rechtmatigheidsonderzoeken;
          • artikel 213a-onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering;
          • overige audits, zoals de ENSIA, een periodieke IT-audit of de jaarlijkse DigiD-audit.

Voor het doen van onderzoeken  kent de gemeente de verordening ‘Onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Stichtse Vecht’. In de verordening is de onderzoeksfrequentie, de manier waarop onderzoeken worden gepland en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd, vastgelegd. Gepland was om in 2022 het (interne) onderzoeksbeleid te actualiseren en in vervolgens een onderzoeksprogramma op te stellen. Dit is niet gerealiseerd. Vanwege de beschikbare capaciteit, vacatures en werkdruk was herprioritering van de werkzaamheden nodig, waarbij voorrang is gegeven aan going-concern taken zoals de uitvoering van het interne controleplan en de jaarlijks verplicht uit te voeren audits.  

Integriteit

Terug naar navigatie - Integriteit

Integer handelen is van groot belang voor het vertrouwen van inwoners, bedrijven en organisaties. Het draagt bij aan het functioneren van bestuur en organisatie. Integer handelen kent drie aspecten:

  1. Een transparante stijl van besturen. Ook in 2022 hebben we doorlopend aandacht besteed aan bewustwording op dit onderwerp. Naast trainingen voor nieuwe medewerkers is een bewustwordingssessie voor het college georganiseerd en een werkconferentie over integriteit voor raadsleden en commissieleden (deze vond plaats in de eerste week na het reces in 2023). De kandidaat-wethouders zijn door middel van een integriteitstoets en een bewustwordingsgesprek (voorafgaand aan hun benoeming) geïnformeerd over het onderwerp integriteit.
  2. Beschermen van mensen tegen mogelijke integriteitsrisico’s in hun werk. De werking van het protocol ‘Melding vermoedens integriteitsschendingen politieke ambtsdragers’, is met uw raad geëvalueerd en vervolgens is de geactualiseerde versie van dit protocol vastgesteld. Een vergelijkbaar protocol voor de organisatie wordt opgesteld.
  3. Handhaven van de regels en onderzoek doen als sprake is van een vermoede van de schending van onze integriteitsafspraken. Meldingen of signalen tegen bestuurders of medewerkers zijn opgepakt en hierover wordt in het jaarverslag integriteit en op de gemeentelijke website gerapporteerd. Het verslag over het jaar 2022 volgt in de loop van 2023.

Het integriteitswerk wordt uitgevoerd binnen de bestaande financiële kaders.

Overheadkosten 2022

Terug naar navigatie - Overheadkosten 2022

De werkelijke overheadkosten in 2022 bedragen € 22, 2 miljoen en zijn daarmee € 1,7 miljoen hoger dan de begroting van € 20,5 miljoen. De overschrijding komt vooral door inhuur ten laste van de loonsom  voor vervanging voor vacatures en ziekte.  In dit overzicht is niet de inhuur voor overheadprojecten buiten loonsom opgenomen.

Overheadkosten 2022 Begroting 2022 na wijziging Rekening 2022 Saldo 2022
Bedrijfsvoering
Bestuurlijke en Juridische zaken 541 394 147
Data en Informatiemanagement 4.218 4.106 113
Financiën en Control 91 128 -36
Huisvesting organisatie 707 758 -51
Interne Dienstverlening 538 570 -32
Mens en Organisatie 1.327 1.306 22
Totaal bedrijfsvoering 7.423 7.261 162
Personeelslasten
(Inhuur) Loonsom overhead 12.329 14.130 -1.801
Indirecte personeelslasten 750 763 -13
Totaal personeelslasten 13.079 14.893 -1.814
Eindtotaal 20.502 22.155 -1.653

Bestuurlijke en Juridische zaken
Het voordeel wat we behaald hebben bij bestuurlijke en juridische zaken bestaat voornamelijk (€89.978) uit het uitlenen van personeel aan de gemeente Utrecht. Daarnaast zijn een aantal kosten lager uitgevallen dan begroot. Dit levert een voordeel op van € 147.000.

Data en Informatiemanagement
Doordat het digitaliseren van het archief vertraging heeft opgelopen, zijn niet alle kosten in 2022 gemaakt die hiervoor begroot zijn. Dit levert een voordeel op van € 72.911. Het totale voordeel op overheadkosten van data en informatiemanagement komt op € 112.655.

Huisvesting organisatie
Doordat de kosten van de onderhoudswerkzaamheden zijn gestegen, wordt huisvesting organisatie overschreden met een bedrag van € 51.171.

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf

De Wet open overheid (Woo) trad op 1 mei 2022 in werking en vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In 2022 zijn in dat 2022 in Stichtse Vecht 50 Wob/Woo-verzoeken ontvangen en afgehandeld. Naast openbaarmaking op verzoek wordt nu op grond van 3.1 Woo ook een actieve openbaarmaking van documenten door de organisatie verwacht. In 2022 betrof dat documenten die al openbaar werden gemaakt zoals wet- en regelgeving, besluiten van algemene strekking, organisatiegegevens, raadstukken, besluitenlijsten en jaarplannen, verslagen en onderzoeken. De komende jaren wordt de openbaarmaking gefaseerd uitgebreid met de andere in de Woo benoemde informatiecategorieën. Voor de implementatie van de Woo is in Q3 en Q4 2022 een eerste aanzet gedaan om een implementatieplan op te stellen Daartoe is o.a. een extern bureau ingehuurd en is een vaste Woo-coördinator aangesteld om het proces te begeleiden en in de organisatie te borgen. Voor de implementatie wordt een beroep gedaan op door het gemeentefonds beschikbaar gestelde middelen, zoals vastgelegd in de meicirculaire 2021 van de VNG. De financiële middelen bestaan uit zowel incidentele als structurele middelen.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een gemeente kan zelf bepalen hoe een gemeentelijke taak wordt uitgevoerd. De gemeente kan ervoor kiezen om de uitvoering zelf uit te voeren of de uitvoering samen met een aantal andere gemeenten te regelen. De gemeente Stichtse Vecht maakt voor de uitvoering van een aantal van haar taken gebruik van dit soort samenwerkingsverbanden in de vorm van een verbonden partij. Deze paragraaf gaat in op de beleidsmatige en financiële relatie van de gemeente met deze verbonden partijen.

Een verbonden partij is een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie, waarin de gemeente een bestuurlijk én een financieel belang heeft. De gemeente heeft een bestuurlijk belang als ze zeggenschap heeft, door vertegenwoordiging in het bestuur of door middel van stemrecht. Een financieel belang heeft de gemeente als aan een verbonden partij middelen beschikbaar worden gesteld, die verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij of als de gemeente aansprakelijk is voor een bedrag wanneer de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt.

De gemeente Stichtse Vecht heeft verbonden partijen in zowel publiekrechtelijke als privaatrechtelijke vorm. De publiekrechtelijke vorm is een samenwerkingsverband dat gebaseerd is op de Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze vorm heeft een eigen algemeen bestuur. De deelnemende gemeenten benoemen de leden van dat bestuur. Het algemeen bestuur benoemt het dagelijks bestuur. Verder behandelt de gemeenteraad de kadernota’s, begrotingen en jaarrekeningen van de gemeenschappelijke regelingen. Naast samenwerking binnen verschillende gemeenschappelijke regelingen kent de gemeente Stichtse Vecht ook privaatrechtelijke verbonden partijen, zoals vennootschappen en stichtingen. Ook deze partijen komen in deze paragraaf aan de orde.

Beleidsuitgangspunten
De beleidsuitgangspunten voor het samenwerken in verbonden partijen zijn in de nota Verbonden partijen opgenomen. Aan de basis voor het samenwerken met verbonden partijen staat de vraag hoeveel invloed de gemeente (nog) wil uitoefenen. De nota geeft verder een afwegingskader voor de vorm van samenwerking. Ook zijn de rollen en verantwoordelijkheden van de raad en het college in de nota benoemd.

Uitgangspunten voor samenwerking zijn (op hoofdlijnen):

  • het verhogen van de kwaliteit van beleid en de uitvoering en/of dienstverlening in relatie tot de ambitie;
  • het voorkomen van formatieve kwetsbaarheid zodanig dat kwaliteit, continuïteit en beschikbaarheid van onze dienstverlening is gegarandeerd;
  • het beheersen en/of besparen van kosten;
  • door samenwerking worden resultaten bereikt die de gemeente zonder deze samenwerking niet zou bereiken;
  • het vergroten van bestuurlijke en organisatorische slagkracht;
  • het spreiden van risico’s.

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

In de programma’s zijn de verbonden partijen aangegeven die bijdragen aan de doelstellingen van de gemeente. In deze paragraaf komen het algemeen belang en de voorgeschreven (financiële) gegevens op grond van de BBV per verbonden partij aan de orde. Daarbij is per samenwerkingsvorm eerst een overzicht met de (financiële) gegevens per verbonden partij opgenomen, gevolgd door een tekstuele beschrijving van het doel van de verbonden partij en, voor zover van toepassing, relevante ontwikkelingen uit 2022. Als bij een verbonden partij sprake is materiële risico’s die niet of onvoldoende door de verbonden partij zelf met maatregelen zijn ondervangen, nemen we deze mee in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

Bij de financiële gegevens merken we op dat in het overzicht de cijfers uit de Jaarrekening 2022 van een verbonden partij zijn overgenomen voor zover deze op het moment van het opstellen van deze paragraaf beschikbaar waren. In andere gevallen zijn de laatst bekende financiële cijfers opgenomen, met onderstaande verwijzing:

  1. Definitieve jaarcijfers 2022
  2. Voorlopige jaarcijfers 2022
  3. Laatst beschikbaar gestelde cijfers over 2022 (bijv. uit managementrapportage of begrotingswijziging)
  4. Definitieve jaarcijfers 2021
  5. Begroting 2022 of Nnb (Nog niet bekend).

Naast de informatie in deze paragraaf is de raad gedurende het jaar ook op reguliere cyclusmomenten via de P&C-documenten van de verbonden partijen geïnformeerd. 

1.1. Gemeenschappelijke Regelingen (A-categorie)

Terug naar navigatie - 1.1. Gemeenschappelijke Regelingen (A-categorie)

In de sturing van de verbonden partijen maken we een onderscheid in een meer en minder intensievere aansturing richting raad en informatievoorziening. Dit hangt af van de strategische waarde, de beleidsrijkheid en de mate van politieke of financiële risico’s. Wij maken hierbij onderscheid in een A-categorie waarvoor die intensivering geldt en een B-categorie waarvoor dat niet geldt. Verbonden partijen die hetzij strategisch belangrijk of beleidsrijk zijn of verhoogde risico’s kennen, krijgen  een intensievere aansturing en informatievoorziening (A-categorie).

Naam (Bedragen *€ 1.000) Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin ‘22 - eind ‘22) Vreemd vermogen (begin ‘22 - eind ‘22) Financieel resultaat (eind 2022) Bijdrage SV 2022 Niet ondervangen risico’s
Veiligheidsregio (VRU) 4) Burgemeester AB: stemrecht steminvloed 6% € 17.732 € 47.179 € 3.102 € 3.871 -
Aandeel in totale begroting: 4,23% € 23.237 € 62.708 3)
Plassenschap Loosdrecht e.o. 5) Raadslid, collegelid AB en DB: stemrecht Steminvloed: 20% € 1.500 € 3.602 € -8.000 € 273 -
Aandeel in totale begroting: 20% € 1.417 € 3.921
Recreatieschap Stichtse Groenlanden 5) Raadslid, collegelid AB en DB: stemrecht Steminvloed 12% € 3.347 € 6.546 € -249.900 € 176 -
Aandeel in totale begroting: 5,5% € 3.144 € 6.187
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 4) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed 6% € 1.158 € 7.864 € 174 € 1.801 -
Aandeel in totale begroting: 10% € 1.038 € 8.104
GGD regio Utrecht (GGDrU) Collegelid AB: stemrecht steminvloed 6% nnb nnb nnb nnb -
Aandeel in totale begroting: 5,3%

A-categorie

Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2
Binnen de VRU werken de 26 Utrechtse gemeenten samen op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke) crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening om zo te komen tot een veiligere regio Utrecht. Nadere toelichting over de projecten met grote gevolgen is te vinden in programma 2 Veiligheid. In 2022 heeft de VRU de regionale coördinerende rol gehad in de opvang van Oekraïense Ontheemden. Dit blijft zo in 2023. Daarnaast is de VRU gestart met de doorontwikkeling van de gemeentelijke crisisbeheersing en daaruit voortvloeiend het Regionaal Risicoplan. Daarnaast is in 2022 ook gestart met het opstellen van het nieuwe beleidsplan en de visie op de gemeenschappelijke regeling.

Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3
De deelnemers in het Plassenschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners en bezoekers van de regio. Dit stond onder druk. De uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland was niet in control. De aanleiding hiervoor is de complexe samenwerkingsvorm en onvolledige managementinformatie. Daarom is medio 2022 besloten de uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland op te heffen en met gebiedsgemeente Wijdemeren een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan als nieuwe uitvoeringsorganisatie. De uitwerking van deze samenwerking heeft in de 2e helft van 2022 plaatsgevonden en is eind 2022 uitgevoerd. Per 1 januari 2023 is de nieuwe samenwerking daadwerkelijk gestart.

Recreatieschap Stichtse Groenlanden – Programma 3
De deelnemers in het recreatieschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Dit stond onder druk. De uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland was niet in control. De aanleiding is de complexe samenwerkingsvorm en onvolledige managementinformatie. Daarom is medio 2022 besloten de uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland op te heffen en met Staatsbosbeheer een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan als nieuwe uitvoeringsorganisatie. De uitwerking van deze samenwerking heeft in de 2e helft van 2022 plaatsgevonden en is eind 2022 uitgevoerd. Per 1 januari 2023 is de nieuwe samenwerking daadwerkelijk gestart.  

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) – Programma 3
De Omgevingsdienst Regio Utrecht voert voor 15 gemeenten adviserende en uitvoerende taken uit op het gebied van omgeving, milieu en duurzaamheid. ODRU heeft in 2022 verder gewerkt aan de Koers 2015 - 2022. Daarnaast is in 2022 een regionale ‘Uitvoerings- en handhavingsstrategie’ opgesteld, die bijdraagt aan de professionalisering en uniformering van de uitvoering van de taken door ODRU. Er is een (landelijk) interbestuurlijk programma gestart wat onder andere gericht is op het versterken van de omgevingsdiensten in het uitvoeren van hun taken. De invoering van de ‘Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging bouwen’ is inmiddels weer uitgesteld, maar ODRU gaat door met de voorbereidingshandelingen die nodig zijn voor de start. ODRU heeft in 2022 ingezet op kostenbesparing, onder andere door het verhogen van de efficiëntie. Daarnaast heeft ODRU extra ingezet op het investeren in het personeel en op werving van vast personeel nu de taken in omvang en complexiteit toenemen. 

GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4
Het doel van de GGDrU is het bevorderen van de Volksgezondheid en het voorkomen van ziekten, door het inzetten van preventieve interventies met verschillende actieprogramma’s. In 2023 gaat de GGDrU verder met het ombuigingsplan om de basis verder op orde te krijgen en bekijkt of deze basis voldoende aansluit op de voorzieningenbehoefte en ontwikkelingen van  de regio.

1.2. Gemeenschappelijke Regelingen (B-categorie)

Terug naar navigatie - 1.2. Gemeenschappelijke Regelingen (B-categorie)
Naam (Bedragen *€ 1.000) Vertegenwoordiging Bevoegdheid Eigen vermogen (begin ‘22 – eind ‘22) Vreemd vermogen (begin ‘22 – eind ‘22) Financieel resultaat (eind 2022) Bijdrage SV 2022 Niet ondervangen risico’s
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) 4) Burgemeester DB: stemrecht Steminvloed 6% € 488 € 4.078 € 438 € 1.096 -
Aandeel in totale begroting: 6% € 1.101 € 5.297
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) 2) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed 6% € 820 € 21.640 € 62 € 2.473 Prijswijzigingen door de huidige marktont-wikkelingen
Aandeel in totale begroting: 5,4 % € 267 € 27.573
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen 5) Burgemeester AB: stemrecht Steminvloed 25% € 53 € 671 Incl. mutaties reserves € 0 € 499 Weesp treedt uit de GR per 2023. De financiële gevolgen zijn bij het opmaken van de jaar-rekening 2022 nog onbekend. Een onderzoek naar mogelijke scenario’s loopt nog.
Aandeel in totale begroting: 42,2% € 527 € 250 Excl. mutaties reserves € 26

B-categorie

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) – Programma 1
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Zeist en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De BghU heft en int belastingen namens haar deelnemers en stelt de hoogte van de WOZ-waarden vast voor alle onroerende zaken in deze gemeenten.

Afval Verwijdering Utrecht (AVU) – Programma 3
De AVU is sinds 1984 de regie- en kennisorganisatie voor de duurzame en kosteneffectieve verwerking van door de Utrechtse gemeenten bij huishoudens ingezamelde afvalstromen. 
In 2022 heeft de AVU gerealiseerd:

  • de aanbesteding van textiel voor 11 AVU-gemeenten;
  • de invoering van UPV-textiel en UPV-matrassen (Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid);
  • het onderbrengen van de milieustraatafvalstromen van meerdere gemeenten bij CirkelWaarde;
  • een onderzoek naar de mogelijkheden van de Circulaire Economie;
  • de deelname in CirkelWaarde.

Verder zijn er notities opgesteld over:

  • textiel;
  • de AVU-organisatie, met name de deelname in CirkelWaarde.

Daarnaast hebben het oud papierdossier, het textieldossier en de samenwerking met Circulus en ROVA - onder de noemer CirkelWaarde - de nodige aandacht gevraagd. Tenslotte is in het najaar van 2022 een bijeenkomst georganiseerd waaraan bestuurders en ambtenaren hebben deelgenomen. Deze bijeenkomst had als doel onderwerpen te verzamelen waarvan de gemeenten van mening zijn dat deze belangrijk zijn om op de agenda te plaatsen en tevens om terugkoppeling te ontvangen over de AVU in het algemeen en de deelname in CirkelWaarde. 

Gemeenschappelijke regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHC) – Programma 5
Het RHCVV heeft een tweeledig doel, te weten (1) archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten en (2) het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties. In 2022 heeft het RHCVV:

  • De overdracht van de collectie en (toezichts)taken voor Weesp naar Stadsarchief Amsterdam uitgevoerd, in het kader van het uittreden van gemeente Weesp uit de gemeenschappelijke regeling per 2023;
  • Een financiële doorrekening laten uitvoeren van toekomstige scenario’s voor een robuust RHCVV na uittreden van gemeente Weesp. De resultaten van dit onderzoek zullen in de loop van 2023 worden voorgelegd aan de gemeenten;
  • De toegankelijkheid van zowel analoge als digitale archieven vergroot door doorzoekbaar maken en digitaal beschikbaar stellen van o.a. overgebrachte bouwdossiers vanuit gemeente Stichtse Vecht;
  • Kennis en ervaringen over haar e-depot (wettelijk verplichte digitale archiefbewaarplaats) gedeeld in regionale en landelijke samenwerkingsverbanden.
  • Reguliere toezicht en advieswerkzaamheden uitgevoerd. Voor Stichtse Vecht betrof dit o.a. een aspect archiefinspectie, advies m.b.t. Informatiebeleid, migraties en digitalisering, het goedkeuren van de vernietiging van analoge en digitale dossiers.
  • Reguliere archiefbeheerwerkzaamheden uitgevoerd. Voor Stichtse Vecht betrof dit o.a. het bewerken van en in beheer nemen van permanent te bewaren archieven.

2. Vennootschappen en coöperaties

Terug naar navigatie - 2. Vennootschappen en coöperaties
Naam (Bedragen *€ 1 mln.) Vertegenwoordiging Bevoegdheid Eigen vermogen (begin ‘22 – eind ‘22) Vreemd vermogen Financieel resultaat (eind 2022) Bijdrage SV 2022 Niet ondervangen risico’s
(begin ‘22 – eind ‘22)
Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) 1) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder € 5.062 € 143.995 € 300 0 -
€ 4.615 € 107.459
Vitens 4) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder (1% van de aandelen) € 559 € 1.340 € 19 0 -
€ 600 € 1.398

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) – Programma 1
De NV Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank verstrekt krediet tegen lage tarieven, waarmee de bank duurzaam bijdraagt aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarnaast draagt de bank duurzaam bij aan de publieke taak. De gemeente Stichtse Vecht bezit 29.523 aandelen in BNG.

Vitens – Programma 5
Het winnen, produceren, distribueren en leveren van drinkwater is de primaire taak van Vitens. Vitens wint water op een zo kostenefficiënt en duurzaam mogelijke manier. Klanten kunnen vertrouwen op de leveringszekerheid van drinkwater, een optimale kwaliteit en een zo laag mogelijke prijs (Vitens heeft de laagste drinkwaterprijs van Nederland). Vitens staat de komende jaren voor een grote investeringsopgave. De investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid nu en in de toekomst op voldoende en schoon drinkwater. Op basis van het werkelijk in het jaar behaalde financieel resultaat ontvangt onze gemeente dividend. De verwachting dat de komende jaren geen dividend wordt uitgekeerd, als gevolg van een verhoogd investeringsniveau om tot een robuuster watersysteem te komen, de solvabiliteitsdoelstelling en de overheidsregulering van de drinkwatersector. De gemeente Stichtse Vecht is aandeelhouder en bezit 58.079 aandelen Vitens (1% van het totaal).

3. Stichtingen en verenigingen

Terug naar navigatie - 3. Stichtingen en verenigingen
Naam (Bedragen *€ 1.000) Vertegenwoordiging Bevoegdheid Eigen vermogen (begin ‘22 – eind ‘22) Vreemd vermogen Financieel resultaat (eind 2022) Bijdrage SV 2022 Niet ondervangen risico’s
(begin ‘22 – eind ‘22)
Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) 1) Collegelid Voorzitter Steminvloed 40% € 83 € 2 € 3 Maakt deel uit van de bijdrage aan ODRU -
€ 86 € 3
Stichting Urgentieverlening West Utrecht 2) Collegelid Stemrecht in AB € 17 nvt € -11 € 20 -
€ 28

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) – Programma 3
Stichting MEC heeft als doel het organiseren van Natuur en Milieu Educatieactiviteiten in de gemeente Stichtse Vecht, met als belangrijkste doelgroep het basisonderwijs. Activiteiten en samenwerkingen die vanuit het MEC Maarssen plaatsvinden, staan opgenomen in nieuwsbrieven en op de website van de OdrU. De OdrU stelt onder andere leskisten samen waarmee de basisscholen lessen op het gebied van Natuur- en Milieu-educatie kunnen geven. Daarnaast worden tentoonstellingen gehouden en excursies georganiseerd.

Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) – Programma 3
De SUWU is een gemeenschappelijke regeling van zes gemeenten in de regio Utrecht West, met als doel beslissen over ingediende aanvragen voor een woonurgentie. Dit in het kader van de Huisvestingsverordening. In 2022 heeft de stichting 90 urgentie aanvragen voor de deelnemers afgehandeld. In de raming voor 2022 werd uitgegaan van een veel hoger aantal (ca. 120). Het is niet goed te beredeneren waarom in enig jaar meer of minder aanvragen worden gedaan. Het lagere aantal aanvragen heeft tot een beter financieel resultaat geleid. Bij de begroting voor 2022 was rekening gehouden met een tekort van € 4.032. Maar het uiteindelijk resultaat laat juist een overschot van € 11.109 zien. Doordat het resultaat de reserves van de stichting doet stijgen, kan de jaarlijkse bijdrage van de deelnemende gemeenten dalen.

Met betrekking tot de stichtingen en verenigingen zijn de begroting 2022 en de informatie over de stichtingen Kansis en Kansis Groen opnemen op programma 4 Sociaal. Beide stichtingen zijn geen verbonden partijen in de zin van het besluit ‘Begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV)’, die als basis voor deze paragraaf wordt gehanteerd. De financiële middelen die samenhangen met de stichtingen maken deel uit van programma 4.

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de verplichte paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe onze gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. Het beleid van de gemeente is vastgelegd in de nota ‘Grondbeleid’ en de nota ‘Kostenverhaal’. 

Nota grondbeleid

Terug naar navigatie - Nota grondbeleid

In de nota Grondbeleid staan de beleidsuitgangspunten van het grondbeleid. Hierbij kiezen we niet voor één bepaalde vorm van grondbeleid, maar wordt dit per locatie of project  bekeken. Per project maken we de afweging of de we de grond zelf in ontwikkeling nemen of dat we de afwikkeling gedeeltelijk of geheel overlaten aan een marktpartij. Hiervoor is een afwegingskader geschreven, waarin we beoordelen of het initiatief wenselijk is, of het financieel haalbaar is, of de financiële risico’s ten opzichte van de financiële middelen acceptabel zijn en of voldoende kennis en capaciteit binnen de onze gemeente beschikbaar is.

Wij kiezen bij het te voeren grondbeleid voor maatwerk en marktwerking. In de praktijk betekent dit dat we overwegend een faciliterend grondbeleid voeren.

Nota kostenverhaal

Terug naar navigatie - Nota kostenverhaal

Met de nota Kostenverhaal borgen we de wettelijke plicht om als gemeente de gemaakte kosten te verhalen die gemaakt worden bij ruimtelijke ontwikkelingen die vanuit de markt worden geïnitieerd. De gemeente treedt hierbij faciliterend op.

De gemeente zet actief in op het afsluiten van anterieure overeenkomsten ten aanzien van het kostenverhaal. Uitsluitend indien de privaatrechtelijke route niet leidt tot (voldoende) resultaat, zal de gemeente een exploitatieplan vaststellen. Het exploitatieplan vormt zodoende slechts ‘de stok achter de deur’, precies zoals de wetgever bedoeld heeft. Doorgaans biedt het voor zowel de gemeente als de particuliere grondeigenaar voordelen om het kostenverhaal privaatrechtelijk te regelen.

De overeenkomsten worden in twee stadia afgesloten, we onderscheiden: de anterieure overeenkomst fase 1 en fase 2. Fase 1 dekt de kosten die gemaakt worden tot aan de definitieve besluitvorming en fase 2 dekt de kosten na de besluitvorming (realisatiefase).

In de nota Kostenverhaal zijn vier kostencategorieën omschreven. Bij aanvang van een project worden de kosten geraamd en wordt elk initiatief in een categorie ingedeeld. In welke categorie een initiatief wordt ingedeeld is afhankelijk van de complexiteit. Bij zeer grote of complexe initiatieven kan gekozen worden voor maatwerk. De kosten voor elke categorie zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Die worden mede gebaseerd op een vaste formule c.q. plankostenscan die door het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is ontwikkeld. 

In 2022 zijn anterieure overeenkomsten gesloten voor de volgende projecten: 

  • Klokjeslaan 101-103 Maarssen fase 1 en 2
  • Bisonspoor 323 Maarssen fase 2
  • Het Kwadrant 1 Maarssen fase 1 en 2
  • Nijverheidsweg 9-15 Maarssen fase 1 en 2
  • Watertoren Breukelen fase 2
  • Westbroeksebinnenweg 86-88 Tienhoven fase 1 en 2 
  • Mijndensedijk 11 A Loenen fase 1 en 2
  • Mijndensedijk 45 Nieuwersluis fase 1 en 2
  • Spengen 2 Kockengen fase 1 en 2
  • Klompweg 74, 74 A, 76 A Nigtevecht fase 1 en 2

In totaal is een bedrag van € 164.400 ontvangen aan plankosten.

Algemene reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Algemene reserve grondexploitatie

Het college van B&W heeft de bevoegdheid om een werkbudget uit de Algemene Reserve grondexploitatie in te zetten voor de eerste plan- en onderzoekskosten bij ruimtelijke ontwikkelingen. Na het operationeel verklaren van het betreffende project met de vaststelling van de grondexploitatie, worden de kosten ten laste van de grondexploitatie gebracht. De omvang van de Algemene Reserve grondexploitatie is vastgesteld op minimaal 
€ 200.000 en maximaal € 600.000. Indien het saldo van de reserve Grondexploitatie meer bedraagt, dan wordt de waarde verplaatst naar de Algemene Reserve. Indien het saldo lager is, wordt deze vanuit de Algemene Reserve aangevuld.


Voor de gewenste versnelling van grote projecten van 2019 tot en met 2021 is, met instemming van uw raad bij de Programmajaarrekening 2018, een incidentele verhoging van het ontwikkeldeel (werkbudget) van de Algemene Reserve grondexploitaties opgenomen. Voor 2022 was ongeveer € 231.078 beschikbaar. Hiervan is in 2022 ongeveer € 187.387 ingezet. Het niet benutte deel (ongeveer € € 43.691) zetten wij in 2023 in voor deze projecten. Het gaat om de projecten Zuilense Vecht en Zogwetering. Een toelichting op hoofdlijnen van de stand van de grondexploitaties en de (gebieds)ontwikkellocaties in voorbereiding, staat onder de tabel.


De omvang van de reserve Grondexploitaties bedraagt per 31-12-2022, exclusief het deel voor de versnelling van de grote projecten, € € 393.330.

 

Verloop algemene reserve grondexploitaties 2022
Versnelling grote projecten 1-1-2022 231
Ruimtelijke ontwikkeling Onttrekking Storting
Versnelling grote projecten 187
Saldo 31-12-2022 44
Overige onderdelen algemene reserve grondexploitaties 1-1-2022 529
Ruimtelijke ontwikkeling Onttrekking Storting
Administratieve grondexploitaties 1
Ontwikkellocaties 103
Harmonieplein (storting voorziening) 31
Saldo 31-12-2022 393
Stand Algemene reserve grondexploitaties 31-12-2022 437

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondexploitaties

Vastgestelde grondexploitaties

Harmonieplein Maarssen 
Voor de gebiedsontwikkeling Harmonieplein is een stedenbouwkundig plan vastgesteld. Dit gaat uit van realisatie van een aantrekkelijk dorpsplein voor Maarssen-dorp met levendige functies. Daaromheen worden drie deelplannen ontwikkeld. Deelplan Zuid betreft woningbouw en is eigendom van een ontwikkelaar. Deelplan Kindcentrum zorgt voor huisvesting van twee scholen, een kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en BSO. Deelplan Noord is in eigendom van de gemeente en bestaat uit woningbouw op de verdieping en horeca en maatschappelijke voorzieningen in de plint. In het plan wordt gezocht naar een goede oplossing voor verkeersafwikkeling en voldoende parkeerplaatsen. Binnen de voorliggende grondexploitatie van de gebiedsontwikkeling Harmonieplein zijn de voorbereidingskosten, de inbrengwaarde van de bibliotheek en de inrichting van de openbare ruimte binnen het plangebied gedekt met opbrengsten uit de woningen en appartementen in ontwikkeling.

Voor de gebiedsontwikkeling worden drie afzonderlijke bestemmingsplannen gemaakt. Twee van de drie plannen zijn in 2020 gestart. Deze twee bestemmingsplannen hebben we opgesteld in samenspraak met de klankbordgroep. Het bestemmingsplan Kindcentrum is in 2021 vastgesteld en onherroepelijk geworden. Het Kindcentrum wordt halverwege mei 2023 opgeleverd. Daarna volgt de tijdelijke inrichting van het omliggende openbaar gebied. Het kinderdagverblijf gaat gelijk na oplevering open en de scholen pas na de zomervakantie. Het bestemmingsplan Zuidblok heeft, vanwege gebrek aan een haalbare plan door de ontwikkelaar, vertraging opgelopen. We verwachten dit, bij een aantoonbaar haalbare plan, in het vierde kwartaal voor besluitvorming aan de raad aan te bieden. De kans bestaat dat het plan Zuidblok opnieuw ter inzage wordt gelegd vanwege de lange termijn tussen ter inzagelegging en vaststelling plan. Vervolgens is het de bedoeling om het Noordblok aan te besteden. Hieruit moet een ontwikkelaar volgen die een plan maakt voor het Noordblok. Daarnaast doorlopen we het participatietraject voor een ontwerp van de openbare ruimte.

Veenkluit te Tienhoven 
Dit project gaat over het herhuisvesten van dorpshuis De Veenkluit, het verplaatsen van de gymzaal naar het naastgelegen leegstaande onderwijsgebouw en het herinrichten van het openbaar gebied eromheen. De vrijgekomen locatie van het dorpshuis wordt herontwikkeld tot zeven woningen. Dit geeft inkomsten vanuit grondverkoop aan de grondexploitatie en moet voor de gehele herontwikkeling leiden tot een budgetneutraal resultaat.


Het bestemmingsplan is reeds vastgesteld en een omgevingsvergunning voor de nieuwbouw is afgegeven. Nadat ook de plannen voor het openbaar gebied zijn afgerond is ook hier een omgevingsvergunning voor afgegeven. Op 7 februari 2023 heeft uw raad ingestemd met het beschikbaar stellen van een extra investering voor deze ontwikkeling. Door stijgende bouwprijzen was het eerdere investering ontoereikend geworden. De aanbesteding voor de bouw wordt opgestart.

Haarrijnweg 5 te Maarssen
In overleg met omwonenden willen we op deze locatie een woningbouwproject ontwikkelen. Op 2 november 2021 heeft de gemeenteraad het stedenbouwkundig plan en de ontwikkelstrategie vastgesteld. Ook is een grondexploitatie geopend. Samen met de betrokken partijen en omwonenden is een beeldkwaliteitsplan voor de woningen uitgewerkt en zijn de nodige onderzoeken uitgevoerd voor het wijzigen van het bestemmingsplan. Bij het ontwikkelen van woningen aan de Haarrijnweg 5 gaan we uit van de realisatie van 17 woningen van diverse categorieën die overeenkomen met de Woonvisie.
De bestaande woning, inclusief perceel, is door de gemeente aangekocht. De woning zal worden gesloopt, zodat het gehele terrein bouwrijp gemaakt kan worden. De onderzoeken en het maken van het bestek voor het bouwrijp maken zijn gestart. Na het vaststellen van het bestemmingsplan kan de aanbesteding voor het bouwrijp maken van het gehele terrein in gang worden gestart.

Afvalscheidingsstation te Breukelen 
In het tweede kwartaal van 2022 heeft de gemeenteraad de nieuwe locatie voor het afvalscheidingsstation vastgesteld en krediet vrijgemaakt. Dit betekent dat een grondexploitatie is geopend waarmee het eerder verstrekte voorbereidingskrediet is verrekend. In 2022 is de wijziging van de bestemmingsplanprocedure in gang gezet. De grond waar het afvalscheidingsstation met nevenfuncties wordt gerealiseerd en het perceel waar de nieuwe infrastructuur komt te liggen worden voorbelast. De huidige Corridor wordt op een aantal punten aangepast in het kader van een betere sociale- en verkeerskundige veiligheid. De voorbereidingen voor deze werkzaamheden zijn in 2022 gestart.

De milieustraat, gemeentewerf, Kansis Groen en Circulair Ambachtscentrum worden allen uitgewerkt in een ontwerp en een bestek. Zowel het ontwerpproces als de bestemmingsplanprocedure duurt ongeveer een jaar. Tegelijkertijd start de voorbelasting van de percelen. Eind 2023 kan naar verwachting gestart worden met de bouw, waarna oplevering in het laatste kwartaal van 2024 staat gepland.  

Grondexploitaties administratief geopend

Hieronder volgt een opsomming van de grondexploitaties die administratief zijn geopend. Hiervoor is nog geen bestemmingsplan vastgesteld voor de gewijzigde bestemming.

Fetha 3, 14 en 16 te Vreeland 
Het gezondheidscentrum van de STAG, het dorpshuis in Vreeland en de gymzaal aan de Fetha 3, 14 en 16 zijn sterk verouderd en niet duurzaam. De gemeente wil deze gebouwen graag onderbrengen in een nieuw multifunctioneel centrum. Ook is er ruimte om vijf woningen aan de woningvoorraad toe te voegen op de plek waar het huidige STAG gebouw staat. De gemeente onderzoekt, samen met omwonenden, de mogelijkheden voor nieuwbouw op deze locatie. De gemeenteraad heeft in juni 2022 het conceptontwerp vastgesteld. Daarnaast is een extra voorbereidingskrediet beschikbaar gesteld om het conceptontwerp verder uit te werken tot een definitief ontwerp. In juli 2022 is de grondexploitatie voor deze planontwikkeling door de gemeenteraad akkoord bevonden. 

Zodra het definitieve ontwerp en de grondexploitatie gereed zijn worden deze opnieuw aan de gemeenteraad voorgelegd.

Kuyperstraat te Maarssen 
In het plangebied aan de Kuyperstraat in Maarssen stond de Kardinaal Alfrinkschool. Doordat de functie schoollocatie is komen te vervallen, hebben we plannen om deze locatie te ontwikkelen tot woningbouwlocatie voor sociale huur. Voor de Kuyperstraat wordt, op basis van een eerder door uw raad genomen realisatiebesluit, met Portaal verder gewerkt aan de planontwikkeling. Die wordt planologisch verankerd in een bestemmingsplan waarvan de procedure wordt doorlopen. De start van de bestemmingsplanprocedure is uitgesteld door het Didamarrest. Het college heeft in het laatste kwartaal van 2022 een besluit over het arrest genomen. Voor het bredere plangebied ‘Atlantische buurt’ is met inzet van externe expertise en met subsidie van de provincie Utrecht gewerkt aan een concretisering van de door uw raad vastgestelde gebiedsvisie. Dit ter vaststelling, waarna gestart kan worden met de planologische procedure. 

’t Kockenest Kockengen 
De voormalige basisschool ’t Kockenest ligt aan de Koningin Julianaweg en de Prinses Margrietweg in Kockengen. Doordat de schoolfunctie met het vertrek van de basisschool is vervallen, komt deze locatie in aanmerking voor herontwikkeling tot woningbouwlocatie. Eind 2016 is het voormalige schoolgebouw gesloopt. Woningstichting Vecht en Omstreken heeft op deze locatie plannen voor een appartementencomplex in de sociale huursector. De woningstichting betrekt op dit moment de omgeving (participatie). Vervolgens wordt in overleg met de gemeente gekeken wanneer de RO procedure gestart kan worden. 

Zogwetering te Maarssen 
Eind januari 2019 heeft de raad, op grond van de Wet voorkeursrecht gemeente (Wvg), een voorkeursrecht opgelegd op de percelen van de rioolwaterzuivering en een perceel van een particulier aan de Machinekade in Maarssen. In 2019 is een participatietraject met bewoners gestart om te komen tot een nota van uitgangspunten. Eind 2021 heeft de gemeenteraad de structuurvisie vastgesteld. Hiermee is het gemeentelijk voorkeursrecht op de percelen van de rioolwaterzuivering van rechtswege met driejaar verlengd. De gemeente is in gesprek met Waternet over aankoop van de rioolwaterzuivering. Tevens is met het vaststellen van de structuurvisie het voorkeursrecht op het perceel aan de Machinekade komen te vervallen, aangezien dit gebied niet gebruikt wordt voor woningbouwontwikkeling. In het voorjaar 2022 heeft het college het stedenbouwkundig programma van eisen vastgesteld. Het participatie traject heeft geleid tot een voorkeursmodel van een stedenbouwkundige hoofdopzet. Op basis van deze stedenbouwkundige hoofdopzet worden de verwachte opbrengsten en kosten in beeld gebracht en verwerkt in een grondexploitatie Zogwetering te Maarssen.

Overige ontwikkellocaties

Hieronder volgt een opsomming van de overige ontwikkellocaties. Voor deze locaties is nog geen bestemmingsplan vastgesteld voor de gewijzigde bestemming.

Daalse Hoek Maarssen 
De Daalse Hoek bestaat uit grond en opstallen die in eigendom zijn van onze gemeente. Deze gebouwen zijn technisch en esthetisch verouderd. In 2019 hebben we grond en opstallen van stichting Reinaerde aangekocht, waarna één van de verouderde schoolgebouwen is gesloopt. Ook KBS De Pionier en de gymzaal zijn onderdeel van het plangebied.


In 2018 is een stedenbouwkundig plan in bestuurlijke procedure gebracht. Er bleek onvoldoende draagvlak te zijn voor dit plan, voornamelijk vanwege bezwaren van omwonenden over de geluidsimpact van de nieuw te bouwen school. Begin 2022 is besloten een tweede locatie voor De Pionier op te nemen in het stedenbouwkundige plan van Zuilense Vecht. Dit betekent dat de nieuw te bouwen school op Daalse Hoek kleiner wordt. Bij voldoende capaciteit wordt een nieuw stedenbouwkundig plan voor de Daalse Hoek opgezet, waarin ook middenhuur een plaats krijgt. Het project heeft geheel 2022 stilgelegen vanwege het ontbreken van personeel.

Zuilense Vecht
Voor Zuilense Vecht is ter verdere uitwerking van de Gebiedsvisie een gebiedsplan opgesteld. Uw raad heeft op 17 december 2019 ingestemd met de hoofdlijnen en leidende principes van dat gebiedsplan. Met de leidende principes als leidraad, is een Stedenbouwkundig plan van eisen en een Inrichtingsplan van opgesteld en heeft een doorrekening van de conceptplannen plaatsgevonden. Beide producten zijn in november 2020 voor inspraak vrijgegeven. Daarnaast zijn onderzoeken uitgevoerd en is een start gemaakt met het opstellen van een bestemmingsplan om de gebiedsontwikkeling mogelijk te maken. Op 6 juli 2021 heeft uw raad ingestemd met het Stedenbouwkundig plan van eisen (SPVE) voor de woonbuurt Zuilense Vecht en het Inrichtingsplan van eisen / functioneel ontwerp (IPVE?FO) Zuilense Vecht voor de gezamenlijke ontwikkeling met de Gemeente Utrecht van het Sportief Park (het groene middengebied tussen Zuilen en OpBuuren).

In 2022 is het SPVE verder uitgewerkt naar een Stedenbouwwkundig plan en is in samenwerking met Utrecht het IPVE/FO verder uitgewerkt in een voorlopig ontwerp. Ter voorbereiding op het ter visie leggen van het bestemmingsplan zijn de noodzakelijke onderzoeken verricht, is de plankaart gereed gemaakt en zijn de noodzakelijke stukken geredigeerd. Op 5 juli heeft uw raad het warmteplan Sportpark Zuilense Vecht vastgesteld. In 2022 zijn ook samenwerkingsovereenkomsten met voetbalverenigingen VV Maarssen en DWSM en de tennisvereniging Luck Raeck afgesloten. 

Planetenbaan – Het kwadrant 
Op 3 juni 2020 heeft uw raad het stedenbouwkundig kader en randvoorwaarden Planetenbaan en Het Kwadrant vastgesteld. Vervolgens is op 27 september 2022 een ‘stand van zaken document’ d.d. 16 augustus 2022 vastgesteld en een notitie over het gebiedsfonds d.d. 16 augustus 2022. Dit kader, deze randvoorwaarden, het ‘stand van zaken document’ en bijbehorende notitie bieden de basis voor verdere uitwerking van een nieuw op te stellen bestemmingsplan en PlanMER (milieu-effectrapportage). Hiervoor volgen we de gebruikelijke procedures van de Wet op de ruimtelijke ordening en de Wet milieubeheer. 

De gemeente heeft zelf geen grondeigendom in het plangebied, met uitzondering van de openbare ruimte tussen de deelgebieden. Met initiatiefnemers zijn gesprekken gaande over de stedenbouwkundige invulling, het programma, de juridische contracten en het bijdragen aan het gebiedsfonds voor de integrale ontwikkeling van Planetenbaan en Het Kwadrant.

Naar verwachting wordt het ontwerp bestemmingsplan voor 1 juli 2023 voorgelegd. Daarnaast bieden we het bestemmingsplan en PlanMER in Q4 2023 voor vaststelling aan uw raad aan.

Haagstede 
In maart 2022 is een aanvullende clausule gesloten tussen gemeente Stichtse Vecht en de projectontwikkelaar van Haagstede, Haagstede CV. Hiermee zijn de projectkaders opnieuw met de ontwikkelaar overeengekomen. Het projectgebied is verdeeld in fase A (139 woningen) en B (16 woningen). In het vervolg van 2022 is de voorbereiding uitgewerkt en in 2023 wordt gestart met de realisatie van fase A van dit woningbouwproject. De eerste woningen en het bijbehorende openbaargebied worden naar verwachting in 2024 opgeleverd. De realisatie van fase B is afhankelijk van het aan de openbaarheid onttrekken van de Maarssenbroekseslag. Hiermee realiseert de gemeente haar grondopbrengsten voor dit gebied. Echter is de realisatie van fase B van veel factoren afhankelijk en kan niet gezegd worden of en wanneer deze gerealiseerd wordt. 

Nieuwbouw Broeckland College 
Eind 2022 is door het college van B&W het benodigde uitvoeringsbudget voor de realisatie van de nieuwbouw van het Broeckland College beschikbaar gesteld. 
De sloop van het huidige gebouw wordt verwacht in Q1 2023. De verwachting is dat er vanaf Q2 2023 gestart wordt met de bouw van de nieuwe school, deze periode zal doorlopen t/m Q3 2024. Vanaf Q1 2023 krijgen de leerlingen les op tijdelijke huisvestinglocaties; handbalveld 2 van HV Nijenrodes in Breukelen en op het huidige schoolplein.

Risico analyse grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risico analyse grondexploitaties

Volgens de richtlijnen van de commissie BBV moet de gemeente risicomanagement toepassen. Dit houdt in dat we risico’s moeten definiëren en kwantificeren en vervolgens adequate beheersmaatregelen moeten formuleren. Voor het totaal aan gekwantificeerde risico’s moet voldoende weerstandscapaciteit beschikbaar zijn. 

Om de risico’s van de grondexploitaties in beeld te brengen is er een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd 
op twee actieve vastgestelde grondexploitaties: Harmonieplein in Maarssen en Veenkluit in Tienhoven. Daarnaast is voor deze complexen een aantal risicovariabelen gecombineerd in een twee scenario’s. 

  1. ‘Wind mee’: best-case-scenario, waarin rekening is gehouden met de meest voordelige risico’s of gevoeligheden;
  2. ‘Wind tegen’: worst-case-scenario, waarin rekening is gehouden met de meest nadelige risico’s of gevoeligheden. 

Bovenstaande scenario’s zijn afgezet tegen het basisscenario oftewel de grondexploitatieberekening.  De conclusie van de externe risicoanalyse is dat voor de grondexploitaties een risicoreservering van € 859.000 nodig is. Het risicodeel van de Algemene Reserve grondexploitaties voorziet voor € 200.000 in de benodigde risicoafdekking. Het resterende bedrag van € 659.000 nemen wij als risico mee in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen.

Winst- en verliesneming

Terug naar navigatie - Winst- en verliesneming

Een eventueel batig saldo van de grondexploitatie wordt bij afsluiting aan de Algemene Reserve grondexploitatie toegevoegd. Bij voorzienbare tekorten wordt een voorziening getroffen ten laste van de Algemene Reserve grondexploitatie. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de verplichtingen zoals genoemd in het BBV. Het voorzichtigheidsbeginsel leidt ertoe dat het nemen van winst moet worden uitgesteld tot daarover voldoende zekerheid bestaat. Dit betekent echter niet dat pas winst moet worden genomen bij afsluiting van de grondexploitatiecomplex. Het BBV schrijft voor winstneming de methode ‘Percentage of completion’ voor. De gemeente volgt hierin het BBV.

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf schetsen wij onze beleidsvoornemens in 2022 voor de lokale heffingen en de leges. Ook beschrijven we de lokale belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid.  We onderscheiden de volgende heffingen:

1. Retributies
Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten van de dienstverlening verhalen op de aanvrager die om de dienstverlening vraagt. Retributies zijn leges, gelden of heffingen. Deze zijn niet wettelijk voorgeschreven. Retributies zijn gerelateerd aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Deze mogen maximaal kostendekkend zijn.

Onze gemeente heft de volgende retributies:
• Afvalstoffenheffing                              • Marktgelden
• Rioolheffing                                              • Lijkbezorgingsrechten
• Kadegelden                                               • Overige leges en rechten

2. Belastingen
Belastingen zijn heffingen waarvan de opbrengst bestedingsvrij is. Met de ongebonden heffingen is de gemeente beperkt in het aantal belastingen dat ze mag heffen. Deze zijn limitatief genoemd in de artikelen 216 tot en met 228 van de Gemeentewet. De gemeente is, met inachtneming van de macronorm onroerendezaakbelasting (ozb), vrij in de hoogte van het tarief. De ongebonden heffingen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Onze gemeente heft de volgende belastingen:
• Onroerende zaakbelasting               • Precariobelasting
• Roerende zaakbelasting                     • Toeristenbelasting
• Hondenbelasting                                   • Forensenbelasting
• Parkeerbelasting

Kwijtschelding

Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen indien sprake is van het geheel of gedeeltelijk ontbreken van draagkracht. Hiervoor geldt de 100% kwijtscheldingsnorm (= bijstandsnorm). Ook kleine ondernemers kunnen kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet in aanmerking voor kwijtschelding.
Kwijtschelding is mogelijk voor de ozb-woningen in eigendom, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. De basis voor het kwijtscheldingsbeleid is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt overgegaan tot automatische kwijtschelding. Het totaalbedrag van kwijtschelding in 2022 is € 484.739.

Oninbaar

In de ramingen van de opbrengsten van riool-, afval- en onroerendezaakbelastingen houden we er rekening mee dat een deel van de opgelegde vorderingen oninbaar zijn. Een vordering is oninbaar wanneer een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Bijvoorbeeld wanneer de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is en de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar onbekend is.

Retributies

Terug naar navigatie - Retributies

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2022 zijn de volgende specifieke beleidsvoornemens opgesteld:

  • De ontwikkeling van de rioolheffingen volgt de kostenontwikkeling van de gemeentelijke rioleringsactiviteiten. De programmering van deze activiteiten is vooralsnog vastgelegd in het Gemeentelijk rioleringplan (GRP) 2022-2026. 
  • Leges en heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn.

Afvalstoffenheffing
Wij hebben de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening aan de gebruiker van een perceel voor de verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing is volledig kostendekkend. De programmering van deze activiteiten is vastgelegd in het grondstoffenplan 2016 - 2022.

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel, betalen een vast bedrag aan rioolheffing. De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken op het gebied van:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater);
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater);
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater);
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Beleidsvoornemens

In de Programmabegroting 2022 was een verlaging van de afvalstoffenheffing opgenomen. Tijdens de begrotingsraad (9 november 2021) is de motie Inzameling PMD elke 3 weken aangenomen. De ophaalfrequentie voor PMD is vanaf 1 januari 2022 verhoogd naar eens in de 3 weken. Gelet op het kostendekkend zijn van deze heffing is hiermee de in de begroting opgenomen verlaging van de afvalstoffenheffing verminderd. Voor 2022 is het beleidsuitgangspunt, via de vaststelling van de tarieven, ingevuld om de belastingen niet te verhogen voor de inflatie.

Overzicht tarieven en opbrengsten

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven en opbrengsten
Heffing Tarief 2022 Begroting na wijziging 2022 Rekening 2022
Gebonden heffingen (retributies) *€ 1.000 * € 1.000
Afvalstoffenheffing 7.924 8.035
Eenpersoonshuishouden € 210,94
Meerpersoonshuishouden € 319,61
Rioolheffing 7.154 7.163
0 t/m 75m3 water € 181,89
76 t/m 150m3 water € 246,87
151 t/m 300m3 water € 364,94
>300m3 water, extra voor elke 100m3 water € 90,06
Kadegelden 62 48
Per dag, zonder stroom, per meter € 1,04
Per dag, met stroom, per meter € 1,35
Marktgelden 44 51
Standplaats op een warenmarkt/kraam € 9,93
Lijkbezorgingsrechten 470 821
Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Huwelijk en partnerschap 147 201
Paspoorten 18+ € 75,80 316 423
Paspoorten 18- € 57,30
Identiteitskaarten 18+ € 68,50
Identiteitskaarten 18- € 36,95
Rijbewijzen € 41,60 308 289
Overige documenten (uittreksel) 42 44
Naturalisatie 118 89
Omgevingsvergunningen 2.958 3.158
Ongebonden heffingen (belastingen)
Ozb
Eigenaren woningen 0,08371% 10.124 10.230
Eigenaren niet-woningen 0,20758% 208 2.088
Gebruikers niet-woningen 0,15570% 1.347 1.391
Rzb
Eigenaren woningen 0,08371% 85 80
Hondenbelasting 295 295
Eerste hond € 69,85
Tweede en iedere volgende hond € 92,94
Per kennel € 166,40
Parkeerbelasting 70 71
Scheendijk-Noord, per 14 minuten € 0,21
Scheendijk-Noord per dag € 3,09
Scheendijk-Noord vergunning € 209,81
Precariobelasting 54 38
(Water)toeristenbelasting € 1,70 269 312
Forensenbelasting 0,21072% 135 137
Totaal 32.129 34.963

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

Kostendekkendheid afval en riolering
Bij het opstellen van de begroting nemen we de door uw raad vastgestelde beleidsdocumenten als uitgangspunt. Voor de afvalstoffenheffing is dit met name het Grondstoffenplan 2016 - 2022 en voor de rioolheffing het Gemeentelijk rioleringplan (GRP) 2022-2026. In de begroting bepalen we of de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Hierbij wordt gekeken welke uitgaven en inkomsten drukken op de producten afval en riolering. Bij de jaarstukken berekenen we achteraf of deze tarieven ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Bij een te lage kostendekkendheid doen we een beroep op de daarvoor gevormde egalisatievoorziening. Bij een kostendekkendheid boven de 100% moet het teveel in de egalisatievoorziening gestort worden. Hierdoor kunnen we grote investeringen in de toekomst opvangen zonder grote schommelingen in de tarieven.

Berekening kostendekkendheid Afvalstoffenheffing en Rioolrecht

Kostendekkendheid 2022 Kostendekkendheid 2022
Afvalstoffenheffing x€ 1.000 Rioolrecht x€ 1.000
Product afval: Product riolering:
kosten 7.083 kosten 4.672
inkomsten (excl. heffingen) -703 inkomsten (excl. heffingen) -51
Netto kosten 6.380 Netto kosten 4.621
Toe te rekenen kosten: Toe te rekenen kosten:
overhead 84 overhead 34
uren 304 uren 1.028
straatreiniging, kwijtschelding, btw 1.897 straatreiniging, kwijtschelding, btw 1.352
Totaal toe te rekenen kosten 2.286 Totaal toe te rekenen kosten 2.414
Totaal kosten 8.666 Totaal kosten 7.035
Opbrengst heffingen 8.035 Opbrengst heffingen 7.163
Totaal kosten - opbrengsten -631 Totaal kosten - opbrengsten 127
Afval Riolering
Het kostendekkingspercentage voor afval bedraagt op basis van de baten en lasten 93%. Het kostendekkingspercentage voor riolering bedraagt op basis van de baten en lasten 102% en is gebaseerd op de huidige GRP. Het verschil doteren wij aan de egalisatievoorziening riolering en is verwerkt binnen het programma Fysiek’.

Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten
Binnen onze gemeente zijn 8 gemeentelijke begraafplaatsen die wij onderhouden en exploiteren. De onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van de begraafplaatsen voor het jaar 2022. Hierin zijn de inkomsten uit onder andere grafrechten en begravingen vergeleken met de kosten voor het onderhoud, de exploitatie van de begraafplaatsen en de personeelskosten. Er is een positief resultaat bereikt doordat we achterstanden van het verlengen van de grafrechten hebben kunnen wegwerken, waardoor we extra leges binnen hebben gekregen. 

Kostendekkendheid 2022 Lijkbezorgingsrechten
Kosten 532
Opbrengst heffingen 821
Kostendekkendheid 154,3%

Kostendekkendheid burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Bij het opstellen van de begroting 2022 gingen we uit van de tarieven uit de belastingverordening 2021. Eind 2021 publiceerde het Rijk de maximale tarieven voor onder andere reisdocumenten en rijbewijzen. Dit is meegenomen in de definitieve vaststelling van de belastingverordening 2022.

Kostendekkendheid 2022 Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Kosten 1.777
Opbrengst heffingen 961
Kostendekkendheid 54,1%

Kostendekkendheid omgevingsvergunningen
Na de invoering van de Omgevingswet zal de legesopbrengst voor de omgevingsvergunningen aanzienlijk dalen. Doordat de Omgevingswet is uitgesteld, heeft dit nog een invloed op 2022. Voor 2022 zijn de opbrengsten voor omgevingsvergunningen incidenteel meer dan kostendekkend. Opgemerkt moet worden dat in onderstaande tabel de kosten niet verhoogd zijn met een vergoeding voor overhead en de te compenseren btw. Daarnaast wordt de hoger dan geraamde kostendekkendheid met name veroorzaakt doordat in 2022 incidenteel een aantal grotere projecten vergunningstechnisch is afgerond.

Kostendekkendheid 2022 Omgevingsvergunningen
Kosten 3.023
Opbrengst heffingen 3.185
Kostendekkendheid 105,3%

Lokale belastingdruk

Terug naar navigatie - Lokale belastingdruk

De lokale belastingdruk is in 2022 ten opzichte van 2021 iets afgenomen. Hieronder de analyse: 

Lokale belastingdruk 2020 2021 2022
Gemiddelde WOZ – waarde 341.000 359.000 385.000
Ozb – eigenarendeel 353,04 355,80 356,26
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) 266,31 322,56 319,61
Rioolheffing (tot 150 m3) 248,16 249,06 246,87
Ontwikkeling lastendruk 867,51 927,42 922,74
% stijging t.o.v. voorgaande jaar 6,45% 6,91% -0,50%

Taakstellingen 2019-2022

Taakstellingen 2019 - 2022

Terug naar navigatie - Taakstellingen 2019 - 2022

Binnen het Sociaal domein zijn de uitgaven de afgelopen jaren fors gestegen. Gelijk aan het algemene beeld waarmee Nederlandse gemeenten worstelen, is deze toename vooral te zien binnen de jeugdhulp en Wmo. De verwachting is dat deze hogere kosten de komende jaren aanhouden en zelfs verder toenemen als gevolg van een toenemende vraag naar ondersteuning en voorzieningen. Het aantal ouderen dat langer thuis woont, neemt toe (vergrijzing). Kwetsbare mensen en mensen met een beperking wonen steeds vaker zelfstandig in wijken en buurten in plaats van in instellingen en tehuizen. Anticiperend op de verwachte stijgende vraag en de daarmee bijkomende kosten, hebben we deze kosten in de Kadernota 2020 verwerkt. Naast deze hogere kosten zijn ook oplossingen met de Kadernota vastgesteld. Onder deze oplossingen bevinden zich voor 2022 twee taakstellingen met een gezamenlijke besparing van € 350.000.

De taakstelling op de uitkeringslasten van de bijstand is gerealiseerd. Er zijn vier actiepunten benoemd om de taakstelling te realiseren:

  1. Aanpassen werkprocessen toegang
  2. In beeld brengen klantenbestand
  3. Meer inzet passende voorzieningen
  4. Betere werkgevers dienstverlening

Het aantal uitkeringen is in 2022 gedaald en daarmee zijn ook de uitkeringslasten gedaald. Uiteindelijk is er € 598.675 minder uitgegeven dan in de begroting is opgenomen, ruim voldoende om de taakstelling te behalen. Een 1-op-1 relatie tussen de genomen maatregelen en de uiteindelijke besparing op de uitkeringslasten is niet aan te tonen. Ook de economische situatie speelt een belangrijke rol. De besparing is dus niet volledig toe te schrijven aan de maatregelen, maar aangenomen mag worden dat het een positieve bijdrage heeft geleverd. 

Terrein x€ 1.000 Netto besparing
Participatie / Bijstand – Taakstelling € 250
Besparing uitkeringslasten 250
Preventie en welzijn – Taakstelling € 100
Verlichten administratieve lasten 100
Totaal 350