Paragrafen

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf schetsen we onze beleidsvoornemens voor 2024 voor de lokale heffingen en de leges. Ook beschrijven we de lokale belastingdruk en het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid. Meer detailinformatie hebben we opgenomen in de diverse belastingverordeningen die op 19 december 2023 door de raad zijn vastgesteld.

We onderscheiden de volgende heffingen:

1. Retributies
Met retributies kan de gemeente (een deel van) de kosten van de dienstverlening verhalen op de aanvrager die om de dienstverlening vraagt. Retributies zijn leges, gelden of heffingen. Deze zijn niet wettelijk voorgeschreven. Retributies zijn gerelateerd aan een direct aanwijsbare tegenprestatie van de gemeente. Deze mogen maximaal kostendekkend zijn.

Onze gemeente heft de volgende retributies:
• Afvalstoffenheffing
• Marktgelden
• Rioolheffing
• Lijkbezorgingsrechten
• Kadegelden
• Overige leges en rechten

2. Belastingen
Belastingen zijn heffingen waarvan de opbrengst bestedingsvrij is. Met de ongebonden heffingen is de gemeente beperkt in het aantal belastingen dat ze mag heffen. Deze zijn limitatief genoemd in de artikelen 216 tot en met 228 van de Gemeentewet. De gemeente mag zelf bepalen hoe hoog het tarief voor de onroerendezaakbelasting (ozb) is, maar houdt rekening met de landelijke monitoring van de ozb-stijging en de inkomsten in het Gemeentefonds. Het ozb-tarief in de gemeente Stichtse Vecht is hoger dan het landelijk gemiddelde en valt daarom in de categorie 'meest risicovol' volgens de landelijke regels.  Dit betekent dat gemeente Stichtse Vecht minder structurele ruimte heeft om meer ozb-inkomsten te verwerven dan gemeenten met een tarief dat lager ligt dan het landelijk gemiddelde ozb-tarief. De ongebonden heffingen zijn een algemeen dekkingsmiddel.

Onze gemeente heft de volgende belastingen:
• Onroerendezaakbelasting
• Precariobelasting
• Roerende zaakbelasting
• Toeristenbelasting
• Hondenbelasting
• Forensenbelasting
• Parkeerbelasting

Kwijtschelding
Inwoners kunnen kwijtschelding krijgen voor hun belastingaanslagen als zij geen of onvolledige draagkracht hebben. Hiervoor geldt de 100% kwijtscheldingsnorm (= bijstandsnorm). Ook kleine ondernemers kunnen kwijtschelding krijgen, maar alleen voor de belastingaanslagen zie zij als privépersoon ontvangen. Bedrijven die niet als privé persoon hun onderneming bedrijven, komen niet in aanmerking voor kwijtschelding.
Kwijtschelding is mogelijk voor de ozb-woningen in eigendom, afvalstoffenheffing, rioolheffing en hondenbelasting. De basis voor het kwijtscheldingsbeleid is de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Als van tevoren duidelijk is dat we kwijtschelding verlenen, wordt dat een automatische kwijtschelding.

Oninbaar
In de ramingen van de opbrengsten van rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerendezaakbelastingen houden we er rekening mee dat een deel van de opgelegde vorderingen oninbaar zijn. Een vordering is oninbaar wanneer een belastingschuldige wel moet betalen, maar invordering op de gebruikelijke wijze niet (meer) mogelijk is. Dat doet zich bijvoorbeeld voor als de belastingschuldige failliet is gegaan of de belastingschuldige vertrokken is, zonder dat de nieuwe verblijfplaats bij de invorderingsambtenaar bekend is.

Retributies

Terug naar navigatie - Retributies

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2024 waren de volgende specifieke beleidsvoornemens geformuleerd:

•    De ontwikkeling van de rioolheffingen volgt de kostenontwikkeling van de gemeentelijke rioleringsactiviteiten. De programmering van deze activiteiten hebben we vastgelegd in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2022-2026;
•    Leges en heffingen mogen maximaal kostendekkend zijn;
•    Waar mogelijk passen we inflatiepercentage van 9% toegepast in de berekeningen;
•    Voor overhead wordt een opslag van 14% op de directe lasten aan de tarieven toegerekend.

Afvalstoffenheffing
Wij hebben de wettelijke plicht om te zorgen voor het inzamelen van huishoudelijk afval. Wij brengen afvalstoffenheffing in rekening bij de gebruiker van een perceel voor de verwijdering en verwerking van huishoudelijk afval. De afvalstoffenheffing is volledig kostendekkend.

Rioolheffing

Alle eigenaren van een perceel dat is aangesloten op het gemeentelijk rioleringsstelsel, betalen een vast bedrag aan rioolheffing. De opbrengst van de rioolheffing gebruiken we voor de volgende gemeentelijke zorgplichten en taken:

•    een veilige inzameling en transport van afvalwater naar de zuivering, zonder risico’s voor bewoners of het milieu (zorgplicht afvalwater);
•    het zo opvangen en verwerken van hemelwater (regenwater) dat we wateroverlast voorkomen (zorgplicht hemelwater);
•    het voorkomen en verminderen van structurele grondwateroverlast door te hoge grondwaterstanden in de openbare ruimte (zorgplicht grondwater);
•    het samen met de waterschappen realiseren van veilig, gezond en aantrekkelijk oppervlaktewater waarlangs het goed wonen, werken en recreëren is.

Belastingen

Terug naar navigatie - Belastingen

Beleidsvoornemens
Voor het begrotingsjaar 2024 hadden we het volgende specifieke beleidsvoornemen geformuleerd:

  • Wij kiezen ervoor de gemeentelijke belastingen te verhogen met het inflatiepercentage van 9%.

Overzicht tarieven en opbrengsten 2024

Terug naar navigatie - Overzicht tarieven en opbrengsten 2024
Heffing Tarief 2024 Begroting na wijziging 2024 Rekening 2024
Gebonden heffingen (retributies) *€ 1.000 * € 1.000
Afvalstoffenheffing 10.247 10.261
Eenpersoonshuishouden € 271,05
Meerpersoonshuishouden € 410,68
Rioolheffing 8.402 7.756
0 t/m 75m3 water € 206,46
76 t/m 150m3 water € 280,22
151 t/m 300m3 water € 414,25
>300m3 water, extra voor elke 100m3 water € 102,23
Kadegelden - 49
Per dag, zonder stroom, per meter € 1,13
Per dag, met stroom, per meter € 1,47
Marktgelden 75 63
Standplaats op een warenmarkt/kraam € 10,82
Lijkbezorgingsrechten 600 460
Burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Huwelijk en partnerschap 165 196
Paspoorten 18+ € 83,87 1.128 966
Paspoorten 18- € 64,42
Identiteitskaarten 18+ € 75,80
Identiteitskaarten 18- € 40,92
Rijbewijzen € 51,11 308 231
Overige documenten (uittreksel) 64 82
Naturalisatie 61 170
Omgevingsvergunningen 3.783 2.131
Ongebonden heffingen (belastingen)
OZB
Eigenaren woningen 0,09122% 11.668 12.003
Eigenaren niet-woningen 0,22004% 2.259 2.586
Gebruikers niet-woningen 0,16505% 1.446 1.772
RZB
Eigenaren woningen 0,09122% 81 86
Hondenbelasting 311 297
Eerste hond € 76,14
Tweede en iedere volgende hond € 101,30
Per kennel € 181,38
Parkeerbelasting 64 91
Scheendijk-Noord, per 14 minuten € 0,23
Scheendijk-Noord per dag € 3,37
Scheendijk-Noord vergunning € 228,69
Precariobelasting 109 83
(Water)toeristenbelasting € 3,40 596 723
Watertoeristenbelasting € 2,00
Forensenbelasting 0,22968% 151 161
Totaal 41.519 40.164

Kostendekkendheid

Terug naar navigatie - Kostendekkendheid

Kostendekkendheid afval en riolering
Bij het opstellen van de begroting nemen we de door de raad vastgestelde beleidsdocumenten als uitgangspunt. Voor de afvalstoffenheffing is dit met name het Grondstoffenplan 2016 - 2022  en voor de rioolheffing het gemeentelijk rioleringplan (GRP) 2022-2026. In de begroting bepalen we of de tarieven voor de afvalstoffenheffing en de rioolheffing kostendekkend zijn. Hierbij kijken we naar welke uitgaven en inkomsten drukken op afval en riolering. In de jaarstukken berekenen we achteraf of deze tarieven ook daadwerkelijk kostendekkend zijn geweest. Bij een te lage kostendekkendheid doen we een beroep op de daarvoor gevormde egalisatievoorziening. Bij een kostendekkendheid boven de 100% moeten we het overschot in de egalisatievoorziening storten. Hierdoor kunnen we grote investeringen in de toekomst opvangen zonder grote schommelingen in de tarieven.

Kostendekkendheid 2024 Kostendekkendheid 2024
Afvalstoffenheffing x€ 1.000 Rioolrecht x€ 1.000
Product afval: Product riolering:
kosten 7.354 kosten 5.325
inkomsten (excl. heffingen) -419
Netto kosten 6.936 Netto kosten 5.325
Toe te rekenen kosten: Toe te rekenen kosten:
overhead 971 overhead 33
uren 349 uren 715
straatreiniging, kwijtschelding, btw 2.188 straatreiniging, kwijtschelding, btw 1.683
Totaal toe te rekenen kosten 3.508 Totaal toe te rekenen kosten 2.431
Totaal kosten 10.444 Totaal kosten 7.756
Opbrengst heffingen 10.261 Opbrengst heffingen 7.756
Totaal kosten - opbrengsten -183 Totaal kosten - opbrengsten 0
Afval Riolering
Het kostendekkingspercentage voor afval bedraagt op basis van de baten en lasten 98%. Het kostendekkingspercentage voor riolering bedraagt op basis van de baten en lasten 100% en is gebaseerd op de huidige GRP. Het verschil doteren wij aan de egalisatievoorziening riolering en is verwerkt binnen het programma Fysiek’.

Kostendekkendheid lijkbezorgingsrechten
Onze gemeente heeft 8 gemeentelijke begraafplaatsen die we onderhouden en exploiteren. De volgende tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van de begraafplaatsen voor het jaar 2024.  De inkomsten kwamen uit onder andere grafrechten en begravingen. Deze inkomsten vergelijken we met de kosten voor het onderhoud, de exploitatie en de personeelskosten (exclusief overhead) van de begraafplaatsen. 

Kostendekkendheid 2024 lijkbezorgingsrechten
Kosten 644
Opbrengst heffingen 462
Kostendekkendheid 71,7%

Kostendekkendheid burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Bij het opstellen van de begroting 2024 zijn wij voor de tarieven uitgegaan van de belastingverordening 2023. Eind 2023 heeft het Rijk de maximale tarieven voor onder andere reisdocumenten en rijbewijzen gepubliceerd. Die zijn meegenomen bij de definitieve vaststelling van de belastingverordening 2024.

Kostendekkendheid 2024 burgerlijke stand en documentverstrekkingen
Kosten 2.826
Opbrengst heffingen 1.665
Kostendekkendheid 58,9%

Kostendekkendheid omgevingsvergunningen
De legesopbrengst omgevingsvergunningen en de daarmee verband houdende kosten hebben we in 2024 geïndexeerd met 3,1%  ter compensatie van de inflatie. 

Kostendekkendheid 2024 omgevingsvergunningen
Kosten 3.723
Opbrengst heffingen 2.907
Kostendekkendheid 78,1%

Lokale belastingdruk

Terug naar navigatie - Lokale belastingdruk

De lokale belastingdruk is in 2024 ten opzichte van 2023 iets toegenomen. Deze toename komt vooral door tariefaanpassingen voor de inflatie 3,1%. 
Door een recente gerechtelijke uitspraak is op de afbakening voor bejaardenappartementen is de gemiddelde WOZ-waarde naar beneden aangepast.
Hieronder de analyse:

Lokale belastingdruk 2022 2023 2024
Gemiddelde WOZ – waarde 385.000 439.000 401.000
OZB – eigenarendeel 356,26 367,47 400,46
Afvalstoffenheffing (meerpersoonshuishoudens) 319,61 328,54 410,68
Rioolheffing (tot 150 m3) 246,87 251,55 280,22
Ontwikkeling lastendruk 922,74 947,56 1.091,36
% stijging t.o.v. voorgaande jaar -0,50% 2,69% 15,18%

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing geeft aan in hoeverre de gemeente zelf in staat is om risico’s op te vangen die zij onderkent bij de uitvoering van haar taken. De paragraaf heeft drie onderdelen: de risico's, de weerstandscapaciteit en de financiële kengetallen.

Met weerstandscapaciteit bedoelen we de mate waarin de gemeente niet begrote kosten die voortkomen uit risico's, kan opvangen met de daarvoor beschikbare middelen. Aandacht voor het weerstandsvermogen voorkomt dat substantiële risico’s dwingen tot extra bezuinigingen of leiden tot ongewenste bijstellingen in de uitvoering. 
De relatie tussen de benodigde middelen om de risico’s te kunnen opvangen (de weerstandscapaciteit) en de daarvoor beschikbare middelen drukken we uit in de ratio weerstandsvermogen. De ratio is een indicator voor de robuustheid van de begroting van de gemeente.

Naast de ratio weerstandsvermogen gebruikt de gemeente ook andere kengetallen om te bepalen hoe solide de financiële positie van de gemeente is, zoals de solvabiliteit, netto schuldquote en structurele exploitatieruimte. Deze kengetallen geven de gevoeligheid van de financiële positie voor financiële ontwikkelingen aan. Omdat alle gemeenten deze kengetallen in hun begrotingen opnemen, kunnen de gemeenten ook onderling te vergelijken.

Uitgangspunten risicomanagement

Terug naar navigatie - Uitgangspunten risicomanagement

De uitgangspunten voor het weerstandsvermogen en risicobeheersing staan in de Nota herziening risicomanagementbeleid Stichtse Vecht en de Beleidsnotitie Algemene reserve. Hierin staat onder meer wat we onder een risico verstaan, hoe we omgaan met risico’s, wat de weerstandscapaciteit en de ratio weerstandsvermogen zijn en hoe ze worden bepaald. In deze paragraaf benoemen we de grootste risico’s en het weerstandsvermogen volgens de in de notities vastgelegde richtlijnen. 

In het risicomanagementbeleid hebben we een risico gedefinieerd als ‘een onzekere gebeurtenis die een effect kan hebben op het behalen van de doelstellingen van de gemeente’. Met een risicomanagement-informatiesysteem beoordeelt de organisatie risico's op systematische wijze. Aan de hand van de geïnventariseerde risico’s kunnen we vervolgens voor risico’s die het behalen van de doelstellingen van de gemeente bedreigen, passende beheersmaatregelen nemen om de gevolgen van de risico’s te verkleinen. 

Wij actualiseren de geïnventariseerde risico’s twee keer per jaar in totaliteit. De actualisatie bij de Jaarrekening 2024 hebben we gedaan met het laatst vastgestelde risicoprofiel uit de Begroting 2025 als uitgangspunt. De gemeente gebruikt de uitkomst van de risico-inventarisatie vervolgens voor het vaststellen van het weerstandsvermogen. Voor het weerstandsvermogen zijn die risico’s relevant die we niet op een andere manier hebben ondervangen en die materiële, financiële gevolgen kunnen hebben.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen wordt gevormd door de Algemene reserve (AR), die bestaat uit 3 schijven:
•    Schijf 1: de minimale omvang van het weerstandsvermogen voor het opvangen van geïnventariseerde risico’s;
•    Schijf 2: het deel van de AR bestemd voor het opvangen van bijvoorbeeld calamiteiten of een negatief rekeningsaldo;
•    Schijf 3: de vrije ruimte in de AR in het geval de AR hoger is dan de door de raad vastgestelde maximum weerstandscapaciteit. De middelen uit schijf 3 kunnen worden ingezet voor actieve (beleids)keuzes.

Als normratio voor het weerstandsvermogen (= de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit) heeft de raad een streefnorm tussen de 1,4 en 2,0 (ruim voldoende) bepaald. 

Voor het opvangen van risico’s uit grondexploitaties geldt een ander regime. Voor die risico’s geldt de Algemene reserve grondexploitaties als eerste weerstandscapaciteit, pas daarna spreken we de AR aan. Risico’s uit grondexploitaties actualiseren we jaarlijks bij de jaarrekening met een afzonderlijke risicoanalyse. De hoofdlijnen voor de grondexploitaties hebben we opgenomen in de paragraaf Grondbeleid. 

Terugblik grootste risicogebieden jaarrekening 2024

Terug naar navigatie - Terugblik grootste risicogebieden jaarrekening 2024

Van de drie programma’s die het grootst in omvang zijn, lichten wij de risico’s met de hoogste invloed kort toe. 


1. Gemeentebrede risico’s / bedrijfsvoeringrisico’s

In de bedrijfsvoering heeft de gemeente te maken met organisatorische, financiële en technische risico’s. De drie grootste geïnventariseerde risico’s op dit onderdeel zijn:

Gijzeling van informatie of systemen
Het beschermen en beveiligen van gegevens, systemen en in het bijzonder persoonsgegevens tegen bijvoorbeeld een hack of ransomware is een belangrijk onderdeel van de bedrijfsvoering van de gemeente. Het gaat om gedrag van medewerkers, het inrichten van processen en procedures en techniek. Informatiebeveiliging is een combinatie van organisatorische en technische maatregelen én de toepassing daarvan. Hierbij kan bijv. worden gedacht aan de implementatie van Siem Soc in 2024 (security operations center, security information & event management), het uitvoeren van jaarlijkse penetratietesten en uitwijktesten of bewustwordingscampagnes.

Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven
Voor veel situaties is de gemeente verzekerd. Voor onvoorziene situaties, situaties waarvoor we niet verzekerd zijn en/of extra kosten maken als een juridische procedure wordt gestart, is een bedrag in de risico-inventarisatie opgenomen.

Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening
Het afgelopen jaar is er in de formatie een inhaalslag gemaakt om de balans tussen ambitie en capaciteit te herstellen. Er is echter nog steeds sprake van een relatief hoog verloop en hoog verzuim. Dit zorgt voor een kwetsbaarheid in het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening. Daarnaast blijft er sprake van een krappe arbeidsmarkt en zijn er in diverse teams moeilijk vervulbare functies. In 2025 zetten we vervolgstappen om de ambtelijke organisatie toekomstbestendig te maken. Dit doen we door een effectevaluatie voor de ambtelijke organisatie uit te voeren. Verder werken we voor projecten en investeringen aan een realistische investeringsagenda.


2. Programma Fysiek

De Heul - Vervangende locatie flexwoningen en Regeling tegemoetkoming herplaatsing flexwoningen (RTHF)
Het risico bestaat uit 2 onderdelen. Het risico hangt enerzijds samen met de investering van een corporatie in 40 flexwoningen ten behoeve van het gemengd wonen project voor starters en (dreigend) daklozen. Het risico ontstaat als er na 15 jaar (in 2039) geen vervangende locatie wordt gevonden. Het risico hangt anderzijds samen met de RTHF. Indien de RTHF geldt, dan compenseert de gemeente 25% van de restwaarde. 

Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding en bermen)
Gebrek aan capaciteit en het ontbreken van beheerplannen voor een aantal taakgebieden in het fysiek domein, heeft geleid tot achterstand in onderhoud in de openbare ruimte. Uit een in 2023 uitgevoerde inspectie is gebleken dat de onderhoudsachterstand over het algemeen iets kleiner geworden is maar nog te hoog is. 

Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken
Door het tijdelijk niet of onvoldoende kunnen gebruiken van bruggen wordt de doorstroming beperkt en zijn kernen mogelijk niet of beperkt bereikbaar. Er wordt een statusinventarisatie bruggen uitgevoerd die overeenkomstig beheerplannen eind 2024 gereed is. Verder zal op basis van de uitkomsten de aanbesteding en planning voor reparatie/vervanging opgesteld worden. 


3. Programma Sociaal

Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning bij mensen thuis. Het doel hiervan is om inwoners zo lang mogelijk thuis te kunnen laten wonen en te laten deel nemen aan de maatschappij. De toenemende vergrijzing en het zo lang mogelijk thuis blijven wonen maakt dat inwoners een groter beroep op (Wmo-)voorzieningen doen. We sturen op het versterken van eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van mensen. Tegelijkertijd geven we aanbieders meer ruimte om te doen wat nodig is. Daarnaast kijken we naar het gebruik van de Wmo. Daarin werken we nauw samen met het voorveld.

Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig
Bijstand is een open einde regeling. Een toename van het beroep op bijstand leidt tot hogere uitkeringslasten. Aanpassingen in het macrobudget Buig  kan leiden tot een hogere/lagere dan de geraamde uitkering. Om het risico te verkleinen, zetten wij onder andere in op gerichte acties als voorliggende voorzieningen, doorverwijzing naar de keten, de inzet van social return en preventieve activiteiten gericht op het voorkomen van instroom. Overschrijding van de uitgaven van meer dan 10% van het budget kan het Rijk compenseren. 

Risicoprofiel

Terug naar navigatie - Risicoprofiel

Op basis van de actualisatie bij de jaarrekening is een risicoprofiel opgesteld.

De inventarisatie voor de jaarrekening 2024 geeft 50 risico’s. Deze risico’s kennen een totaal ingeschat financieel gevolg van € 48,4 mln. In het volgende overzicht staan deze risico’s. Om de benodigde weerstandscapaciteit te bepalen, voeren we op de geïnventariseerde risico’s een risicosimulatie uit. Dat doen we omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 48,4 mln. als buffer niet wenselijk is. Ook is het niet waarschijnlijk dat de risico’s zich allemaal tegelijkertijd en in hun maximale omvang zullen voordoen. 

Bij de simulatie rekenen we met een zekerheidspercentage van 90%. Op de risico’s in de begrotingsprogramma’s is het resultaat van de simulatie dat het voor 90% zeker is dat de risico’s die kunnen optreden, met een benodigde weerstandscapaciteit van € 7,9 mln. kunnen worden afgedekt. 

De grondexploitaties kennen een eigen risicosimulatie. Het resultaat uit de risicosimulatie grondexploitaties dat niet kan worden afgedekt door de Algemene reserve grondexploitaties nemen we mee in de gemeentebrede weerstandscapaciteit. Uit de in maart 2025 uitgevoerde risicosimulatie volgt een benodigde weerstandscapaciteit van € 1,9 mln. In totaal komt de benodigde weerstandscapaciteit daarmee op € 9,8 mln. De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit alle risico's waarvoor we geen of onvoldoende beheersmaatregelen hebben of kunnen treffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.

Ratio weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Ratio weerstandsvermogen

De beschikbare weerstandscapaciteit wordt bepaald door de Algemene reserve (AR). In de Beleidsnotitie Algemene reserve is aangegeven dat de AR drie schijven kent, die bepalen hoe de beschikbare middelen uit de AR ingezet kunnen worden. De middelen uit schijf 1 en 2 (voor het opvangen van de geïnventariseerde risico’s, calamiteiten, tegenvallers op taakstellingen en negatieve rekeningsaldi) vormen de weerstandscapaciteit van de gemeente. De door de raad vastgestelde ratio weerstandsvermogen (1,4 - 2,0) bepaalt de bandbreedte voor de weerstandscapaciteit. Op basis van de benodigde weerstandscapaciteit van € 9,8 mln. geeft dit het volgende beeld:

Weerstandscapaciteit (bedragen * € 1.000)
Schijf 1: minimale hoogte voor opvang geïnventariseerde risico’s (1,4 x € 9,8 mln) € 13.773
Schijf 2: deel voor opvang calamiteiten (bijv. onderhoud bruggen), taakstellingen SD en negatief rekeningsaldo (0,6 x € 9,8 mln) € 5.903
Maximum weerstandscapaciteit (2 x € 9,8 mln) € 19.676

De omvang van de Algemene reserve bedraagt eind 2024 naar verwachting € 16,6 mln., waarbij we rekening houden met de benodigde onttrekking voor uitvoering van de Kadernota 2024. De omvang van de Algemene reserve ligt daarmee ca. € 2,8 mln. boven de minimumnorm voor de weerstandscapaciteit. Bij de Jaarrekening 2024 zal dit bedrag bijgesteld worden met het jaarresultaat 2024.
 
De ratio weerstandsvermogen, de verhouding tussen de beschikbare en benodigde weerstandscapaciteit, is:
Ratio weerstandsvermogen = beschikbare weerstandscapaciteit / benodigde weerstandcapaciteit = € 16,6 mln / € 9,8 mln = 1,7

Ten opzichte van de risico-inventarisatie uit de Begroting 2025 is de ratio weerstandsvermogen licht toegenomen (van 1,6 naar 1,7). Deze toename hangt met name samen met de toename van de Algemene reserve ten opzichte van de Jaarrekening 2023. Daarnaast geldt dat er in beperkte mate wijzigingen in de risico's waren. Het aantal risico's en het ingeschatte financiële gevolg is weliswaar nagenoeg gelijk gebleven ten opzichte van de Begroting 2025, de omvang en de samenstelling zijn wel gewijzigd. De nieuwe risico's kennen een andere inschatting van kans op optreden en gevolg dan de vervallen risico's. Verder is bij een aantal van de bestaande risico's de kwantitatieve inschatting (kans op optreden en/of de gevolg) bijgesteld. 

De ratio voldoet met 1,7 aan de door de raad vastgestelde norm (‘ruim voldoende’). Het weerstandsvermogen is echter geen statisch gegeven. Beleidsontwikkelingen, nieuwe projecten of besluiten beïnvloeden het risicoprofiel van de gemeente, waardoor het weerstandsvermogen aan fluctuaties onderhevig is. Risico's kunnen zich, ondanks het risicomanagement, altijd voordoen. Met het beschikbare weerstandsvermogen kent de gemeente, op dit moment, een voldoende weerstandscapaciteit om de financiële effecten van de huidige bekende risico’s op te vangen. Gelet op ontwikkelingen en daarmee gepaard gaande onzekerheden blijven wij het weerstandsvermogen wel nadrukkelijk volgen. 

Voor het toetsen van de ratio weerstandsvermogen maakt gemeente Stichtse Vecht gebruik van de risicomatrix van de Universiteit Twente. Volgens de schaalindeling van deze matrix vallen de ratio's bij de jaarrekening 2024 in de categorie 'Ruim voldoende'.

Waarderingscijfer Ratio Betekenis
A >= 2.0 Uitstekend
B 1.4 < 2.0 Ruim voldoende
C 1.0 < 1.4 Voldoende
D 0.8 < 1.0 Matig
E 0.6 < 0.8 Onvoldoende
F < 0.6 Ruim onvoldoende

Totaaloverzicht geïnventariseerde risico's Jaarrekening 2024

Terug naar navigatie - Totaaloverzicht geïnventariseerde risico's Jaarrekening 2024

In onderstaande tabel zijn de geïnventariseerde gekwantificeerde risico's per programma weergegeven.

In onderstaande tabel staat VP voor verbonden partijen en KWP voor Kockengen waterproof.

Risicogebeurtenis (bedragen x € 1.000) Ingeschatte kans op optreden Ingeschat financieel maximum
Programma 1 Bestuur
Gemeentebrede risico's
Gijzeling van informatie of systemen 70% 2.000
Het overtreden van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) 50% 1.000
Uitval ICT (Infrastructuur) 50% 1.000
Het niet (blijvend) kunnen waarborgen van de continuïteit van dienstverlening 50% 1.000
Documentaire informatievoorziening niet tijdig, kwalitatief conform (wettelijke/beleids) richtlijnen beschikbaar dan wel vernietigd 50% 1.000
Het niet hebben voldaan aan aanbestedingsregels door Stichtse Vecht of leveranciers 50% 500
Contractmanagement onvoldoende op orde 50% 500
Ongewenste toegang tot panden 30% 500
Verbonden partijen: algemene risico's bij het uitvoeren van de begroting (druk op financiën) 30% 500
Het niet kunnen voldoen aan adequate monitoring wet- en regelgeving voor informatiebeveiliging door onvoldoende middelen 50% 250
Niet realiseren van wettelijke termijnen 30% 250
Werking nieuwe financiële applicatie verloopt niet naar behoren 50% 100
Subtotaal 8.600
Risico's financiering en algemene dekkingsmiddelen
Fraude financiële transacties 30% 500
Totaal programma 1 9.100
Totaal programma 1 excl. Verbonden partijen (VP) 8.600
Risicogebeurtenis (bedragen x € 1.000) Ingeschatte kans op optreden Ingeschat financieel maximum
Programma 2 Veiligheid
VP: Het onjuist reageren op een crisissituatie (VRU) 30% 1.000
Meer beroep op openbare orde en veiligheid bij langdurig en grootschalige crisissituaties 30% 500
Ondermijning 30% 250
Totaal programma 2 1.750
Totaal programma 2 excl. Verbonden partijen (VP) 750
Risicogebeurtenis (bedragen x € 1.000) Ingeschatte kans op optreden Ingeschat financieel maximum
Programma 3 Fysiek
Inrichting openbaar gebied Bisonspoor 70% 2.500
Aansprakelijkstelling / ingebrekestelling door inwoners, instellingen of bedrijven 50% 2.000
Anterieure overeenkomsten worden onvoldoende nageleefd 30% 2.000
Kunstwerken (mn. bruggen) tijdelijk niet of onvoldoende te gebruiken 50% 1.000
Achterstand onderhoud fysiek domein (asfaltelementen, verharding, bermen) 50% 1.000
Deformatie van TenneT masten 50% 500
Terugbetaling van de verkregen subsidie Uitkoopregeling voor woningen onder een hoogspanningsleiding bij niet tijdige wijziging bestemming 10% 2.052
Niet goed begaanbare wegen en ongevallen door extreme weersomstandigheden en sneeuwval 50% 250
Zuilense Vecht - Voetbalclubs krijgen hun business case niet rond omdat ze mogelijk geen BOSA subsidie krijgen 30% 400
Gemeentelijke garantstellingen woningcorporaties (achtervang WSW). 10% 500
KWP: Lozen van bronneringswater op oppervlaktewater 10% 250
Verontreiniging van oppervlaktewater 10% 250
Geen afvoer door een calamiteit aan de riolering 30% 50
Omgevingswet: niet op elkaar aansluiten legesverordeningen (bestaand en nieuw) 10% 50
Gemeente draait op voor 100% van de kosten voor herstel beschoeiing Vechtoever Zandpad tussen Maarssen en Nieuwersluis n.v.t. 13.000
Financiële herplaatsingsgarantie flexwoningen n.v.t. 2.000
Totaal programma 3 27.802
Totaal programma 3 excl. Verbonden partijen (VP) 27.802
Risicogebeurtenis (bedragen x € 1.000) Ingeschatte kans op optreden Ingeschat financieel maximum
Programma 4 Sociaal
De bestuursopdracht voorveld heeft niet het gewenste financiële effect 70% 2.000
Toename beroep op gemeentelijke WMO voorzieningen (woningaanpassingen) 50% 1.000
Schuldhulpverlening door hogere kosten levensonderhoud 90% 400
Toename beroep op essentiele functies (YEP): ontbreken van voldoende en adequate (lokale) alternatieven 50% 500
Gevolgen wijziging Participatiewet vanwege verbeteringen in o.a. de regeling loonkostensubsidie (uitvoeren breed offensief) 70% 250
Ontwikkeling bijstandsaantallen (conjunctuur) en/of bijstelling van het macrobudget Buig 10% 1.000
Incidenten op gebied van jeugdhulp 30% 250
Door overbelasting en/of stoppen van vrijwilligers en/of mantelzorgers wordt hulp gevraagd van de gemeente 30% 250
Totaal programma 4 5.650
Totaal programma 4 excl. Verbonden partijen (VP) 5.650
Risicogebeurtenis (bedragen x € 1.000) Ingeschatte kans op optreden Ingeschat financieel maximum
Programma 5 Samenleving
(Onderhouds)budgetten te realiseren schoolgebouwen ontoereikend om aan kwaliteitsaspecten te kunnen voldoen 50% 500
Onveilige schoolgebouwen 30% 500
Onvoldoende beschikbaarheid landelijke subsidieregeling Bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) 70% 200
Lagere kwaliteit van onderhoud sportparken (buitensport) 30% 250
Financiële problemen schoolbestuur openbaar onderwijs 10% 250
Ongelukken in zwem- en sportaccommodaties 10% 250
Gemeentelijke garantstellingen aan (sport)verenigingen en instellingen van algemeen maatschappelijk nut. 10% 250
Totaal programma 5 2.200
Grondexploitaties
Grondexploitaties (totaal) n.v.t. 1.890
Totaal grondexploitatie gerelateerde risico's 1.890
NB. De omvang van de risico’s grondexploitatie komen voort uit een risicosimulatie. Deze tellen in het geheel mee bij het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit
Totaal geïnventariseerde risico's 48.392

Financiële kengetallen

Terug naar navigatie - Financiële kengetallen

Wat betekenen deze getallen?

Voor de kritische signaalwaarden hebben we aansluiting gezocht bij de ‘Houdbaarheidstest gemeentefinanciën' van de VNG. Deze waarden geven aan of er sprake is van potentiële financiële stress op het betreffende gebied.

Netto schuldquote (inclusief verstrekte leningen)
De netto schuldquote geeft indirect antwoord op de vraag of met het inkomen blijvend de schuldverplichtingen kunnen worden gedragen. De signaalwaarde voor de netto schuldquote bedraagt 130%. Bij een overschrijding van deze signaalwaarde is sprake van een erg hoge schuldendruk. Het is verstandig om al bij een netto schuldquote hoger dan 100% alert te zijn. 

Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen)
De signaalwaarde voor de effectieve netto schuldquote bedraagt 120%. Als de effectieve netto schuldquote de individuele signaalwaarde overschrijdt, heeft de gemeente een erg hoge schuld. Het is verstandig om al bij een effectieve netto schuldquote hoger dan 90% alert te zijn.

Solvabiliteit
Dit cijfer geeft inzicht in de mate waarin de gemeente op lange termijn haar financiële verplichtingen kan voldoen. Hoe hoger het percentage, hoe gunstiger dit is voor de financiële weerbaarheid van de gemeente. De solvabiliteit is gedaald door de verwachte toename van het investeringsvolume en de daarmee benodigde aan te trekken geldleningen.

Grondexploitatie
De boekwaarde van de grondexploitaties moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Stichtse Vecht heeft een beperkte grondpositie.

Structurele exploitatieruimte
Dit cijfer is ter ondersteuning om te beoordelen welke structurele ruimte een gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een negatief cijfer houdt in dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te blijven dragen.

Belastingcapaciteit
Dit cijfer geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde en wat de onbenutte belastingcapaciteit is. Als dit percentage laag ligt, betekent het dat de gemeente meer (structurele) inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De signaalwaarde is 120% en is gerelateerd aan artikel 12 van de financiële verhoudingswet.

Kengetallen Rekening Begroting Rekening Signaalwaarden
2023 2024 2024 Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
Netto schuldquote 69% 72% 77% < 100% 100%-130% > 130%
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen) 68% 72% 76% < 90% 90%-120% > 120%
Solvabiliteitsratio 19% 18% 19% > 20% 0%-20% < 0%
Structurele exploitatieruimte 1,76% 0,40% 0,68% > 0% 0 < 0%
Grondexploitatie 0,72% -0,79% 1,17% < 20% 20%-35% > 35%
Belastingcapaciteit 100,38% 109,79% 109,79% < 95% 95%-120% > 120%

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Voor het in stand houden en op kwaliteit houden van kapitaalgoederen hebben we langlopende investeringen en onderhoudsplannen nodig. Dit doen we door het toepassen van Assetmanagement. Assets zijn de kapitaalgoederen in de openbare ruimte, ofwel de objecten groen, wegen, civiele kunstwerken etc. Assetmanagement is een systematische en gecoördineerde manier van beheren. Het gaat hierbij vooral om het verbeteren van de prestaties, de risico's  en de kosten van de kapitaalgoederen in relatie tot de doelstellingen van de gemeente. We richten ons op het beheer over de gehele levensduur van objecten en kijken verder dan wat goed is voor de objecten zelf. We kijken naar wat goed is voor de gemeente, en nog belangrijker, wat goed is voor inwoner/ de gebruiker.

In deze paragraaf staat een toelichting op het beleidskader, het kwaliteitsniveau, het onderhoudsplan en de financiën van de volgende kapitaalgoederen:

•    Wegen
•    Civiele constructies
•    Openbare verlichting
•    Water en riolering
•    Groen
•    Speelterreinen
•    Gebouwen

Kapitaalgoederen Beheer-/beleidsplan Looptijd plan Achterstallig onderhoud
Wegen  Beheerplan wegen 2021-2024 Ja
Civiele constructies  Beheerbeleidsplan Civiele kunstwerken 2021-2025 Ja
Openbare verlichting Beleidsplan Openbare verlichting 2020 2020-2024 Ja
Water en Riolering Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) 2022-2026 Ja
Groen Bomenbeleid en structuurplan 2015-2035 Nee
Speelterreinen Beleidskader speelruimte en -voorzieningen 2014-2018 Ja
Gebouwen Nota Duurzaamheid; IVAB. 2020-2025 Nee

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen

Beleidskader

Op grond van de Wegenwet hebben wij de zorgplicht om onze wegen goed en verantwoord te beheren. Hieronder vallen de zorgplicht asfalt, elementen en half-verhardingen. In 2023 hebben we de wegen geïnspecteerd. Op basis hiervan hebben we het onderhoudsplan 2024-2025 herijkt, dit voeren we nu uit. In 2025 inspecteren we de wegen opnieuw en stellen we een nieuw beheerplan op voor de jaren 2026-2030.

Financiën
De voorziening wegen heffen we op in de jaarrekening 2024, conform het Raadsbesluit 17 december 2024. Daardoor valt de voorziening vrij en voegen we het resterende saldo toe aan de bestemmingsreserve Onderhoud Wegen op 31-12-2024. Voor verwerking van de kosten van groot onderhoud zijn er volgens het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) drie boekingsmethoden: als investering, als voorziening en als exploitatiebudget. Geadviseerd wordt  om een systematiek te kiezen die (1) de uitvoering van het onderhoud ondersteunt in een meerjarenplanning en beheersing; (2) een verbeterd inzicht geeft in de ontwikkeling van de omvang van (toekomstige) investeringen; (3) aansluit op bestaande financiële technieken die we al toepassen bij gemeente Stichtse Vecht.

Het advies is  om, voor wat we op dit moment groot onderhoud noemen, dit financieel als (vervangings-)investering te verwerken. Afhankelijk van het type investering (toplaag, tussenlaag, fundering) passen we een juiste afschrijvingstermijn toe. Dit wordt de componentenbenadering genoemd.

Door het toepassen van deze techniek, vervalt de inzet van de bestemmingsreserve Onderhoud wegen. Tenslotte stellen we voor om de bestemmingsreserve onderhoud wegen en de kapitaaldekkingsreserve om te zetten in een reserve financiering. De reserve financiering is dan onderdeel van  het eigen vermogen en vormt een tegenhanger van de omvangrijke leningenportefeuille,. Die is nodig voor alle nodige investeringen de komende tijd.

Civiele constructies

Terug naar navigatie - Civiele constructies

Beleidskader

Civiele constructies zijn: tunnels, viaducten, bruggen, duikers, (aanleg)steigers, beschoeiing, kades, grondkeringen en geluidschermen. De doelen zijn een veilige verkeersroutes in standhouden, een vrije doorgang voor de scheepvaart garanderen en de waterhuishouding op peil houden. De raad heeft het beheer- en beleidsplan Civiele kunstwerken vastgesteld in 2021. Naast een beleidsmatig plan stellen we ook een meerjarig onderhoudsplan op. Daarvoor hebben we in 2022 de volgende assets geïnspecteerd:

•    verkeersbruggen;
•    beweegbare bruggen;
•    fietsbruggen;
•    voetgangersbruggen;
•    tunnels;
•    viaducten;
•    geluidschermen.

In 2024 hebben we de staat van de civiele kunstwerken in kaart gebracht. Op basis daarvan stellen we in 2025 een nieuw beheerplan 2026-2030 op.

Financiën
De volgende budgetten zijn de vertalingen van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Het groot onderhoud dekken we met een reserve. De dotaties aan en onttrekkingen uit deze reserve hebben we vastgelegd in het beheerplan en uitgewerkt in onderliggende uitvoeringsplanningen. Bij het opstellen van het nieuwe beheerplan werken we ook een voorstel uit voor de benodigde budgetten. De ramingen voor groot onderhoud in 2026 en 2027 verwerken we op basis van dat voorstel in de begroting. Daarnaast doen we jaarlijks investeringen. Alle geplande investeringen in de openbare ruimte zijn terug te vinden in de investeringsplanning. 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Beleidskader
Ons doel is een verkeersveilige, sociaal veilige en leefbare omgeving die voldoet aan de landelijke richtlijnen. Per 2019 zijn wij geheel verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van het verlichtingsareaal. Op basis van het in 2020 door de raad vastgestelde beleidsplan en de daaruit voortvloeiende uitvoeringsplannen, hebben we een bestek opgesteld en gegund. In 2023 hebben we de eerste deelopdrachten verstrekt. Voor de jaren 2023, 2024 en 2025 hebben we jaarlijks circa € 1 mln. aan investeringen gepland om de masten en armaturen te vervangen. Hierbij voorzien we de armaturen van energiezuinigere ledverlichting. 

Financiën
De volgende budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Daarnaast doen we jaarlijks investeringen. Alle geplande investeringen in de openbare ruimte zijn terug te vinden in de investeringsplanning.

Water en riolering

Terug naar navigatie - Water en riolering

Beleidskader 

Op grond van de Wet milieubeheer (Wm) heeft de gemeente een zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater, en op grond van de Waterwet een zorgplicht voor hemelwater en grondwater. Hoe de gemeente de zorgplichten invult, hebben we uitgewerkt in het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP). Het huidige GRP heeft een looptijd van 2022 tot en met 2026 en beschrijft de beleidsvoornemens op het gebied van Water en Klimaat, en geeft inzicht in de aanleg, tijdige vervanging, verbeteringen, beheer en onderhoud van de riolering. Ook de kosten van al deze facetten hebben we hierin uitgewerkt. Integraal en risico-gestuurd werken zijn belangrijk in het GRP en de uitvoering daarvan.

Financiën 
De volgende budgetten zijn de vertaling van het GRP in de exploitatie van de meerjarenbegroting. We hanteren een 100% kostendekkend tarief, waarbij we alle kosten voor de rioleringszorg uit de rioolheffing dekken. Bij de lasten maken we onderscheid tussen exploitatiekosten en investeringen. De exploitatiekosten zijn de kosten voor het jaarlijkse operationeel beheer en onderhoud. De investeringsactiviteiten hebben we onderverdeeld in aanleg, vervanging en verbetering. Alle geplande investeringen in de openbare ruimte zijn terug te vinden in de investeringsplanning. Om schommelingen in de kosten op te vangen, maken we gebruik van een egalisatievoorziening. Daardoor hoeven we het tarief niet steeds aan te passen als sprake is van een piek of dal in de uitgaven.

Groen

Terug naar navigatie - Groen

Beleidskader
In 2024 hadden we geen budget en capaciteit voor het herzien van beheer- en beleidsplannen van 2017.
Uitvoering:
De achterstanden in het beheer van bomen en bosplantsoen hebben we ingelopen.
De beschoeiingen hebben we in 2023 geïnspecteerd en vervolgens in 2024 voorbereid en besteden we in Q1 2025 aan.
In Q4 van 2024 zijn we gestart met de reconstructie van diverse plantvakken. Deze werkzaamheden ronden we in 2025 af. Ook hebben wij in Q4 nieuwe bomen geplant en plantplaatsen voor nieuw te planten bomen gerealiseerd.

Financiën:
Vanuit het investeringsbudget was er 400K beschikbaar voor reconstructie plantvakken en bomen. Hier hebben we in 2024 125K van besteed.

 

Speelterreinen

Terug naar navigatie - Speelterreinen

Beleidskader
De speelplekken zijn in 2024 ingericht volgens de kadernota Buiten spelen natuurlijk! De uitwerking van dit plan hebben we in 2021 vastgelegd in de kwaliteitskaarten spelen. Het definitief vaststellen van de kwaliteitskaarten spelen staat voor 2025 op de planning. In de definitieve versie van de kwaliteitskaarten besteden we aandacht aan het participatief inrichten van speelplekken met speeltoestellen, en speelaanleidingen gericht op vergroening, natuur en klimaat.
Het onderhoud van de speeltoestellen heeft in 2024 plaatsgevonden volgens de richtlijnen Warenwetbesluit attractie- en speeltoestellen (WAS). Voor de speel- en sporttoestellen en valondergronden hebben we de normen van het WAS gehanteerd.  in Q1 heeft de aannemer de speeltoestellen nagelopen. In Q3 heeft  een onafhankelijke partij de jaarlijkse veiligheidsinspectie verzorgd. Op hun aanwijzingen zijn reparaties uitgevoerd.


In 2024 hebben we 6 speel- en sportplekken heringericht.

Financiën
De investeringen van 150K voor de herinrichting van de speel- en sportplekken hebben we vanuit de nota Kapitaalgoederen (KPG )  speelplaatsen en terreinen 2016-2020 gerealiseerd. 

Sportterreinen

Terug naar navigatie - Sportterreinen

Beleidskader
Buitensportaccommodaties zijn kapitaalgoederen die onder het programma ‘Sport’ vallen. Zoals vastgesteld in de sport- en beweegnota, faciliteren wij een verantwoord basisniveau van een gevarieerd sport- en beweegaanbod met betaalbare en toegankelijke sportaccommodaties. We stimuleren dat we de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud verder overgedragen aan de gebruikers.

Financiën 
In de begroting hebben we budgetten opgenomen voor beheer en onderhoud van de buitensportaccommodaties en voor vervangingsbijdragen aan derden. We besteden deze budgetten in overeenstemming met de Kadernota sport. 

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

Beheer en onderhoud gemeentelijk vastgoed
Het niveau waarop we het vastgoed in stand houden hebben we vastgesteld aan de hand van een objectief meetinstrument voor het inspecteren en onderhouden van vastgoed. Het gaat om een instrument dat is gebaseerd op de Conditiemetingsmethodiek volgens NEN 2767. Het niveau waarop we het onderhoud gemiddeld houden, hebben we vastgesteld op conditieniveau 3. Dit onderhoudsniveau is sober en draagt bij aan een doelmatig en duurzaam beheer van het gemeentelijk vastgoed. Voor de representatieve, publiekelijke objecten, zoals de gemeentekantoren en de aula’s op begraafplaatsen, gebruikt gemeente Stichtse Vecht een gemiddeld conditieniveau 2: Goed/representatief.  
Bij aanbestedingen kiest de gemeente voor grotere, meerjarige contracten, zodat we het onderhoud aan gemeentelijke gebouwen zo efficiënt en goed mogelijk kunnen plannen. Ook nodigen we de markt uit om mee te denken over de uitvoering. 

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed
In december 2021 heeft de raad  de eerste fase van het verduurzamingsplan goedgekeurd .Het verduurzamingsplan bestaan uit drie fases van elk drie jaar tot 2029 . Doel is om voor 2030 een CO2-reductie te krijgen van 49%. Hiermee voldoet de gemeente Stichtse Vecht aan het klimaatbeleid van de rijksoverheid.

Financiën
De volgende budgetten zijn de vertaling van de beheer- en beleidsplannen in de exploitatie van de meerjarenbegroting. Ook doen we jaarlijks investeringen. Alle geplande investeringen voor gemeentelijk gebouwen zijn in de investeringsplanning terug te vinden.

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financierings- of treasuryfunctie is gericht op het sturen, beheersen en verantwoorden van en het toezicht houden op de financiële vermogens, de financiële geldstromen en de financiële posities, inclusief de daaraan verbonden risico’s. De kaders voor uitoefening van de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet financiering decentrale overheden (kortweg: Wet fido) en hebben we vertaald in het Treasurystatuut gemeente Stichtse Vecht 2020. De beleidsmatige infrastructuur voor de financieringsfunctie van onze gemeente hebben we hiermee vastgelegd.

Voor het inrichten van de financieringsfunctie stelt de Wet fido twee belangrijke beleidsmatige richtlijnen:

•    Het aangaan of verstrekken van geldleningen en het verlenen van garanties is alleen toegestaan vanwege de publieke taak;
•    Het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen heeft een verstandig  karakter en is niet gericht op het genereren van extra inkomsten.

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

Gemeten over het begrotingsjaar lopen de reguliere baten en lasten synchroon . Dit laat onverlet dat tijdens het begrotingsjaar positieve of negatieve posities ontstaan. Om (lopende en toekomstige) posities inzichtelijk te krijgen, maken wij gebruik van een liquiditeitsplanning. Deze planning stellen we periodiek bij.

Financieringsbeleid

Terug naar navigatie - Financieringsbeleid

Binnen de wettelijke kaders voert onze gemeente een risicomijdend financieringsbeleid. Het streven is om eventuele liquiditeitstekorten met kortlopende geldleningen te financieren en de kasgeldlimiet zo optimaal mogelijk te benutten.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

Per 1 januari 2024 is de leningenportefeuille opgebouwd uit 16 langlopende geldleningen met een totale restschuld bij aanvang van het begrotingsjaar van  € 109,7 mln. Dit is inclusief een destijds door de voormalige gemeente Breukelen doorgeleende geldlening aan de woningcorporatie Vecht en Omstreken (volledige aflossing in 2024).

Leningportefeuille (bedragen* € 1.000) Bedrag
Leningportefeuille per 31 december 2023 109.743
Aflossingen 2024 -12.356
Nieuw aangetrokken leningen 2024 30.000
Leningportefeuille per 31 december 2024 127.388

Beleggingen

Terug naar navigatie - Beleggingen

Sinds eind 2013 is de ministeriële Regeling schatkistbankieren decentrale overheden van kracht. De hoofdlijnen van het schatkistbankieren zijn verankerd in de Wet fido. De regeling verplicht decentrale overheden hun overtollige financiële middelen in de schatkist van het Rijk te beleggen, waardoor publiek geld de schatkist niet eerder verlaat dan noodzakelijk is. In het verlengde hiervan is het toegestaan overtollige financiële middelen te beleggen bij andere decentrale overheden waarmee de gemeente geen toezichthoudende relatie onderhoudt.
Van het verplicht beleggen van overtollige middelen in ’s Rijks schatkist is een drempelbedrag vrijgesteld. Voor onze gemeente is het drempelbedrag berekend op € 3,6 mln.

Renteschema 2024

Terug naar navigatie - Renteschema 2024
Renteschema (bedragen * € 1.000) Bedrag
Externe rentelasten over korte en lange financiering 2.645
Af: externe rentebaten -225
Totaal door te rekenen externe rente 2.420
Af: rente die aan de grondexploitatie moet worden doorberekend -21
Af: rentelasten door verstrekte leningen aan woningcorporaties -2
Bij: rentebaten door verstrekte leningen aan woningcorporaties 2
Bij: rente over eigen vermogen (kapitaaldekkingsreserves) -
Bij: rente over voorzieningen (gewaardeerd op contante waarde) -
Bij: aan taakvelden toe te rekenen rente (programma’s inclusief overzicht overhead) 2.399
Af: werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (rente omslag) -1.929
Renteresultaat 469

Renteontwikkeling

Terug naar navigatie - Renteontwikkeling

•    Door de renteontwikkelingen  hebben we het rentepercentage waarmee we in de liquiditeitenplanning rekenen voor nieuw aan te trekken leningen, verhoogd van 2% in de Begroting 2023 naar 3% in de Begroting 2024.
•    De interne renteberekening op investeringen hebben we verhoogd van 0,5% in de Begroting 2023 naar 1% in de Begroting 2024.

Risicobeheersing

Terug naar navigatie - Risicobeheersing

De Wet fido bevat instrumenten die de risico’s bij het lenen en beleggen van financiële middelen moeten beperken. De wet bepaalt onder meer dat gemeenten uitsluitend voor de uitoefening van de publieke taak leningen kunnen aangaan, middelen kunnen uitzetten en garanties kunnen verlenen. De introductie van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm beperkt de risico’s op kort- en langlopende geldleningen.

 

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet stelt een grens aan de maximaal op te nemen kortlopende middelen en heeft als doel om de budgettaire gevolgen van schommelingen in de rente op kortlopende geldleningen te beheersen. De limiet is gesteld op een percentage van 8,5% van het begrotingstotaal. 

Kasgeldlimiet 2024 (bedragen * € 1.000) Q1 - 2024 Q2 - 2024 Q3 - 2024 Q4 - 2024
Omvang begroting na wijziging 198.957 198.957 198.957 198.957
Grondslagpercentage 8,5% 8,5% 8,5% 8,5%
Toegestane kasgeldlimiet 16.911 16.911 16.911 16.911
Kas- en banksaldi -299 372 325 -14
Kortlopende financiering: kasgeldleningen o/g -16.667 -8.333 - -
Kortlopende uitzettingen: schatkistbankieren (SKB) 1.703 2.436 12.017 4.447
Kortlopende uitzettingen: decentrale overheden - - - -
Ruimte binnen kasgeldlimiet 1.649 11.386 29.254 21.345

Renterisiconorm
De renteonzekerheid voor de lange termijn noemen we de renterisiconorm. Deze norm is een kader voor een adequate spreiding van looptijden in de financieringsportefeuille. Het doel daarvan is om de portefeuille zo op te bouwen dat renterisico’s door renteaanpassing en herfinanciering van leningen voldoende zijn beperkt.

Renterisiconorm 2024 Begroting Rekening
(bedragen * € 1.000) 2024 2024
A Renterisiconorm (20% begrotingstotaal) 39.791 39.791
B Renterisico (aflossingen + renteherzieningen) 12.356 12.356
(A-B) Ruimte onder renterisiconorm 27.435 27.436

Bedrijfsvoering

Regulier

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Wij willen een organisatie zijn die voortdurend verbetert, vernieuwt en bekijkt hoe we de kwaliteit van onze medewerkers zo optimaal mogelijk kunnen inzetten. Dit vereist een goed functionerende bedrijfsvoering die de medewerkers en de organisatie optimaal ondersteunt bij haar maatschappelijke taken. De bedrijfsvoering moet blijvend voldoen aan de ontwikkelingen in de markt en de eisen van de samenleving.

Lerende organisatie

Terug naar navigatie - Lerende organisatie

In 2024 hebben we concrete stappen gezet om een cultuur van continu leren en ontwikkelen te bevorderen en verankeren. Op procesniveau hebben we de P&C-cyclus systematisch verbeterd, met als uitgangspunt een continue verbeteraanpak. Hierbij maken we onder andere gebruik van de PDCA-cyclus en evaluatiemomenten om processen doorlopend te optimaliseren en beter af te stemmen tussen afdelingen.

Op individueel niveau is leren en ontwikkelen structureel ingebed in de organisatie. Met de introductie van een online leerplatform hebben medewerkers en leidinggevenden nu toegang tot op maat gemaakte leerlijnen. Daardoor is ontwikkeling inzichtelijk en toegankelijk voor alle functiegroepen. Daarnaast hebben we medewerkers breed getraind in het opstellen van kwalitatief sterkere bestuurlijke stukken.

Leermomenten zijn makkelijker bespreekbaar en we stimuleren zowel medewerkers als leidinggevenden om zich continu te ontwikkelen. Leidinggevenden gebruiken hierbij de principes van dienend leiderschap: inspireren, motiveren, faciliteren en eigenaarschap bevorderen.

Door deze integrale aanpak, verbeteren we processen en versterken we de organisatie als geheel.

Human Resources

Terug naar navigatie - Human Resources

In 2024 heeft de gemeente Stichtse Vecht opnieuw geïnvesteerd in haar medewerkers en organisatie om een toekomstbestendige en sterke werkomgeving te creëren. 

Het jaar startte met een medewerkersonderzoek dat inzicht gaf in de sterke punten en verbeterpunten binnen de organisatie. De resultaten waren overwegend positief: medewerkers waarderen de samenwerking en werkomgeving, terwijl communicatie, rolduidelijkheid, werkdruk en waardering aandachtspunten bleven. Dit vormde de basis voor gerichte verbeteracties, waaronder initiatieven voor de waardering van medewerkers en de voorbereiding van een effectevaluatie. Gedurende het jaar hebben we werkgelukmetingen uitgevoerd. Die laten een stabiele, positieve trend zien.

Op het gebied van personeelsverloop is er sprake van een gunstige ontwikkeling: de uitstroom van medewerkers nam af en de instroom van nieuwe medewerkers verloopt goed. De gemeente is zichtbaarder geworden op platforms zoals LinkedIn. Dat draagt bij aan succesvolle werving en een wekelijkse instroom van open sollicitaties. Dit wijst op een toename van aantrekkelijkheid van Stichtse Vecht als werkgever. Daarnaast wordt actief de ‘candidate experience’ gemonitord en als positief beoordeeld.

Voor de inhuur van personeel hebben we een contract afgesloten met een broker, wat zorgt voor een efficiëntere en rechtmatige werkwijze, een breder aanbod van leveranciers. Ook zorgt dat, ondanks strakkere sturing op tarieven/indexaties, niet voor ongewenste uitstroom van ingehuurd personeel. Daarnaast is er een grotere bewustwording op inhuur bij managers. Benchmarkgegevens laten zien dat de gemeente Stichtse Vecht relatief lage uitgaven heeft voor externe inhuur per inwoner.

Hoewel het verzuimpercentage nog niet structureel daalt, hebben we  extra aandacht voor preventie en vroegsignalering. We zijn nu aangesloten bij een netwerk dat eenvoudig toegang biedt tot arbeidsrelevante interventies. Dat verlaagt de drempel voor ondersteuning; de positieve effecten hiervan worden hopelijk de komende tijd  zichtbaar.

Kengetallen 2024

  1. Instroom 69 medewerkers
  2. Uitstroom 36 medewerkers
  3. Gemiddeld verzuimpercentage 6,84 % (GVN norm 2024 nog onbekend)

Loon organisatie

Terug naar navigatie - Loon organisatie

De loonsom/personeelslasten zijn € 2.000.000 meer dan geraamd. Dit bedrag wordt voor 1.370.000 gedekt uit de stelpost ‘Uitgangspunten begroting loonsom en inhuur’ en € 629.000  wordt gedekt vanuit de inkomsten uit o.a. UWV-gelden en Maatschappelijk opvang en Bescherm Wonen-gelden voor geleverde inzet.

Specificatie Loonsom/personeelslasten 2024 (bedragen * € 1.000) Begroot Werkelijk
Loonsom organisatie 40.005 32.353
Loonsom overig 5.865 6.555
Indirecte personeelslasten 744 732
Inhuur ten laste van de loonsom 0 8.935
Totaal Loonsom\personeelslasten 46.614 48.574
Toerekening personeelslasten per programma 2024 (bedragen * € 1.000) Begroot Werkelijk
Programma 1 20.902 21.007
Programma 2 1.412 1.548
Programma 3 11.186 12.342
Programma 4 10.541 10.965
Programma 5 2.573 2.713
Totaal toegerekende personeelslasten 46.614 48.574

-

Effect- en prestatie-indicatoren P/E Bron B2024 R2024
Formatie per 1.000 inwoners P SV 6,8 6,9
Bezetting per 1.000 inwoners P SV 5,5 6,2
Apparaatskosten per inwoner P SV 386,63 427,5
Kosten externe inhuur als % van totale loonsom P SV <10% 19,2%
Totale kosten inhuur externen* P SV 1.599 5.884
* Dit betreft het totaalbedrag van alle specifieke inhuur(budgetten), buiten de loonsom als toegelicht in de bedrijfsvoeringsparagraaf. Indien de inhuur leidt tot een overschrijding op taakveldniveau is deze toegelicht bij de analyse van de overige lasten bij de programma's.

Inhuur buiten de loonsom
Naast de inhuur ten laste van de loonsom (vervanging ziekte en vacatures) huren we ook in op uitvoering van activiteiten (inhuur buiten de loonsom). De inhuur buiten de loonsom hebben we in de jaarrekening verantwoord onder de overige lasten. In de volgende tabel hebben we zowel de overige lasten als de inhuur buiten de loonsom per programma weergegeven.

 

Bedragen * € 1.000 Analyse overige lasten Inhuur buiten loonsom
Prog nr. Begroot Werkelijk Verschil Begroot Werkelijk Verschil
1. Bestuur 15.867 16.676 809 366 1.715 1.349
2. Veiligheid 6.248 6.274 26 28 0 -28
3. Fysiek 45.119 37.000 -8.119 900 2.024 1.124
4. Sociaal 63.682 68.295 4.613 139 1.790 1.652
5. Samenleven 17.908 16.780 -1.128 166 355 189
Totaal 148.824 145.025 -3.799 1.599 5.884 4.285

De totale overige lasten zijn in totaal € 3,8 miljoen lager dan begroot. De inhuur buiten de loonsom heeft ten opzichte van begroting op de kostensoort inhuur een overschrijding van € 4,3 miljoen. Het resultaat van lasten van de inhuur buiten de loonsom, over alle programma’s heen, komt zodoende uit op een overschrijding van € 0,4 mln. In de financiële analyse bij de programma's bij het onderdeel overige lasten, hebben we de belangrijkste afwijkingen toegelicht wanneer op taakveldniveau sprake is van een over- of onderschrijding. 

De voornaamste afwijkingen tussen realisatie en begroting voor inhuur buiten de loonsom zijn:


•    inhuur vanwege ‘communicatie’: € 0,2 miljoen (programma 1 ‘Bestuur’);
•    inhuur vanwege ‘migratie datacenter’: € 0,6 miljoen (programma 1 ‘Bestuur’);
•    inhuur vanwege ‘HRM/ontwikkeling organisatie’: € 0,2 miljoen (programma 1 ‘Bestuur’);
•    inhuur vanwege ‘Verkeer en vervoer’: € 0,4 miljoen (programma 3 ‘Fysiek’);
•    inhuur in verband met de regeling CDOKE : € 0,4 miljoen (programma 3 ‘Fysiek’). 
•    inhuur voor omgevingsvergunningen, omgevingswet en andere ontwikkelprojecten : € 0,2 miljoen (programma 3 ‘Fysiek’). 
•    inhuur in verband met de regeling voor opvang van Oekraïners: € 1,1 miljoen (programma 4 ’Sociaal’);
•    inhuur in verband met de regeling voor gedupeerden kinderopvangaffaire: € 0,5 miljoen (programma 4 ’Sociaal’);
•    diverse overige afwijkingen: € 0,7 miljoen.

Inkoop- en aanbesteding

Terug naar navigatie - Inkoop- en aanbesteding

Stichtse Vecht zet verder in op de doorontwikkeling van de inkoopfunctie binnen de hele gemeente om in het belang van de inwoners doel- en rechtmatig in te kopen en contracten optimaal te benutten. Het doel is het inkoop- en contract managementproces te verbeteren om de rechtmatigheid te verbeteren. Het duurzaam verbeteren van de inkoopfunctie en het inkoopproces volledig rechtmatig krijgen is een traject van meerdere jaren (in control statement). Hierbij nemen we de gemeentelijke speerpunten mee; het stimuleren van lokale economie, Social Return On Investment (SROI), duurzaamheid en circulariteit. 

Dit betekent dat we een bezetting creëren die toereikend is om de gemeentelijke ambities te realiseren . We zetten activiteiten in op het vergroten van de bewustwording binnen de gehele organisatie van het belang van kwalitatief hoogwaardige inkoop conform wet- en regelgeving. Qua organisatie richten we een decentrale contractbeheer en -managementfunctie en decentrale inkoopplanning in met een regiefunctie voor het centrale inkoopteam. De samenwerking tussen verschillende rollen intensiveren we. Qua IT-systemen integreren we de contractadministratie in het nieuwe financiële systeem voor real-time contractsturing.

Belangrijke speerpunten: de samenstelling van de inkoopbezetting met medewerkers in dienst van de gemeente, het implementeren van de nieuwe inkoopwerkwijze en het opstellen van kaders voor de contractmanagement- organisatie. 

Informatisering en Automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en Automatisering

In 2024 is de migratie naar het datacenter van de huidige beheerpartij Centric voltooid. Het risico van verouderde server-hardware en software waarvan de support stopt, hebben we hiermee succesvol verkleind.

Ook hebben we de aanbesteding van een nieuwe managed service provider voltooid en zijn we met de implementatie gestart.

Met het voltooien van genoemde projecten komt er voor GSV weer ruimte voor verdere optimalisatie van de IT-omgeving en de weg richting cloud. Zo zijn in 2024 genoemde projecten van nieuwe burgerzaken, HRM en financiën applicaties op basis van ‘Software as a Service’ voltooid. Hiermee minimaliseren we de beheerlast van IT verder en brengen we onze innovatiekracht verder .

De verbetertrajecten op het gebied van contractmanagement en change management leiden tot beter inzicht en overzicht. Voor contractmanagement leidt dit tot een geactualiseerde contractadministratie, sturing daarop en een verhoogde rechtmatigheid. Voor change management leidt dit tot een verlaagd risico op incidenten bij het uitvoeren van wijzigingen in het IT-landschap.

In 2024 hebben we met behulp van het dataplatform en Tableau verschillende data ontsloten, verwerkt en geanalyseerd. Dit hebben we gedaan volgens de Common Ground en het GGM. Het GGM is het gemeentelijk gegevensmodel, die databronnen binnen gemeentes uniform ontsluiten en modelleren.

Op basis van deze data hebben we meerdere dashboards gebouwd voor verschillende onderdelen van de organisatie. Dit zijn  dashboards die teams helpen om meer grip te krijgen op hun werkzaamheden en dashboards die gebruikt worden om de beleidsontwikkeling te ondersteunen. 

Informatiebeleid en -beheer

Terug naar navigatie - Informatiebeleid en -beheer

In 2024 continueerden we de implementatie van ‘informatiebeheer beleid’. Zo hebben we een proces ingericht voor het toetsen en aanwijzen van vakapplicaties als archiefapplicatie. Daarnaast implementeren we doorlopend door bij elke wijziging het proces digitaal in te richten, te toetsen aan actuele wetgeving en kwaliteitsnormen, en door keuzes en afspraken m.b.t. archivering vast te leggen. In 2024 hebben we bijgedragen aan de applicaties en processen van hrm, burgerzaken, financiën, en hebben we een analyse van de griffie- en raadsinformatie uitgevoerd. 

Achterstanden in digitale vernietiging pakken we projectmatig op. We hebben een herstart gemaakt met het project. In afstemming met de functionaris gegevensbescherming en de archivaris hebben we  een op risico gebaseerd projectplan voor het inlopen van de achterstanden t/m 2028 opgesteld en door directie vastgesteld. De uitvoering van het plan loopt conform planning. 

I.v.m. tijdelijke krapte in capaciteit hebben we doorontwikkeling van het kwaliteitssysteem informatiebeheer doorgeschoven naar 2026. Dit zodat in 2025 het opstellen van een organisatiebreed overzicht van informatie, inclusief een eerste kwaliteitsinschatting, conform planning door kan gaan. Eind 2024 zijn we met de voorbereidingen gestart.

Door vertraging bij de leverancier bij het opleveren van de (vernieuwde) overbrengingsfunctionaliteit, konden we geen test uitvoeren met het overbrengen naar het e-depot (digitaal archief) van het Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV). Wanneer de leverancier de functionaliteit oplevert, testen we in afstemming met RHCVV. 

De digitalisering van de bouwdossiers en overbrenging naar het RHCVV loopt nog enkele jaren door. Een Europese aanbesteding voor digitalisering van de dossiers t/m 2028 is uitgevoerd. Ook hebben we ca. 40 meter archief bewerkt, ca. 85 meter gedigitaliseerd en ca. 26m overgebracht naar RHCVV (incl. scans). In de komende jaren bewerken en digitalisering we de overige bouwdossiers en brengen ze over. Dit duurt tot uiterlijk 2029, conform afspraken met de provincie Utrecht.

Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming en informatiebeveiliging

Het op orde hebben van informatiebeveiliging en gegevensbescherming is van cruciaal belang voor de gemeente. Daarom moeten wij doorlopend alert zijn op cybercriminaliteit. Het is erg belangrijk dat we informatie en privacygevoelige gegevens goed beschermen volgens de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO), AVG en andere geldende wet- en regelgeving.

Op technisch en organisatorisch gebied blijven we oplossingen implementeren en uitbreiden om bescherming te bieden tegen de voortdurend veranderende kwetsbaarheden en cyberaanvallen. Op het gebied van bewustwording hebben we verschillende dingen gedaan, zoals berichten op intranet, een phishingtest en een gastspreker. In de organisatie zijn in elk team Privacy Contactpersonen actief die samen met de Privacy Officers werken aan bewustwording en op het gebied privacy. In de tweede helft van 2024 zijn we gestart met een update van het register waarin alle verwerkingen van persoonsgegevens binnen de gemeente SV vastliggen, het zogeheten verwerkingsregister. Ondanks dat de invoering van de BIO2 en de NIS2 (Cyberbeveiligingswet) in Nederland vertraging heeft opgelopen zijn we gestart met de voorbereidingen hiervan.

Naast de jaarlijkse ENSIA zelfevaluatie zijn er steeds meer activiteiten m.b.t. controle en monitoring van maatregelen. Leveranciersmanagement is hier een voorbeeld van. Het borgen van informatiebeveiliging en compliance in leveranciersmanagement is van cruciaal belang voor de bescherming van data en continuïteit van de dienstverlening. Hiermee komen we als gemeente meer in control.

Onderzoeksprogramma

Terug naar navigatie - Onderzoeksprogramma

De gemeente Stichtse Vecht kent verschillende onderzoeken om te leren en werkwijzen te verbeteren. Dit gaat om onder meer:

•    bijzondere onderzoeken zoals rechtmatigheidsonderzoeken;
•    artikel 213a-onderzoeken naar de doelmatigheid en/of doeltreffendheid van beleid en bedrijfsvoering;
•    overige audits, zoals de ENSIA, een periodieke IT-audit op de systemen en de jaarlijkse DigiD-audit.

Voor het onderzoeken kent de gemeente de Verordening onderzoeken doelmatigheid en doeltreffendheid gemeente Stichtse Vecht. In de verordening is de onderzoeksfrequentie, de manier waarop we onderzoeken plannen en hoe we over de voortgang rapporteren, vastgelegd. De verordening beoogt vooral het doen van zelfonderzoek.

Artikel 213a onderzoeken
Er zijn in 2024 geen onderzoeken uitgevoerd.

Bijzondere onderzoeken
In het interne controleplan 2024 waren naast de VIC’s (VverbijzondereVerbijzondere Interne Controle) de volgende audits gepland:

•    Inkoop, aanbesteding en contractmanagement 
•    Projectmatig werken

Met betrekking tot inkoop en aanbesteding hebben we in 2024, naast de factuurcontroles en spendanalyse, nog de geplande procesaudit gedaan. Dit om te beoordelen of we de afspraken die we in het project inkoopoptimalisatie hebben gemaakt, volgen en of ze doeltreffend zijn. Er is een apart rapport opgesteld met aanbevelingen voor inkoopoptimalisatie. 
De audit projectmatig werken is doorgeschoven naar begin 2025. Met de audit dragen we bij aan de borging van de producten van projectmatig werken. 

Overige audits
Doorlopend controleren, monitoren en testen we gerelateerd aan een IT-audit en op het gebied van bewustzijn voor informatiebeveiliging en privacy.
Daarnaast was de jaarlijkse ENSIA-audit voor DigiD en Suwinet over 2023. Deze audit, uitgevoerd door een onafhankelijk auditor, heeft betrekking op het voldoen, in opzet en bestaan aan beheersingsmaatregelen van geselecteerde normen voor DigiD en Suwinet. De uitkomst van de audit is een ‘Goedkeurend oordeel’.

Overheadskosten

Terug naar navigatie - Overheadskosten
Overheadkosten 2024 (bedragen * € 1.000) Begroting 2024 na wijziging Rekening 2024 Saldo 2024
Bedrijfsvoering
Bestuurlijke en Juridische zaken 762 902 140
Data en Informatiemanagement 6.497 5.825 -673
Financiën en Control 568 471 -98
Huisvesting organisatie 856 1.028 172
Interne Dienstverlening 738 787 49
Mens en Organisatie 1.934 2.077 143
Totaal bedrijfsvoering 11.356 11.089 -267
Personeelslasten
(Inhuur) Loonsom overhead 16.149 16.242 93
Indirecte personeelslasten 768 866 98
Totaal personeelslasten 16.917 17.108 191
Eindtotaal 28.273 28.197 -76

Openbaarheidsparagraaf

Terug naar navigatie - Openbaarheidsparagraaf

De Wet open overheid (Woo) trad op 1 mei 2022 in werking en vervangt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In 2024 zijn in gemeente Stichtse Vecht 98 Woo-verzoeken ontvangen, waarvan er 68 zijn afgehandeld en 30 nog doorlopen ter afhandeling in 2025.

Per 1 november 2024 moesten de eerste vijf informatiecategorieën van de Wet open overheid (Woo) verplicht openbaar gemaakt worden. Voor gemeenten gaat het om informatie over de organisatie, de werkwijze (waaronder de taken en bevoegdheden) en de bereikbaarheid van het bestuursorgaan en haar organisatieonderdelen. Stichtse Vecht heeft bij monde van de aangestelde Woo-redacteur voldaan aan bovenstaande verplichting tot openbaarmaking.

Voor de implementatie van de Woo hebben we een implementatieplan opgesteld dat we in 2024 verder uitvoerden. We hebben een extern projectleider ingehuurd om het proces te begeleiden. Daarnaast hebben we sinds februari 2024 een vaste Woo-jurist aangesteld om de Woo-verzoeken te behandelen.

Voor de implementatie doen we een beroep op door het gemeentefonds beschikbaar gestelde middelen, zoals vastgelegd in de meicirculaire 2022.

 

Toelichting rechtmatigheidsverantwoording

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Sinds 2023 neemt het college van B&W een rechtmatigheidsverantwoording op in de jaarrekening. Hiermee leggen we verantwoording af over de naleving van regels die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. Op basis van 3 criteria toetsten we in hoeverre we volgens de financiële wet- en regelgeving (financieel rechtmatig) handelden. Alleen over verschillen groter dan € 200.000 doen we verslag. Wanneer uit controles het totaal van de financiële onrechtmatigheden onder de 3% van de totale begroting blijkt, hoeft in deze toelichting geen verslag worden gedaan. Dit geldt voor alle drie de criteria.

Criteria
De volgende criteria zijn onderdeel van de rechtmatigheidsverantwoording en daarop toetst de gemeente zichzelf op financiële rechtmatigheid:

1.    Begrotingscriterium
De gemeente controleert of zij binnen de afgesproken begroting is gebleven, met een ondergrens van 
€ 200.000. Deze controle voeren we uit door de baten, de lasten en de investeringen met elkaar te vergelijken. Een verschil groter dan € 200.000 ten opzichte van de begroting is onrechtmatig. Bijvoorbeeld doordat er meer is uitgegeven of ontvangen. Daarop geldt één uitzondering: als de gemeenteraad gedurende het jaar op de hoogte is gesteld van het verschil, is het rechtmatig en hoeft dit niet meegenomen te worden in de verslaglegging. Zoals verderop is te zien, verzamelen we alle verschillen verzameld op programmaniveau. Deze programma's komen overeen met de genoemde programma's in het jaarverslag. In de kadernota ‘Rechtmatigheid van de commissie BBV’ staan de uitgangspunten voor de begrotingsrechtmatigheid. Ook geven we richtlijnen, onder andere over wanneer de accountant de begrotingsonrechtmatigheid in het rechtmatigheidsoordeel moet betrekken.

2.    Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium gaat over de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. Deze eisen zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en gaan over aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

3.    Misbruik en oneigenlijk gebruik criterium
Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium controleert of de gemeente geen misbruik heeft gemaakt van gemeentelijke gelden en eigendommen.

Wat zijn de kaders van de gemeenteraad

Terug naar navigatie - Wat zijn de kaders van de gemeenteraad

In de rechtmatigheidsverantwoording moet het college afwijkingen opnemen die boven de door de gemeenteraad vastgestelde verantwoordingsgrens uitkomen. Afwijkingen zijn fouten (dus het niet naleven van wet- en regelgeving) en/of posten waarvan bij het college onduidelijkheid bestaat over de rechtmatigheid. Voor de jaarrekening 2024 heeft de gemeenteraad de verantwoordingsgrens vastgesteld op 3% van de totale begroting. De gemeenteraad sprak daarnaast met het college af dat financiële onrechtmatigheden vanaf € 200.000 (de rapportagegrens) in de paragraaf Bedrijfsvoering worden toegelicht. Deze toelichting wordt alleen gegeven wanneer de onrechtmatigheden in totaal meer dan 3% bedraagt van de totale begroting .

De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording en de paragraaf Bedrijfsvoering zijn opgesteld volgens de kadernota ‘rechtmatigheid van de commissie BBV’ en de financiële- en controleverordeningen van onze gemeente. Daarnaast geldt het door de gemeenteraad op 4 maart 2025 vastgesteld normenkader.

In deze kadernota heeft de commissie BBV een verduidelijking m.b.t. het begrotingscriterium opgenomen:
Overschrijdingen van de baten zijn, evenals de onderschrijdingen van lasten en investeringen, alleen onrechtmatig wanneer de afwijkingen gedurende het begrotingsjaar al bekend zijn of behoorden te zijn, maar niet tijdig tot een aanpassing van de begroting hebben geleid of tijdig aan de raad zijn gemeld.

Bevindingen begrotingscriterium

Terug naar navigatie - Bevindingen begrotingscriterium

Het begrotingscriterium geeft de grenzen aan van de lasten in de door de raad geautoriseerde begroting. Het gaat hierbij om de exploitatie, investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand komen.
Hieronder lichten wij de afwijkingen toe vanaf € 200.000.   Daarnaast noemen we maatregelen om fouten en onduidelijkheden in de toekomst te voorkomen.
In de tabel hieronder presenteren we de afwijkingen op programma niveau, waarna er in de toelichting wordt aangegeven of de afwijkingen groter dan € 200.000 al dan niet acceptabel zijn. Dit is getoetst aan het daarvoor vastgestelde normenkader. Het totaal van de   'niet acceptabele' afwijkingen verantwoorden we in de rechtmatigheidsverantwoording. 
Een belangrijk aspect bij deze beoordeling is of afwijkingen op tijd met een begrotingswijziging zijn aangepast en/of op tijd zijn gemeld aan de gemeenteraad. De algemene gedragslijn in Stichtse Vecht is dat afwijkingen gedurende het jaar niet leiden tot een begrotingswijziging. Er is één regulier moment voor een begrotingswijziging gedurende het jaar. Dat is in september als de raad de Bestuursrapportage vaststelt, waarin we de afwijkingen hebben toegelicht op basis van peilmoment 1 mei. We maken dan een begrotingswijziging van budget neutrale wijzigingen en afwijkingen, die bij elkaar budget neutraal zijn en waarbij er een redelijke mate van zekerheid is dat de afwijking zich ook zal voordoen. Hierbij betrekken we ook de gedragslijn van de afgelopen jaren waarbij we afwijkingen na de Bestuursrapportage melden in de jaarrekening.

Wanneer begrotingsafwijkingen voldoen aan één van de onderstaande criteria, classificeren we deze als acceptabel:

1.    Begrotingsafwijkingen welke passen binnen het beleid en tijdig zijn gemeld
2.    Begrotingsafwijkingen welke gecompenseerd worden door direct gerelateerde inkomsten
3.    Begrotingsafwijkingen welke gevolg zijn van gewijzigde wet- en regelgeving
4.    Begrotingsafwijkingen welke niet passen binnen het beleid, maar voorafgaand aan de uitvoering met instemming van de gemeenteraad tot stand zijn gekomen
5.    Begrotingsafwijkingen, omtrent grondexploitatie, welke geen afwijking veroorzaken in de totale kosten en opbrengsten van de laatst vastgestelde exploitatieopzet
6.    Kostenoverschrijding op investeringskredieten binnen de jaarschijf, waarbij het totale krediet niet overschreden wordt.

Saldo: Realisatie t.o.v. Begroting na wijzigingen:
Lasten (x1.000) Baten (x1.000)
Overschrijding Onderschrijding Overschrijding Onderschrijding
P1 - Bestuur 3.130 - 6.339 -
P2 - Veiligheid - 46 - 103
P3 - Fysiek - 5.286 - 77
P4 - Sociaal 6.035 - 6.512 -
P5 - Samenleving - 799 - 155
Saldi 9.165 6.131 12.851 335
Investeringen 448 - - -
Totaal 9.613 6.131 12.851 335

In onderstaande toelichting worden overschrijdingen  positief gepresenteerd en onderbesteding wordt negatief gepresenteerd.
Dit geldt voor de baten en de lasten.

Programma 1 - Bestuur
Lasten Omschrijving
De overschrijding van € 3,1 mln bestaat vooral uit overschrijdingen op de taakvelden 0.1 Bestuur (0,9 mln), 0.2 Burgerzaken (€ 0,6 mln), 0.4 Overhead (€ 3,2 mln) en een onderschrijding op taakveld 0.8 Overige lasten (€ 1,5 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
0.1 Bestuur Indexering van pensioenen van huidige en voormalig bestuurders € 0,6 mln Ja 1
0.1 Bestuur Hogere lasten voor onderhoud en energie voor locaties in Breukelen en voor Goudestein € 0,2 mln Ja 1
0.1 Bestuur Uitkering risicoverzekering, hier staan hogere baten tegenover € 0,5 mln Ja 2
0.1 Bestuur Lagere lasten voor de 'commissie bezwaar en beroep' als gevolg van toevoegen van formatie via de Kadernota 2024 € - 0,4 mln Ja 1
0.2 Burgerzaken Afdrachten aan het rijk voor paspoorten en naturalisaties, hier staan hogere baten tegenover € 0,4 mln Ja 2
0.2 Burgerzaken Implementatie nieuwe software zoals vermeld in de Bestuursrapportage 2024 € 0,2 mln Ja 1
0.4 Overhead Overschrijding op de loonsom, vooral veroorzaakt door inhuur dat hogere lasten met zich mee brengt € 1,5 mln Ja 1
0.4 Overhead Er zijn minder uren toegerekend omtrent tijdschrijven versnelling woningbouw. Dit is als negatieve last opgenomen in de begroting, waardoor dit als overschrijding van de lasten wordt gezien € 1,3 mln Ja 1
0.4 Overhead De voorziening personeel is in 2024 bijna volledige uitgenut, daardoor is er hogere dotatie nodig geweest om de voorziening weer aan te vullen voor 2025. € 0,4 mln Ja 1
0.8 Overige lasten Stelpost lonen en prijzen wordt ingzet voor de dekking van de loonsom, nog niet geboekt. € - 1,3 mln Ja 1
Baten
De onrechtmatige overschrijding van € 6,3 mln bestaat vooral uit de taakvelden 0.1 Bestuur (€ 0,5 mln), 0.4 Overhead (€ 1,7 mln), 0.6 Belastingen (€ 1,0 mln), 0.7 Algemene uitkering (€ 2,9 mln) en 0.8 Overige baten (€ 0,3 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen als acceptabel worden aangemerkt.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
0.1 Bestuur Uitkering risicoverzekering, hier staan hogere lasten tegenover € 0,5 mln Ja 2
0.4 Overhead Ontvangen uitkeringen van o.a. UWV m.b.t. de loonsom, deze worden nooit begroot € 0,5 mln Ja 1
0.4 Overhead Na uitvoerig onderzoek is in 2025 gebleken dat er nog een vordering rust op het BTW compensatiefonds over de jaren 2019 en 2020. Deze baten zijn in 2024 opgenomen. € 0,9 mln Ja 1
0.6 Belastingen De baten uit de OZB belasting zijn hoger uitgevallen door een snellere stijging van WOZ-waardes dan vooraf is ingeschat. € 1,0 mln Ja 1
0.7 Algemene uitkering Zoals in diverse RIB's is vermeld, past het Rijk de algemene uitkering meerdere keren per jaar aan, waarbij extra gelden beschikbaar worden gesteld aan de gemeente. € 2,9 mln Ja 1
0.8 Overige lasten Stelpost lonen en prijzen, deze wordt ingezet ter dekking van de loonsom. € 0,3 mln Ja 1
Programma 2 - Veiligheid Omschrijving
De begrotingsafwijking binnen programma 2 zijn beduidend lager dan de vastegestelde grens van € 200,000, daarom zijn deze afwijkingen niet beoordeeld in de rechtmatigheidsverantwoording.
Programma 3 - Fysiek
Lasten Omschrijving
De onderschrijding van € 5,3 mln bestaat vooral uit onderschrijdingen op de taakvelden 7.4 Milieubeheer (€ 2,1 mln), 8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (€ 5,3 mln) en een overschrijding op het taakveld 0.8 overige lasten (0,4 mln), 2.0 Verkeer, vervoer en waterstaat (€ 1,2 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
0.8 Overige lasten Stelpost lonen en prijzen, deze wordt ingezet ter dekking van de loonsom. € 0,4 mln Ja 1
2.0 Verkeer, vervoer en waterstaat Inhaalslag 2023 en gepland (planmatig) onderhoud 2024 wegen en/of verkeersprojecten en -installaties, zoals vermeld in de Bestuursrapportage 2023 en 2024 € 1,3 mln Ja 1
7.4 Mileubeheer Diverse specifieke uitkeringen zijn hoger dan wat er in 2024 is uitgegeven. Deze gelden mogen in 2025 ook nog ingezet worden. Dit leidt tot een onderschrijding op de lasten in 2024. € - 1,7 mln Ja 2
7.4 Mileubeheer Elk jaar wordt er een x-aantal uur afgenomen bij de ODRU, hiervoor betaald de gemeente een voorschot. Halverwege het jaar heeft de ODRU de tarieven verhoogd, waardoor er in de bestuursrapporage 2024 is een geactualiseerde begroting is ingebracht (extra bijdrage € 0,3 mln). Na afloop van elk jaar wordt de balans opgemaakt op basis van het aantal afgenomen uren, dit was lager dan vooraf ingeschat. Dit is veroorzaakt door voortdurend bijgewerkte planningen bij zowel de ODRU als bij de gemeente zelf. Daardoor heeft de gemeente niet € 0,3 mln extra bijdrage hoeven te betalen, maar kreeg zij € 0,3 mln terug. € - 0,6 mln Ja 1
8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Bij grondexploitaties blijven we binnen de beschikbare gestelde budgetten, maar volgen bij de winstneming wel het vastgestelde beleid. Hier staan direct gerelateerde baten tegenover. € - 5,3 mln Ja 5
Baten
De onderschrijding van € 0,1 mln bestaat hoofdzakelijk uit onderschrijdingen op de taakvelden 7.2 Riolering (€ 0,6 mln), 7.3 Afval (€ 0,3 mln), 7.4 Milieubeheer (€ 1,4 mln) en 8.0 Volkshuisvesting en ruimtelijke ordening (€ 6.3 mln) en uit overschrijdingen op de taakvelden 2.0 Verkeer, vervoer en waterstaat (€ 7,8 mln), 5.7 Openbaar groen (€ 0,9 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
2.0 Verkeer, vervoer en waterstaat Vrijval voorziening wegen n.a.v. omzetting naar reserve. Hier staan evenredige lasten tegenover. € 7,8 mln Ja 2
5.7 Openbaar groen De baten ten behoeve van het Plassenschap zijn hoger, hier staan de onderhoudslasten tegenover. € 0,9 mln Ja 2
7.2 Riolering De rioolheffing is lager uitgevallen doordat meer mensen in een lagere klasse wat betreft waterverbruik vallen. Daardoor worden er minder heffingen geind. De BGHU is nog bezig met de accountantsverklaring, de kans bestaat dat deze beoordeling op basis daarvan aangepast moet worden. € - 0,6 mln Ja 1
7.3 Afval De prijzen voor o.a. papier en textiel zijn in 2024 dusdanig hard gezakt, dat deze afvalstromen veel minder opleveren. € - 0,3 mln Ja 1
7.4 Milieubeheer Diverse specifieke uitkeringen zijn hoger dan wat er in 2024 is uitgegeven. Deze gelden mogen in 2025 ook nog ingezet worden. Dit leidt tot een onderschrijding van de baten in 2024. € - 1,4 mln Ja 2
8.0 Volkshuisvesting Bij grondexploitaties blijven we binnen de beschikbare gestelde budgetten, maar volgen bij de winstneming wel het vastgestelde beleid. Hier staan direct gerelateerde lasten tegenover. € - 5,1 mln Ja 5
8.0 Volkshuisvesting Er zijn minder (omgevings)vergunning aangevraagd en/of afgerond, dan vooraf ingeschat is. Dat leidt vanzelfsprekend tot lagere legesinkomsten. € - 1,7 mln Ja 1
8.0 Volkshuisvesting De gemeente maakt plankosten voor verschillende ontwikkelingsprojecten, daarvoor ontvangt de gemeente een bijdrage van de projectontwikkelaar. Deze trajecten lopen vaak over jaren heen, waarbij de lasten direct worden genomen en de baten later volgen. Dit leidt in 2024 tot een overschrijding van de baten. € 0,5 mln Ja 2
Programma 4 - Sociaal
Lasten Omschrijving
De overschrijding van € 6,0 mln bestaat voornamelijk uit overschrijdingen op de taakvelden 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (€ 4,6 mln), 6.3 Inkomensregelingen (€ 0,3 mln) en 6.7 Maatwerkdienstverlening (€ 4,2 mln). Daarnaast zijn er onderschrijden op de taakvelden 6.2 Wijkteams (€ 1,9 mln), 6.5 Arbeidsparticipatie (€ 0,2 mln) en 6.8 Geëscaleerde zorg (€ 0,8 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie De rijksbijdrage en de lasten voor de opvang van Oekrainers zijn gebaseerd op een landelijke norm. Door veel aspecten zelf te regelen, op locaties welke eigendom zijn van gemeente, vallen de uitgaven voor leefgeld en huur accommodaties lager uit. € 3,6 mln Ja 1
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie Werkelijke kosten TIM SV zijn hoger uitgevallen, hierover is de gemeenteraad op diverse momenten geinformeerd. € 0,9 mln Ja 1
6.3 Inkomensregelingen Lagere lasten IOAW, hier is minder gebruik van gemaakt door inwoners van de gemeente. € 0,3 mln Ja 1
6.7 Maatwerkdienstverlening Werkelijke kosten TIM SV zijn hoger uitgevallen, hierover is de gemeenteraad op diverse momenten geinformeerd. € 4,2 mln Ja 1
6.2 Wijkteams Dit is onderdeel van TIM SV, waarbij lasten voor wijkteams in de exploitaie zijn versprijdt over de taakvelden. Per saldo blijft er een overschrijding op TIM SV. € - 1,9 mln Ja 1
6.5 Arbeidsparticipatie Lagere lasten re-integatie, hier is minder gebruik van gemaakt door inwoners van de gemeente. € - 0,3 mln Ja 1
6.8 Geëscaleerde zorg De verwachting in de Kadernota 2025 was dat er meer gebruik gemaakt zou worden van beschermd wonen ZZP (zorgzwaartepakketten). Doordat het werkelijke gebruik door inwoners lager is, zijn de lasten ook lager. € - 0,5 mln Ja 1
6.8 Geëscaleerde zorg Bij de uitgaven van de jeugdbescherming was rekening gehouden met een indexering voor o.a. energie. In de afrekening Samen Veilig, waarin dergelijke lasten(zoals energie) worden verrekend, vielen deze lasten mee. € - 0,3 mln Ja 1
Baten
De overschrijding van € 6,5 mln bestaat vooral uit de taakvelden 6.1 Samenkracht en burgerparticipatie (€ 5,4 mln), 6.3 Inkomensregelingen (€ 0,7 mln) en 6.4 Begeleiding participatie (€ 0,2 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
6.1 Samenkracht en burgerparticipatie De rijksbijdrage en de lasten voor de opvang van Oekrainers zijn gebaseerd op een landelijke norm en bedoeld om de lasten die hiermee samenhangen te dekken € 5,4 mln Ja 2
6.3 Inkomensregelingen Diverse specifieke uitkeringen zijn hoger dan wat er in 2024 is uitgegeven. Deze gelden mogen in 2025 ook nog ingezet worden. Dit leidt tot een onderschrijding van de baten in 2024. € 0,7 mln Ja 2
6.4 Begeleiding participatie Diverse specifieke uitkeringen zijn hoger dan wat er in 2024 is uitgegeven. Deze gelden mogen in 2025 ook nog ingezet worden. Dit leidt tot een onderschrijding van de baten in 2024. € 0,2 mln Ja 2
Programma 5 - Samenleving
Lasten Omschrijving
De onderschrijding van € 0,8 mln bestaat voornamelijk uit onderschrijdingen op de taakvelden 3.0 Economie (€ 0,4 mln), 4.0 Onderwijs (€ 1,0 mln), 5.3 Cultuurpresentatie, -productie, -participatie (€ 0,4 mln). Daarnaast is er een overschrijding op de taakvelden 0.8 Overige lasten (€ 0,7 mln) en 5.2 Sportaccommodaties (€ 0,4 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen acceptabel zijn.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
0.8 Overige lasten Stelpost lonen en prijzen, deze wordt ingezet ter dekking van de loonsom. € 0,7 mln Ja 1
3.0 Economie Het project "Snel Internet" is uitgesteld, waardoor er lagere lasten in 2024 zijn. € - 0,2 mln Ja 1
3.0 Economie Het project "Vitaal platteland" is nog niet afgerond, waardoor er lagere lasten in 2024 zijn. In deze jaarrekening wordt er voorgesteld om het restant over te hevelen naar 2025. € - 0,1 mln Ja 1
4.0 Onderwijs Voor Broeckland was rekening gehouden met hogere lasten voor tijdelijke opvang. Door tijdige afronding van het project zijn deze lasten lager uitgevallen. € - 0,7 mln Ja 1
5.2 Sportaccommodaties Voor sportaccommodaties is er personeel ingehuurd wat hogere lasten met zich mee brengt, daarnaast is de schoonmaak van de accomodaties duurder uitgevallen door indexering van de contracten. Hier staan direct gerelateerd baten tegenover vanuit de Specifieke Uitkering van het Rijk. € 0,3 mln Ja 2
5.3 Cultuurpresentatie, -productie, -participatie Vanuit de gemeente zijn er minder aanvragen voor compensatie regelingen en subisidies onvangen dan vooraf ingeschat, daardoor is er minder uitgekeerd. € - 0,4 mln Ja 1
Baten
De onderschrijding van € 0,2 mln bestaat voornamelijk uit een onderschrijding op het taakveld 4.0 Onderwijs (€ 0,5 mln) en een overschrijding op het taakveld 5.2 Sportaccommodaties (€ 0,3 mln). Uit onderstaande beoordeling blijkt dat alle afwijkingen als acceptabel worden aangemerkt.
Taakveld Toelichting Bedrag Acceptabel Categorie
4.0 Onderwijs De speciefieke uitkering voor Onderwijsachterstandenbeleid is hoger dan wat er in 2024 is uitgegeven. Deze gelden mogen in 2025 ook nog ingezet worden. Dit leidt tot een onderschrijding van de baten in 2024. € - 0,5 mln Ja 2
4.0 Onderwijs De speciefieke uitkering voor Nationaal Programma Onderwijs is hoger dan wat er in 2024 is uitgegeven. Deze gelden mogen in 2025 ook nog ingezet worden. Dit leidt tot een onderschrijding van de baten in 2024. € - 0,3 mln Ja 2
4.0 Onderwijs Voor de huisvesting van onderwijs zijn in 2024 diverse afrekening servicekosten afgerond. Deze staan in directie relatie tot de lasten. € 0,3 mln Ja 2
5.2 Sportaccommodaties Voor sport is er een Specifieke Uitkering van het Rijk ontvangen. Dit was niet begroot, maar hier staan direct gerelateerde lasten tegenover. € 0,3 mln Ja 2

Toelichting investeringen
In 2024 is er één investeringskrediet afgesloten waarbij een overschrijding op het totaalkrediet te melden is.

MFC Veenkluit Tienhoven
Op dit investeringskrediet is een overschrijding van € 0,4 mln. 
De hogere kosten voor het buurthuis zijn onder meer veroorzaakt door problemen met de aansluiting op het energienet, waardoor er gekozen is voor een accu voor de energiebehoefte.
Hier is de raad over geïnformeerd, op basis daarvan is de overschrijding als acceptabel geclassificeerd onder categorie 1 en 6.

Samenvattend is hieronder op programma niveau te zien welke afwijkingen niet acceptabel zijn:

Saldo: Beoordeeld conform normenkader, waarvan niet acceptabel:
Lasten (x1.000) Baten (x1.000)
Overschrijding Onderschrijding Overschrijding Onderschrijding
P1 - Bestuur - - - -
P2 - Veiligheid - - - -
P3 - Fysiek - - - -
P4 - Sociaal - - - -
P5 - Samenleving - - - -
Saldi - - - -
Investeringen - - - -
Totaal - - - -

Bevindingen voorwaardencriterium

Terug naar navigatie - Bevindingen voorwaardencriterium

Het voorwaardencriterium gaat over de eisen bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. Deze eisen zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

Bevinding Bedrag (x1.000) Toelichting Maatregel
Afwijkingen van de Europese aanbestedingsregels 11.101 Bij de interne controle zijn over 2024 afwijkingen van EU-aanbestedingsregels geconstateerd voor een bedrag van ten minste € 11,1 miljoen. De financiële fout is lager dan bij de jaarrekening 2023, terwijl in 2024 veel meer inkoopdossiers zijn onderzocht. In 2024 wordt verantwoord over 87,5% van de opdrachten boven de Europese drempel. In 2023 was dit 31%. Bovendien ligt voor een groot deel van de financiële fout de oorzaak bij opdrachten uit het verleden. Door het project inkoopoptimalisatie worden de bevindingen vertaald naar verbeteracties gericht op het proces inkopen, aanbesteden en contractmanagement.
Afwijkingen van de uitvoering van de WMO                   - In de controle op de processen voor de uitvoering van de Wmo zijn in totaal 25 afwijkingen gevonden die leiden tot een zogenaamde formele onrechtmatigheid zonder financieel gevolg. Het betreft gevallen waarin de identificatie van cliënten onvoldoende aantoonbaar is vastgelegd. Deze bevinding werd eerder ook door de accountant gedaan. De aanbeveling van de accountant is opgevolgd door steekproefsgewijze interne controles uit te voeren. Uit deze controles is een sterke verbetering zichtbaar.

Bevindingen misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

Terug naar navigatie - Bevindingen misbruik en oneigenlijk gebruik criterium

Misbruik en oneigenlijk gaat over op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen. Gemeente Stichtse Vecht heeft hierover geen algemeen beleid. Er zijn geen signalen dat er sprake is van afwijkingen.

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente bepaalt zelf hoe gemeentelijke taken worden uitgevoerd, door ze zelf uit te voeren of samen met andere gemeenten.  De gemeente Stichtse Vecht maakt gebruik van samenwerkingsverbanden, ook wel verbonden partijen genoemd, om verschillende taken uit te voeren. Deze partijen kunnen zowel privaatrechtelijk als publiekrechtelijk zijn. De gemeente heeft hierbij zowel een bestuurlijk als financieel belang.

Een bestuurlijk belang betekent dat de gemeente invloed heeft op het bestuur, bijvoorbeeld door vertegenwoordiging of stemrecht. Een financieel belang houdt in dat de gemeente middelen beschikbaar stelt die verloren kunnen gaan bij faillissement, of als de gemeente aansprakelijk is voor de verplichtingen van de verbonden partij.

De gemeente Stichtse Vecht werkt samen met publiekrechtelijke, verbonden partijen (op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen) en privaatrechtelijke partijen, zoals vennootschappen en stichtingen. De gemeenteraad behandelt de belangrijke documenten, zoals begrotingen en jaarrekeningen, van deze samenwerkingen.

Op 21 mei 2024 heeft de raad twee raadsleden en een commissielid benoemd tot raadsrapporteurs van een verbonden partij. Het doel hiervan is om de rol van de gemeenteraad in samenwerkingsverbanden te versterken.  De raadsrapporteurs spelen een essentiële rol in het bevorderen van de communicatie en transparantie van de gemeenschappelijke regelingen. Ze hebben regelmatig contact met de contactambtenaar  over belangrijke ontwikkelingen binnen de samenwerkingsverbanden. Hierdoor is de raad tijdig op de hoogte van relevante veranderingen en gebeurtenissen. Daarnaast koppelen de raadsrapporteurs periodiek terug in de commissies. Hierdoor blijft de raad op een structurele manier geïnformeerd over de voortgang en de belangrijkste kwesties binnen de verbonden partijen. De raadsrapporteur kan ook op eigen initiatief een memo opstellen, waarin hij of zij relevante informatie deelt met de raad en de commissieleden. Deze memo’s verspreiden zij via de dag- of weekbrief waardoor de communicatie soepel en efficiënt verloopt.

De benoeming van de raadsrapporteurs draagt bovendien bij aan een betere afstemming tussen de gemeenteraden in de regio, wat goed is voor de samenwerking voor gemeenschappelijke regelingen.  

Overzicht verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht verbonden partijen

De verbonden partijen waarmee de gemeente samenwerkt voor het bereiken van haar doelstellingen zijn opgenomen in de verschillende programma's. In deze paragraaf komen het algemeen belang en de voorgeschreven (financiële) gegevens op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) per verbonden partij aan de orde. Daarbij nemen we per samenwerkingsvorm een beschrijving van het doel en, wanneer van toepassing, relevante ontwikkelingen uit 2024. Daarna volgt een overzicht met (financiële) gegevens. Als de materiële risico’s niet of onvoldoende door een verbonden partij zelf met maatregelen zijn ondervangen, hebben we deze meegenomen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing

In het overzicht met gegevens zijn de financiële cijfers waar mogelijk uit de Jaarrekening 2024 van de betreffende partij overgenomen. Wanneer deze gegevens op het moment van opstellen van deze paragraaf nog niet beschikbaar waren, hebben we de laatst bekende financiële cijfers opgenomen. In het overzicht wordt met een nummer aangegeven wat de status is van de weergegeven financiële cijfers:

1.  Definitieve jaarcijfers 2024
2.  Voorlopige jaarcijfers 2024
3.  Laatst beschikbaar gestelde cijfers over 2024 (bijv. uit een managementrapportage of begrotingswijziging)
4.  Definitieve jaarcijfers 2023
5.  Begroting 2024 of n.n.b. (nog niet bekend).

Veiligheidregio Utrecht (VRU) - Programma 2

Terug naar navigatie - Veiligheidregio Utrecht (VRU) - Programma 2

Binnen de VRU werken de 26 Utrechtse gemeenten samen op het gebied van brandweerzorg, (gemeentelijke) crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening. Dit om te komen tot een veiligere regio Utrecht. Nadere toelichting over de majeure projecten is te vinden in programma 2 Veiligheid. 

Op 30 mei 2023 is de nieuwe bestuursagenda 2024 - 2027 aangenomen door de raad. De vier hoofdthema's zijn:
-  Toekomst bestendige brandweerzorg
-  Veilige en gezonde leefomgeving
-  Great place to work
-  Versterking crisisbeheersing

Op 1 april 2024 zijn we gestart met de intergemeentelijke samenwerking met de gemeente Woerden en Oudewater voor de rol van Officier van Dienst Bevolkingszorg (OvD-Bz).

Niet ondervangen risico's: geen.

 

Naam

(bedragen x € 1.000)

    Vertegenwoordiging

Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024

Veiligheidsregio (VRU) (4) Burgemeester

AB: stemrecht steminvloed: 6%

   €28.319

  €65.218

€ 4.510 € 4.690
    Aandeel in totale begroting: 4,0%        

Plassenschap Loosdrecht e.o. - Programma 3

Terug naar navigatie - Plassenschap Loosdrecht e.o. - Programma 3

De deelnemers van het Plassenschap werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Per 1 januari 2023 is het Plassenschap omgevormd naar een bedrijfsvoeringsorganisatie binnen de Wet Gemeenschappelijke Regelingen.

Het beheer en onderhoud van de eigendommen van het Plassenschap is tot en met 31 december 2022 uitgevoerd door Recreatie Midden Nederland. Per 1 januari 2023 heeft de gemeente Wijdemeren als nieuwe uitvoeringsorganisatie het beheer van het areaal van het Plassenschap Loosdrecht e.o. overgenomen van RMN. De gemeente Wijdemeren verzorgt het beheer voor het Plassenschap, maar stemt keuzes die gemaakt moeten worden af met de ambtelijke vertegenwoordigers van de vier deelnemers; provincie Utrecht, provincie Noord-Holland, gemeenten Stichtse Vecht en Wijdemeren.

De jaren 2023 en 2024 was een transitieperiode. Deze periode is gebruikt om de gemeente Wijdemeren als nieuwe beheerder vertrouwd te maken met het werkgebied en de kapitaalgoederen, de risico’s van beheer en onderhoud in kaart te brengen, werkprocessen op te zetten en onderhouds- en uitvoeringsplannen  en Meerjaren begrotingen en investeringsplannen op te zetten. Het is daarmee gelukt om de transitie van het Plassenschap zo goed als af te ronden.

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Plassenschap Loosdrecht e.o. (2) Collegelid Bestuur: 25% 1.080 € 3.909 € 628 € 359
    Aandeel in totale begroting: 18% € 1.640 € 3.657   415 (incl. comensatie BTW 56k)

 

Recreatieschap Stichtse Groenlanden - Programma 3

Terug naar navigatie - Recreatieschap Stichtse Groenlanden - Programma 3

De deelnemers van het recreatieschap Stichtse Groenlanden werken samen aan beheer en ontwikkeling van toegankelijke recreatiegebieden voor inwoners- en bezoekers van de regio. Tot 31 december 2022 was Recreatie Midden-Nederland de uitvoeringsorganisatie van het schap. Per 1 januari 2023 is Staatsbosbeheer de nieuwe uitvoeringsorganisatie waarmee een samenwerkingsovereenkomst is afgesloten.

De jaren 2023 en 2024 waren overgangsjaren waarin de samenwerking binnen de nieuwe opzet van de Gemeenschappelijke Regeling verder vorm en inhoud moest krijgen. Het streven is om de transitie van de samenwerking tussen het schap en de uitvoeringsorganisatie in 2025 af te ronden. Op dit moment werken we aan een toekomstperspectief en 4-jaren uitvoeringsplan. Tot die tijd zoeken we naar bezuinigingen en kostenbesparingen om duurzaam binnen de door de deelnemers gewenste financiële kaders te blijven. De jaarrekening 2024 komt in juli 2025 beschikbaar, waardoor we in deze rapportage werken met cijfers uit de vastgestelde jaarrekening 2023.

Niet ondervangen risico's: geen.

 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

 

Bijdrage SV 2024
Recreatieschap Stichtse Groenlanden e.o. (4) Raadslid, Collegelid AB en DB: stemrecht Steminvloed:10% € 2.786 €4.943 - €99  € 179
    Aandeel in totale begroting: 5,5% € 3.438 €3.234     

Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) - Programma 3

De Omgevingsdienst Regio Utrecht voert voor 15 gemeenten adviserende en uitvoerende taken uit op de gebieden van omgeving, milieu en duurzaamheid. Een van de belangrijkste ontwikkelingen in 2024 was de geplande inwerkingtreding van de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. Daarnaast onderzochten ODRU en RUD een steviger perspectief voor samenwerking. 

Niet ondervangen risico's:
We hebben te maken met onzekerheid over de financiële impact van de Omgevingswet. Het is mogelijk dat de nieuwe taken (waaronder bodemtaken), die naar onze gemeente zijn gekomen en die de ODRU namens ons uit uitvoert, zorgen voor een structurele stijging van de bijdrage. Daar staat mogelijk geen volledige dekking vanuit het Rijk tegenover. 
Daarnaast heeft ODRU een taakstelling opgenomen in de Begroting 2024. Hiermee wordt voorkomen dat andere deelnemers meer moeten bijdragen. Mogelijk haalt ODRU deze taakstelling niet.  

 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging

Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) 4) Collegelid AB: stemrecht steminvloed: 6% € 475 € 5316 € -282 € 2.394
    Aandeel in totale begroting: 10,2% € 585 € 5587    

GGD regio Utrecht (GGDrU) - Programma 4

Terug naar navigatie - GGD regio Utrecht (GGDrU) - Programma 4

Het doel van de GGDrU is het bevorderen van de Volksgezondheid en het voorkomen van ziekten door het verrichten van preventieve interventies. GGDrU voert een groot aantal wettelijke taken uit. In 2024 heeft de GDDrU extra ingezet op betere arbeidsvoorwaarden, informatievoorziening- en technologie en Jeugdgezondheidszorg om aan de wettelijke taken te kunnen blijven voldoen. 

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
GGD regio Utrecht (GGDrU)  Collegelid AB: stemrecht steminvloed: 6% € 3.011 € 22.747 € 0 € 3.476
    Aandeel in totale begroting: 5,4% € 2.309 € 21.251    

Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) - Programma 5

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) - Programma 5

Het RHCVV heeft een tweeledig doel, te weten (1) archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten en (2) het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties. Het RHCVV continueerde in 2024 de inhoudelijke beleidskeuzes uit de businesscase 2018 en de beleidsvisie 2020-2024 met de volgende focus:

  • archiefwettelijke taken die ze uitvoert voor de aangesloten gemeenten
  • het erfgoedbeheer van particuliere archieven en enkele historische collecties
  • met deelnemende gemeenten voorbereiden/overbrengen (digitale) archieven naar het e-depot
  • uitbreiden en doorontwikkelen digitale dienstverlening voor burgers en ambtenaren
  • nieuwe (archief)wetgeving implementeren.

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Gemeenschappelijke Regeling Regionaal Historisch Centrum Vecht en Venen (RHCVV) (1) Burgemeester AB: stemrecht steminvloed: 33,3 % € 423 € 638  € 125 € 729
    Aandeel in totale begroting 42,5% € 433 € 1.114    

Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Afval Verwijdering Utrecht (AVU) - Programma 3

De AVU is sinds 1984 de regie- en kennisorganisatie voor de duurzame en kosteneffectieve verwerking van door de Utrechtse gemeenten bij huishoudens ingezamelde afvalstromen.

•    Als inzameling en transport van afvalstoffen door de AVU aan derden is uitbesteed, worden contracten tijdig aanbesteed. Als deze activiteiten met dienstverlenings-overeenkomsten worden verzorgd, verlengt de AVU ook deze overeenkomsten tijdig en in overleg met de partners.
•    De AVU zorgt voor de tijdige aanbesteding van de verwerkingscontracten van de aan de AVU in beheer overgedragen afvalstromen.
•    Er werden voor 2024 geen wijzigingen voorzien in de regelgeving rond de afvaldeelstromen die van invloed kunnen zijn op de lopende contracten en op de begroting.

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

 

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Afval Verwijdering Utrecht (AVU) Collegelid AB: stemrecht steminvloed: 6% € 0 € 0 € 0 € 2.603
    Aandeel in totale begroting: 5,5% € 0 € 0    

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap (BghU) - Programma 1

Terug naar navigatie - Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap (BghU) - Programma 1

Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) is een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Bunnik, De Bilt, Houten, Lopik, Nieuwegein, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Zeist en het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden. De BghU heft en int belastingen namens haar deelnemers en stelt de hoogte van de WOZ-waarden vast voor alle onroerende zaken in deze gemeenten. 

Het BghU-bestuur heeft op 4 oktober 2023 de projectopdracht en het plan van aanpak BghU-dienstverlening besproken en vastgesteld. In 2024 is ingezet op het wegwerken van de achterstanden (bijvoorbeeld in het opleggen van belastingaanslagen), met een geplande doorlooptijd van 2 jaar.

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging

Bevoegdheden

 

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap (BghU)  (4) Collegelid DB: stemrecht steminvloed: 6% € 2.782 € 3.103 €  747 € 1.121
      € 2.478 € 8.823    

NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

Terug naar navigatie - NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Programma 1

De NV Bank Nederlandse Gemeenten is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. De bank verstrekt krediet tegen lage tarieven waarmee de bank duurzaam bijdraagt aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger, c.q. duurzaam bijdraagt aan de publieke taak. De gemeente Stichtse Vecht bezit 29.523 aandelen in BNG.

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
NV Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) (3) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder € 4.721- € 110.819- € 158 € 0
      € 4.709 € 120.850     

 

Vitens - Programma 5

Terug naar navigatie - Vitens - Programma 5

Het winnen, produceren, distribueren en leveren van drinkwater is de primaire taak van Vitens. Klanten kunnen vertrouwen op de leveringszekerheid van drinkwater, een optimale kwaliteit en een zo laag mogelijke prijs (Vitens had in 2024 de laagste drinkwaterprijs van Nederland, maar vanaf 2025 niet meer. Vitens behoort dan nog wel tot de goedkopere middenmoot). Vitens staat de komende jaren voor een grote investeringsopgave. De investeringen zijn hoofzakelijk gericht op leveringszekerheid nu en in de toekomst van voldoende en schoon drinkwater. De gemeente Stichtse Vecht is aandeelhouder en bezit 58.097 aandelen Vitens (1% van het totaal).

Door toenemende onzekerheden door economische ontwikkelingen, de effecten van klimaatverandering, en de wens om de tarieven meer variabel te maken, moest Vitens vanaf 2024 een aantal uitgangspunten voor de begroting te wijzigen. Dit met als doel de financieringspositie binnen de geldende regelgeving zo optimaal mogelijk te versterken.

Wijzigingen in de uitgangspunten:

•    Vitens rekent voor de kosten voor droogteschade scenario's door en neemt de financiële impact van het worst case scenario mee in het jaarplan.
•    Het vastrecht wordt op verzoek van de aandeelhouders in 2024 zo ver mogelijk verlaagd, rekening houdend met de regelgeving.
•    De onzekerheid in de afzet is het afgelopen jaar toegenomen. Vitens zal diverse scenario's doorrekenen voor de afzet en de financiële impact van het worst case scenario meenemen in het jaarplan om te borgen dat de afzet wordt gerealiseerd.

Deze uitgangspunten leidden tot tariefstijging voor 2024 en verder en vergroten de kans op overwinst. Vitens moet vanuit de geldende regelgeving overwinsten terug geven aan de klant, wat kan leiden tot tariefschommelingen van jaar tot jaar. Over de jaren heen ondervindt de klant hier geen nadeel van. Door de investeringsopgave waar Vitens voor staat, ziet Vitens naar verwachting de komende jaren geen ruimte om dividend uit te keren aan haar aandeelhouders. 

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Vitens (4) Collegelid Stemrecht als aandeelhouder € 649.500 € 1.446.600 € 27.200 € 0
      € 677.700 € 1.559.700    

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) - Programma 3

De doelstelling van Stichting MEC is het organiseren van natuur- en milieu-educatieactiviteiten in de gemeente Stichtse Vecht, met als belangrijkste doelgroep het basisonderwijs. Activiteiten en samenwerkingen die vanuit het MEC Maarssen plaatsvinden, staan  in nieuwsbrieven en op de website van de OdrU. De OdrU stelt onder andere leskisten samen waarmee de basisscholen lessen op het gebied van natuur- en milieueducatie kunnen geven. Daarnaast worden tentoonstellingen gehouden en excursies georganiseerd.

Niet ondervangen risico's: geen.

 

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024

 

Stichting Milieu Educatief Centrum Maarssen (MEC) (4) Collegelid Voorzitter steminvloed: 40% € 100- € 2- € 14 Maakt deel uit van de bijdrage OdrU
      € 100 € 2    

Stichting Urgentie commissie West Utrecht (SUWU) - Programma 3

Terug naar navigatie - Stichting Urgentie commissie West Utrecht (SUWU) - Programma 3

De SUWU (Stichting Urgentiecommissie West Utrecht) is een gemeenschappelijke regeling van zes gemeenten in de regio Utrecht-West, gericht op het beoordelen van aanvragen voor woonurgentie, zoals vastgelegd in de huisvestingsverordening. In voorgaande jaren werd de totale hoeveelheid ingediende aanvragen openbaar gedeeld via jaarlijkse cyclusdocumenten. Sinds 2023 worden echter alleen de gegevens van de gemeente Stichtse Vecht gepubliceerd.

Vanaf 2021 daalt het aantal aanvragen duidelijk. Dat komt door het invoeren van adviesgesprekken, waarbij Het Vierde Huis de aanvragen ontvangt en zorgvuldig onderzoekt. Door proactief advies te geven over de haalbaarheid van de urgentieaanvraag, wordt niet alleen de instroom van aanvragen efficiënter beheerd, maar worden ook onterechte aanvragen effectief verminderd. 

Niet ondervangen risico's: geen.

Naam

(bedragen x € 1.000)

Vertegenwoordiging Bevoegdheden

Eigen vermogen

(begin '24 - eind '24)

Vreemd vermogen

(begin '24 - eind '24)

Financieel resultaat

(eind 2024)

Bijdrage SV 2024
Stichting Urgentie commissie West Utrecht (SUWU) (2) Collegelid Stemrecht in AB € 8 n.v.t. € 0

€ 14

             

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In de verplichte paragraaf Grondbeleid komt elk jaar aan bod hoe onze gemeente het grondbeleid inzet om de bestuurlijke doelen te bereiken. Het beleid van de gemeente is vastgelegd in de ‘'Nota Grondbeleid’ en de ‘'Nota Kostenverhaal’. 

Nota grondbeleid

Terug naar navigatie - Nota grondbeleid

In de Nota Grondbeleid staan de beleidsuitgangspunten van het grondbeleid. Ons uitgangspunt is om niet te kiezen voor één bepaalde vorm van grondbeleid, maar dit per locatie of project te kiezen. Per project maken we de afweging of wij de grond zelf in ontwikkeling nemen of dat we de afwikkeling gedeeltelijk of geheel overlaten aan een marktpartij. Hiervoor hebben we een afwegingskader geschreven, waarin  we beoordelen of het initiatief wenselijk is, het financieel haalbaar is, de financiële risico’s ten opzichte van de financiële middelen acceptabel zijn, en of we voldoende kennis en capaciteit binnen de gemeente hebben.

Wij kiezen bij het voeren van grondbeleid voor maatwerk en houden rekening met de marktwerking. In de praktijk betekent dit dat wij overwegend faciliterend grondbeleid toepassen: daarbij stelt de gemeente de kaders voor de ontwikkeling vast, maar zijn derden (zoals ontwikkelaars of woningcorporaties) verantwoordelijk voor de realisatie.

Nota kostenverhaal

Terug naar navigatie - Nota kostenverhaal

Met de Nota Kostenverhaal borgen we de wettelijke plicht om als gemeente de gemaakte kosten te verhalen, voor ruimtelijke ontwikkelingen die door de markt worden geïnitieerd. De gemeente treedt hierbij faciliterend op.

De gemeente streeft naar het afsluiten van anterieure overeenkomsten voor het kostenverhaal. Dat houdt in dat we de overeenkomst voorafgaand aan een bepaald project of plan wordt sluiten. Alleen wanneer de privaatrechtelijke route niet leidt tot (voldoende) resultaat, zal de gemeente de kosten via een kostenverhaalbeschikking verhalen (publiekrechtelijke route). Meestal biedt het voor zowel de gemeente als de particuliere grondeigenaar voordelen om het kostenverhaal privaatrechtelijk te regelen.

December 2024 hebben we de nieuwe Nota Kostenverhaal vastgesteld met ingangsdatum 1 januari 2025. Bij een nieuw initiatief wordt vanaf dan eerst een voorovereenkomst gesloten waarbij we om een voorschot op de plankosten vragen. Vervolgens wordt in de anterieure overeenkomst het volledige kostenverhaal vastgelegd. Voor de plankosten gaan we uit van de landelijke plankostenscan. Uitgangspunt is dat alle kosten binnen en buiten het projectgebied die we alleen maken door het project voor 100% in rekening worden gebracht.

Voor de plankosten van kleine initiatieven (ruimtelijke plannen die maximaal 2 woningen omvatten), gebruiken we in afwijking van de plankostenscan vaste bedragen voor het wijzigen van het omgevingsplan.

In 2024 hebben we in totaal een bedrag van € 70.700,- ontvangen voor plankosten.

Algemene reserve grondexploitatie

Terug naar navigatie - Algemene reserve grondexploitatie

De Algemene Reserve Grondexploitaties bedraagt minimaal € 200.000 en maximaal € 600.000. Dit is opgedeeld in een risicodeel van € 200.000 (het minimum) en een ontwikkeldeel van maximaal € 400.000. Het ontwikkeldeel is voor gebiedsontwikkelingsprojecten waarvoor nog geen financiering is geregeld. Zodra de financiering geregeld is, vloeien gemaakte kosten terug naar de Algemene Reserve Grondexploitaties. Als het project niet doorgaat, nemen we het verlies en vullen we de Algemene Reserve Grondexploitaties aan vanuit de Algemene Reserve.

Als het saldo van de Algemene Reserve Grondexploitaties onder het minimum of boven het maximum uitkomt, vullen we het aan  vanuit of romen het af van de Algemene Reserve. 

Het college is bevoegd om een werkbudget uit de Algemene Reserve Grondexploitaties te gebruiken voor de eerste plan- en onderzoekskosten bij ruimtelijke ontwikkelingen.

In de volgende tabel is het verloop van de Algemene Reserve Grondexploitaties 2024 opgenomen. 

Tabel t.b.v. jaarrekening 2024
Verloop Algemene Reserve Grondexploitaties 2024 1-1-2024 Ontrekking Storting 31-12-2024
Bedragen x 1.000
Versnelling grote projecten 25 25 0
Ruimtelijke Ontwikkeling 575 572 537 540
Administratieve grondexploitaties 16
Onwikkellocaties 108
Zuilense Vecht
Harmonieplein 325
Veenkluit-Tienhoven 246
Haarrijnweg 161
Vreeland 41
Kuyperstraat
Kockenest - afsluiting per 31-12-2024 211
Aanvulling minimaal niveau risicodeel
Verloop Algemene Reserve Grondexploitaties 600 596 537 540

Grondexploitaties

Terug naar navigatie - Grondexploitaties

Fetha 3/14/16 te Vreeland
In 2024 is het Definitief Ontwerp vastgesteld voor de ontwikkeling van 6 woningen en een Multi Functioneel Centrum (MFC) ter vervanging van het bestaande dorpshuis en een sportzaal. Voor de realisatie van de 6 woningen is een grondexploitatie vastgesteld. Voor de realisatie van een nieuw MFC hebben we een investeringsbudget vastgesteld.

Haarrijnweg 5 te Maarssen 
Op 5 maart 2024 heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan voor Haarrijnweg 5 vastgesteld. Daarnaast zijn we in 2024 gestart met het voorbelasten van het perceel voor de bouw van 17 woningen.

Harmonieplein te Maarssen
Het Harmonieplein bestaat uit drie onderdelen, het Noordblok, het Zuidblok en het openbaar gebied.

Zuidblok
De gemeenteraad heeft het bestemmingsplan Zuidblok en de geactualiseerde grondexploitatie Harmonieplein in 2024 vastgesteld. De omgevingsvergunning van het Zuidblok hebben we afgegeven en is onherroepelijk. Theater ’t Zand is gesloopt. Afgelopen najaar zijn bij het archeologisch onderzoek op het Harmonieplein archeologische vondsten gedaan. Er zijn sporen gevonden van een agrarische nederzetting van bijna 1000 jaar oud. Het gaat om een bijzondere vondst, want dergelijke oude nederzettingen worden niet vaak gevonden. Een van de vragen is hoe die nederzetting zich verhoudt tot de huidige oude kern van Maarssen. De opgravingen hebben geen consequentie voor de planning van de nieuwbouw.

Noordblok
De eerste onderzoeken voor de ruimtelijke onderbouwing zijn uitgevoerd. Hieruit kwam naar voren dat nader onderzoek naar Flora en fauna nodig is.

Openbaar gebied/ dorpsplein
Na de sloop van de school ’t Kompas hebben we als voorbereiding van de sloop en bouw van het Zuidblok het openbaar gebied tijdelijk ingericht. Dit was nodig voor de veiligheid en bereikbaarheid van het openbaar gebied en de bouwplaats. De ontwikkelaar heeft een bouwplaatsinrichting met omleid-routes voorgesteld. Deze hebben we intern en met de nodige externe partners besproken en goedgekeurd.

’t Kockenest te Kockengen 
In 2024 hebben we het bestemmingsplan vastgesteld en de grondexploitatie geopend. De grondexploitatie hebben we 31-12-2024 met een positief resultaat afgesloten.
Na het bouwrijp maken hebben we de grond verkocht. De ontwikkelende partij is gestart met het bouwen van 25 levensloopbestendige sociale huurappartementen die in 2025 worden opgeleverd.

Kuyperstraat te Maarssen 
In 2024 hebben we het bestemmingsplan vastgesteld en de grondexploitatie geopend. Er is grond bouwrijp gemaakt voor de bouw van 26 sociale huurappartementen.

Veenkluit te Tienhoven 
In oktober 2024 is het Multi Functioneel Centrum (MFC) geopend. Hierin zijn OBS ’t Palet, het voormalig dorpshuis en de gymzaal gehuisvest. Ook zijn het oude dorpshuis en gymzaal gesloopt voor het realiseren van 7 woningen en is het woonrijp maken rondom het MFC gestart.

Zuilense Vecht te Maarssen 
Intern zijn de voorbereidingen gestart voor de aanbesteding voor het realiseren van het woningbouwprogramma.

Daarnaast is het Warmteplan Zuilense Vecht op 1 oktober 2024 introkken voor zowel Stichtse Vecht als de gemeente Utrecht. Hiermee vervalt de aansluitplicht voor nieuwbouw in Zuilense Vecht op een collectief Warmtesysteem. Het plan is ingetrokken door grote financiële risico’s die niet af te dekken waren met het relatief gering aantal woningen in het project.

Risico analyse grondexploitaties

Terug naar navigatie - Risico analyse grondexploitaties

Jaarlijks brengen we de risico’s van de grondexploitaties in beeld om de minimaal benodigde weerstandscapaciteit te bepalen. De risicoanalyse is uitgevoerd met een Monte Carlo simulatie. Dat houdt in dat een grondexploitatie 10.000 keer wordt doorgerekend met verschillende scenario’s, binnen een financieel vertaalde bandbreedte van gevolgen van de risico’s.

De risicoanalyse is uitgevoerd voor de volgende grondexploitaties: Haarrijnweg 5 te Maarssen, Harmonieplein te Maarssen, Fetha 3/14/16 te Vreeland, Kuyperstraat te Maarssen   en Zuilense Vecht te Maarssen.

Uit de risicoanalyse komt naar voren dat we een risicoreservering van € 2.090.000 nodig hebben. Het risicodeel van de Algemene Reserve Grondexploitaties voorziet voor € 200.000 in de benodigde risicoafdekking. Het resterende bedrag van € 1.890.000  nemen we mee in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen in de Algemene Reserve (het bedrag dat we nodig hebben om onverwachte verliezen of risico's op te vangen).

Winst- en verliesneming

Terug naar navigatie - Winst- en verliesneming

Bij afsluiting van een grondexploitatie met een positief resultaat gaat dit resultaat naar de Algemene Reserve Grondexploitaties. Voor een voorzien negatief resultaat treffen we echter direct een voorziening. Deze voorziening is opgenomen in de Algemene Reserve en niet in de Algemene Reserve Grondexploitaties.

Volgens de verslaggevingsregels (BBV) moet de gemeente tussentijds winst nemen op basis van de voortgang van de winstgevende projecten. Deze winst is gebaseerd op het totaal verwachte projectresultaat, de al gerealiseerde kosten en de al gerealiseerde grondverkopen. De projectresultaten van de grondexploitaties in 2024 leiden niet tot tussentijdse winstneming.

De grondexploitatie 't Kockenest is op 31-12-2024 afgesloten met een positief resultaat. De winst gaat naar de Algemene Reserve Grondexploitaties.