Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Inleiding

In deze paragraaf schetsen wij onze beleidsvoornemens voor 2026 voor de lokale heffingen en de leges. Ook beschrijven wij de lokale belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Meer detailinformatie nemen wij op in de diverse belastingverordeningen die 16 december 2025 door uw raad worden vastgesteld.

We onderscheiden de volgende heffingen:

1. Retributies
Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten van de dienstverlening verhalen op de aanvrager die om de dienstverlening vraagt. Retributies zijn leges, gelden of heffingen. Deze zijn niet wettelijk voorgeschreven. Retributies zijn gerelateerd aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Deze mogen maximaal kostendekkend zijn.

Onze gemeente heft de volgende retributies:

  • Afvalstoffenheffing
  • Rioolheffing
  • Lijkbezorgingsrechten
  • Marktgelden
  • Kadegelden
  • Overige leges en rechten


2. Belastingen
Belastingen zijn heffingen waarvan de opbrengst bestedingsvrij is. Met de ongebonden heffingen is de gemeente beperkt in het aantal belastingen dat ze mag heffen. Deze zijn limitatief genoemd in de artikelen 216 tot en met 228 van de Gemeentewet. De gemeente is, met inachtneming van de landelijke monitoring op de stijging van de onroerendezaakbelasting (ozb) en de inkomstenmaatstaf in het Gemeentefonds, vrij in de vaststelling van de hoogte van het tarief. De ongebonden heffingen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Onze gemeente heft de volgende belastingen:

  • Onroerendezaakbelasting
  • Roerende zaakbelasting
  • Precariobelasting
  • Toeristenbelasting
  • Forensenbelasting
  • Parkeerbelasting

Kwijtschelding
Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen indien sprake is van het geheel of gedeeltelijk ontbreken van draagkracht. Hiervoor geldt de 100% kwijtscheldingsnorm (= bijstandsnorm). Als van tevoren duidelijk is dat kwijtschelding wordt verleend, wordt overgegaan tot automatische kwijtschelding. Ook kleine ondernemers kunnen kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen die zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven komen niet in aanmerking voor kwijtschelding.

Kwijtschelding is mogelijk voor de ozb-woningen in eigendom, afvalstoffenheffing en rioolheffing. De basis voor het kwijtscheldingsbeleid is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.

Oninbaar
In de ramingen van de opbrengsten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerendezaakbelastingen houden we rekening dat een deel van de opgelegde vorderingen oninbaar is. Een vordering is oninbaar wanneer een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze in de praktijk niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is, zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.

Retributies

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Retributies

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2026 zijn de volgende specifieke beleidsvoornemens geformuleerd:

  • De ontwikkeling van de rioolheffingen volgt de kostenontwikkeling van de gemeentelijke rioleringsactiviteiten. De programmering van deze activiteiten is vastgelegd in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026;
  • Leges en heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn;
  • Waar mogelijk is het inflatiepercentage van 2,8% toegepast in de berekeningen.
  • Voor overhead wordt een opslag van 14% op de directe lasten aan de tarieven toegerekend.

 

Afvalstoffenheffing
Wij hebben de wettelijke plicht om zorg te dragen voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen. Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening aan de gebruikers van een perceel voor de verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing is volledig kostendekkend.

Rioolheffing
Alle eigenaren van een perceel, dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel, betalen een vast bedrag aan rioolheffing. De opbrengst van de rioolheffing wordt gebruikt om invulling te geven aan de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken op het gebied van:

  • een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater);
  • het zodanig opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) dat wateroverlast wordt voorkomen (zorgplicht hemelwater);
  • het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater);
  • het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Belastingen

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Belastingen

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2026 is het volgende specifieke beleidsvoornemen geformuleerd:

  • De gemeentelijke belastingen worden jaarlijks, met het algemene indexcijfer van het CPB, verhoogd. Voor 2026 is dat 2,8%.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2025 - 2026

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Overzicht tarieven en opbrengsten 2025 - 2026
Tabel LH.1.
Heffing (x € 1.000) Tarief 2025 2025 2026
Gebonden heffingen (retributies)
Afvalstoffenheffing 11.806 11.835
Eenpersoonshuishouden € 306,01
Meerpersoonshuishouden € 463,65
Rioolheffing 8.065 8.631
0 t/m 75m3 water € 213,68
76 t/m 150m3 water € 290,02
151 t/m 300m3 water € 428,72
>300m3 water, extra voor elke 100m3 water € 105,80
Kadegelden 82 82
Per dag, zonder stroom, per meter € 1,17
Per dag, met stroom, per meter € 1,52
Marktgelden 75 75
Standplaats op een warenmarkt/kraam € 11,16
Lijkbezorgingsrechten 600 599
Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Huwelijk en partnerschap 165 165
Paspoorten 18+ € 86,85 825 825
Paspoorten 18- € 65,70
Identiteitskaarten 18+ € 78,50
Identiteitskaarten 18- € 42,35
Rijbewijzen € 52,10 308 308
Overige documenten (uittreksel) 64 64
Naturalisatie 61 151
Omgevingsvergunningen 3.473 3.454
Ongebonden heffingen (belastingen)
Onroerendzaakbelasting
Eigenaren woningen 0,08532% 11.636 11.964
Eigenaren niet-woningen 0,22282% 2.259 2.325
Gebruikers niet-woningen 0,16713% 1.491 1.533
Roerende zaakbelasting
Eigenaren woningen 0,08532% 84 86
Parkeerbelasting 66 68
Scheendijk-Noord, per 14 minuten € 0,24
Scheendijk-Noord per dag € 3,47
Scheendijk-Noord vergunning € 235,78
Precariobelasting 112 116
(Water)toeristenbelasting € 2,06 614 632
Forensenbelasting 0,20540% 156 160
Totaal 41.942 43.070

De genoemde tarieven zijn gebaseerd op de belastingverordeningen 2025. De tarieven van 2026 worden u op 16 december 2025 ter vaststelling aangeboden.

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Kostendekkendheid

Kostendekkendheid afval en riolering
Bij het opstellen van de begroting nemen we de door de raad vastgestelde beleidsdocumenten als uitgangspunt. Voor de rioolheffing is dit het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026. In de begroting bepalen we of de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Hierbij wordt gekeken welke uitgaven en inkomsten drukken op de producten afval en riolering. Bij de jaarstukken berekenen we achteraf of deze tarieven ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Bij een te lage kostendekkendheid doen we een beroep op de daarvoor gevormde egalisatievoorziening. Bij een kostendekkendheid boven de 100% moet het surplus in de egalisatievoorziening gestort worden. Hierdoor kunnen we grote investeringen in de toekomst opvangen zonder grote schommelingen in de tarieven.

Berekening kostendekkendheid Afvalstoffenheffing 

Tabel LH.2.
Kostendekkendheid 2026
Afvalstoffenheffing (x € 1.000)
Product afval:
kosten -9.023
inkomsten (excl. heffingen) 599
Netto kosten -8.424
Toe te rekenen kosten:
overhead -1.376
straatreiniging, kwijtschelding, btw -2.263
Totaal toe te rekenen kosten -3.639
Totaal kosten -12.063
Opbrengst heffingen 12.063
Totaal kosten - opbrengsten 0
Afval
Het kostendekkingspercentage voor afval bedraagt op basis van de baten en lasten 100%.

Berekening kostendekkendheid Rioolheffing 

Tabel LH.3.
Kostendekkendheid 2026
Rioolheffing (x € 1.000)
Product riolering:
kosten -5.466
inkomsten (excl. heffingen) 0
Netto kosten -5.466
Toe te rekenen kosten:
overhead -1.573
straatreiniging, kwijtschelding, btw -1.286
Totaal toe te rekenen kosten -2.859
Totaal kosten -8.325
Opbrengst heffingen 8.326
Totaal kosten - opbrengsten 0
Riolering
Het kostendekkingspercentage voor riolering bedraagt op basis van de baten en lasten 100% en is gebaseerd op de huidige GRP. Eventuele verschillen storten of doteren wij aan de egalisatievoorziening riolering en zijn verwerkt binnen het programma Fysiek’.

Kostendekkendheid Lijkbezorgingsrechten
Binnen onze gemeente zijn acht gemeentelijke begraafplaatsen die wij onderhouden en exploiteren. De onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van de begraafplaatsen voor het jaar 2025. Hierin zijn de inkomsten verkregen uit onder andere grafrechten en begravingen vergeleken met de kosten voor het onderhoud, exploitatie van de begraafplaatsen en de personeelskosten (exclusief overhead). 

Tabel LH.4.
Kostendekkendheid 2026 Lijkbezorgingsrechten (x € 1.000)
Kosten -599
Opbrengst heffingen 599
Kostendekkendheid 100%

Kostendekkendheid Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Bij het opstellen van de begroting 2025 gaan wij voor de tarieven uit van de belastingverordening 2024. Eind 2024 publiceert het Rijk de maximale tarieven voor onder andere reisdocumenten en rijbewijzen. Dit nemen we mee bij de definitieve vaststelling van de belastingverordening 2025.

Tabel LH.5.
Kostendekkendheid 2026 Burgerlijke stand en documentverstrekkingen (x € 1.000)
Kosten -2.321
Opbrengst heffingen 1.516
Kostendekkendheid 65,3%

Kostendekkendheid Omgevingsvergunningen
Het uitgangspunt voor de opbrengsten van de leges omgevingsvergunningen is de legesverordening die jaarlijks door de gemeenteraad wordt vastgesteld.  De tariefvaststelling vindt plaats in de raadsvergadering van 16 december 2025.

Tabel LH.6.
Kostendekkendheid 2026 Omgevingsvergunningen (x € 1.000)
Kosten -3.778
Opbrengst heffingen 3.770
Kostendekkendheid -99,8%

Lokale belastingdruk

Terug naar navigatie - Lokale heffingen - Lokale belastingdruk

Op dit moment is de gemiddelde stijging van de WOZ-waarden nog niet bekend. Het ozb-tarief is verhoogd met het inflatiepercentage van 2,8%. De tariefvaststelling vindt plaats in de raadsvergadering van 16 december 2025.

Tabel LH.7.
Lokale belastingdruk (x € 1) 2024 2025 Indicatief 2026
Gemiddelde WOZ – waarde € 401.000 € 440.700 n.t.b.
Ozb – eigenarendeel € 364,79 € 376,02 n.t.b.
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) € 410,68 € 463,65 n.t.b.
Rioolheffing (tot 150 m3) € 280,22 € 290,02 n.t.b.
Ontwikkeling lastendruk € 1.055,69 € 1.129,69 -
% stijging t.o.v. voorgaande jaar 2,9% 7,0% n.t.b.

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Inleiding

Bij de uitvoering van de haar taken heeft de gemeente met risico’s te maken. Risico’s zijn niet te vermijden en kunnen impact hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente. De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan in hoeverre de gemeente in staat is om de risico’s die wij bij de uitvoering van onze taken zien, op te vangen.

De paragraaf bevat een drietal onderdelen: de risico's, de weerstandscapaciteit en de financiële kengetallen. Deze onderdelen geven een beeld van de financiële positie van de gemeente. Onder de weerstandscapaciteit wordt verstaan: de mate waarin de gemeente niet begrote kosten die voortkomen uit risico's, met de daarvoor beschikbare middelen kan opvangen. De relatie tussen de benodigde middelen om de risico’s die wij zien te kunnen opvangen (de weerstandscapaciteit) en de daarvoor beschikbare middelen wordt uitgedrukt in de ratio weerstandsvermogen. Een gezond weerstandsvermogen stelt ons in staat om financiële tegenvallers op te vangen zonder dat dit ons beleid of de uitvoering daarvan direct in gevaar brengt. 

Uitgangspunten risicomanagement

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Uitgangspunten risicomanagement

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn beschreven in de Nota herziening risicomanagementbeleid Stichtse Vecht en de Beleidsnotitie Algemene reserve. Hierin is onder meer gedefinieerd wat we onder een risico verstaan, hoe we omgaan met risico’s, wat de weerstandscapaciteit en de ratio weerstandsvermogen zijn en hoe ze worden bepaald. In deze paragraaf benoemen we de grootste risico’s en het weerstandsvermogen volgens de in de notities vastgelegde richtlijnen. 

In het risicomanagementbeleid is een risico gedefinieerd als ‘een onzekere gebeurtenis die een effect kan hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente’. Met een risicomanagement-informatiesysteem beoordeelt de organisatie risico's op systematische wijze. Aan de hand van de geïnventariseerde risico’s kunnen vervolgens voor risico’s die het behalen van de doelstellingen van de gemeente bedreigen, passende beheersmaatregelen worden genomen om de gevolgen van de risico’s te verkleinen. 

Wij actualiseren de geïnventariseerde risico’s twee keer per jaar in totaliteit. De actualisatie bij de begroting 2026 heeft plaatsgevonden met het laatst vastgestelde risicoprofiel uit de Jaarrekening 2024 als uitgangspunt. De uitkomst van de risico-inventarisatie wordt door de gemeente gebruikt voor het vaststellen van het weerstandsvermogen. Voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s relevant die niet op een andere manier zijn ondervangen en die materiële financiële gevolgen kunnen hebben.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de Algemene reserve (AR), die bestaat uit 3 schijven:

  • Schijf 1: de minimale omvang van het weerstandsvermogen voor het opvangen van geïnventariseerde risico’s;
  • Schijf 2: het deel van de AR bestemd voor het opvangen van bijvoorbeeld calamiteiten of een negatief rekeningsaldo;
  • Schijf 3: de vrije ruimte in de AR voor het geval de AR hoger is dan de door de raad vastgestelde maximum weerstandscapaciteit. De middelen uit schijf 3 kunnen worden ingezet voor actieve (beleids)keuzes. 

Als normratio voor het weerstandsvermogen (= de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit) heeft de raad een streefnorm tussen de 1,4 en 2,0 (ruim voldoende) bepaald. 

Voor het opvangen van risico’s uit grondexploitaties geldt een ander regime. Voor die risico’s geldt de Algemene reserve grondexploitaties als eerste weerstandscapaciteit, pas daarna wordt de AR aangesproken. Risico’s uit grondexploitaties actualiseren we jaarlijks bij de jaarrekening met een afzonderlijke risicoanalyse. De hoofdlijnen voor de grondexploitaties zijn opgenomen in de paragraaf Grondbeleid. 

Risico's en benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Risico's en benodigde weerstandscapaciteit

Op basis van de actualisatie bij de begroting is een risicoprofiel voor 2026 opgesteld.

De inventarisatie voor de begroting 2026 geeft 48 risico’s. Deze risico’s kennen een totaal ingeschat financieel gevolg van € 33,7 mln. In onderstaand overzicht zijn deze risico’s weergegeven.
Om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen voeren we op de geïnventariseerde risico’s een risicosimulatie uit. Deze simulatie vindt plaats omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 33,7 mln. als buffer niet wenselijk is. Ook is het niet waarschijnlijk dat de risico’s zich in 2026 allemaal tegelijkertijd en in hun maximale omvang zullen voordoen. 

Bij de simulatie is gerekend met een zekerheidspercentage van 90%. Op de risico’s op de begrotingsprogramma’s is het resultaat van de simulatie dat het voor 90% zeker is dat de risico's die in 2026 zouden kunnen optreden met een benodigde weerstandscapaciteit van € 9,0 mln. kunnen worden afgedekt. 
De grondexploitaties kennen een eigen risicosimulatie. Het resultaat uit de risicosimulatie grondexploitaties dat niet kan worden afgedekt door de Algemene reserve grondexploitaties nemen we mee in de gemeentebrede weerstandscapaciteit. Uit de in maart 2025 uitgevoerde risicosimulatie volgt een benodigde weerstandscapaciteit van € 1,9 mln. In totaal komt de benodigde weerstandscapaciteit daarmee op € 10,9 mln. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door alle risico's waarvoor geen of onvoldoende beheersmaatregelen zijn of kunnen worden getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.  

Tabel WR.1.
Risicogebeurtenis Ingeschatte kans op optreden Ingeschat Financieel Maximum
Programma 1 Bestuur
Gemeentebrede risico's
Gijzeling van informatie of systemen 70% 2.000.000
Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening 50% 1.000.000
Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 50% 1.000.000
Uitval ICT (Infrastructuur) 50% 1.000.000
Digitale informatie wordt niet tijdig, kwalitatief conform (wettelijke/beleids) richtlijnen vernietigd 70% 500.000
Informatie is niet tijdig, kwalitatief conform (wettelijke/beleids) richtlijnen beschikbaar 50% 500.000
Het niet hebben voldaan aan aanbestedingsregels door Stichtse Vecht of leveranciers 50% 500.000
Contractmanagement onvoldoende op orde 50% 500.000
Ongewenste toegang tot panden 30% 500.000
Verbonden partijen: algemene risico's bij het uitvoeren van de begroting 30% 500.000
Het niet kunnen voldoen aan adequate monitoring wet- en regelgeving omtrent informatiebeveiliging door onvoldoende middelen 50% 250.000
Niet realiseren van wettelijke termijnen 30% 250.000
Werking nieuwe financiële applicatie verloopt niet naar behoren 50% 100.000
Subtotaal 8.600.000
Risico's algemene / financiële dekkingsmiddelen
Fraude financiële transacties 30% 500.000
Totaal programma 1 9.100.000
Tabel WR.2.
Programma 2 Veiligheid
VP: Het onjuist reageren op een crisissituatie (VRU) 30% 1.000.000
Meer beroep op openbare orde en veiligheid bij langdurig en grootschalige crisissituaties 30% 500.000
Ondermijning 30% 250.000
Totaal programma 2 1.750.000
excl. verbonden partijen (VP) 750.000
Tabel WR.3.
Programma 3 Fysiek
Inrichting opbenbaar gebied Bisonspoor 70% 2.500.000
Aansprakelijkheidstelling/ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven 50% 2.000.000
Anterieure overeenkomsten worden onvoldoende nageleefd 30% 2.000.000
Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen) 50% 1.000.000
Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken 50% 1.000.000
Deformatie van TenneT masten 50% 500.000
Terugbetaling van de verkregen subsidie Uitkoopregeling voor woningen onder een hoogspanningsleiding bij niet tijdige wijziging bestemming 10% 2.052.000
Zuilense Vecht - Voetbalclubs krijgen hun business case niet rond omdat ze mogelijk geen BOSA subsidie krijgen 30% 400.000
Niet goed begaanbare wegen en ongevallen a.g.v. extreme weersomstandigheden en sneeuwval 50% 250.000
Gemeentelijke garantstellingen woningcorporaties (achtervang WSW). 10% 500.000
Verontreiniging van oppervlaktewater 10% 250.000
Geen afvoer door een calamiteit aan de riolering 30% 50.000
Omgevingswet: niet op elkaar aansluiten legesverordeningen (bestaand en nieuw) 10% 50.000
Gemeente draait op voor 100% i.p.v. 50% van kosten herstel beschoeiing Vechtoever Zandpad tussen Maarssen en Nieuwersluis n.v.t. 520.000
Financiële garantie herplaatsing Flexwoningen n.v.t. 2.000.000
Totaal programma 3 15.072.000
excl. verbonden partijen (VP) 15.072.000
Tabel WR.4.
Programma 4 Sociaal
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen 50% 1.000.000
Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur), aantallen in zorgvraag en/of bijstelling van het macrobudget Buig 10% 1.000.000
Schuldhulpverlening door hogere kosten levensonderhoud 50% 400.000
Toename beroep op essentiële functies (YEP): ontbreken van voldoende en adequate (lokale) initiatieven 30% 500.000
Gevolgen wijziging Participatiewet vanwege verbeteringen in o.a. de regeling loonkostensubsidie (uitvoeren breed offensief) 70% 250.000
Incidenten op gebied van jeugdhulp 30% 250.000
Overbelasting en/of stoppen van vrijwilligers en/of mantelzorgers. 30% 250.000
Totaal programma 4 3.650.000
excl. verbonden partijen (VP) 3.650.000
Tabel WR.5.
Programma 5 Samenleving
(Onderhouds)budgetten te realiseren schoolgebouwen niet toereikend om aan kwaliteitsaspecten te kunnen voldoen 50% 500.000
Onveilige schoolgebouwen 30% 500.000
Lagere kwaliteit van onderhoud sportparken (buitensport) 30% 250.000
Onvoldoende beschikbaarheid landelijke subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 70% 200.000
Financiële problemen schoolbestuur openbaar onderwijs 10% 250.000
Ongelukken in zwem- en sportaccommodaties 30% 250.000
Gemeentelijke garantstellingen aan (sport)verenigingen en instellingen van algemeen maatschappelijk nut 10% 250.000
Totaal programma 5 2.200.000
Tabel WR.6.
Grondexploitaties
Grondexploitaties (totaal) nvt 1.890.000
Totaal grondexploitatie gerelateerde risico's 1.890.000
NB. De omvang van de risico’s grondexploitatie komen voort uit een risicosimulatie. Deze tellen in het geheel mee bij het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit
Totaal geïnventariseerde risico's 33.662.000
(VP = verbonden partijen, KWP = Kockengen waterproof)

Grootste risicogebieden

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Grootste risicogebieden

Van de drie programma’s die het grootst in omvang zijn, lichten wij de risico’s met de hoogste invloed kort toe. 


1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringsrisico’s
In de bedrijfsvoering heeft de gemeente te maken met organisatorische, financiële en technische risico’s. De drie grootste geïnventariseerde risico’s op dit onderdeel zijn:

Gijzeling van informatie of systemen
Het beschermen en beveiligen van gegevens, systemen en in het bijzonder persoonsgegevens tegen bijvoorbeeld een hack of ransomware is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de gemeente. Het gaat om gedrag van medewerkers, het inrichten van processen en procedures en techniek. Informatiebeveiliging is een combinatie van organisatorische en technische maatregelen én de toepassing daarvan. 

Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven
Voor veel situaties is de gemeente verzekerd. Voor onvoorziene situaties, situaties waarvoor we niet verzekerd zijn en/of extra kosten maken als een juridische procedure wordt gestart, is een bedrag in de risico-inventarisatie opgenomen.

Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening
In het afgelopen jaar is ingezet op het versterken van de instroom van medewerkers. Er zijn ook stappen gezet in het terugdringen van de uitstroom en hier blijven wij aandacht aan besteden. Daarnaast blijft het verzuim relatief hoog, wat invloed heeft op de weerbaarheid van de organisatie en de continuïteit van de dienstverlening onder druk kan zetten. Dit speelt in een context van een herinrichting van de organisatie en een aanhoudend krappe arbeidsmarkt. In 2025 worden de besluiten die voortvloeien uit de effectevaluatie in de organisatie doorgevoerd. Dit betekent een herinrichting van de teams in de organisatie, die wordt afgestemd op de nieuw vastgestelde inrichtingsprincipes. Met deze herinrichting wordt onder andere beoogd de 'span of attention' binnen en tussen teams lager en evenwichtiger te maken. Door deze implementatie zorgvuldig, projectmatig en gefaseerd op te pakken komt er meer aandacht voor medewerkers en ontstaat de ruimte voor meer integrale sturing.


2. Programma Fysiek
De Heul - Vervangende locatie flexwoningen en Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen (RTHF)
Het risico bestaat uit 2 onderdelen. Het risico hangt enerzijds samen met de investering van een corporatie in 40 flexwoningen ten behoeve van het gemengd wonen project voor starters en (dreigend) daklozen. Het risico ontstaat als er na 15 jaar (in 2039) geen vervangende locatie wordt gevonden. Het risico hangt anderzijds samen met de RTHF. Indien de RTHF geldt, dan compenseert de gemeente 25% van de restwaarde. 

Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen)
Vanuit methodiek voor tweejaarlijkse nieuwe inspectie zal eind 2025 een nieuw beheerplan opgesteld worden. Uit deze inspectie zal tevens blijken of onderhoudsachterstand groter of kleiner is geworden. Uit dit beheerplan zal ook blijken wat de actuele status van het onderhoudsachterstand is en hoe deze  zich zal ontwikkelen.

Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken
Door het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van bruggen wordt de doorstroming beperkt en zijn kernen mogelijk niet of beperkt bereikbaar. Inmiddels is een statusinventarisatie van de bruggen uitgevoerd. Op basis van uitkomsten zal in 2025 een beheerplan opgesteld worden en voorgelegd worden aan de raad. De aanbesteding brugbediening is in 2025 uitgevoerd om continuïteit te borgen. 


3. Programma Sociaal
Toename beroep op gemeentelijke Wmo voorzieningen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om inwoners zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deel nemen aan de maatschappij. De toenemende vergrijzing en het zo lang mogelijk thuis blijven wonen maakt dat inwoners een groter beroep op (Wmo-)voorzieningen doen. We sturen op het versterken van eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Tegelijkertijd geven we aanbieders meer ruimte om te doen wat nodig is. Daarnaast kijken we naar het gebruik van de Wmo. Daarin werken we nauw samen met het voorveld.

Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur), aantallen zorgvraag en/of bijstelling van het macrobudget Buig
Bijstand is een open einde regeling. Een toename van het beroep op bijstand of zorg leidt tot hogere uitkeringslasten. Aanpassingen in het macrobudget Buig  kan leiden tot een hogere/lagere dan de geraamde uitkering. Om het risico te verkleinen, zetten wij onder andere in op gerichte acties als voorliggende voorzieningen, doorverwijzing naar de keten, de inzet van social return en preventieve activiteiten gericht op het voorkomen van instroom. Overschrijding van de uitgaven van meer dan 10% van het budget kan het Rijk compenseren.

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Beschikbare weerstandscapaciteit

De raad heeft met de Beleidsnotitie Algemene reserve de AR aangemerkt als weerstandscapaciteit. Dit betreft de incidentele weerstandscapaciteit. In de notitie is tevens bepaald dat de AR drie schijven kent, die bepalen hoe de beschikbare middelen uit de AR ingezet kunnen worden. De middelen uit schijf 1 en 2 (voor het opvangen van de geïnventariseerde risico’s, calamiteiten, tegenvallers op taakstellingen en negatieve rekeningsaldi) vormen de incidentele weerstandscapaciteit van de gemeente. De door de raad vastgestelde ratio weerstandsvermogen (1,4 - 2,0) bepaalt de bandbreedte voor de weerstandscapaciteit.

Op basis van de benodigde weerstandscapaciteit van € 10,9 mln. geeft dit het volgende beeld:

Tabel WR.7.
Weerstandscapaciteit (Bedrag x € 1000)
- schijf 1 Minimale hoogte voor opvang geïnventariseerde risico’s (1,4 x €10,9 mln., minimumnorm) € 15.386
- schijf 2 Deel AR voor opvang calamiteiten (bijv. onderhoud bruggen), taakstellingen SD en negatief rekeningsaldo € 6.594
Maximum weerstandscapaciteit (2 x € 11,8 mln.) € 21.980

Ratio weerstandsvermogen
Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's, de daarvoor benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen deze componenten, de zogeheten ratio weerstandsvermogen,  bedraagt:

Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandscapaciteit = € 13,6 mln / € 10,9 mln = 1,2.

Ten opzichte van de risico-inventarisatie uit de Jaarrekening 2024 is de ratio weerstandsvermogen gedaald (van 1,7 naar 1,2). Deze afname wordt vooral veroorzaakt door de beschikbare weerstandscapaciteit: deze is gedaald van 16,6 naar 13,6. Daarnaast is de benodigde weerstandscapaciteit gestegen doordat het geschatte financiële risico van de beschoeiing vechtoever in de simulatie is meegenomen. Ondanks dat het totaal aan ingeschatte financiële gevolg van alle risico's is gedaald ten opzichte van de Jaarrekening 2024 (van € 48,4 mln. naar € 33,7 mln.), heeft het meerekenen van dit risico een opdrijvend effect . Per saldo resulteert de toename in financieel gevolg ook in een hogere benodigde weerstandscapaciteit.

Voor het toetsen van de ratio weerstandsvermogen maakt gemeente Stichtse Vecht gebruik van de risicomatrix van de Universiteit Twente. Volgens de schaalindeling van deze matrix valt de ratio van 1,2 in de categorie B “Voldoende”. 

Tabel WR.8.
Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >= 2.0 Uitstekend
B 1.4 < 2.0 Ruim voldoende
C 1.0 < 1.4 Voldoende
D 0.8 < 1.0 Matig
E 0.6 < 0.8 Onvoldoende
F < 0.6 Ruim onvoldoende

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen en risicobeheersing - Financiële kengetallen
Kengetallen Rekening Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting
2024 2025 2026 2027 2028 2029
Netto schuldquote 76% 104% 112% 126% 164% 182%
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 75% 103% 111% 125% 164% 181%
Solvabiliteitsratio 19% 13% 14% 11% 10% 9%
Structurele exploitatieruimte 0,24% 0,56% -0,45% -1,41% -1,89% -1,45%
Grondexploitatie 1,19% -1,32% 0,61% 0,56% 0,63% 0,62%
Belastingcapaciteit 109,79% 107,38% n.n.b. n.n.b. n.n.b. n.n.b.

Wat betekenen deze getallen?
Voor een toelichting op de kengetallen, verwijzen wij u naar het hoofdstuk 'Financiële begroting 2025-2028-samenvatting', onderdeel 'Solide financiële positie'. 

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Inleiding

Voor het in stand houden van kapitaalgoederen op het afgesproken kwaliteitsniveau zijn langlopende investeringen en onderhoudsplannen nodig. Dit doen we door de toepassing van Assetmanagement. Assets zijn de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, ofwel de objecten groen, wegen, civiele kunstwerken etc. Assetmanagement is een systematische en gecoördineerde wijze van beheren. Het gaat hierbij vooral om de optimalisatie van de prestaties, de risico's en de kosten van de kapitaalgoederen in relatie tot de doelstellingen van de gemeente. We richten ons op het beheer over de gehele levensduur en kijken verder dan wat goed is voor de objecten zelf. We kijken naar wat goed is voor de gemeente en nog belangrijker, wat goed is voor inwoners / de gebruikers.

Beleids- en beheerplannen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Beleids- en beheerplannen

Deze paragraaf bevat een toelichting op het beleidskader, kwaliteitsniveau, onderhoudsplan en de financiën van de volgende kapitaalgoederen:
• Wegen
• Civiele constructies
• Openbare verlichting
• Water en riolering
• Groen
• Speelterreinen
• Gebouwen
• Sportterreinen

Tabel OK.1.
Kapitaalgoederen Beheer-/beleidsplan Looptijd plan Achterstallig onderhoud
Wegen Beheerplan wegen 2021-2024 Nee *)
Civiele constructies Beheerbeleidsplan Civiele kunstwerken 2021-2025 Nee *)
Openbare verlichting Beleidsplan Openbare verlichting 2020 2020-2024 Nee *)
Water en Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2022-2026 Nee *)
Groen Bomenbeleid en structuurplan 2015-2035 Nee
Gebouwen Nota Duurzaamheid; IVAB. 2020-2025 Nee
*) Achterstand in uitvoering ten opzichte van de planning

Kwaliteitsniveau openbare ruimte

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Kwaliteitsniveau openbare ruimte

Om de kwaliteit te beoordelen wordt gebruikt gemaakt van de Kwaliteitscatalogus van CROW. In deze catalogus worden vijf niveaus onderscheiden op het gebied van de technische kwaliteit van de openbare ruimte: A+, A, B, C en D. Hierbij staat kwaliteitsniveau A voor een hoog niveau en betekent kwaliteitsniveau D dat het niveau laag is en dat er achterstanden zijn. Onderdelen van de openbare ruimte met dit kwaliteitsniveau moeten op zeer korte termijn weer op kwaliteit gebracht worden.

Gemeente Stichtse Vecht hanteert verschillende kwaliteitsniveaus, afhankelijk van de locatie. Voor wegen en groen is het areaal van de gemeente Stichtse Vecht onderverdeeld in 3 deelgebieden. Voor kernen is kwaliteitsniveau B vastgesteld en voor het buitengebied en industriegebieden is niveau C vastgesteld. 

Kerncijfers openbare ruimte

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Kerncijfers openbare ruimte

Een groot deel van de kapitaalgoederen zijn een onderdeel van de openbare ruimte van de gemeente. Onderstaande tabel geeft een beeld van de omvang van verschillende kapitaalgoederen in de openbare ruimte.

Tabel OK.2.
Kerncijfers openbare ruimte (bron: GBI) 2024
Wegvakonderdelen 3.272.978 m2
Bomen 37.944 st
Gazon 653.373 m2
Overig gras 1.348.164 m2
Haag 52.352 m2
Cultuurlijke beplanting 333.597 m2
Natuurlijke beplanting 498.203 m2
Stalen en betonnen bruggen 143 st
Houten bruggen 51 st
Beweegbare bruggen 15 st
Rioolputten 16.636 st
Vrijvervalleiding 372.124 m2
Mechanische leidingen 226.640 m2
Kolken 22.649 st
Openbare verlichting (masten en armaturen) 12.257 st
Verkeerslichten 16 st
Speelplaatsen 255 st
Speeltoestellen 1.291 st
Sportvoorzieningen 60 st
Ondergrondse containers 666 st
Afvalbakken 1.111 st
Banken 886 st
Picknicktafels 50 st

Wegen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Wegen

Beleidskader
Op grond van de Wegenwet hebben wij de zorgplicht om onze wegen goed en verantwoord te beheren. Hieronder vallen de zorgplicht asfalt, elementen en half-verhardingen. Op basis van de resultaten uit de onlangs gehouden weginspectie 2025 wordt een nieuw wegenbeheerplan 2026-2030 opgesteld en wordt het onderhoudsplan herijkt. Indien uit deze herijking blijkt dat nieuwe of aanvullende investerings- en onderhoudsbudgetten nodig zijn, dan zal dit via een separaat voorstel aan de raad worden voorgelegd.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud loopt daarbij via een componentenbenadering. 

Tabel OK.3.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 650.000 € 650.000 € 650.000 € 650.000
Toevoeging onderhoudsbudget i.v.m. componentenmethode € 350.000 € 350.000 € 350.000 € 350.000
Totaal onderhoudsbudget in exploitatie € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000 € 1.000.000

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Civiele constructies

Beleidskader
Onder civiele constructies wordt verstaan tunnels, viaducten, bruggen, duikers, (aanleg)steigers, beschoeiing, kades, grondkeringen en geluidschermen. Het doel is om veilige verkeersroutes in stand te houden, een vrije doorgang voor de scheepvaart te garanderen en de waterhuishouding op peil te houden. Het beheer- en beleidsplan Civiele kunstwerken is vastgesteld door uw raad in 2021. Naast een beleidsmatig plan stellen we ook een meerjarig onderhoudsplan op. Daartoe zijn in 2022 de volgende assets geïnspecteerd:

  • verkeersbruggen;
  • beweegbare bruggen;
  • fietsbruggen;
  • voetgangersbruggen;
  • tunnels;
  • viaducten;
  • geluidschermen.

Speerpunt voor 2024 en 2025 is het in kaart brengen van de staat van de civiele kunstwerken en indien nodig het herijken van de beheer-/onderhoudsplannen.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud wordt gedekt door een reserve. De dotaties aan en onttrekkingen uit deze reserve zijn vastgelegd in het beheerplan en uitgewerkt in onderliggende uitvoeringsplanningen. Bij het opstellen van het nieuwe beheerplan zal ook een voorstel uitgewerkt worden voor de benodigde budgetten. De ramingen voor groot onderhoud in 2026 en 2027 zullen op basis van dat voorstel in de begroting verwerkt worden. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. 

Tabel OK.4.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 254 € 254 € 254 € 254
Budget groot onderhoud gedekt door reserve € 0 € 0 € 0 € 0
Dotatie reserve € 893 € 893 € 893 € 893

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Openbare verlichting

Beleidskader
Het doel is een verkeersveilige, sociaal veilige en leefbare omgeving die voldoet aan de landelijke richtlijnen. Per 2019 zijn wij geheel verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het verlichtingsareaal. Op basis van het in 2020 door uw raad vastgestelde beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen is een bestek opgesteld en gegund. In 2023 zijn de eerste deelopdrachten verstrekt. In de jaren 2024 en 2025 is jaarlijks circa € 1 mln. aan investeringen gepland om de masten en armaturen te vervangen. Hierbij worden de armaturen voorzien van energiezuinigere LED-verlichting. 

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Tabel OK.5.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 56 € 56 € 56 € 56

Water en riolering

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Water en riolering

Beleidskader
Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) heeft de gemeente een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hoe de gemeente invulling geeft aan de zorgplichten staat uitgewerkt in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het huidige GRP heeft een looptijd van 2022 tot en met 2026 en beschrijft de beleidsvoornemens op het gebied van Water en Klimaat en geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering. Ook de kosten van al deze facetten zijn hierin uitgewerkt. Integraal en risico-gestuurd werken spelen een belangrijke rol in het GRP en de uitvoering daarvan.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van het GRP in de exploitatie van de  meerjarenbegroting. Er wordt een 100% kostendekkend tarief gehanteerd, waarbij alle kosten voor de rioleringszorg uit de rioolheffing worden gedekt. Bij de lasten maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringen. De kosten voor het jaarlijkse operationeel beheer en onderhoud vormen de exploitatiekosten. De investeringsactiviteiten zijn onderverdeeld in aanleg, vervanging en verbetering. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden. Om schommelingen in de kosten op te vangen, maken we gebruik van een egalisatievoorziening, zodat het tarief niet steeds aangepast hoeft te worden wanneer sprake is van een piek of dal in de uitgaven.

Tabel OK.6.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 1.364 € 1.372 € 1.372 € 1.372

Groen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Groen

Beleidskader
Onder groen verstaan we bomen, plantsoenen, gazons en andere velden in de openbare ruimte alsmede de paden in parken. Ook de begraafplaatsen en beschoeiingen scharen we hieronder. Voor groenvoorzieningen en onkruid en zwerfvuil op verhardingen wordt onderhoudsniveau B in de kernen en onderhoudsniveau C buiten de kernen gehanteerd. Voor begraafplaatsen wordt onderhoudsniveau B gehanteerd. Bomen worden conform handboek bomen en de daaraan gekoppelde veiligheidsinspecties op beeld gehouden.
Het beleidskader wordt gevormd door de Omgevingsvisie, het Boombeleidsplan, de parkbeheerplannen, de landschapsontwikkelingsplannen en de regionale visie klimaatadaptie. 

In 2025 lag de nadruk op het reconstrueren van plantvakken. In 2025 is gewerkt aan het op peil brengen van het bomenbestand aan de vastgestelde kwaliteitseisen. Alle arealen zijn nu op beeld. Belangrijkste speerpunt voor de komende jaren is om het groen (incl. bomen en parken) op het gewenste kwaliteitsniveau te houden. Dit kan naar verwachting grotendeels binnen de nieuwe  beschikbare budgetten gerealiseerd worden.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Op basis van een nieuwe aanbesteding in 2022 zijn in de begroting 2022 voor de periode 2022-2026 de exploitatiebudgetten herzien. Uit de ophanden zijnde herziening van de beleids- en beheerplannen volgt de komende jaren de herziening van de financiën. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Tabel OK.7.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 4.025 € 4.025 € 4.025 € 4.025

Speelterreinen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Speelterreinen

Beleidskader
De speelplekken worden ingericht volgens de kadernota Buiten spelen natuurlijk! De uitwerking van dit plan is in 2021 vastgelegd in de kwaliteitskaarten spelen. De definitieve versie van de kwaliteitskaarten spelen is in 2025 vastgesteld. In de definitieve versie van de kwaliteitskaarten wordt aandacht besteed aan het participatief inrichten van speelplekken met speeltoestellen en speelaanleidingen gericht op vergroening, natuur en klimaat.

Het onderhoud van de speeltoestellen vindt plaats volgens de richtlijnen Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Voor de speel- en sporttoestellen en valondergronden worden de normen van het WAS gehanteerd. Jaarlijks loopt de aannemer de speeltoestellen na en vindt inspectie door een onafhankelijke partij plaats. Op hun aanwijzingen worden reparaties uitgevoerd.

Financiën
Onderstaande budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast worden jaarlijks ook investeringen gedaan. In de investeringsplanning zijn alle geplande investeringen in de openbare ruimte terug te vinden.

Tabel OK.8.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 315 € 315 € 315 € 315

Gebouwen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Gebouwen

Beheerplannen vastgoed
Gemeente Stichtse Vecht is eigenaar van een gevarieerde vastgoedportefeuille met 106 objecten. Vastgoed waarmee we onze sociaal-maatschappelijke doelstellingen mogelijk maken en we de sociale cohesie in de kernen versterken. We voorzien in culturele activiteiten en geven de gelegenheid elkaar te ontmoeten. Het geeft veel inwoners de gelegenheid om te sporten en vitaal te blijven. Onze gemeentelijke huisvesting en begraafplaatsen dienen het algemeen nut en met het bezit van de voor publiek toegankelijke monumenten dragen we bij aan het behoud van het cultureel historisch erfgoed van Stichtse Vecht en aan de uitstraling van onze gemeente.
Het niveau waarop het gemeentelijk vastgoed in stand gehouden wordt is vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van vastgoed. Een instrument dat is gebaseerd op de Conditiemetingsmethodiek volgens NEN 2767. Het niveau waarop het onderhoud gemiddeld gehouden wordt is vastgesteld op conditieniveau 3. Dit onderhoudsniveau is sober en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de representatieve, publiekelijke objecten, zoals de gemeentekantoren en de aula’s op begraafplaatsen, hanteert de gemeente Stichtse Vecht een gemiddeld conditieniveau 2: Goed/ representatief.  

Beheerplan 2025-2026 
De meerjaren onderhoudsplannen voor de gemeentelijke vastgoedportefeuille zijn in 2024 geactualiseerd. Per 30 september 2025 gaan deze in. Voor 2026 wordt een jaarplan gemaakt om uitvoering te geven aan het planmatig onderhoud. Om maximaal uitvoering te geven aan het efficiënt en planmatig uitvoeren van het onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed, wordt bij aanbestedingen gekozen voor wat grotere, meerjarige clustercontracten waarbij de markt wordt uitgenodigd om mee te denken met de gemeente.

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed 2025-2027
Het Uitvoeringsplan verduurzaming gemeentelijk vastgoed 2025 – 2027 is herijkt en wordt eind 2025 door de gemeenteraad vastgesteld. Dit geldt voor de selectie van tweeëntwintig vastgoedobjecten (inclusief brugwachtershuisje Maarssen) uit de kernvoorraad. De gereserveerde financiële middelen die niet zijn gebruikt in 2024 zijn ter beschikking gesteld in 2025. Ter uitvoering van de verdere verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed worden per jaar tot en met 2027 de benodigde financiële middelen verdeeld, rekening houdend met onder andere (grondstof)inflatie, veranderde en toekomstige wet- en regelgeving en de continu ontwikkelende markt op het gebied van verduurzaming. Het uitvoeringsplan houdt ook rekening met andere lopende projecten aangaande de vastgoedobjecten binnen de kernvoorraad, denk onder andere aan project Gemeentelijke huisvesting, welke impact heeft op de sturing/regie in de behoeftestelling. Koppelkansen met andere werkzaamheden en/of beleid en het zo veel mogelijk voorkomen van kapitaalvernietiging wordt in acht genomen.

Portefeuilleplan 
We streven naar een compacte en strategisch waardevolle vastgoedportefeuille die bijdraagt aan onze maatschappelijke beleidsdoelstellingen. Om richting te geven aan deze ambitie is in november 2020 de Vastgoednota vastgesteld. Als onderdeel hiervan is ook een portefeuilleplan opgesteld waarbij het vastgoedperspectief per object is vastgesteld. Jaarlijks wordt het portefeuilleplan geactualiseerd. Deze is hieronder opgenomen.

Verzelfstandiging sportaccommodaties 
De gemeente Stichtse Vecht is eigenaar van MFA Safari en meerdere binnensportaccommodaties. Op 1 januari 2025 is SRO Stichtse Vecht opgericht. De exploitatie van multifunctionele accommodatie (MFA) Safari en de binnensportaccommodaties zijn hier belegd. Ook het beheer en onderhoud van deze sportaccommodaties is neergelegd bij SRO Stichtse Vecht. Overigens ligt de financiële verantwoordelijkheid nog wel bij de gemeente. De gemeente stelt dan ook de meerjaren onderhoudsplannen vast en op basis hiervan wordt jaarlijks aan de hand van een jaarplan het budget vastgesteld voor uitvoering van het onderhoud in het komend jaar. De uitvoering van het onderhoud ligt bij SRO Stichtse Vecht. 

Gemeentelijke huisvesting – Business case
De gemeente Stichtse Vecht staat voor een strategische keuze ten aanzien van haar toekomstige gemeentelijke huisvesting. In totaal zijn zeven scenario’s ontwikkeld. Deze lopen uiteen van de huidige locaties tot volledige nieuwbouw op een nader te bepalen locatie. We werken er naartoe om eind 2026 een scenario keuze voor te leggen aan de gemeenteraad. 

Tabel OK.9.
Onderhoudsbudgetten (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbudget in exploitatie € 776 € 776 € 776 € 776
Budget onderhoud in voorziening € 1.703 € 344 € 2.867 € 461
Dotatie voorziening € 1.257 € 1.257 € 1.257 € 1.257
Tabel OK.10.
Portefeuilleplan 2026
Adres Plaats Soort object perspectief termijn afstoten zelfbeheer/op afstand beheerder
Sportaccommodaties
Bloemstede 223 Maarssen sporthal vervangende nieuwbouw 2-3 jaar op afstand SRO
Fazantenkamp 163 Maarssen sporthal vervangende nieuwbouw 2-3 jaar op afstand SRO
Broekdijk Oost 38 Breukelen sporthal consolideren op afstand SRO
Sportweg 4 Kockengen sporthal consolideren op afstand SRO
M.A. de Ruyterstraat 2A en 2B Maarssen gymzaal consolideren op afstand SRO
Fetha 14 Vreeland gymzaal vervangende nieuwbouw 1-2 jaar op afstand SRO
Keizer Ottolaan 15 Loenen gymzaal consolideren op afstand SRO
Huis ten Boschstraat 7 Maarssen gymzaal vervangende nieuwbouw 2-3 jaar op afstand SRO
Zwanenkamp 1306 Maarssen gymzaal consolideren op afstand SRO
Doude van Troostwijk 20 Nieuwer ter Aa gymzaal consolideren op afstand stichting
Straatweg 185 B Breukelen IJsclub verkoop 1-5 jaar zelfbeheer SV
Schepersweg 14 A Breukelen Zwembad heroverwegen zelfbeheer SV
Sportweg 3 Kockengen Zwembad consolideren op afstand stichting
Bisonspoor 237 Maarssen Zwembad consolideren op afstand SRO
Welzijn- en culturele accomodaties Perspectief termijn afstoten zelfbeheer/op afstand beheerder
Schepersweg 6C Breukelen bibliotheek consolideren zelfbeheer SV
muziekschool consolideren zelfbeheer SV
theaterzaal consolideren zelfbeheer SV
RHCVV consolideren zelfbeheer SV
Sportweg 4 A Kockengen bibliotheek consolideren zelfbeheer SV
Gaslaan 12 Maarssen muziekschool verkoop 1-2 jaar op afstand muziekschool
Harmonieplein 2 Maarssen bibliotheek sloop 2-3 jaar zelfbeheer SV
Straatweg 185 B Breukelen jeugdhonk consolideren zelfbeheer SV
Sportweg 1 Kockengen jeugdhonk consolideren zelfbeheer SV
Fetha 16 Vreeland dorpshuis vervangende nieuwbouw 1-2 jaar op afstand Stichting
Spinnerie 15 Loenen cultureel centrum consolideren op afstand Stichting
Vondelstraat 51 Maarssen welzijn centrum consolideren op afstand Stichting
Zwanenkamp 1301 Maarssen wijkcentrum consolideren op afstand Stichting
Bloemstede 3 Maarssen voedselbank sloop 2-3 jaar zelfbeheer SV
Jonkheer Huydecoperstraat 1 Nigtevecht dorpshuis/gymzaal consolideren op afstand stichting
Doude van troostwijk 20 Nieuwer ter Aa dorpshuis consolideren op afstand stichting
Straatweg 185 Breukelen dierenverblijf consolideren zelfbeheer SV
Ijskelder Maarssen ijskelder consolideren zelfbeheer SV
Park vechtenstein Maarssen tuinhuisje/schuur consolideren zelfbeheer SV
Diependaalsedijk 19 B en C Maarssen museum consolideren zelfbeheer SV
Brouwerij 11 Breukelen Timon verkoop 5-10 jaar zelfbeheer SV
Dorpsstraat 45, Torenstraat 4, kerklaan 2 Nigtevecht, Loenen, Nieuwer ter Aa kerktorens verkoop 5-10 jaar zelfbeheer SV
Raadhuislaan, Markt Vreeland, Breukelen muziektent consolideren zelfbeheer SV
plompbrug, kerkplein 16 A oud-zuilen, breukelen hekwerken consolideren zelfbeheer SV
Boerenlaantje Vreeland spookhuisje verkoop 5-10 jaar zelfbeheer SV
Commercieel vastgoed Perspectief termijn afstoten zelfbeheer/op afstand beheerder
Zwanenkamp 1302 Maarssen peuterspeelplaats consolideren op afstand VVE
Nifterlakelaan 3/5 vreeland peuterspeelplaats consolideren op afstand schoolbestuur
Driehovenlaan 7 a/b Loenen kinderdagverblijf consolideren op afstand schoolbestuur
Schepersweg 10 A Breukelen kinderdagverblijf verkoop 5-10 jaar zelfbeheer SV
Fazantenkamp 159 A Maarssen kinderdagverblijf verkoop 5-10 jaar zelfbeheer SV
Petersburg 52 Nigtevecht kinderdagverblijf consolideren op afstand schoolbestuur
Duivenkamp 545 Maarssen kinderdagverblijf sloop 5-10 jaar zelfbeheer SV
Thorbeckelaan 80 Maarssen kinderdagverblijf sloop 1 jaar zelfbeheer SV
Bloemstede 4 Maarssen kinderdagverblijf sloop 3-5 jaar zelfbeheer SV
M.A. de Ruyterstraat 2 B Maarssen kinderdagverblijf consolideren zelfbeheer SV
Diependaalsedijk t.o. 120 Maarssen loods verkoop 2-3 jaar zelfbeheer SV
Brugstraat 25 Maarssen woning verkoop onbekend zelfbeheer SV
Herenstraat 16 Breukelen woning verkoop onbekend zelfbeheer SV
Maarsseveensevaart 28 Maarssen woning verkoop onbekend op afstand huurder
Zandpad 2 Maarssen woning verkoop onbekend zelfbeheer SV
Binnenweg 24,25,27,31,33 Loenersloot woningen sloop 1-2 jaar op afstand voorkom leegstand
Rijksstraatweg nabij 178 Loenen Schuurtje sloop 1-2 jaar zelfbeheer SV
Heicop 1, Kanaaldijk Oost 4, Zwanenkamp 540 Kockengen, Nigtevecht, Maarssen sanitaire voorzieningen verkoop 2-5 jaar zelfbeheer SV
Gemeentelijke dienstverlening Perspectief termijn afstoten zelfbeheer/op afstand beheerder
Binnenweg 2 en 4 Maarssen brandweerkazerne consolideren op afstand VRU
Brouwerij 5 Breukelen brandweerkazerne consolideren op afstand VRU
Dorpsstraat 29 Nigtevecht brandweerkazerne verkoop 1 jaar zelfbeheer SV
Keizer Ottolaan 2 Loenen brandweerkazerne vervangende nieuwbouw 2-3 jaar op afstand VRU
Laan van Nifterlake 89 Tienhoven brandweerkazerne verkoop 1 jaar zelfbeheer SV
Sportweg 1A Kockengen brandweerkazerne consolideren op afstand VRU
Huis ten Boschstraat/Zandweg Maarssen brugwachtersverblijf consolideren zelfbeheer SV
Brugstraat 25 Breukelen brugwachtersverblijf consolideren zelfbeheer SV
Brugstraat 11 Loenen brugwachtersverblijf consolideren zelfbeheer SV
Dorpsstraat nabij 120 Nigtevecht ponthuisje consolideren zelfbeheer SV
J. Vermeerstraat 30 Maarssen Marktmeesterhuisje consolideren zelfbeheer SV
Kanaaldijk Oost 3 Breukelen afvalbrengstation sloop 2 jaar zelfbeheer SV
Endelhovenlaan 3 Maarssen Orangerie consolideren zelfbeheer SV
Markt 13 Breukelen Boom & Bosch consolideren zelfbeheer SV
Markt 12 Breukelen Koetshuis consolideren zelfbeheer SV
Endelhovenlaan 1 Maarssen Gemeentekantoor consolideren zelfbeheer SV
Diependaalsedijk 19 Maarssen Goudestein consolideren zelfbeheer SV
Wilhelminastraat 43 A Breukelen werkplaats sloop 2-3 jaar zelfbeheer SV
Diependaalsedijk 120 A Maarssen kringloopwinkel sloop 2 jaar zelfbeheer SV
Diependaalsedijk 120 Maarssen afvalbrengstation sloop 2 jaar zelfbeheer SV
Rijksstraatweg 184 Loenen afvalbrengstation sloop 2 jaar zelfbeheer SV
Straatweg 27 A Maarssen Aula consolideren zelfbeheer SV
Dreef 42 Kockengen Aula verkoop 1 jaar zelfbeheer SV
Laantje 3 Nieuwer ter Aa Aula consolideren zelfbeheer SV
Nigtevechtseweg 11 Vreeland Baarhuisje consolideren zelfbeheer SV
Driehovenlaan 29 Loenen Aula consolideren zelfbeheer SV
Breedstraat 2 Maarssen Brugwachterswoning consolideren zelfbeheer SV
Voorstraat 13 Vreeland Brugwachtersverblijf consolideren zelfbeheer SV
Corridor 8 Breukelen Werkplaats Kansis consolideren zelfbeheer SV
Onderwijshuisvesting Perspectief termijn afstoten zelfbeheer/op afstand beheerder
Duivenkamp 547 Maarssen schoollocatie sloop 3-5 jaar zelfbeheer SV
Troelstrastraat 58 Maarssen wissellocatie verkoop 3-5 jaar zelfbeheer SV
Fazantenkamp 161 Maarssen wissellocatie sloop 3-5 jaar zelfbeheer SV

Sportterreinen

Terug naar navigatie - Onderhoud kapitaalgoederen - Sportterreinen

Beleidskader
Buitensportaccommodaties zijn kapitaalgoederen die onder het programma ‘Sport’ vallen. Zoals vastgesteld in de sport- en beweegnota, faciliteren wij een verantwoord basisniveau van een gevarieerd sport- en beweegaanbod met betaalbare en toegankelijke sportaccommodaties. We stimuleren dat we de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties verder overdragen aan de gebruikers. Voor de binnensportaccommodaties leggen we het beheer en onderhoud deels bij een externe partij neer. 

Financiën
In de begroting hebben we budgetten opgenomen voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties en voor vervangingsbijdragen aan derden. We besteden deze budgetten in overeenstemming met de Kadernota sport.  Tevens zorgen we voor een exploitatiebijdrage voor beheer en onderhoud van de binnensportaccommodaties. 

Tabel OK.11.
Onderhoudsbijdrage (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Onderhoudsbijdrage buitensport € 423 € 423 € 423 € 423

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Financiering - Inleiding

De financierings- of treasuryfunctie richt zich op het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen en de financiële posities, inclusief de daaraan verbonden risico’s. De kaders voor uitoefening van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (kortweg: Wet fido) en vertaald in het Treasurystatuut gemeente Stichtse Vecht 2020. De beleidsmatige infrastructuur voor de financieringsfunctie van onze gemeente is hiermee vastgelegd.

Voor het inrichten van de financieringsfunctie stelt de Wet fido twee belangrijke beleidsmatige richtlijnen:

  • Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan uit hoofde van de publieke taak;
  • Het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen heeft een prudent karakter en is primair niet gericht op het genereren van extra inkomsten.

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financiering - Financieringspositie

Gemeten over het begrotingsjaar lopen de reguliere baten en lasten synchroon. Dit laat onverlet dat lopende het begrotingsjaar positieve of negatieve posities ontstaan. Om (lopende en toekomstige) posities inzichtelijk te krijgen, maken wij gebruik van een liquiditeitsplanning. Deze planning stellen we periodiek bij.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Financiering - Leningenportefeuille

Per 1 januari 2026 is de leningenportefeuille opgebouwd uit 16 langlopende geldleningen. Deze hebben een restschuld bij aanvang van het begrotingsjaar van € 186 miljoen.

Tabel F.1.
Leningenportefeuille Restant hoofdsom (x € 1.000)
Leningenportefeuille per 1 januari 2025 127.388
Nieuw aangetrokken/aan te trekken geldleningen 2025 90.000
Reguliere aflossingen 2025 -31.538
Leningenportefeuille per 31 december 2025 185.850
Reguliere aflossingen 2026 -15.038
Prognose nieuw aan te trekken geldlening 2026 50.000
Leningenportefeuille per 31 december 2026 220.813

Beleggingen

Terug naar navigatie - Financiering - Beleggingen

De ministeriële Regeling schatkistbankieren decentrale overheden verplicht decentrale overheden hun overtollige financiële middelen in de schatkist van het Rijk te beleggen, waardoor publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is. In het verlengde hiervan is het ook toegestaan overtollige financiële middelen te beleggen bij andere decentrale overheden waarmee geen toezichthoudende relatie wordt onderhouden.
Van het verplicht beleggen van overtollige middelen in de schatkist van het Rijk is een drempelbedrag vrijgesteld. Voor onze gemeente is het drempelbedrag berekend op (afgerond) € 4,2 miljoen.

Renteschema 2026

Terug naar navigatie - Financiering - Renteschema 2026
Tabel F.2.
Renteschema 2026 (x € 1.000)
Externe rentelasten over korte en lange financiering -5.853
Af: externe rentebaten 3
Totaal door te rekenen externe rente -5.850
Af: rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend 0
Af: rentelasten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 0
Bij: rentebaten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 0
Rente over eigen vermogen (kapitaaldekkingsreserves) 0
Rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) 0
Aan taakvelden toe te rekenen rente (programma’s inclusief overzicht overhead) -5.850
Af: werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) 4.686
Renteresultaat op taakveld Treasury -1.164

Rente ontwikkeling
De interne renteberekening op investeringen is verhoogd van 1,75% in de Begroting 2025 naar 2,25% in de Begroting 2026.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Financiering - Risicobeheersing

De Wet fido bevat instrumenten die de risico’s bij het lenen en beleggen van financiële middelen moeten beperken. De wet bepaalt onder meer dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten en garanties kunnen verlenen. De risico’s op kort- en langlopende geldleningen worden beperkt door de introductie van respectievelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm.

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een grens aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen en beoogt de budgettaire gevolgen van schommelingen in de rente op kortlopende geldleningen te beheersen. De limiet is gesteld op een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal.

Tabel F.3.
Begrotingstotaal 2026 (x € 1.000) Percentage Kasgeldlimiet (x € 1.000)
€ 208.439 8,5% € 17.717

Renterisiconorm
De renteonzekerheid voor de lange termijn wordt uitgedrukt in de renterisiconorm. De renterisiconorm vormt een kader voor een adequate spreiding van looptijden in de financieringsportefeuille, met als doel de portefeuille zodanig op te bouwen dat renterisico’s door renteaanpassing en herfinanciering van leningen in voldoende mate zijn beperkt.

Tabel F.4.
Renterisiconorm 2026 2026 2027 2028 2029
(x € 1.000)
1 Berekening renterisico
1a Renteherzieningen - - - -
1b Betaalde aflossingen 15.038 14.406 13.925 13.175
A Renterisico (1 + 2) 15.038 14.406 13.925 13.175
2 Berekening renterisiconorm
2a Begrotingstotaal 208.439 222.377 200.493 201.215
2b Percentage 20% 20% 20% 20%
B Renterisiconorm 41.688 44.475 40.099 40.243
Toets (B - A)
B Renterisiconorm 41.688 44.475 40.099 40.243
A Renterisico 15.038 14.406 13.925 13.175
Ruimte renterisiconorm 26.650 30.069 26.174 27.068

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Inleiding

De afgelopen jaren is gewerkt aan het versterken van het fundament van de organisatie, deze ontwikkeling zetten we dit jaar door. Belangrijke pijler daarvan is het waarderen van het huidige personeel en aantrekken van nieuw personeel.
Enerzijds proberen we het personeelsverloop terug te dringen door middel van het creëren van een veilige werkomgeving, aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden aan te bieden en door onderscheidend te opereren op de krappe arbeidsmarkt.
Anderzijds wordt ingezet op waardering en ontwikkeling van het huidige personeel, bijvoorbeeld door in te zetten op brede opleidingsmogelijkheden binnen het traject Leren & Ontwikkelen. Op deze wijze wordt de gemeente als werkgever zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt.
 
Daarnaast wordt er gewerkt aan de doorontwikkeling van de ICT-omgeving met een beweging naar de cloud. Dit stelt de gemeente in staat om strucutureel voldoende aandacht te kunnen besteden aan o.a. informatieveiligheid.
 
Dit draagt bij aan het op peil houden van de dienstverlening aan onze inwoners en aan het voldoen aan landelijke wet- en regelgeving.

Human Resources en Opleidingsprogramma

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Human Resources en Opleidingsprogramma

Human Resources

In 2026 blijft de aandacht onverminderd gericht op ons meest waardevolle kapitaal: onze medewerkers. Het versterken van persoonlijk leiderschap blijft hierbij een belangrijke pijler. De incompany leergang Persoonlijk Leiderschap wordt in 2026 vervolgd, als structureel onderdeel van de ontwikkeling van onze organisatie. Deze leergang draagt niet alleen bij aan individuele groei en eigenaarschap, maar ook nadrukkelijk aan het versterken van het open en eerlijke gesprek binnen teams. Onze kernwaarden, respectvol, open en lef zijn integraal onderdeel van het programma en worden vertaald naar concreet gedrag in de praktijk. 

Onboarding blijft een speerpunt van onze ontwikkelagenda. Nieuwe collega’s maken kennis met de organisatie en de benodigde (wettelijke) kennis en vaardigheden én worden ook direct meegenomen in onze waarden en gedragsnormen. Hiermee leggen we vanaf de start de basis voor een cultuur waarin het eerlijke gesprek, samenwerking en een gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid vanzelfsprekend zijn.  Dit eerlijke en open gesprek wordt ook ondersteund door teamcoaching en de verdere uitrol van een programma dat gericht is op het versterken van een veilig, inclusief en respectvol werkklimaat. 

Met deze programma’s investeren we niet alleen in de herziening van processen, maar ook in de bijbehorende gedragsverandering en het duurzaam versterken van onze organisatiecultuur. De herinrichting per 1 januari 2026 is erop gericht de span of attention te verbeteren en een logischere samenhang van taakvelden te creëren. Dit draagt bij aan meer focus, heldere aansturing en een effectievere uitvoering van onze gemeentelijke opgaven.

Ook in 2026 blijft de vergroting van de duurzame inzetbaarheid van onze medewerkers een strategisch aandachtspunt. Op basis van datagedreven inzichten wordt gericht ingezoomd op specifieke doelgroepen. Zo kunnen we onze medewerkers gerichter ondersteunen.

Daarnaast onderzoeken we hoe we als organisatie op een verantwoorde en toekomstgerichte manier gebruik kunnen maken van technologische ontwikkelingen, in relatie tot duurzame inzetbaarheid, de vergrijzing en de aanhoudende krapte op de arbeidsmarkt. Deze ontwikkelingen vragen om een lerende organisatie die vooruitkijkt en ruimte biedt aan innovatie én menselijkheid.

Tot slot blijven we het welzijn en de waardering van onze medewerkers systematisch volgen via medewerkersonderzoeken. Deze leveren waardevolle inzichten op, waarmee we continu kunnen inspelen op signalen uit de organisatie en kunnen sturen op een gezonde, aantrekkelijke en veerkrachtige werkomgeving.

Loonsom organisatie

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Loonsom organisatie
Tabel B.1.
Toerekende personeelskosten B2025 B2026
Programma 1 22.248 24.162
Programma 2 1.505 1.432
Programma 3 12.353 11.988
Programma 4 11.297 11.168
Programma 5 2.741 2.783
Totaal toegerekende personeelskosten 50.144 51.533
Verdeling naar kostensoort
Loonsom organisatie 43.285 44.624
Loonsom overig 6.115 6.104
Indirecte personeelskosten 744 805
Totaal personeelskosten per kostensoort 50.144 51.533

In vergelijking met de primitieve begroting 2025 zijn de personeelskosten met € 1,4 mln. gestegen.  Een specificatie van deze stijging hebben wij in onderstaande tabel weergegeven.

Tabel B.2.
Primitieve begroting 2025 50.144
x € 1.000
Kadernota 2024 incidentele capaciteit 2024-2025 -759
Berap 2025 Extra formatie Beheer openbare ruimte 959
Indirectie personeelslasten reis- en verblijfkosten in B 2025 niet meenomen 61
Kadernota 2026 Niet invullen 1 fte directie -166
Kadernota 2026 3 fte Management n.a.v. nieuwe organisatiestructuur 419
Kadernota 2026 1 fte ISO 102
Kadernota 2026 1 fte Beheerder Office 365 85
Kadernota 2026 5 fte Programma Omgevingswet 526
Kadernota 2026 2,5 fte Netcongestie 250
Kadernota 2026 2,5 fte Solide organisatie 245
Kadernota 2026 1 fte Onderwijshuisvesting 100
Kadernota 2026 Herijking functies 108
Begroting 2026 Omzetting inhuur naar formatie Leefomgeving en Toezicht Buiten 152
Begroting 2026 Indexering salarislasten conform CAO -693
Primitieve begroting 2026 51.533

De totale kosten externen betreffen de kosten voor de inhuur waarvan de kosten niet gedekt worden vanuit de loonsom. Dit is het geval wanneer er geen sprake is van vacatures of langdurige afwezig i.v.m. zwangerschap/ziekte.

T.o.v. de Begroting 2025 zijn de totale kosten voor inhuur externen toegenomen met € 316.000, dit betreft extra toegewezen inhuur vanuit de Kadernota 2026. 

Tabel B.3.
Verplichte indicatoren Rijk P/E Bron R2024 B2025 B2026
Formatie per 1.000 inwoners P SV 6,9 7,1 7,2
Bezetting per 1.000 inwoners P SV 6,2 6,2 6,3
Apparaatskosten per inwoner P SV 427,55 397,86 0,42
Kosten externe inhuur als % van totale loonsom P SV 19,2% <10% <19%
Totale kosten inhuur externen (€ 1.000) P SV 7.784 1.379 1.695

Inkoop- en aanbesteding

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Inkoop- en aanbesteding

Stichtse Vecht zet verder in op de doorontwikkeling van de inkoopfunctie binnen de gehele gemeente, om in het belang van de inwoners doel- en rechtmatig in te kopen en contracten optimaal te beheren. Het doel is de rechtmatigheid van inkoop te verbeteren. Het duurzaam verbeteren van de inkoopfunctie en het inkoopproces volledig rechtmatig krijgen is een traject van meerdere jaren (in-control statement). Hierbij worden de gemeentelijke speerpunten meegenomen; het stimuleren van lokale economie, Social Return (SROI), duurzaamheid en circulariteit. 

We zetten activiteiten in op het vergroten van de bewustwording binnen de gehele organisatie en het belang van kwalitatief hoogwaardige inkoop conform wet- en regelgeving. We richten randvoorwaarden in om in-control te komen door o.a. de contractadministratie in de (nieuwe) Financiële Applicatie in te richten. Qua organisatie richten we een contractbeheer en -managementfunctie in met een regiefunctie die aan de gestelde ambities beantwoordt. De samenwerking tussen verschillende rollen wordt geïntensiveerd. Hiertoe is ook een aparte directie opdracht gegeven.

Belangrijke speerpunten: de samenstelling van de inkoopbezetting met medewerkers in dienst van de gemeente, het implementeren van de nieuwe inkoopwerkwijze en het verder professionaliseren van de inkoop- en contractorganisatie. 

Informatisering en Automatisering

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Informatisering en Automatisering

In 2026 vervolgen we het in 2024/2025 gestarte traject om de voorheen opgesplitste dienstverlening rond ICT samen te voegen. Dit behelst zaken als netwerk, de digitale werkplek en de (cloud)serveromgeving. Waar in 2025 het zwaartepunt van het project lag op algehele transitie, zullen we ons in 2026 richten op het verder doorontwikkelen van kantoorautomatisering en de nieuwe digitale werkplek, en uitbreiding van de M365 functionaliteit. 
 
De ingezette koers van het verplaatsen van applicaties naar de cloud wordt in 2026 verder uitgevoerd. Inmiddels zijn de applicaties van onder andere financiën, burgerzaken en het zaaksysteem naar de cloud gebracht. Dit traject zal in 2026 worden vervolgd met onder andere applicaties binnen domein Samen Leven. 
 
Daarnaast is er binnen het huidige geopolitieke klimaat extra aandacht voor informatieveiligheid. In 2025 is gestart met een aantal projecten om Stichtse Vecht weerbaarder te maken tegen cyberaanvallen. In 2026 zullen projecten worden vormgegeven die zullen bijdragen aan een verhoogde informatieveiligheid.
 
Op het gebied van data zetten we moderne programmatuur en technieken in voor het inwinnen, verwerken en analyseren van data. Er wordt een uitvoeringsprogramma opgezet welke in 2026 en verder wordt gerealiseerd op het gebied van datagedreven werken. Ook breiden we de focus van dit programma uit naar het werkveld van AI. 
 
Intern zullen we een doorontwikkeling maken op het gebied van change- en incidentmanagement waarbij we onze grip op de continu veranderende IT-omgeving verder zullen optimaliseren. Op het gebied van portfolio- en programmamanagement zullen we verder verbeteren op het gebied van heldere planning en reporting, gesynchroniseerd met bestaande organisatieprocessen zoals de P&C-cyclus. Vanuit informatiemanagement willen we met de inrichting van een CIO Office en de daarmee na te streven focus op beleidsontwikkeling en vernieuwing beter in staat zijn om strategisch vooruit te kijken in de snel veranderende wereld van digitalisering, data & AI.

Informatiebeleid en –beheer

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Informatiebeleid en –beheer

Omschrijving

In 2026 gaan we de visie op informatiebeheer en de roadmap om deze te bereiken herijken. Parallel hieraan gaan we aan de slag om een actueel en logisch samenhangend overzicht te maken van alle digitale en analoge informatie binnen de organisatie (zowel in centrale als in decentrale systemen), conform Archiefwet- en regelgeving. Het is van belang dat alle informatie onder deskundig beheer komt, om grip te houden op de informatiestromen binnen de gemeente. 
Een ander belangrijk aandachtspunt voor 2025 en 2026 is het toetsen en aanwijzen van vakapplicaties als archiefapplicatie. Hiermee leggen we vast dat de applicatie voldoet aan de hiervoor geldende eisen, die de wet stelt aan het op duurzaam toegankelijke wijze beheren, vernietigen en/of overbrengen van informatie. 

In 2025 heeft een informatieanalyse van de raads- en griffie informatie plaatsgevonden die resulteerde in een IST-situatie, op basis waarvan in 2025 ook de SOLL-situatie beschreven zal worden. Hieruit voortkomende verbeteringen worden vanaf 2025 projectmatig gepland in samenspraak met de griffie.

De pilot met het e-depot (digitaal archief) uit 2025 wordt in 2026 opgevolgd in afstemming met het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV). Hierbij worden bevindingen uit de eerdere pilot en belangrijke systeemwijzigingen binnen Zaaksysteem meegenomen. 


Conform het plan van aanpak analoge werkzaamheden wordt in 2026 voortgegaan met het wegwerken van de achterstand van afgedragen archief vanuit de teams (van de jaren 2011-2022). We continueren daarnaast met prioriteit het gefaseerd wegwerken van de achterstand in digitale vernietiging. Tot slot worden oude bouwdossiers vanaf 1944 bewerkt, gedigitaliseerd, overgebracht en beschikbaar gesteld voor publiek. Dit project loopt tot en met 2027. 

Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens (privacy) staan meer dan ooit centraal in onze organisatie, gezien de toenemende dreigingen en risico’s in het digitale domein. Het is van belang om een solide basis voor informatiebeveiliging en privacy te waarborgen en continu te verbeteren.

Het komende jaar staat voor informatiebeveiliging in het teken van verdere implementatie en naleving van de Cyberbeveiligingswet (Cbw/NIS2), die strengere eisen stelt aan onze cyberbeveiliging. Ook voor privacy worden strengere eisen gesteld, met name aan de naleving van de eisen vanuit de AVG. Om aan deze eisen te voldoen, is het noodzakelijk om proactief beveiligingsmaatregelen te blijven doorvoeren. Dit stelt ons niet alleen in staat om te voldoen aan de wetgeving, maar ook om bescherming te bieden tegen de voortdurende veranderende kwetsbaarheden en cyberdreigingen. 

De aangescherpte wetgeving en nalevingsvereisten brengen een intensivering van audits met zich mee. Naast  toetsing van opzet en bestaan, zal de nadruk steeds meer komen te liggen op de daadwerkelijke werking van beveiligingsmaatregelen. 

Als gemeente blijven we samenwerken met buurgemeenten, de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) en andere relevante partners. Deze samenwerkingsverbanden zijn belangrijk om een gezamenlijke en effectieve aanpak te realiseren.

Om het kennisniveau op het gebied van privacy en informatieveiligheid onder medewerkers te verhogen blijft bewustwording en zorgvuldig omgaan met (persoons)gegevens een belangrijk punt van aandacht.

Onderzoeksprogramma

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Onderzoeksprogramma

De gemeente Stichtse Vecht kent verschillende onderzoeken met als doel daarvan te leren en werkwijzen te verbeteren. Dit betreft onder meer:

  • bijzondere onderzoeken zoals rechtmatigheidsonderzoeken;
  • artikel 213a-onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering;
  • overige audits, zoals de ENSIA, een periodieke IT-audit op de systemen en de jaarlijkse DigiD-audit.

Voor het doen van onderzoeken kent de gemeente de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Stichtse Vecht. In de verordening is de onderzoeksfrequentie, de manier waarop onderzoeken worden gepland en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd, vastgelegd. De verordening beoogt vooral het doen van zelfonderzoek.

Overheadkosten 2026

Terug naar navigatie - Bedrijfsvoering - Overheadkosten 2026
Tabel B.4.
Overheadkosten 2026 (Bedragen x€1.000)
Bedrijfsvoering
Huisvesting organisatie 978
Interne dienstverlening 755
Bestuurlijke en juridische zaken 919
Financiën en control 870
Data en informatiemanagement 6.612
Mens en organisatie 1.821
Publiekszaken en dienstverlening 156
Beheer Openbare Ruimte 10
Omgeving en Vergunningen 3
Bedrijfsomgeving Leefomgeving 28
Ruimtelijke Regie en Ontwikkeling 267
Totaal bedrijfsvoering 12.418
Personeelslasten
Loonsom overhead 15.278
Indirecte personeelslasten 118
Totaal personeelslasten (loonkosten) 15.396
Totaal 27.815

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Inleiding

Verbonden partijen
De gemeente Stichtse Vecht hanteert een taakgerichte benadering bij de keuze tussen het zelfstandig uitvoeren van taken, het uitbesteden ervan of samenwerking met externe partijen. Bij een nieuwe taak wordt  eerst bekeken welke vorm van sturing het meest passend is, afhankelijk van de aard en context van de taak. Deze benadering resulteert in een flexibele invulling van taken binnen de organisatie, waarbij zowel interne uitvoering als externe samenwerking en uitbesteding worden toegepast.
Deze werkwijze vereist van de gemeente een breed palet aan sturingsvormen en flexibiliteit binnen het openbaar bestuur en de ambtelijke organisatie. De keuze voor een passende vorm van taakuitvoering wordt niet gebaseerd op theoretische modellen of standaardkaders, maar op een doelgerichte inschatting van wat het meest effectief en efficiënt is voor de dienstverlening aan inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners. Er is immers geen uniforme oplossing die in alle gevallen toepasbaar is.

Definitie verbonden partij
Een verbonden partij is een samenwerkingsverband waarin de gemeente deelneemt en waar sprake is van bestuurlijk en/of financieel belang.
•    Onder een bestuurlijk belang houdt in dat de gemeente zeggenschap heeft, hetzij door vertegenwoordiging in het bestuur, hetzij via stemrecht. Een besluitvormende stem in een toezichthoudend orgaan valt hier ook onder.
•    Een financieel belang doet zich voor wanneer de gemeente middelen beschikbaar stelt die in geval van faillissement van de verbonden partij verloren kunnen gaan, dan wel wanneer de gemeente financieel aansprakelijk is indien de partij haar verplichtingen niet nakomt.

Doel en karakter van verbonden partijen
Het aangaan van een verbonden partij geschiedt vanuit de overtuiging dat intensieve samenwerking kan bijdragen aan het effectief en efficiënt realiseren van maatschappelijke doelstellingen. Daarbij dient te worden onderkend dat een verbonden partij een zelfstandige entiteit is, waarmee – naast de verbondenheid – ook samenwerking noodzakelijk is, evenals met de overige deelnemers binnen het samenwerkingsverband.

Een maatschappelijk effect wordt gedefinieerd als een beoogde, positieve verandering of situatie in de samenleving. Het samenwerkingsverband moet bijdragen aan het verwezenlijken van de beleidsdoelen die zijn vastgesteld door de gemeenteraad en het college.

De gemeente Stichtse Vecht participeert zowel in publiekrechtelijke verbonden partijen op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr), als in privaatrechtelijke verbonden partijen, vallend onder het Burgerlijk Wetboek (zoals stichtingen en vennootschappen). De gemeenteraad behandelt daarbij de essentiële stukken, zoals begrotingen en jaarrekeningen.

Drie fasen binnen de samenwerking
Bij samenwerking worden vier fasen onderscheiden:
0.    De afwegingsfase, waarin de gemeente voor de afweging staat om de taak zelf te doen, uit te besteden of samen te gaan werken in een verbonden partij.
1.    Oprichtings- of intentionele fase
De fase waarin de gemeente onderzoekt voor de afweging staat in welke vorm een verbonden partij op te richten of te gaan deelnemen aan een bestaande verbonden partij.
2.    Uitvoerende fase
In deze fase participeert de gemeente in het samenwerkingsverband. De focus ligt op het sturen, beheersen en monitoren van de uitvoering van taken door de verbonden partij.
3.    Evaluatiefase
De fase waarin de gemeente de samenwerking evalueert. Op basis hiervan wordt besloten over het al dan niet voortzetten, wijzigen of beëindigen van de samenwerking.

Prioritering en sturingsprofielen
Het behouden van bestuurlijk en ambtelijk grip op verbonden partijen blijft een structurele uitdaging. Aangezien het niet haalbaar is om alle samenwerkingsverbanden met gelijke intensiteit te volgen, wordt prioritering aangebracht. Dit gebeurt met behulp van sturingsprofielen, waarmee wordt vastgesteld in welke mate bestuurlijke, ambtelijke en raadsmatige betrokkenheid noodzakelijk is.

Er worden drie sturingsprofielen onderscheiden. In de Nota verbonden partijen 2025 zijn deze nader uitgewerkt. Hoofdlijnen zijn o.a.:
1. Reguliere sturing
•    Regulier contact tussen ambtelijke organisatie en verbonden partij.
•    P&C-documenten worden voorgelegd aan het college.
•    De zienswijze op de ontwerpbegroting wordt ter besluitvorming aan de raad aangeboden.
•    Evaluatie vindt plaats via de paragraaf Verbonden partijen in de jaarrekening.
2. Uitgebreide sturing
•    Alle elementen van reguliere sturing.
•    Zienswijzen op kadernota en jaarrekening worden ter kennisname aan de raad aangeboden (begroting ter besluitvorming).
•    Verhoogde frequentie van bestuurlijk en ambtelijk overleg.
•    Bij relevante ontwikkelingen wordt de raad geïnformeerd middels een raadsinformatiebrief (RIB).
3. Intensieve sturing
•    Alle voorgaande elementen.
•    Alle zienswijzen op P&C-producten worden ter besluitvorming aan de raad voorgelegd.
•    De raad wordt periodiek geïnformeerd, eventueel in aanwezigheid van de verbonden partij.
•    De gemeenteraad kan de Rekenkamer verzoeken om onderzoek te verrichten; het is aan de Rekenkamer zelf om te bepalen welke onderzoeken worden uitgevoerd.

Toelichting verbonden partijen
In de verschillende programma’s zijn de verbonden partijen opgenomen die bijdragen aan het realiseren van de gemeentelijke doelstellingen. In deze paragraaf worden per verbonden partij het algemeen belang en de op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) voorgeschreven financiële gegevens weergegeven. Daarbij wordt per samenwerkingsvorm een beschrijving opgenomen van het doel, de relevante ontwikkelingen voor het begrotingsjaar 2026, en een overzicht van de financiële kerncijfers. Indien sprake is van materiële risico’s die door de verbonden partij niet of onvoldoende door maatregelen zijn afgedekt, worden deze meegenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.

 

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Overzicht verbonden partijen

Publiekrechtelijk
Publiekrechtelijke verbonden partijen zijn de gemeenschappelijke regelingen. Deze hebben, meestal, een eigen rechtspersoon en kunnen dus zelfstandig besluiten nemen die rechtsgevolg hebben. De wettelijke basis voor het op- en inrichten van een gemeenschappelijke regeling is de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr).

Privaatrechtelijk
De kaders voor samenwerking op basis van het privaatrecht komen voort uit Burgerlijk Wetboek. Deze verbonden partijen staan feitelijk meer op afstand van het bestuur dan publiekrechtelijke verbonden partijen. Bij deze verbonden partijen is de gemeente veelal aandeelhouder en heeft dan ook als deelnemer alleen die bevoegdheden die in het Burgerlijk Wetboek en in de statuten aan de aandeelhouder zijn toebedeeld.

Tabel VP.1.
Naam Rechts vorm Vertegenwoordiging Zienswijze
Gemeenschappelijke regelingen
Veiligheidsregio (VRU) Publiek Burgemeester Zienswijze kadernota en jaarstukken ter kennisname en begroting ter besluitvorming raad
Plassenschap Loosdrecht e.o. Publiek College Alleen zienswijze op de ontwerpbegroting ter besluitvorming raad
Recreatieschap Stichte Groenlanden Publiek College en Raad Alleen zienswijze op de ontwerpbegroting ter besluitvorming raad
GGD Regio Utrecht Publiek College Zienswijze kadernota en jaarstukken ter kennisname en begroting ter besluitvorming raad
Omgevingsdienst Utrecht (OdU) ** Publiek College Zienswijze bij alle P&C documenten en alle ter besluitvorming raad
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) Publiek College Alleen zienswijze op de ontwerpbegroting ter besluitvorming raad
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Publiek College Zienswijze kadernota en jaarstukken ter kennisname en begroting ter besluitvorming raad
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Publiek College Alleen zienswijze op de ontwerpbegroting ter besluitvorming raad
Vennootschappen / deelnemingen
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) Privaat College Zienswijze aan college
NV Vitens Privaat College Zienswijze aan college
Stichtingen
Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) Privaat College Zienswijze aan college
Stichting Urgentieverlening West Utrecht Privaat College Zienswijze aan college
Kansis, Kansis Groen Privaat College Zienswijze aan college
Overig
Utrecht10 Publiek College Zienswijze aan college
* wellicht dat er nog wijzigingen plaatsvinden
** per 01-01-2026 zijn de ODRU en ODU samen in de Omgevingsdienst Utrecht (OdU)

Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Veiligheidsregio Utrecht (VRU) – Programma 2

In de Bestuursagenda VRU 2024-2027 is het beleid vastgelegd ten aanzien van de taken van de VRU.
De vier hoofdthema's zijn: 
•    Toekomstbestendige brandweerzorg
•    Veilige en gezonde leefomgeving
•    Versterking crisisbeheersing
•    Great place to work 
 
De gemeenten staan financieel onder druk door een verwachte daling van de inkomsten uit het gemeentefonds. Dit dwingt veel gemeenten tot bezuinigingen. Tegelijkertijd wordt de VRU steeds vaker langdurig ingezet, met name bij crises, terwijl wettelijke verplichtingen en veiligheidseisen toenemen.
 
In de afgelopen periode zijn daarom toekomstscenario’s ontwikkeld om investeringen en besparingsopties in kaart te brengen. In de komende periode worden de volgende onderzoeken uitgevoerd op verzoek van het algemeen bestuur:
1. Onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de waterongevallenbestrijding.
2. Analyse naar de maatschappelijke en financiële kosten en baten van de AED-taak.
3. Verkenning doorbelasten dienstverlening ambulancezorg.
4. Verkenning doorbelasten dienstverlening liftopsluitingen.
5. Verkennen samenwerkingsmogelijkheden.

Tabel VP.2.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26

Vreemd vermogen

(begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

 (eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Veiligheidsregio (VRU) Burgemeester AB: stemrecht steminvloed: 6% € 25.026  € 73.919  € 0  € 4.858
    Aandeel in totale begroting: 4,0% € 25.507 € 79.558    

 

Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Plassenschap Loosdrecht e.o. – Programma 3

De deelnemers van het Plassenschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Een deel van deze recreatiegebieden ligt op het grondgebied van Stichtse Vecht zoals Bosdijk, Zwaan en een groot deel van de Kievitsbuurten.

Het beheer en onderhoud van de eigendommen van het Plassenschap is tot en met 31 december 2022 uitgevoerd door Recreatie Midden Nederland. Per 1 januari 2023 heeft de gemeente Wijdemeren het beheer van het areaal van het Plassenschap Loosdrecht e.o. overgenomen van RMN.  De gemeente Wijdemeren verzorgt het beheer voor het Plassenschap, maar stemt keuzes die gemaakt moeten worden, af met de ambtelijke vertegenwoordigers van de vier deelnemers; provincie Utrecht, provincie Noord-Holland, de gemeenten Stichtse Vecht en Wijdemeren.

In 2026 gaat onder meer geïnvesteerd worden in de volgende projecten:

•    Beschoeiingen vervangen/repareren      € 1.159.200
•    Sluizen  €     744.400
•    Landterreinen €     400.000
•    Materieel en vastgoed                                          €     110.500

Niet ondervangen risico's: Momenteel loopt een project om tot een beheervisie voor de kievitsbuurten te komen. Verwacht wordt dat in het najaar van 2025 een externe opdracht kan worden uitgezet om een dergelijke visie op te stellen. Afhankelijk van de uitkomsten en de visie, zal dit invloed hebben op de financiële huishouding voor de komende decennia.

Toelichting weerstandsvermogen:  Weerstandsvermogen: de verhouding tussen het weerstandsvermogen en de risico’s zoals  gekwantificeerd in de risicoparagraaf van de begroting en jaarstukken dient minimaal 1:1 te zijn.

Het bestuur heeft al in de Kadernota 2024 vastgelegd dat per ultimo 2026 de algemene reserve minimaal gelijk moet zijn aan de gekwantificeerde risico's. Door het (waarschijnlijk) batig resultaat over 2024 van circa € 400.000, kan door het toevoegen van dit resultaat aan de algemene reserves het  weerstandsvermogen van het Plassenschap wederom aanzienlijk worden verbeterd. Hierdoor kunnen  extra stortingen in de algemene reserve, in ieder geval voorlopig, achterwege blijven.  De beschikbare weerstandscapaciteit wordt, inclusief het over 2024 te verwachten resultaat, voor 2026 begroot op 890.000 euro.

Afgesproken is dat het weerstandsvermogen per ultimo 2026 weer een ratio van 1 moet hebben. Doordat de rekeningen over 2023 en 2024 sluiten met een batig saldo van in totaal circa  € 829.000, kan de algemene reserve worden versterkt en stijgt de ratio tot boven de 1.

Tabel VP.3.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26) 

Vreemd vermogen

(begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

 (eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Plassenschap Loosdrecht e.o.  Collegelid Steminvloed: 25% € 875  

€ 9.281

€ 0 € 435 (ex transparantie BTW)
    Aandeel in totale begroting 17,76%   € 487 € 11.350

Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. - Programma 3

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. - Programma 3

De deelnemers van het recreatieschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van voldoende toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Recreatieschap Stichtse Groenlanden (SGL) had de uitvoering van haar werkzaamheden belegd bij uitvoeringsorganisatie Recreatie Midden-Nederland. Besloten is de uitvoeringsorganisatie RMN te liquideren per 31 december 2022 en het recreatieschap SGL om te vormen tot een ander samenwerkingsverband met een ‘lichtere’ structuur. Per 1 januari 2023 is de taakuitvoering van RMN voor wat betreft recreatieschap SGL overgegaan naar Staatsbosbeheer als nieuwe uitvoeringsorganisatie.

Niet ondervangen risico's:
Geen

Dit jaar is wel gebleken dat in het verleden onvoldoende rekening is gehouden met het sparen en reserveren voor groot onderhoud en vervangingsonderhoud bij het onderdeel terreinbeheer. Tevens zijn de prijzen voor arbeid, materiaal en diensten de afgelopen jaren sterk gestegen, zonder dat daar bij de indexering voldoende rekening mee is gehouden. Dit resulteerde in een tekort van 219.000 euro voor gebiedsprogramma  SGL-A waar Stichtse Vecht in deelneemt. Dit is ondervangen door een taakstellende bezuiniging in gelijke omvang binnen de begroting 2026. In de tweede helft van dit jaar wordt ook onderzocht waar verder bezuinigingen binnen het terreinbeheer mogelijk zijn en opbrengsten kunnen worden verhoogd. Ook wordt bezien in hoeverre de kostentoebedeling binnen Staatsbosbeheer aan de dienstverlening en taakuitvoering voor het recreatieschap kan worden geoptimaliseerd, resulterend in een verdere kostenbesparing.

De weerstandsvermogenratio bedraagt voor SGL-A  circa 1. Daarmee zijn de aangehouden reserves in evenwicht met de eventuele financiële impact van de geïdentificeerde risico's.

Plannen 2026
In 2026 zal een aanvang worden gemaakt met het achterstallige groot onderhoud en vervangingsonderhoud conform het credo 'schoon, heel en veilig', in lijn met wettelijke kaders en regels. Voor Stichtse Vecht betekent dit concreet dat het onderhoud aan de recreatiegebieden Maarsseveense Plassen (grote en kleine plas) langjarig gegarandeerd zal zijn, resulterend in het duurzaam beschikbaar zijn van een aantrekkelijk recreatiegebied voor inwoners en bezoekers uit de regio. Zo worden boompercelen die lijden onder de essentakziekte vervangen en herplant. Ook wordt het aanbod van laagdrempelige sanitaire voorzieningen verbeterd. Hiervoor wordt externe financiering aangetrokken. Met het oog op het 'ravijnjaar' worden de deelnemersbijdragen niet verhoogd maar enkel geïndexeerd met 5,31%. Tegelijk wordt gezocht naar extra inkomsten door optimalisatie van huur- en pachtopbrengsten.

Tabel VP.4.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

(begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

 (eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Recreatieschap Stichtse Groenlanden Raadslid, Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 10%  € 3.629 € 7.475 € 0 € 203
        Aandeel in totale begroting:  5,5%  € 3.859 € 9.100

Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) - Programma 3

Per 1 januari 2026 zijn de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) en de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) Utrecht opgegaan in de Omgevingsdienst Utrecht, afgekort ODU.  De ODU voert voor 26 gemeenten en de provincie adviserende en uitvoerende taken uit op de gebieden van omgeving, milieu en duurzaamheid. Het jaar 2026 zal in het teken staan van het optimaliseren van processen, samenwerking en dienstverlening.

Niet ondervangen risico's:
We hebben te maken met onzekerheid over de financiële impact van één gezamenlijke omgevingsdienst in de provincie Utrecht. Een volledig financieel inzicht is op het moment van schrijven nog niet inzichtelijk.

Tabel VP.5.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden Eigen vermogen (begin '26 - eind '26) Vreemd vermogen (begin '26 - eind '26) Financieel resultaat (eind 2026 Bijdrage SV 2026
Omgevingsdienst Regio Utrecht (OdrU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 6% € 585  € 6.160 € 0 € 2.400
    Aandeel in totale begroting: 10,6% € 867 € 6.442

 

GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - GGD regio Utrecht (GGDrU) – Programma 4

Het doel van de GGDrU is het bevorderen van de Volksgezondheid en het voorkomen van ziekten door het verrichten van preventieve interventies. GGDrU heeft het bevorderen en beschermen van de gezondheid verdeeld over de pijlers kansrijk opgroeien, een gezonde en veilige leefomgeving en langer en gezond zelfstandig. In 2026 houdt de GGDrU rekening met de financiële situatie van gemeenten en heeft dit vertaalt naar een beleidsarme begroting. GGDrU voert zijn wettelijke taken uit en zal geen extra taken uitvoeren. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Tabel VP.6.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

(begin '26 - eind '26

Financieel resultaat

(eind 2026)

Bijdrage SV 2026
GGD regio Utrecht (GGDrU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed: 6% € 2.609  € 25.354 € 0 € 3.614
    Aandeel in totale begroting: 5,4 % € 2.669 € 21.085

Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - Programma 5

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen - Programma 5

De beleidslijnen die in deze begroting zijn opgenomen zijn dezelfde als in de voorgaande jaren:
• Beleidslijn 1: Toezicht en Advies
• Beleidslijn 2: Verwerven en Beheren
• Beleidslijn 3: Beschikbaar stellen en Dienstverlening
• Beleidslijn 4: Beleven en Ontmoeten

Ad Beleidslijn 1
Wat gaan we in 2026 in ieder geval doen:
• Jaarlijks zijn er een aantal terugkerende taken en werkzaamheden, o.a.:
• Jaarlijks toezichtverslag per gemeente aan de colleges van burgemeester en wethouders; Incidentele audits van onderdelen van de gemeentelijke informatiehuishouding; 
• Opstellen van wettelijke adviezen over met name migratie en conversie en over digitale vervanging van papieren informatie (en daarnaast zo nodig over minder voorkomende beheerhandelingen zoals  vervreemding en terbeschikkingstelling); 
• Begeleiden van de wettelijke overbrenging van papieren en digitale overheidsarchieven;
• jaarlijkse machtiging tot vernietiging op grond van de geldende selectielijsten door de gemeenten; 
• Deelname van gemeentearchivaris aan het Strategisch Informatie Overleg (SIO) van de gemeenten; 
• Deelname van inspecteur en de adviseur digitale informatie aan het Tactisch Informatie Overleg (TIO); 
• Ondersteuning van deelnemende gemeenten door ontwikkelen en beschikbaar stellen van   hulpmiddelen en kennisproducten;
• Kennisdeling over veranderingen in de informatievoorziening, zoals Common Ground en Bewaren bij  de Bron, WOO, Omgevingswet en archivering, E-mailarchivering. Door middel van presentaties,  filmpjes, en organisatie van een kennismiddag en een E-Café bij iedere gemeente.

Ad Beleidslijn 2
Wat gaan we in 2026 in ieder geval doen:
• Met deelnemende gemeenten voorbereiden/overbrengen (digitale) archieven;
• Beheer en behoud archieven en collecties binnen de beschikbare middelen/capaciteit;
• Voortzetten achterstandenproject 'toegankelijkheid archieven en collecties';
• Digitalisering overheids- en particuliere archieven binnen beschikbare middelen;
• Kennisoverdracht en adviseren (digitale) archivering en preservering aan gemeenten en inwoners. Door middel van presentaties en filmpjes en informatie op de website.

Ad Beleidslijn 3
Wat gaan we in 2026 in ieder geval doen:
• Uitbreiden en doorontwikkelen van digitale dienstverlening, zowel voor burger als ambtenaar;
• Uitbreiden van ondersteuning en informatie voor onderzoek en gebruik archieven: digitaal en via de studiezalen, ook buiten kantooruren;
• Vergroten van dienstverlening aan de ambtelijke organisaties;
• Zichtbaarheid vergroten en nieuwe doelgroepen aantrekken: gerichte communicatie/activiteiten;
• 3 cursussen en 3 workshops;
• Doorontwikkelen basisprogramma cursussen.
• Stimuleren van hergebruik van bronnen door derden om nieuwe producten en diensten met onze collecties te creëren voor educatie, onderzoek.

Ad Beleidslijn 4
Wat gaan we in 2026 in ieder geval doen:
• Diverse laagdrempelige en toegankelijke activiteiten voor een breed publiek, jong en oud;
• Jaarprogramma exposities in het RHCVV;
• Stimuleren van hergebruik van bronnen door derden om nieuwe producten en diensten met onze collecties te creëren voor educatie, onderzoek en cultuurbeleving door netwerkbijeenkomsten erfgoedpartners;
• Lesprogramma basisscholen in samenwerking met erfgoedpartners.

De omschrijving is gewijzigd.

Tabel VP.7.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

 (eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen  Burgemeester AB: stemrecht Steminvloed 33,3% € 228  € 120 € 0 € 1.124
    Aandeel in totale begroting: 42,5% € 97 € 120

Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

De AVU is sinds 1984 de regie- en kennisorganisatie voor de duurzame en kosteneffectieve verwerking van door de Utrechtse gemeenten bij huishoudens ingezamelde afvalstromen.

  • Daar waar inzameling en transport van afvalstoffen door de AVU aan derden is uitbesteed, worden contracten tijdig aanbesteed. Indien deze activiteiten middels dienstverleningsovereenkomsten worden verzorgd, zal de AVU ook deze overeenkomsten tijdig en in overleg met de partners verlengen.
  • De AVU draagt zorg voor de tijdige aanbesteding van de verwerkingscontracten van de aan de AVU in beheer overgedragen afvalstromen.
  • Er worden voor 2026 geen wijzigingen voorzien in de regelgeving omtrent de afvaldeelstromen die van invloed kunnen zijn op de lopende contracten en op de begroting.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Tabel VP.8.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

(begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

 (eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Collegelid AB: stemrecht Steminvloed 6% € 100 - € 14.000 - € 0 € 2.765
    Aandeel in totale begroting: 5,5% € 100 € 14.000

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) - Programma 1

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) - Programma 1

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug en Zeist en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De BghU heft en int belastingen namens haar deelnemers en stelt de hoogte van de WOZ-waarden vast voor alle onroerende zaken in deze gemeenten.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Tabel VP.9.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat (eind 2026) Bijdrage SV 2026
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) Collegelid DB: stemrecht Steminvloed 6% € 878  € 7.339  € 0 € 1.210
    Aandeel in totale begroting: 6% € 757 € 7.339

 

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

De BNG Bank is een belangrijke partner van de Nederlandse publieke sector, waar de sociale impact van de activiteiten de hoogste prioriteit heeft. De gemeente Stichtse Vecht bezit 29.523 aandelen in BNG.

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Tabel VP.10.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

(eind 2026)

Bijdrage SV 2026
BNG bank *) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder

€ 4.777 -

€ 4.777

€ 123.164 -

€ 123.164

€ 0

 

€ 0

*) De BNG heeft geen begroting, de cijfers komen uit het Jaarverslag 2024.

Vitens - Programma 5

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Vitens - Programma 5

Het winnen, produceren, distribueren en leveren van drinkwater is de primaire taak van Vitens. Klanten kunnen vertrouwen op de leveringszekerheid van drinkwater, een optimale kwaliteit en een zo laag mogelijke prijs (Vitens heeft de laagste drinkwaterprijs van Nederland). Vitens staat de komende jaren voor een grote investeringsopgave. De investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid nu en in de toekomst van voldoende en schoon drinkwater. De gemeente Stichtse Vecht is aandeelhouder en bezit 58.097 aandelen Vitens (1% van het totaal).

Door toenemende onzekerheden als gevolg van economische ontwikkelingen, de effecten van klimaatverandering en de wens om de tarieven meer variabel te maken, is Vitens genoodzaakt vanaf 2024 een aantal uitgangspunten voor de begroting te wijzigen. Dit met als doel de financieringspositie binnen de geldende regelgeving zo optimaal mogelijk te kunnen versterken.


Wijzigingen in de uitgangspunten:

  • Vitens zal  de kosten voor droogteschade scenario's doorrekenen en de financiële impact van het worstcasescenario meenemen in het jaarplan.
  • Het vastrecht wordt op verzoek van de aandeelhouders in 2024 zover mogelijk verlaagd, rekening houdend met de regelgeving.
  • De onzekerheid in de afzet is het afgelopen jaar toegenomen. Vitens zal diverse scenario's doorrekenen voor de afzet en de financiële impact van het worstcasescenario meenemen in het jaarplan om te borgen dat de afzet wordt gerealiseerd.

Deze uitgangspunten leiden tot tariefstijging voor 2024 en verder en vergroten de kans op overwinst. Vitens dient vanuit de geldende regelgeving overwinsten terug te geven aan de klant, wat kan leiden tot tariefschommelingen van jaar tot jaar. Over de jaren heen ondervindt de klant hier geen nadeel van. Vanwege de investeringsopgave waar Vitens voor staat, ziet Vitens naar verwachting de komende jaren geen ruimte om dividend uit te keren aan haar aandeelhouders. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Tabel VP.11.

Naam

(bedragen x € 1 mln)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

 (eind 2026)

Bijdrage SV 2026

Vitens *)

Collegelid

Stemrecht als aandeelhouder

(Stichtse Vecht heeft 58.097 aandelen dit 1% van het totaal)

€ 756

€ 805

 

€ 1.839    

€ 2.066    

€ 50       0

*) Geen begroting. Cijfers komen uit Financieel Jaarplan 2024-2028 (datum: 20 oktober 2023)

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

De doelstelling van Stichting MEC betreft het organiseren van Natuur en Milieu Educatieactiviteiten in de gemeente Stichtse Vecht, met als belangrijkste doelgroep het basisonderwijs. Activiteiten en samenwerkingen die vanuit het MEC Maarssen plaatsvinden, staan opgenomen in nieuwsbrieven en op de website van de ODU. Er worden door de ODU onder andere leskisten samengesteld waarmee de basisscholen lessen op het gebied van Natuur- en Milieueducatie kunnen geven. Daarnaast worden er inloopmiddagen en workshops georganiseerd en is er in het MEC Maarssen een Energieloket geopend door Stichting Duurzame Vecht. 

Niet ondervangen risico's:
Geen

Tabel VP.12.

Naam 

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

(eind 2026)

Bijdrage SV 2026

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) Collegelid

Voorzitter Steminvloed 

20%

€ 96 - € 3 - € 10

Maakt deel uit van de bijdrage aan OdrU

      € 103 € 3

Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Stichting Urgentieverlening West Utrecht (SUWU) - Programma 3

De SUWU is een gemeenschappelijke regeling van zes gemeenten in de regio Utrecht West. Het doel van de stichting is het beslissen op ingediende aanvragen voor een woonurgentie in het kader van de Huisvestingsverordening. 

Niet ondervangen risico's:
Geen.

Tabel VP.13.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '26 - eind '26

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

(eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Stichting Urgentieverlening West Utrecht  Collegelid Stemrecht in AB € 28 n.v.t. € 0 € 22
      € 28  

Kansis en KansisGroen - Programma 4

Terug naar navigatie - Verbonden partijen - Kansis en KansisGroen - Programma 4

Kansis en KansisGroen vormen samen het sociaal ontwikkelbedrijf in de regio Stichtse Vecht en De Ronde Venen.

Kansis biedt mensen kansen op de arbeidsmarkt. Zij begeleiden mensen in en naar werk door middel van training, coaching en ondersteuning in werk. Werk geeft mensen zelfvertrouwen en bestaansrecht. Zij realiseren zich dat de waarde van werk meer is dan alleen salaris. Zij geloven in een arbeidsmarkt waar voor iedereen een plek is passend bij zijn of haar kwaliteiten en uitdagingen. Daar werken mensen die onder de Participatiewet vallen of die zijn aangewezen op een beschutte werkomgeving en mensen die een opstap naar de arbeidsmarkt nodig hebben.

Niet ondervangen risico's:
Geen

Tabel VP.14.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Vreemd vermogen

 (begin '26 - eind '26)

Financieel resultaat

(eind 2026)

Bijdrage SV 2026
Kansis en KansisGroen Collegelid lid Raad van Commissarissen € 0  € 0  € 0  € 715 
         

 

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Inleiding

In de verplichte paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe onze gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. Daarnaast wordt in deze paragraaf de grondprijzenbrief voor komend jaar vastgesteld.

Nota grondbeleid

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Nota grondbeleid

In de Nota grondbeleid staan de beleidsuitgangspunten van het grondbeleid. Het uitgangspunt hierbij is om niet te kiezen voor één bepaalde vorm van grondbeleid, maar dit per locatie of project te bezien. Per project maken we de afweging of de wij de grond zelf in ontwikkeling nemen of dat we de afwikkeling gedeeltelijk dan wel geheel overlaten aan een marktpartij. Hiervoor is een afwegingskader geschreven, waarin we beoordelen of het initiatief wenselijk is, of het financieel haalbaar is, of de financiële risico’s ten opzichte van de financiële middelen acceptabel zijn en of voldoende kennis en capaciteit binnen de onze gemeente beschikbaar is.

Wij kiezen ten aanzien van het te voeren grondbeleid voor maatwerk en marktwerking. In de praktijk betekent dit dat wij overwegend een faciliterend grondbeleid voeren.

Algemene reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Algemene reserve grondexploitatie

De Algemene Reserve Grondexploitaties (ARG) bedraagt minimaal € 200.000 en maximaal € 600.000. Dit is opgedeeld in een risicodeel van € 200.000 (het minimum) en een ontwikkeldeel van maximaal € 400.000. Het ontwikkeldeel is ten behoeve van gebiedsontwikkelingsprojecten waarvan nog geen financiering geregeld. Zodra financiering geregeld is, vloeien gemaakt kosten terug naar de Algemene Reserve Grondexploitaties. Indien het project geen doorgang vindt, draagt de Algemene Reserve Grondexploitaties gemaakte kosten.
Als het saldo van de Algemene Reserve Grondexploitaties hoger is dan € 600.000, wordt het afgeroomd naar de Algemene Reserve, en als het saldo lager is dan € 200.000 wordt het aangevuld vanuit de Algemene Reserve.

Het college is bevoegd om een werkbudget uit de Algemene Reserve Grondexploitaties te gebruiken voor de eerste plan- en onderzoekskosten bij ruimtelijke ontwikkelingen.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Risicobeheersing

Jaarlijks worden de risico’s van de grondexploitaties in beeld gebracht om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen. De risicoanalyse is uitgevoerd middels een Monte Carlo simulatie. Dat houdt in dat een grondexploitatie 10.000 wordt doorgerekend met verschillende scenario’s met een bandbreedte van financiële gevolgen van de risico’s.

De risicoanalyse is uitgevoerd voor de  grondexploitaties: Haarrijnweg te Maarssen, Harmonieplein te Maarssen, Fetha 3/14/16 te Vreeland, Kuyperstraat te Maarssen  en Zuilense Vecht te Maarssen. 
Uit de risicoanalyse komt naar voren dat een risicoreservering van € 2.090.000 nodig is. 

Het risicodeel van de Algemene Reserve Grondexploitaties voorziet voor € 200.000 in de benodigde risicoafdekking. Het resterende bedrag van € 1.890.000 wordt als risico meegenomen in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen.

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Grondexploitaties

Vastgestelde grondexploitaties:

Haarrijnweg 5 te Maarssen
In 2026 is het tweede deel van de gronduitgifte voorzien, zijnde de tweekappers en de vrijstaande woningen.

Harmonieplein te Maarssen 
In 2026 wordt de bouw van het Zuidblok afgerond en worden de appartementen opgeleverd. Daarnaast wordt de ontwikkeling en verkoop van het woningbouwprogramma van het Noordblok in de markt gezet via een aanbestedingsprocedure.

Kuyperstraat te Maarssen 
In 2026 worden de 26 appartementen opgeleverd en het gebied daaromheen woonrijp gemaakt, waarna de eerste bewoners hun nieuwe woning betreden. De grondexploitatie wordt per 31-12-2026 afgesloten.

Veenkluit te Tienhoven 
Het laatste onderdeel, het woonrijp maken rond de woningen, wordt in het eerste kwartaal van 2026 afgerond. Omdat het om relatief weinig kosten gaat, wordt de grondexploitatie afgesloten per 31-12-2025.

Fetha 3/14/16 te Vreeland
In 2026 is de gronduitgifte van 3 zorgwoningen voorzien.

Zuilense Vecht te Maarssen 
In 2026 wordt de ontwikkeling en verkoop van het woningbouwprogramma gegund aan een ontwikkelaar, o.b.v. een aanbesteding die in 2025 plaatsvindt. Ook staat het verlenen van de omgevingsvergunning op de planning. Daarnaast wordt het lint door het Sportpark aangelegd.

Meerjarenplanning
Onderstaande tabel geeft inzicht in het boekwaardeverloop van genoemde grondexploitaties.  Uit het verloop kan  worden opgemaakt dat jaarlijks meer kosten dan opbrengsten worden gemaakt, behalve in 2027. Daar valt  de positieve piek op. In dat jaar wordt de gronduitgifte t.b.v. 120-150 woningen in Zuilense Vecht verwacht.



Grondprijzenbrief

Terug naar navigatie - Grondbeleid - Grondprijzenbrief

Met de vaststelling van de grondprijzenbrief leggen wij de manier van grondprijsbepaling vast, vaste prijzen voor sociale woningbouw, niet-commerciële voorzieningen en restgroen. Daarnaast nemen we de tarieven voor kostenverhaal mee. Eind 2025 wordt de nieuwe Nota grondprijsbeleid aan uw raad ter vaststelling aangeboden. Onderstaande tarieven zijn in overeenstemming met deze Nota.  De grondprijzenbrief wordt jaarlijks geactualiseerd in de paragraaf Grondbeleid van de begroting.  

Tabel GB.1.
Grondprijzenbrief 2026
Segment Methode Prijs
Sociale woningbouw Normatieve methode
Met een maandhuur tot liberalisatiegrens Grondgebonden woning € 23.150,- Appartement € 18.520,-
Met een maandhuur tot hoge aftopgrens Grondgebonden woning € 20.790,- Appartement € 16.632,-
Met een maandhuur tot lage aftopgrens Grondgebonden woning € 19.666,- Appartement € 15.732,-
Betaalbare woningbouw Residuele methode/tenderprocedure
Vrije sector woningbouw Residuele methode/tenderprocedure
Detailhandel/kantoren Residuele methode/tenderprocedure
Bedrijventerreinen Residuele methode/tenderprocedure
Voorzieningen met een commercieel oogmerk Comparatieve methode
Voorzieningen zonder commercieel oogmerk Normatieve methode/kostprijsmethode € 200,- per m²
Restgroen Normatieve methode € 212,- per m² Zie nota gronduitgifte
Voorzieningen voor energie Normatieve methode/comparatieve methode Recht van opstal € 150,- per m² met een minimale transactieprijs van € 1.500,-
Voorzieningen voor telecom Normatieve methode/comparatieve methode Retributie € 6.320,- tot 65m². Voor elke extra m² € 105,- per m². Elke extra provider € 1.060,- Op gemeentelijk gebouw € 1.590,- extra
Reststroken bij ontwikkellocaties tot 100 m² € 620,- per m² met een minimale transactieprijs van € 6.000,-
Tuin bij woonboten van 0 tot 250 m² € 212,- per m²
Tuin bij woonboten van 250 tot 500 m² € 115,- per m²
Tuin bij woonboten voor het gedeelte vanaf 500 m² Middels taxatie bepalen
Voorschotbedrag kostenverhaal bij ruimtelijke initiatieven
Bouwplan 1 tot 6 woningen € 4.000
Bouwplan 6 tot 16 woningen € 20.000
Bouwplan 16 tot 50 woningen € 50.000
Bouwplan 50 of meer woningen € 70.000
Bouwplan gebouw anders dan een woonfunctie € 25.000
Kleine initiatieven
Omgevingsplan wijziging voor het bouwen van een gebouw met 1 woonfunctie. € 8.700
Omgevingsplan wijziging voor het bouwen van een gebouw of 2 gebouwen met 2 woonfuncties. € 12.500

Openbaarheidsparagraaf

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf - Openbaarheidsparagraaf

De Wet open overheid (Woo) trad op 1 mei 2022 in werking en vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In 2024 heeft de gemeente Stichtse Vecht 81 Woo-verzoeken ontvangen en waarvan de meeste (80%) zijn afgehandeld in hetzelfde jaar.  Een aantal wordt in 2025 afgehandeld.

Op 1 november 2024 zijn de eerste vier Woo-categorieën verplicht openbaar gemaakt via onze website. Het betrof de documenten die betrekking hadden op wet- en regelgeving, besluiten van algemene strekking, organisatiegegevens, raadstukken, besluitenlijsten. De komende jaren wordt de openbaarmaking gefaseerd uitgebreid met de andere in de Woo benoemde informatiecategorieën. Tweede tranche openbaarmaking volgt eind 2025.

Voor de implementatie van de Woo is een implementatieplan opgesteld dat in 2024 verder ten uitvoer werd gebracht. Er is een extern bureau ingehuurd om het proces te begeleiden. Daarnaast is er in 2024 een vaste Woo-coördinator aangesteld om het Woo-proces volledig in de organisatie te borgen. Van binnenkomst tot afhandeling. Voor de implementatie wordt een beroep gedaan op door het gemeentefonds beschikbaar gestelde middelen, zoals vastgelegd in de meicirculaire 2022.